ContainerPlanner gaat naar Zuid-Amerika

NIJMEGEN Het stuwprogramma ContainerPlanner van Autena Marine uit Nijmegen wordt binnenkort geïnstalleerd op het grootste binnenvaartcontainerschip van de wereld. De Nautic Twin gaat vanuit de kusthavens van Montevideo in Uruquay en het Argentijnse Buenos Aires vervolgens met containers varen naar Asunción in Paraquay.

Concordia del Paraguay, een dochteronderneming van de Concordia Group uit Werkendam, liet de Nautic Twin bouwen. Op de scheepswerf La Barca werden de twee binnenvaartcasco’s Nautic 10 en 11 aan elkaar gelast. Zo ontstond het grootste containerschip voor de binnenwateren ter wereld met een capaciteit van 720 teu. Om te berekenen waar de containers op de tweeling moeten komen te staan, krijgt de Nautic Twin de ContainerPlanner aan boord.  

Potlood en gummetje
Het idee voor een stuwprogramma voor containers ontstond zo’n 25 jaar geleden.  Desiré Savelkoul van Autena voer toen als kapitein op het containerschip Jowi. Het was in de tijd dat hij met papier, potlood, gummetje, Tipp-Ex en gekleurde markeerstiften handmatig de goede plek voor de containers op het schip bepaalde. ‘Je moest toen nog twee telefoonhoorns tegen elkaar houden om de laadlijst binnen te halen. Die werd vervolgens op thermisch papier geprint, waarna je het weer op normaal papier moest kopiëren. Nadat het stuwplan was gemaakt, kon je het naar de terminal faxen. Overigens hadden we toen ook al wel een stuwprogrammaatje aan boord, deze was nog gemaakt door Piet Nefkens, maar dat werkte nog niet zo goed. We gebruikten de Apple computer daarom vooral voor spelletjes.’

In 1991 stopte Desiré met varen en ging aan de wal. Hij werkte een jaar als disponent en enkele jaren als verkoper van navigatie- en telecomapparatuur. In januari 1996 begon hij voor zichzelf met Autena. De computer aan boord stond nog in de kinderschoenen. Toch waren er al zo’n vijf leveranciers van stuwprogramma’s. Desiré bedacht samen met een zakenpartner het stuwprogramma Stuwplan 2000. Toen hij hiermee stopte, werd het idee voor ContainerPlanner geboren.

Klikken
Met de komst van de ContainerPlanner konden potlood en gummetje aan de kant. De bemanning van een containerschip kan sindsdien met enkele muisklikken een
stuwplan maken. Een laadlijst hiervoor kan handmatig worden aangemaakt, maar dat kan ook door het inlezen van een elektronische laadlijst. De containeroperator levert deze volgens de standaard (BICS) IFTMIN per e-mail aan. Mochten er wijzigingen zijn op de reeds ingelezen laadlijst, dan is ook een update in te lezen zonder handmatige wijzigingen. En ContainerPlanner kan ook het BAPLIE-bericht, een elektronisch stuwplan, en een MOVINS bericht, een elektronisch laadplan, genereren en verwerken. De deepsea terminals in Antwerpen en Rotterdam en enkele inland terminals kunnen beide berichten inmiddels verwerken. Het gebruik van dit soort elektronische berichten levert de bemanning aan boord niet alleen tijdswinst op, maar vermindert ook de kans op fouten.

Na het aanmaken of inlezen van de laadlijst wordt deze naar keuze gesorteerd op volgorde van laden en lossen, type of gewicht. Hierbij is ook bekend welke containers zijn voorzien van gevaarlijke stoffen. De kegelberekening hiervoor wordt uitgevoerd volgens de wettelijke ADN-wetgeving. Met een muisklik wordt vervolgens een container op de gewenste positie in de plattegrond geplaatst. Mocht deze toch niet goed staan, dan is deze eenvoudig met slepen over de plattegrond te verplaatsen.
De stabiliteitscontrole wordt berekend op basis van de eisen van het Reglement Onderzoek Schepen op de Rijn (ROSR). Hierbij wordt rekening gehouden met eventuele ballasttanks. De stabiliteitscontrole en de overzichten en plattegronden kunnen worden geprint, of als bijlage rechtstreeks vanuit het stuwprogramma worden verzonden.

Einde BICS?
Vanuit ContainerPlanner kan na de belading met één druk op de knop de verplichte elektronische melding via BICS (Binnenvaart Informatie en Communicatie Systeem) aan de vaarwegbeheerder worden gestuurd. Rijkswaterstaat besloot echter de huidige versie 5 van BICS minimaal te ondersteunen tot 1 januari 2020. Wat er na die datum met BICS gebeurt, is nog niet bekend. Desiré Savelkoul besloot daarom vorig jaar aan de gang te gaan met een eigen opvolger van BICS. Zo wil hij er ook in de toekomst zeker van zijn dat hij de berichten uit ContainerPlanner elektronisch kan blijven aanleveren aan de vaarwegbeheerders. ‘Omdat de vaarwegbeheerders in Europa allemaal verschillende systemen hebben, valt dat niet mee. We hebben daarom de praktische weg bewandeld en zijn begonnen in Nederland. We hebben drie maanden getest en dat ging goed. We zijn nu de eerste met een eigen externe applicatie. We hebben formeel toestemming om het te gebruiken in Nederland, maar nog niet in Duitsland. Omdat ik mij het niet kan permitteren om in elk land drie maanden te gaan testen, heb ik een verhaal gehouden op een RIS-bijeenkomst en zijn we naar Koblenz gegaan om ons systeem te laten zien en te testen. Dat ging allemaal goed. Het is nu wachten op een schrijven van de Duitse vaarwegbeheerder zodat we onze meldapplicatie ook in Duitsland mogen gebruiken. Onze klanten kunnen zich dan ook melden op het Duitse MIB meld- en volgsysteem.’

Automatisch stuwen
Inmiddels varen over de 300 containerschepen met ContainerPlanner. In de nieuwste versie van het stuwprogramma moet het ook mogelijk worden de reefer containers aan boord in de gaten te houden. ‘De bemanning hoeft dan niet meer de reefers langs om deze te controleren. Er kan simpelweg een module in de reefer worden geprikt die de informatie dan draadloos naar de stuurhut stuurt. De bemanning krijgt dan een alarm als het niet goed met de reefer gaat. Een leverancier is hiervoor de hardware aan te ontwikkelen, als dat klaar is kunnen we onze software aanpassen ’
Ook is Desiré in samenwerking met de deepsea terminals bezig met het aanpassen van de standaard berichten in de zeevaart. ‘De zeeterminals maken gebruik van een Terminal Operating Systeem (TOS). Maar in tegenstelling tot de binnenvaart gebruikt de zeevaart in hun berichten geen terminalcodes, maar bijvoorbeeld alleen de UN-locode NLRTM voor Rotterdam. We zijn hier nu met de zeeterminals over in overleg en de bewustwording is er nu ook van deze kant. Hiermee proberen we de containerafhandeling voor de binnenvaart nog efficiënter te maken.’ Ook is Desiré met de zeevaart in overleg hoe in de berichten het gewicht van de container een plekje kan krijgen. Sinds kort is voor de zeevaart de weegplicht volgens de regels van Verified Gross Mass (VGM) verplicht.
In de toekomst kijkend denkt Desiré dat ook de binnenvaart naar automatisch stuwen vanaf de wal toegaat. ‘In de zeevaart worden de containerschepen al vanaf de wal gestuwd en hoeft de kapitein alleen maar een akkoord te geven. In de binnenvaart stuwt nog steeds de schipper. Maar rekening houdend met de karakteristieken van het schip, moet het via algoritmes ook mogelijk zijn het hele planningsproces van containers in de binnenvaart verder te automatiseren. Ik was er altijd op tegen omdat ik vindt dat deze kennis wel aan boord moet zijn, maar het gaat denk ik wel gebeuren. Voordeel is dat de binnenvaartschipper er dan minder werk mee heeft.’

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

Vergoeding schade Grave beperkt tot 912.000 euro

ROTTERDAM De maritieme kamer van de rechtbank in Rotterdam heeft het verzoek van de Duitse rederij GEFO om de aansprakelijkheid van het binnenvaartschip Maria Valentine te beperken toegewezen. Het binnenvaartschip voer op 29 december 2016 tegen de stuw bij Grave waardoor deze beschadigd raakte.

De rechtbank stelde het maximumbedrag waarvoor de eigenaar van de Maria Valentine bij eventuele schadeclaims aansprakelijk is op omgerekend ongeveer 912.000 euro. Dit bedrag wordt door de eigenaren op een speciale rekening gestort waarna een door de rechtbank Rotterdam benoemde vereffenaar gaat inventariseren welke vorderingen voorlopig kunnen worden erkend.
Vervolgens houdt de rechter-commissaris een verificatievergadering waarbij vorderingen definitief erkend kunnen worden. In geval van betwiste vorderingen is de kans groot dat vervolgens nog aparte procedures volgen. Tenzij de rechtbank in een later stadium oordeelt dat de voorlopige toegestane beperkte aansprakelijkheid komt te vervallen, wordt het fonds uiteindelijk verdeeld over alle schuldeisers met erkende vorderingen

Los van werkelijke schade
De hoogte van het door de rechtbank voorlopig vastgestelde bedrag is gebaseerd op internationale afspraken die gelden voor onder andere scheepseigenaren. Daarbij wordt onder andere gekeken naar het laadvermogen en de stuwkracht van het betrokken schip. Dat bepaalt, los van de hoogte van de werkelijke ontstane schade, tot welk bedrag de aansprakelijkheid maximaal wordt beperkt.
De rechtbank Rotterdam heeft als vereffenaar benoemd de heer A.C.G. Schoutens. Op een later moment wordt bepaald voor welke datum schuldeisers zich bij de vereffenaar met hun claim kunnen melden.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

Minder lading en meer passagiers over de Moezel

KOBLENZ De binnenvaart heeft vorig jaar voor het vierde jaar op rij minder over de Moezel vervoerd. Het aantal vervoerde tonnen dook volgens het Wasser- und Schifffahrtsamt (WSA) in Trier met een daling van bijna 11% onder de 10 miljoen ton.

Belangrijkste oorzaak voor het afnemende vervoer over de Moezel zijn de lage waterstanden van de afgelopen jaren op de Rijn. Vorig jaar daalde het water bij de pegel van Koblenz 89 dagen onder de 1,30 meter. Hierdoor konden de schepen ook op de Moezel minder meenemen.
Andere reden voor het afnemende vervoer over de Moezel is de economische situatie in Frankrijk. Vanwege de reorganisatie van de staalindustrie werd een aantal fabrieken gesloten. Deze waren voorheen via de Moezel verbonden met de wereldmarkt.

Meer containers
De klad in het vervoer over de Moezel zit vooral in het bulkvervoer van bruinkool, steenkool en cokes. Vorig werd daarvan 2,55 miljoen ton vervoerd, voornamelijk in de bergvaart richting de kolen- en staalindustrie. Aan landbouwproducten ging 2,45 miljoen, vooral in de afvaart. In totaal werd vorig jaar een miljoen ton minder aan bulkgoederen vervoerd.
Ondanks de tegenvallende cijfers in het bulkvervoer, was er ook goed nieuws. Het vervoer van containers over de Moezel bereikte een nieuw record. Vorig jaar steeg het aantal vervoerde containers met 1.700 tot 13.921 (18.857 teu). Volgens het WSA betekent dit dat de container niet langer een ‘zeldzaamheid is op de Moezel’. ‘Het containervervoer op de Moezel is vanaf 2008 meer dan vertienvoudigd.’
Een sector die het ook goed deed, was de zogenoemde witte vloot. De sluis in Zeltingen telde 3.900 riviercruiseschepen.

Topjaren
De topjaren beleefde het vervoer over de Moezel nadat in 1988 de Saar ook voor grote schepen bevaarbaar werd. In dat jaar steeg het vervoer van lading over de Moezel van 9,4 miljoen ton naar 14,5 miljoen ton. In de topjaren ging ruim 16 miljoen lading over de rivier. Met de 9,9 miljoen ton van vorig jaar zit het vervoer over de Moezel niet ver meer af van voor de opening van de Saar voor grote schepen.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

Sluis Grave vanwege hoog water minder bediend

GRAVE Sluis Grave wordt vanwege het hoge water op de Maas tot nader bericht minder bediend. Ook is een van de sluizen in Weurt gestremd. Dat meldt Koninklijke BLN-Schuttevaer.

De Maas heeft de komende dagen te maken met een kleine hoogwatergolf. Voor zaterdag wordt een afvoer van 800 m3/s voorspeld. Het af te voeren water kan als gevolg van de aanvaring van 29 december echter alleen via de zuidelijke stuw van Grave worden afgevoerd. Bij sluis Grave moet daarom worden gespuid. Dat gebeurt maximaal twee uur, waarna de wachtende scheepvaart wordt geschut. Vervolgens wordt weer twee uur gespuid. Van tien uur in de avond tot zes uur in de ochtend wordt continue gespuid en is de sluis van Grave gestremd. De scheepvaart moet tevens rekening houden met wisselende waterstanden op alle stuwpanden als gevolg van het bufferen van water. Omdat dit alles oponthoud kan veroorzaken, wordt de binnenvaart aanbevolen zoveel mogelijk via Weurt te varen.

Uitspoeling
Vanwege het snel stromende water is sprake van een kleine uitspoeling van het stortebed achter de stuw. Dit heeft voorlopig geen ernstige gevolgen, maar er is wel besloten het stortebed met grote stenen afkomstig uit een depot van de Oosterschelde te verzwaren. Een klein deel is reeds aangebracht. Als gevolg van de hoge stroomsnelheid door de stuw kan het storten van de stenen pas maandag worden hervat bij een debiet kleiner dan 500m3/s.
Om verdere uitspoeling te voorkomen is het noodzakelijk om het debiet door de stuw te verminderen. Dit wordt gerealiseerd door te bufferen op de bovenliggende stuwpanden en extra te spuien door de sluizen Weurt en Grave. Als gevolg daarvan is tot nader bericht één sluis gestremd bij Weurt.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

Minister Schultz tekent voor doortrekking A15

ARNHEM Minister Melanie Schultz van Haegen van Infrastructuur en Milieu heeft 8 maart in het bijzijn van onder andere de Gelderse gedeputeerde Conny Bieze van Mobiliteit haar handtekening gezet onder het Tracébesluit voor de doortrekking van de A15. Het toekomstig knooppunt A12/A15 gaat De Liemers heten. In 2023 is de nieuwe snelweg klaar.

‘De doortrekking van de A15 is positief voor de bereikbaarheid en economie van Nederland en voor de regio Arnhem-Nijmegen’, vertelt Bieze. ‘De aanleg van een nieuwe weg heeft echter ook gevolgen voor mensen die er in de buurt wonen. Daarom hebben we samen met de regiogemeenten ons ingezet voor een verbeterde invulling van het project. Dit geldt zowel voor de inpassing van de weg in de omgeving, als voor de leefbaarheid en bereikbaarheid van de regio. Ik ben blij met de maatregelen, die we samen tot stand hebben gebracht.’
Het totale A15/A12-project, inclusief maatregelen op de aansluitende wegen, kost 840 miljoen euro, de provincie Gelderland draagt hier 360 miljoen euro aan bij.

Aansluitende wegen
Conny Bieze tekende tijdens het ministerbezoek vijf aanvullende overeenkomsten met het Rijk, gemeenten Lingewaard, Zevenaar en Duiven. Een van de overeenkomsten maakt de aanleg van een snelfietsroute mogelijk, die pal langs de A15 komt te liggen. Zo kunnen de fietsers straks ook profiteren van de nieuwe verbinding over het Pannerdensch Kanaal. Bovendien sluit het nieuwe fietspad aan op bestaande snelfietsroutes RijnWaalpad en De Liemers. Er ontstaat zo een fietsnetwerk van hoge kwaliteit in de driehoek Arnhem-Nijmegen-Zevenaar.
Naast de aanleg van de snelfietsroute worden ook de aansluitende wegen in Zevenaar en Bemmel aangepast. De verwachting is dat deze in 2021 klaar zijn.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

Scheepvaart zorgt voor omzetdaling transport

DEN HAAG De transportsector heeft vorig jaar een halve procent lagere omzet behaald dan het jaar ervoor. Dat was sinds 2009 niet meer voorgekomen. Vooral binnenvaart en zeevaart waren verantwoordelijk voor de omzetdaling.

De binnenvaart zette 6% minder om, de zeevaart 7% minder. De omzet bij de haven- en bergingsbedrijven en de laad-, los- en overslagbedrijven nam met bijna 6% af. De zee- en binnenvaart boekten volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) vorig jaar in geen enkel kwartaal omzetgroei. Vanwege de overcapaciteit in de markt stonden de tarieven onder druk. De omzetdaling bij de binnenvaart bleef beperkt door een periode laag water in het vierde kwartaal. De overcapaciteit nam hierdoor tijdelijk af, wat een gunstig effect had op de vrachttarieven.

Vierde kwartaal
In het vierde kwartaal daalde de omzet in de binnen- en zeevaart met 5% in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar. In de zeevaart daalde omzet bijna 5,5 procent. In de binnenvaart verminderde de omzet met ruim 4%. De prijzen in de binnenvaart lagen in het vierde kwartaal wel 21% hoger dan een kwartaal eerder. Voor het vervoer van zowel natte bulk, droge bulk als containers werden hogere prijzen betaald, vooral wanneer over de spotmarkt werden vervoerd. Dat de omzet in de binnenvaart niet harder daalde, heeft te maken met een periode laagwater in het vierde kwartaal. Daardoor konden de schippers minder lading vervoeren en waren er meer schepen nodig. Dit had voor de binnenvaartondernemers een positief effect op de vrachttarieven. De prijzen eind vorig jaar bleven nog wel ruim 17%  procent achter bij het niveau van een jaar eerder. Toen was sprake van langdurige lage waterstanden op de Rijn en de Maas.
De concurrentie in het vervoer over water blijft volgens het CBS groot, vooral in de vaart. De zeevaart kende met 26 het grootste aantal uitgesproken faillissementen in dit kwartaal.

Totaal
De spoor- en wegtransporteurs boekten in het vierde kwartaal wel een omzetstijging. De omzet bij de vervoerders over land groeide met ruim 3,5 procent ten opzichte van hetzelfde kwartaal in 2015. Het wegvervoer kende daarmee het derde jaar van omzetgroei. De luchtvaart zette in het vierde kwartaal voor het derde kwartaal op rij minder om. Dat resulteerde in een omzetafname van ruim 2,5 procent over heel 2016. Het aantal vervoerde personen nam weliswaar toe, maar de omzet nam af doordat de tarieven daalden.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

 

EU-miljoenen voor groener varen en ‘scheepstreintje’

DELFT De afdeling Maritieme & Transport Techniek (M&TT) van de Technische Universiteit in Delft heeft van Europa bijna acht ton gekregen voor onderzoek naar platooning met vrachtschepen. Ook steekt Europa miljoenen in projecten die de scheepvaart moeten vergroenen.

De  wetenschappers Robert Hekkenberg, Koos Frouws en Cornel Thill kregen de bijna acht ton in het kader van het Europese Horizon 2020 project NOVIMAR. Netherlands Maritime Technology (NMT) is coördinator van het project en verzorgt het projectmanagement. In Nederland doen naast de TU Delft ook MARIN, Expertise- en Innovatiecentrum Binnenvaart (EICB), Deltares, Bureau Telematica Binnenvaart (BTB) en Aqualink-lid Autena Marine mee.

‘Treintje’
In het project met 22 partners uit negen Europese landen wordt vier jaar lang onderzoek gedaan naar platooning met vrachtschepen. Bij platooning varen de schepen in een ‘treintje’ waarbij alleen aan boord van het voorste schip bemanning aanwezig. De andere schepen in het treintje volgen autonoom. De wetenschappers zien platooning als een belangrijke stap richting autonome scheepvaart waarbij helemaal geen bemanning meer nodig is.
De afdeling M&TT van de TU Delft richt zich in het onderzoek op de uitdagingen in het scheepsontwerp om het varen met autonome schepen mogelijk te maken, het modelleren van het transportsysteem dat nodig is om de schepen zonder bemanning te kunnen laten varen en het evalueren van de verschillende mogelijke implementatievormen van het platooning concept.
De wetenschappers  zien de bijdrage van Europa als een aanzienlijke versterking van hun onderzoeksinspanningen om het autonoom varen mogelijk te maken. Eind vorig jaar kwamen wetenschappers van de TU Delft al met de voorspelling dat rond 2030 zee- en binnenvaartschepen gaan varen die geheel zonder tussenkomst van mensen hun werk doen. Onbemande schepen die worden gevaren door een bemanning aan de wal en platooning beschouwen de wetenschappers nog slechts als een tussenstap.

Groene miljoenen
Europa heeft onlangs, eveneens in het kader van Horizon 2020, besloten ruim 17 miljoen euro te investeren in acht projecten om de scheepvaart groener te maken. Deze projecten zijn inmiddels zo ver gevorderd dat een introductie op de markt niet meer lang op zich zou moeten laten wachten. Met de miljoenen wil Europa scheepseigenaren het laatste zetje geven om te gaan investeren in de nieuwe groene oplossingen die de uitstoot van CO2 in toekomst met 25% moet verminderen en de uitstoot van zwavel, NOx en roetdeeltjes met zo’n 100%. De EU verwacht dat de fabrikanten naast de miljoeneninvestering van Europa nog eens 57 miljoen euro gaan steken in de groene technologieën.

De ruim 17 miljoen euro gaat naar projecten voor alternatieve brandstoffen. Zo steekt de EU geld in het ontwikkelen van een prototype havensleepboot die moet gaat varen op CNG, een onderzoek naar de mogelijkheid om schepen te laten gaan varen op methanol en het bevorderen van het gebruik van LNG in de scheepvaart. Ook komt er geld voor onderzoek naar de introductie van gebieden waar eisen worden gesteld aan de uitstoot van zwavel zodat scheepseigenaren worden aangemoedigd om te investeren in technologie voor het reinigen van de uitlaatgassen, bijvoorbeeld scrubbers. De EU steekt eveneens geld in energiebesparende oplossingen voor schepen met een vaste schroef en de ontwikkeling van een schroef met een grote diameter. Een investering in een systeem om beslissingen te nemen op het gebied van energie-efficiëntie moet de uitstoot op zowel vracht- als passagiersschepen verder verminderen.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

Groei binnenvaart vlakt komende jaren af

ZOETERMEER De binnenvaart krijgt de komende jaren te maken met een afvlakkende groei. Wordt voor het komende jaar nog een groei van 2,5% verwacht, de jaren erna bedraagt de groei nog maar ruim 1%. Belangrijkste oorzaak is het dalende vervoer van kolen met 2,3%.

Onderzoeksbureau Panteia concludeert de afvlakkende groei in de binnenvaart in de middellange termijn prognose. Vanwege het dalende kolenvervoer groeien de volumes in de binnenvaart van 318 miljoen ton vorig jaar en 326 miljoen ton dit jaar, naar 344 miljoen ton in 2021. Het onderzoeksbureau verwacht in de droge lading een stijging van 21 miljoen ton lading tot 2021, de verwachting is dat de tankvaart dan ruim 6,6 miljoen ton extra lading vervoert, voor de duwvaart voorziet Panteia een daling van 1,8 miljoen ton.

Droge lading
Panteia verwacht dat de droge-ladingvaart over vier jaar 194 miljoen ton lading vervoert. Vorig jaar vervoerde de droge-ladingschepen in totaal nog 173 miljoen ton, waarvan 71 miljoen was bestemd voor de binnenlandse markt en 63 miljoen voor de export naar vooral Duitsland en België. Vanuit die landen vond 39 miljoen aan invoer plaats. Voor 2017 wordt een vervoerd volume verwacht van 181 miljoen ton.

Klik voor vergroting

De groei tot 2021 vindt vooral plaats bij de motorvrachtschepen van 110 meter en langer (+13 miljoen ton) en de koppelverbanden (+6 miljoen ton). Dat komt omdat vooral het vervoer van containers stijgt. Bijna 40% van de stijging kan worden toegerekend aan het containervervoer. Nieuw te openen containerterminals in Almelo, Doesburg, Lelystad en Weert dragen hier volgens de onderzoekers aan bij. Kleine schepen kennen een stabiel volume.

De droge-ladingvaart profiteert ook van een toenemende inzet van koppelverbanden bij het vervoer van kolen en ertsen. Nieuw te openen kolencentrales in Frankfurt am Main en Datteln in 2018 zorgen voor een tijdelijke toename van steenkolenvervoer. Hierdoor neemt naar verwachting het steenkolenvervoer per motorvrachtschip de komende jaren nog toe. Dit ondanks de sluiting van bijvoorbeeld de oudere centrales langs het Franse deel van de Moezel en bij Hamm. Duwbakken gaan echter significant minder kolen vervoeren. Ook gaat rond 2019 naar verwachting een goederenstroom met cementklinker gaan lopen tussen Wallonië en Limburg van ongeveer één miljoen ton per jaar.

Meer chemicaliën
Panteia verwacht dat de tankvaart over vier jaar 107 miljoen ton transporteert. Hiervan wordt 36 miljoen ton binnenlands vervoerd, is 42 miljoen ton bestemd voor de export en 29 miljoen ton wordt geïmporteerd. Met een stijging van 10 miljoen ton wordt vooral groei gezien bij het vervoer van chemicaliën. De import van cement en vliegas per poedertankschip neemt daarentegen af.
De stijging tot 107 miljoen ton lading in 2021 betekent een stijging van 6,6% ten opzichte van 2016 toen 100 miljoen ton lading werd vervoerd. Hiervan was 35 miljoen bestemd voor de binnenlandse markt, 39 miljoen werd geëxporteerd naar met name Duitsland en België en vanuit die landen vond 26 miljoen aan invoer plaats. Voor dit jaar wordt een beperkte daling naar 99 miljoen ton verwacht.

Meer in koppelverband
Voor 2021 verwacht Panteia een daling in de duwvaart van 3,9% ten opzichte van 2016 naar 43,7 miljoen ton. In het binnenlands vervoer wordt een toenemende inzet van duwbakken voorzien, voornamelijk bij het transport van veevoeders met duwbakken. Het internationaal transport met duwbakken neemt echter af met 10,4%. Dit is het gevolg van de verplaatsing van kolen- en ertstransport van duwstellen naar koppelverbanden met één tot zelfs drie duwbakken.
De duwstellen vervoerden vorig jaar in totaal 45,5 miljoen ton aan lading. Hiervan was 10,1 miljoen bestemd voor de binnenlandse markt en 33,6 miljoen werd geëxporteerd naar hoofdzakelijk Duitsland en België. Vanuit die landen vond slechts 1,8 miljoen ton aan invoer plaats. Voor dit jaar wordt een beperkte stijging naar 46,2 miljoen ton verwacht.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

Maritime Industry op koers voor grootste editie

GORINCHEM Maritime Industry 2017 kan wel eens de grootste editie ooit worden. De inschrijvingen blijven volgens de organisatie binnenstromen. Ook Aqualink is als dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland aanwezig op de beurs.

‘We zijn hard op weg om de recordeditie van 2016 te overtreffen’, zegt Babette Fokkens van Evenementenhal Gorinchem. De editie van vorig jaar telde 487 exposanten en ruim 14.000 bezoekers. Met de uitbreiding van de beursvloer naar hal 2 is er tijdens de komende editie nog meer ruimte voor brancheprofessionals uit de maritieme sector. Ook de extra beleving die tijdens de 2016-editie is toegevoegd aan de beurs werd als zeer succesvol ervaren door zowel bezoekers als exposanten. Deze trend wordt dan ook doorgezet tijdens de 2017-editie. Dat komt onder meer tot uiting in de binnentuin met vijver. Ook dit jaar wordt dit gedeelte betrokken bij Maritime Industry met de varende miniatuur boten van 4Com.

Nieuwe beurshal
Door de grote vraag vanuit de markt heeft de organisatie voor Maritime Industry 2017 een tweede hal gecreëerd op de eerste verdieping. Naast extra standruimte staat deze verdieping in het teken van een innovatiestraat en een Deutsche Strasse. ‘Al een aantal jaar verwelkomen wij belangrijke Duitse maritieme bedrijven op de beursvloer’, zegt Fokkens. ‘Dit jaar bundelen zij de krachten en geven zij inzicht en kennis over de belangrijke rol die Duitsland speelt in de maritieme sector.’

Afgelopen editie zette de organisatie voor het eerst een innovatieroute op in samenwerking met het EICB. Deze samenwerking is niet alleen gecontinueerd, maar ook uitgebreid. Aankomende editie wordt er voor het eerst een ‘Blue Road Congres’ georganiseerd met inhoudelijke kennissessies in samenwerking met EICB, BVB, CBRB, Bureau Telematica en BLN Schuttevaer. Het centrale thema is ‘duurzaamheid & innovatie’.

Meer informatie
Maritime Industry 2017 vindt plaats op 9, 10 en 11 mei in Evenementenhal Gorinchem. Meer informatie is te krijgen via Babette Fokkens (tel.: 0183-680651, e-mail: babettefokkens@evenementenhal.nl) of www.evenementenhal.nl/maritime.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

Onderzoek aanvaring Grave ’ter lering en verbetering’

NIJMEGEN Rijkswaterstaat, de waterschappen en de veiligheidsregio’s laten onderzoeksbureau Berenschot een evaluatieonderzoek doen naar de aanvaring van de stuw van Grave. Het onderzoek richt zich op de eerste 48 uur na de aanvaring van de stuw. De resultaten van het onderzoek moeten voor de zomer bekend zijn.

Het onderzoek gaat in op hoe de betrokken partijen met de crisis zijn omgegaan. Hierbij is het de vraag hoe de samenwerking tussen de partijen en hoe de informatie- en communicatielijnen liepen. Ook wordt onderzocht hoe gemeente-, regio- en provincie deze grensoverschrijdende calamiteit hebben opgepakt. Doel van het onderzoek is leren en verbeteren. ‘Dat betekent dat er niet zozeer naar een schuldvraag wordt gezocht, hoe liep het buiten, ging alles volgens de regels en wie was waarvoor verantwoordelijkheid, maar dat er wordt gestuurd op verbeterpunten voor de toekomst. Zo krijgen alle betrokken partijen inzicht in wat de beste aanpak is bij grote regio overschrijdende calamiteiten.’

Aanvaring zelf
De Onderzoeksraad voor Veiligheid maakte eerder al bekend een onderzoek te starten naar de aanvaring eind december vorig jaar. De binnenvaarttanker Maria Valentine voer toen geladen met benzeen door de stuw van Grave. Als gevolg hiervan raakte het schip en de stuw beschadigd. De stuw kon daardoor niet meer zijn normale functie vervullen. De waterstand in zowel de Maas als het Maas-Waalkanaal daalde daardoor meters zodat de Maas tussen Grave en Sambeek onbevaarbaar werd. De Onderzoeksraad richt zich in haar onderzoek op de aanvaring zelf, maar ook op de wijze waarop is omgegaan met de gevolgen.

Begeleiding
De dagelijkse begeleiding van het onderzoek door Berenschot wordt naast het Departementaal Coördinatiecentrum Crisisbeheersing, onderdeel van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (DCC), verzorgd door een regiegroep bestaande uit vertegenwoordigers van Rijkswaterstaat, de drie veiligheidsregio’s Gelderland-Zuid, Brabant-Noord en Limburg-Noord en de betrokken waterschappen Rivierenland, Aa en Maas en Limburg.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

Dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland.