ContainerPlanner gaat naar Zuid-Amerika

NIJMEGEN Het stuwprogramma ContainerPlanner van Autena Marine uit Nijmegen wordt binnenkort geïnstalleerd op het grootste binnenvaartcontainerschip van de wereld. De Nautic Twin gaat vanuit de kusthavens van Montevideo in Uruquay en het Argentijnse Buenos Aires vervolgens met containers varen naar Asunción in Paraquay.

Concordia del Paraguay, een dochteronderneming van de Concordia Group uit Werkendam, liet de Nautic Twin bouwen. Op de scheepswerf La Barca werden de twee binnenvaartcasco’s Nautic 10 en 11 aan elkaar gelast. Zo ontstond het grootste containerschip voor de binnenwateren ter wereld met een capaciteit van 720 teu. Om te berekenen waar de containers op de tweeling moeten komen te staan, krijgt de Nautic Twin de ContainerPlanner aan boord.  

Potlood en gummetje
Het idee voor een stuwprogramma voor containers ontstond zo’n 25 jaar geleden.  Desiré Savelkoul van Autena voer toen als kapitein op het containerschip Jowi. Het was in de tijd dat hij met papier, potlood, gummetje, Tipp-Ex en gekleurde markeerstiften handmatig de goede plek voor de containers op het schip bepaalde. ‘Je moest toen nog twee telefoonhoorns tegen elkaar houden om de laadlijst binnen te halen. Die werd vervolgens op thermisch papier geprint, waarna je het weer op normaal papier moest kopiëren. Nadat het stuwplan was gemaakt, kon je het naar de terminal faxen. Overigens hadden we toen ook al wel een stuwprogrammaatje aan boord, deze was nog gemaakt door Piet Nefkens, maar dat werkte nog niet zo goed. We gebruikten de Apple computer daarom vooral voor spelletjes.’

In 1991 stopte Desiré met varen en ging aan de wal. Hij werkte een jaar als disponent en enkele jaren als verkoper van navigatie- en telecomapparatuur. In januari 1996 begon hij voor zichzelf met Autena. De computer aan boord stond nog in de kinderschoenen. Toch waren er al zo’n vijf leveranciers van stuwprogramma’s. Desiré bedacht samen met een zakenpartner het stuwprogramma Stuwplan 2000. Toen hij hiermee stopte, werd het idee voor ContainerPlanner geboren.

Klikken
Met de komst van de ContainerPlanner konden potlood en gummetje aan de kant. De bemanning van een containerschip kan sindsdien met enkele muisklikken een
stuwplan maken. Een laadlijst hiervoor kan handmatig worden aangemaakt, maar dat kan ook door het inlezen van een elektronische laadlijst. De containeroperator levert deze volgens de standaard (BICS) IFTMIN per e-mail aan. Mochten er wijzigingen zijn op de reeds ingelezen laadlijst, dan is ook een update in te lezen zonder handmatige wijzigingen. En ContainerPlanner kan ook het BAPLIE-bericht, een elektronisch stuwplan, en een MOVINS bericht, een elektronisch laadplan, genereren en verwerken. De deepsea terminals in Antwerpen en Rotterdam en enkele inland terminals kunnen beide berichten inmiddels verwerken. Het gebruik van dit soort elektronische berichten levert de bemanning aan boord niet alleen tijdswinst op, maar vermindert ook de kans op fouten.

Na het aanmaken of inlezen van de laadlijst wordt deze naar keuze gesorteerd op volgorde van laden en lossen, type of gewicht. Hierbij is ook bekend welke containers zijn voorzien van gevaarlijke stoffen. De kegelberekening hiervoor wordt uitgevoerd volgens de wettelijke ADN-wetgeving. Met een muisklik wordt vervolgens een container op de gewenste positie in de plattegrond geplaatst. Mocht deze toch niet goed staan, dan is deze eenvoudig met slepen over de plattegrond te verplaatsen.
De stabiliteitscontrole wordt berekend op basis van de eisen van het Reglement Onderzoek Schepen op de Rijn (ROSR). Hierbij wordt rekening gehouden met eventuele ballasttanks. De stabiliteitscontrole en de overzichten en plattegronden kunnen worden geprint, of als bijlage rechtstreeks vanuit het stuwprogramma worden verzonden.

Einde BICS?
Vanuit ContainerPlanner kan na de belading met één druk op de knop de verplichte elektronische melding via BICS (Binnenvaart Informatie en Communicatie Systeem) aan de vaarwegbeheerder worden gestuurd. Rijkswaterstaat besloot echter de huidige versie 5 van BICS minimaal te ondersteunen tot 1 januari 2020. Wat er na die datum met BICS gebeurt, is nog niet bekend. Desiré Savelkoul besloot daarom vorig jaar aan de gang te gaan met een eigen opvolger van BICS. Zo wil hij er ook in de toekomst zeker van zijn dat hij de berichten uit ContainerPlanner elektronisch kan blijven aanleveren aan de vaarwegbeheerders. ‘Omdat de vaarwegbeheerders in Europa allemaal verschillende systemen hebben, valt dat niet mee. We hebben daarom de praktische weg bewandeld en zijn begonnen in Nederland. We hebben drie maanden getest en dat ging goed. We zijn nu de eerste met een eigen externe applicatie. We hebben formeel toestemming om het te gebruiken in Nederland, maar nog niet in Duitsland. Omdat ik mij het niet kan permitteren om in elk land drie maanden te gaan testen, heb ik een verhaal gehouden op een RIS-bijeenkomst en zijn we naar Koblenz gegaan om ons systeem te laten zien en te testen. Dat ging allemaal goed. Het is nu wachten op een schrijven van de Duitse vaarwegbeheerder zodat we onze meldapplicatie ook in Duitsland mogen gebruiken. Onze klanten kunnen zich dan ook melden op het Duitse MIB meld- en volgsysteem.’

Automatisch stuwen
Inmiddels varen over de 300 containerschepen met ContainerPlanner. In de nieuwste versie van het stuwprogramma moet het ook mogelijk worden de reefer containers aan boord in de gaten te houden. ‘De bemanning hoeft dan niet meer de reefers langs om deze te controleren. Er kan simpelweg een module in de reefer worden geprikt die de informatie dan draadloos naar de stuurhut stuurt. De bemanning krijgt dan een alarm als het niet goed met de reefer gaat. Een leverancier is hiervoor de hardware aan te ontwikkelen, als dat klaar is kunnen we onze software aanpassen ’
Ook is Desiré in samenwerking met de deepsea terminals bezig met het aanpassen van de standaard berichten in de zeevaart. ‘De zeeterminals maken gebruik van een Terminal Operating Systeem (TOS). Maar in tegenstelling tot de binnenvaart gebruikt de zeevaart in hun berichten geen terminalcodes, maar bijvoorbeeld alleen de UN-locode NLRTM voor Rotterdam. We zijn hier nu met de zeeterminals over in overleg en de bewustwording is er nu ook van deze kant. Hiermee proberen we de containerafhandeling voor de binnenvaart nog efficiënter te maken.’ Ook is Desiré met de zeevaart in overleg hoe in de berichten het gewicht van de container een plekje kan krijgen. Sinds kort is voor de zeevaart de weegplicht volgens de regels van Verified Gross Mass (VGM) verplicht.
In de toekomst kijkend denkt Desiré dat ook de binnenvaart naar automatisch stuwen vanaf de wal toegaat. ‘In de zeevaart worden de containerschepen al vanaf de wal gestuwd en hoeft de kapitein alleen maar een akkoord te geven. In de binnenvaart stuwt nog steeds de schipper. Maar rekening houdend met de karakteristieken van het schip, moet het via algoritmes ook mogelijk zijn het hele planningsproces van containers in de binnenvaart verder te automatiseren. Ik was er altijd op tegen omdat ik vindt dat deze kennis wel aan boord moet zijn, maar het gaat denk ik wel gebeuren. Voordeel is dat de binnenvaartschipper er dan minder werk mee heeft.’

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook