Alle berichten van Erik van Huizen

Verbod varend ontgassen is er niet voor medio 2024

DEN HAAG Het verbod op varen ontgassen kan pas medio 2024 in werking treden. Minister Barbara Visser van Infrastructuur en Waterstaat schrijft in een brief aan de Tweede Kamer dat Frankrijk en Zwitserland vertraging hebben opgelopen in het ratificeren van de verdragswijziging die het verbod op varend ontgassen regelt. Maar de minister wil niet nog bijna drie jaar wachten om het aantal ontgassingen in Nederland terug te dringen.

Nederland wil vaart maken met het verbod en vroeg de landen die het verdrag al wel hebben geratificeerd om gezamenlijk bij de achterblijvende landen aan te dringen op bespoediging van ratificatie. Na overleg met het ministerie van Buitenlandse Zaken acht Visser het inmiddels ‘meer opportuun om nogmaals rechtstreeks contact op te nemen met de landen die nog moeten ratificeren’. ‘Verder zijn inmiddels de bevoegde instanties in Frankrijk, Zwitserland en België benaderd en is aangegeven dat Nederland met smart zit te wachten op een verbod. Deze landen zijn nogmaals verzocht om spoedig de ratificatie af te ronden. De landen hebben aangegeven de sterke wens van Nederland voor een ontgasverbod te begrijpen en hebben aangegeven zich te zullen inzetten voor een spoedige ratificatie.’ Om druk te blijven uitoefenen op deze landen, gaat de minister persoonlijk over de voortgang van de ratificatie in gesprek met de Franse gedelegeerde minister van Verkeer. Visser hoopt dit op korte termijn te kunnen doen.

Niet stil zitten
Ondertussen zit Nederland wat betreft de minister niet stil. Ter voorbereiding op het verbod zijn met de taskforce varend ontgassen, waarin provinciale en Rijksoverheden en de sector gezamenlijk toewerken naar een soepele invoering van het verbod, stappen gezet op het gebied van proeven met mobiele ontgassingsinstallaties en de benodigde vergunningen voor deze installaties. ‘De proefnemingen met mobiele ontgassingsinstallaties hebben waardevolle inzichten gegeven in welke technieken in potentie veilig en efficiënt een binnenvaarttankschip kunnen ontgassen. Deze technieken worden het komende jaar nog verder getest. De resultaten van de proeven hebben er ook voor gezorgd dat er meer duidelijk wordt welke eisen en voorwaarden opgenomen moeten worden in het benodigde vergunningenkader.’ Naar verwachting is dit in de loop van volgend jaar gereed. Daarnaast heeft de ILT de afgelopen jaren in samenwerking met Rijkswaterstaat en een aantal omgevingsdiensten verkennende toezichtacties uitgevoerd. Hierbij is ook meermaals handhavend opgetreden, bijvoorbeeld voor het ontgassen in dichtbevolkt gebied.

Eerder verminderen
Minister Visser heeft inmiddels volgens eigen schrijven een constructief overleg gehad met de gedeputeerden van de provincies Flevoland en Zeeland. In het overleg is geconcludeerd dat het Rijk en de provincies het er over eens zijn dat het varend ontgassen van binnenvaarttankers zo snel mogelijk moet stoppen. In afwachting van de ratificatie van het verdrag gaat Visser samen met de provincies nog dit jaar met de binnenvaartsector om tafel om te bespreken hoe de sector in aanloop naar het verbod het aantal ontgassingen al kan verminderen. Mogelijkheden hiertoe zijn bijvoorbeeld het gebruik maken van succesvol geteste installaties en het zodanig organiseren van de vervoersstromen dat ontgassen minder tot niet nodig is. Ook verkennen de deelnemers van de taskforce Varend Ontgassen of voor de financiering gebruik gemaakt kan worden van een EU-subsidie. Visser heeft verder aangegeven dat het ministerie van IenW de rol van voorzitter van de taskforce op zich gaat nemen. (Foto Ministerie I&W/Arenda Oomen)

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu ook aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

CO2-uitstoot binnenvaartschepen lager dan gedacht

ROTTERDAM Binnenvaartcoöperatie NPRC, bestaande uit 140 binnenvaartondernemers, heeft samen met de Topsector Logistiek en 15 leden een pilot uitgevoerd naar het inzichtelijk maken van uitstootgegevens van binnenvaartschepen. Uit het onderzoek blijkt dat de tot nu toe gehanteerde kengetallen voor de binnenvaart niet representatief zijn. Voor de NPRC-vloot is de gemeten uitstoot tot 28% lager.

‘CO2- monitoring speelt zich af op het snijvlak van duurzaamheid en digitalisering’, vertelt Margriet Geluk als supply chain engineer bij NPRC. ‘Omdat dit speerpunten zijn binnen de NPRC-strategie gaan dit soort projecten ons nauw aan het hart. De afgelopen jaren heeft de binnenvaart veelvuldig bewezen een reductie in CO2-uitstoot te kunnen realiseren. De uitkomsten van de pilot bevestigen de goede milieuprestaties van de binnenvaart.’

Er zijn overigens veel factoren van invloed op het brandstofverbruik en de CO2-uitstoot. Hier komt digitalisering om de hoek kijken. Door het combineren van diverse databronnen ontstaat een beter beeld. Binnen het project worden bijvoorbeeld gegevens over de stroomrichting meegenomen.

‘Accountable maken’
Met de CO2-monitoring in de binnenvaart ontstaat meer inzicht in de milieuprestaties van deze modaliteit. Het project geeft inzicht en vergemakkelijkt de verbijzondering van uitstoot per transport. Verladers vragen steeds vaker om inzicht in uitstootgegevens voor hun eigen CO2-boekhouding. Door te kunnen benchmarken tussen verschillende binnenvaartschepen en operators kunnen snel verbeterpunten worden gedefinieerd en geïmplementeerd. Dat past binnen de ambitieuze CO2-reductiedoelstellingen die binnen Europa zijn opgesteld (Fit for 55).

Carbon footprinting
De Topsector hoopt te komen tot een betrouwbare en volledige benchmark binnen de binnenvaartsector. ‘Uiteindelijk is het doel dat je straks bij de aanschaf van een product in de supermarkt de hoeveelheid CO2 kan terugvinden die uitgestoten is bij de productie en tijdens het transport’, vertelt Herman Wagter, program manager Topsector Logistiek. ‘Wat is er vervoerd en hoeveel brandstof is daarbij verbruikt? In de berekening wordt op gestandaardiseerde en gecertificeerde manier de uitstoot van de brandstof toegewezen aan elk transport. Dat laat haarfijn zien hoe effectief de binnenvaart is en wat het effect van gedane investeringen is.’

Vervolgstappen
Momenteel werkt NPRC aan een vervolgproject om de CO2-gegevens nog nauwkeuriger te kunnen bepalen. ‘Juist door deze samenwerking met Topsector Logistiek hoopt NPRC bij te dragen aan de ontwikkeling van een standaard voor CO2-monitoring in de binnenvaart’, vervolgt Margriet. ‘De gegevens worden onderdeel van iBarge, een app waarmee binnenvaartondernemers en bevrachters gemakkelijk informatie over transporten kunnen uitwisselen. Dit betekent dat alle stakeholders inzicht krijgen in de CO2-uitstoot per transport. Met de deelname aan dit project steekt NPRC haar nek uit en ontwikkelen wij samen een standaard die een oplossing biedt voor de hele binnenvaartsector van droge bulkschepen tot tankers.’

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu ook aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

Klein comité voor grote uitdaging automatisch varen

STRAATSBURG Volgens de Verklaring van Mannheim moet de CCR aan het werk met het bevorderen van ‘de verdere ontwikkeling van digitalisering, automatisering en andere moderne technologie om bij te dragen aan de concurrentiekracht, veiligheid en verduurzaming van de binnenvaart’. Maar volgens de CCR vormt geautomatiseerd varen een grote uitdaging, aangezien geautomatiseerde schepen en ‘gewone’ schepen straks samen veilig moeten kunnen varen. Om die uitdaging aan te kunnen gaan, heeft de CCR haar Klein Scheepvaartcomité nieuw leven ingeblazen.

De CCR wil ondanks de grote uitdaging de Rijnvaart koploper maken in geautomatiseerd varen. Daarin wordt zowel met juridische, ethische als sociale aspecten rekening gehouden. Daarom gaat de CCR om te beginnen randvoorwaarden vastleggen om proefprojecten waarvoor tijdelijk van de CCR-reglementen moet worden afgeweken, een ontheffing te kunnen verlenen. Met deze proefprojecten kunnen ervaringen worden opgedaan waar vervolgens rekening mee gehouden kan worden als de reglementen van de CCR in de toekomst aangepast zouden moeten worden. Het Klein Scheepvaartcomité gaat de aanvragen voor ontheffingen voor proefprojecten behandelen en de werkzaamheden aansturen en coördineren die samenhangen met geautomatiseerd varen. Het Klein Scheepvaartcomité doet dit in nauw overleg met de andere comités binnen de CCR.

De CCR hoopt dat de procedure die zij gaat opzetten om dit soort projecten toe te laten voor de lidstaten een leidraad vormt als zij aanvragen krijgen voor het toelaten van projecten op de nationale vaarwegen of om grensoverschrijdende projecten mogelijk te maken. ‘Dat zou de harmonisatie op internationaal vlak ten goede komen.’

Nieuwe voorschriften
Om ook bij verregaande automatisering veilig te kunnen blijven varen is het volgens de CCR belangrijk dat er nieuwe voorschriften komen op het gebied van scholing van het personeel, de samenstelling van de bemanning, technische vereisten voor de schepen, de IT die hiermee samenhangt en de aansprakelijkheid. De CCR gaat hiervoor haar eigen reglementen, zoals het RPR, ROSR en RSP, aanpassen. Ook gaat de CCR het Europees Comité voor de opstelling van standaarden voor de binnenvaart (CESNI) voorstellen standaarden op te stellen die nodig zijn om de veiligheid in de scheepvaart te waarborgen en een harmonisatie van de voorschriften op Europees niveau mogelijk te maken. De CCR is al begonnen met de werkzaamheden die hiervoor nodig zijn. ‘Ook omdat de voorschriften die van belang zijn voor de veiligheid in de scheepvaart bijdragen aan meer rechtszekerheid voor investeringen.’

Volgens de CCR moet op korte termijn worden gewerkt aan de minimumeisen en/of aanbevelingen voor de trackcontrole assistent in de binnenvaart. Tevens wil de CCR zich buigen over de voorwaarden een geautomatiseerd schip vanuit een centrale op afstand te kunnen sturen en controleren.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu ook aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

CoVadem weer partner van Binnenvaart Kennis

AMSTERDAM CoVadem is voor opnieuw een jaar partner van Binnenvaart Kennis, een website, community en Whatsapp-groep waar schippers kennis over de binnenvaart delen.

Tankerkapitein Ed Eichhorn zette in 2018 samen met collega-schipper Binnenvaart Kennis op. Met hun initiatief willen ze de kennis van de oudere generatie niet verloren laten gaan, maar overdragen aan de jongere generatie. Ze doen dat met de instelling: ‘We weten het niet beter, samen weten we meer.’ Inmiddels trekt de website ongeveer 20.000 bezoekers per maand.

CoVadem brengt actuele waterdiepten in kaart door een ‘varend meetnet’ te combineren met slimme Big Data-technieken. De gegevens van de dieptemeters van de meer dan 250 deelnemende schepen worden centraal verwerkt, geanalyseerd en verrijkt. Alle actuele prognoses, prestaties, brandstofverbruik en trajectgeschiedenis worden op één plek in de stuurhut samengebracht.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu ook aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

 

Erepenning Maritieme Techniek naar MARIN

WAGENINGEN Het Koninklijk Instituut van Ingenieurs (KIVI) heeft de Erepenning Maritieme Techniek toegekend aan Maritiem Research Instituut Nederland (MARIN). Bas Buchner, algemeen directeur MARIN, ontving de erepenning uit handen van Thecla Bodewes, boegbeeld van de maritieme sector, tijdens een kleinschalige ceremonie in de Binnenvaarttank bij MARIN in Wageningen.

Het KIVI kent de Erepenning Maritieme Techniek eens in de vier jaar toe aan een persoon of organisatie die zich bijzonder verdienstelijk heeft gemaakt voor de maritieme sector. Deze keer koos de jury voor MARIN vanwege de wijze waarop MARIN de kennispositie van Nederland heeft gestimuleerd, de stimulans die MARIN heeft gegeven aan jonge onderzoekers en de manier waarop MARIN zichzelf als een mondiaal toonaangevend instituut positioneert.

Veel uitdagingen
Thecla Bodewes kwalificeerde MARIN als ‘een instituut met een imposante historie’. ‘Achteruitkijken is echter niet de sterkste eigenschap van MARIN. Het instituut is steeds met volle kracht vooruit met onderzoek voor de uitdagingen van de toekomst. En het instituut, dat zijn de mensen. Het waren velen in de organisatie die borg hebben gestaan voor MARIN zoals het nu staat en het zijn de mensen van nu die borg staan voor de weg vooruit. De uitdagingen van vandaag zijn er velen. Het klimaat vraagt om energiebesparing en energietransitie, de samenleving vraagt om circulariteit, de economie vraagt om innovatie en de jeugd wil in dit alles een aandeel hebben. MARIN is er bij uitstek in geslaagd om in deze zaken te excelleren. De technische en theoretische kwaliteit van het werk van MARIN is wereld leidend. MARIN is daarmee een cruciale hoeksteen in de prestatie van Nederland op het wereldwijde maritieme speelveld.’

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Ook Willems is lid van Aqualink. Meld u nu ook aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

RWS begint pilot voor betere scheepvaartberichten

UTRECHT Rijkswaterstaat begint in afstemming met brancheorganisatie Koninklijke BLN-Schuttevaer een pilot in Zuid-Nederland om betere scheepvaartberichten uit te gaan geven. De pilot gaat om storingen in het gedeelte van de Maas van Maastricht tot aan Sint Andries en om de Brabantse & Midden-Limburgse Kanalen.

‘Storingen zullen er altijd blijven maar de wijze waarop we hierover communiceren, kan beter. Dit moet ook meer perspectief brengen voor de gebruiker.’ Het eerste BAS bericht over een onverwachte stremming krijgt in de pilot na twee uur een vervolg. De storingsmonteur is dan ter plaatse en op basis van zijn bevindingen volgt een tweede BAS bericht. In dat bericht geeft Rijkswaterstaat een indicatie van de verwachte oplostijd van de stremming.

Vervolgens stuurt Rijkswaterstaat iedere vier uur een nieuw bericht waarin vermeld wordt wat op dat moment de indicatieve oplostijd is. De extra berichtgeving wordt gedeeld tussen 09.00 uur en 22.00 uur, tenzij de storing in de nachtelijke uren is opgelost en de vaarweg weer beschikbaar is. Dan zal er ook in de uren daarbuiten een bericht worden uitgezonden.

Indicatie
BAS berichten worden internationaal gelezen en vertaald en moeten voldoen aan strenge kaders. Het melden van de oplostijd past binnen deze kaders. De internationale kaders geven helaas geen ruimte om ook de oorzaak van de storingen in de BAS berichten te kunnen melden.

Mocht de stremming van de vaarweg als gevolg van een storing lang aanhouden, dan volgt vanuit Rijkswaterstaat een persbericht waarin meer wordt verteld. Zoals nu ook gebeurt bij langdurige storingen.
De oplostijd die Rijkswaterstaat gaat communiceren blijft een indicatieve tijd. De calamiteitenorganisatie van Rijkswaterstaat probeert deze inschatting zo goed mogelijk te maken. ‘Dat blijft natuurlijk mensenwerk en het kan dus voorkomen dat de vaarweg toch langer gestremd wordt, of in het gunstigste geval, eerder is opgelost dan in het BAS bericht is aangegeven.’

Voorjaar 2022
Rijkswaterstaat en Koninklijke BLN-Schuttevaer evalueren in het voorjaar van 2022 deze pilot. Maar ook tussentijds proberen we daarin samen met u verbeterslagen te maken. We zijn benieuwd of de extra berichtgeving in Zuid-Nederland helpt en tegemoet komt aan de behoefte. Ook horen we graag van de gebruikers van de vaarweg wat er aan de pilot verbeterd kan worden. U kunt daarvoor mailen naar scheepvaartzn@rws.nl.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Ook Willems is lid van Aqualink. Meld u nu ook aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

Uitbreiding elektronisch melden 1 december met gedoogperiode

STRAATSBURG De uitbreiding van de elektronische meldplicht gaat per 1 december in. Wel stelt de Centrale Commissie voor de Rijnvaart (CCR) de nationale politieautoriteiten voor om een gedoogperiode toe te passen.

Omdat het Comité Politiereglement van de CCR zich bewust is van de technische moeilijkheden die sommige schippers zouden kunnen ondervinden om te voldoen aan de nieuwe voorschriften, beveelt het de nationale politieautoriteiten aan om vanaf de datum waarop de elektronische meldplicht ingaat, een gedoogperiode te hanteren van drie maanden. Deze gedoogperiode is bedoeld als een periode waarin de bevoegde autoriteit alle schepen en bijzondere transporten die zich nog niet elektronisch melden, rechtstreeks benadert en kan afzien van een boete wanneer hiervoor goede redenen bestaan. De bevoegde autoriteiten kunnen volgens de CCR ‘een zekere tolerantie tonen’.

Informatie betrouwbaarder
Tot nu toe geldt de verplichting tot elektronisch melden alleen voor samenstellen, schepen die containers vervoer en schepen met vast ingebouwde tanks. De CCR breidt de elektronische meldplicht uit tot alle schepen en bijzondere transporten die vallen onder artikel 12.01, eerste lid, van het Rijnvaartpolitiereglement (RPR). Door deze uitbreiding moeten nu ook schepen die goederen aan boord hebben waarvan het vervoer onder het ADN valt, schepen langer dan 110 meter, hotelschepen, zeeschepen, schepen met een LNG-installatie aan boord en bijzondere transporten zoals bedoeld in artikel 1.21. voldoen aan de elektronische meldplicht.

De schipper moet een aantal gegevens met betrekking tot het schip of het samenstel, de vervoerde goederen en de reis aan de bevoegde autoriteiten opgeven. Deze melding verschaft de autoriteiten met name alle informatie die nodig is voor een goede aanpak in geval van een calamiteit. Ook zorgt het elektronisch melden volgens de CCR voor minder administratieve lasten, omdat er veel minder gebruik zal worden gemaakt van de marifoon. ‘Bij de bevoegde instanties valt het handmatig invoeren van gegevens die vandaag de dag via de marifoon worden doorgegeven, weg. Dit besluit zal bovendien de veiligheid in de Rijnvaart verder verhogen, aangezien het melden van de informatie betrouwbaarder zal worden.’

EDI-account
Het feit dat de CCR voor drie maanden een gedoogregeling aanbeveelt, wijzigt overigens niets aan de datum waarop de elektronische meldplicht gaat gelden. Deze verplichting gaat onverminderd in op 1 december. De CCR wijst daarom alle schepen en bijzondere transporten waarvoor deze regeling gaat gelden erop dat men voor 30 november alle vereiste maatregelen moet treffen om de elektronische meldingen te kunnen versturen. Hiervoor moet zo snel mogelijk bij Rijkswaterstaat een aanvraag worden ingediend voor het aanmaken van een EDI-account.

De CCR heeft een webpagina ontwikkeld met de naam ‘Elektronisch melden (ERI)’. Deze webpage bevat alle documenten. Op de website staat eveneens een document met vaak gestelde vragen (FAQ) in de drie werktalen van de CCR, om het bedrijfsleven zo veel mogelijk ondersteuning hierbij te bieden. De website is te vinden op https:// eri.ccr-zkr.org/.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Ook Willems is lid van Aqualink. Meld u nu ook aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

Ministerie wijst kritiek op onderzoek biobrandstof van de hand

DEN HAAG Staatssecretaris Steven van Weyenberg van Infrastructuur en Waterstaat heeft de kritiek van de Algemeene Schippersvereeniging (ASV) over onderzoek naar mogelijke risico’s van biobrandstoffen voor scheepsmotoren in de binnenvaart door het Nederlands Normalisatie Instituut (NEN) van de hand gewezen.

Het ministerie gaf in 2020 de Nederlandse Organisatie voor toegepast- natuurwetenschappelijk onderzoek (TNO) en het Expertise en Innovatiecentrum Binnenvaart (EICB) opdracht onderzoek te doen naar de toepassing van biobrandstof in de binnenvaart. Uit dit onderzoek kwam voort dat er enkele technische risico’s waren, maar dat deze beheersbaar zijn. TNO concludeerde ook dat in de binnenvaart de laatste vijf jaar al ervaring is opgebouwd met de toepassing van biobrandstof-blends. In de sector ontstond ondanks het onderzoek toch onrust over het bijmengen van biobrandstof, wat tot de vraag om een vervolgonderzoek leidde.

Aanbevelingen
Volgens de staatssecretaris spreekt de ASV haar zorgen uit over de focus van het onderzoek op datgene wat schippers kunnen doen om veilig met biobrandstof te kunnen varen, in plaats van de risico’s die mogelijk onzuivere brandstof met zich meebrengt. ‘Ik heb het Nederlands Normalisatie Instituut (NEN) opdracht gegeven onderzoek uit te voeren naar de risico’s van verschillende soorten biobrandstoffen voor scheepsmotoren in de binnenvaart en hoe de reductieverplichting op een zorgvuldige wijze vormgegeven kan worden. Hieruit volgen aanbevelingen. Het NEN deelt de aanbevelingen voor het einde van het jaar.’

Praktijk ontbreekt
Als tweede geeft de ASV aan dat het NEN onderzoek vooral uit deskresearch zou bestaan. Maar volgens de minister worden in het onderzoek ook praktijkervaringen verzameld door middel van het Meldpunt Binnenvaart, en is een enquête verspreid onder binnenvaartschippers. ‘Het Meldpunt Binnenvaart is op initiatief van BLN- Schuttevaer, CBRB, de Nederlandse Organisatie Voor de Energiebranche en IVR5 opgezet voor binnenvaartschippers die problemen ervaarden met biobrandstof. De enquête bedraagt onder andere vragen over de kwantiteit, kwaliteit, testen en certificaten van de getankte biobrandstof en de eventuele consequenties.’

Niet betrokken
Als laatste wijst de ASV erop dat zij niet betrokken is geweest bij het onderzoek. Volgens Van Weyenberg is de ASV echter wel degelijk betrokken geweest bij het opstellen van de onderzoeksvraag. ‘Haar commentaar is deels verwerkt en de ASV heeft een toelichting ontvangen op de verwerking van haar commentaar. Gedurende het onderzoek heeft NEN de ASV via het algemene contactadres, zoals vermeld op de ASV website, benaderd voor het invullen van voornoemde enquête. Daarnaast zijn ook individuele schippers benaderd.’

Betrokken
De binnenvaartschippers zijn volgens de staatssecretaris dus vanaf het begin betrokken via hun branchevertegenwoordigers, CBRB, BLN-Schuttevaer en ASV. ‘De onderzoeksvragen zijn eerst aan hen voorgelegd. Hun commentaar daarop is deels verwerkt of gemotiveerd niet verwerkt voor het onderzoek in opdracht werd gegeven. Gedurende het onderzoek zijn ook individuele schippers benaderd door middel van de eerdergenoemde enquête. Ook is er in het onderzoek gebruik gemaakt van de 25 meldingen bij het Meldpunt Binnenvaart.’

Van Weylenberg belooft de binnenvaart met de brancheorganisaties in gesprek te blijven over de conclusies en aanbevelingen die uit dit onderzoek naar voren zullen komen en zal de branche blijven betrekken bij een eventueel vervolg. ‘Ook zal ik samen met de branche de eerste jaren van een verplichting blijven monitoren.’ (Foto Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat/Valerie Kuypers)

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Ook Willems is lid van Aqualink. Meld u nu ook aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

 

SMASH! lanceert Roadmap Smart Shipping

ROTTERDAM Het Nederlands Forum Smart Shipping (SMASH!) heeft tijdens de vakbeurs Europort in Rotterdam de digitale Roadmap Smart Shipping gelanceerd. Het forum biedt met de roadmap volgens eigen zeggen inzicht in de kansen en uitdagingen die de maritieme sector op het gebied van smart shipping zal tegenkomen tot 2030.

Als Nederland een rol wil blijven spelen op het internationale maritieme toneel, moet volgens het forum worden ingezet op baanbrekende technologieën. ‘Daarnaast is verregaand geautomatiseerd varen een antwoord op problemen als het groeiend personeelstekort, ontsluiten van moeilijk te bereiken gebieden en veiligheid. Smart shipping biedt de maritieme sector de oplossing. Maar deze ontwikkeling is gelijktijdig ontzettend complex. Niet alleen op technisch gebied, maar ook rondom regelgeving.’

Smart shipping
Smart shipping is het verregaand geautomatiseerd varen op zee en op binnenwateren. Schepen krijgen bijvoorbeeld steeds vaker systemen die de schipper ondersteunen. Smart shipping gaat verder dan alleen het slimme schip: ook aan de vaaromgeving zijn aanpassingen nodig om het slimme schip zijn werk te kunnen laten doen. ‘Smart shipping is een ontwikkeling die de concurrentiepositie van de scheepvaartsector en Nederland verbetert. Het draagt bij aan een duurzamere scheepvaart en ook wordt de scheepvaart veiliger door digitale systemen die het menselijk handelen ondersteunen.’

Samenwerking
SMASH! is een publiek-private samenwerking waarin bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheden samenwerken aan smart shipping. Het is een initiatief van Nederland Maritiem Land, TKI Maritiem, TKI Dinalog, Ministerie van IenW, Netherlands Maritime Technology, KVNR, EICB, Gemeente Rotterdam, Havenbedrijf Rotterdam, Havenbedrijf Amsterdam, Groningen SeaPorts, Maritime Delta, InnovationQuarter, TU Delft,MARIN, Provincie Zuid-Holland en Hive.Mobility. Samen hebben zij als doel de implementatie van verregaand geautomatiseerd varen in Nederland te realiseren.

De Roadmap Smart Shipping is te vinden op www.smashroadmap.com.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Ook Willems is lid van Aqualink. Meld u nu ook aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

 

Toekomst binnenvaart onder druk door slechte staat vaarwegen

ROTTERDAM ‘Het is om moedeloos van te worden en onbegrijpelijk dat de consequenties voor vervoer over water zo weinig onderkend worden’, zegt Erik Schultz, voorzitter van het Centraal Overleg Vaarwegen (COV). Schultz reageert hiermee op het bericht van minister Barbara Visser van Infrastructuur en Waterstaat dat de staat van de Nederlandse infrastructuur slechter is dan eerder werd aangenomen werd. De huidige budgetten blijken onvoldoende om de problemen aan te pakken.

Koninklijke BLN-Schuttevaer, CBRB, evofenedex, de Vereniging van Waterbouwers en de Nederlandse Vereniging van Binnenhavens zijn niet verbaasd. Zij luiden al jaren de noodklok als het gaat om de staat van onderhoud van de Nederlandse sluizen en bruggen.

Binnenvaart biedt veel
‘De scheepvaart heeft zeer regelmatig te maken met onverwachte stremmingen en er zijn sluiscomplexen en bruggen die maanden of zelfs jaren gedeeltelijk (of niet) beschikbaar zijn. Vervoer over water staat bekend als een zeer betrouwbare vorm van transport en dat willen we graag zo houden. Ondernemers moeten echter steeds meer uit de kast halen om tijdig te kunnen leveren. Binnenvaart heeft zoveel te bieden, zeker nu de files op de Nederlandse wegen weer oplopen. Er is ruimte voor groei, zowel op de vaarwegen als bij de schepen. Vervoer over water is ook een zeer CO2 gunstige modaliteit. Brede inzet van de binnenvaart helpt de klimaatdoelen te halen en dat lijkt ons gezien de actualiteit een belangrijk aandachtspunt. Je kunt een euro maar één keer uitgeven en dan is investeren in vaarwegen een verstandige keuze.’

‘Investeer in vaarwegen’
Ook vanuit Europa komt steeds vaker de vraag meer gebruik te maken van vervoer over water en modal shift te stimuleren. ‘Dat vraagt een adequaat vaarwegennetwerk, waarover de scheepvaart vlot en veilig de goederen vanuit de zee- en binnenhavens naar het achterland kan vervoeren. Wij kunnen daarom de urgentie van deugdelijk beheer en onderhoud en het tijdig renoveren en vervangen van sluizen en bruggen op de vaarwegen niet genoeg benadrukken. Het COV roept het kabinet en de formerende partijen op om de juiste keuzes te maken, het achterstallig onderhoud aan te pakken en meer te investeren in de Nederlandse vaarwegen. Door te investeren in vaarwegen, krijgt modal shift meer kans en dat is winst voor iedereen.’

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Ook Willems is lid van Aqualink. Meld u nu ook aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.