Tag archieven: binnenvaart

CoVadem als basis voor Vessel Train systeem

BRUSSEL De Vessel Train is een mooi initiatief, een schip vaart voorop als een leider, de overige schepen volgen. Maar om dit ‘treintje’ zo goed mogelijk te laten varen, moet wel een systeem worden ontwikkeld en gebouwd, dat niet alleen realtime de waterdiepte op de rivier meet, maar ook kan voorspellen. Het Nederlandse Marin, Bureau Telematica Binnenvaart (BTB), Deltares en Autena Marine gaan daarvoor zorgen.

Deze informatie is nodig om de Vessel Train op de binnenwateren zo goed mogelijk te kunnen adviseren over de te volgen route en de aanbevolen snelheid. Het systeem dat daarvoor nodig is, is gebaseerd op een al bestaande applicatie waarmee op ongeveer 50 binnenvaartschepen nu al deze informatie wordt verzameld, CoVadem. De gegevens worden op de wal opgeslagen en straks verder verspreid onder de schippers. Voor gebruik op de Vessel Train, worden nieuwe functionaliteiten aan dit systeem toegevoegd. Zo wordt de opgeslagen data gefilterd en worden de gegevens samengevoegd met informatie uit andere bronnen zoals de elektronische ECDIS kaart. Om een zo goed mogelijk beeld van de rivierbodem te krijgen worden de gegevens gecombineerd met hydrodynamische, hydrologische en morfologische modellen. Dit alles moet het mogelijk maken om actuele en voorspellende informatie over de toestand van de rivier te genereren en de Vessel Train te adviseren over de optimale snelheid en de te volgen route op de rivier.

2.000 schepen
CoVadem gaat zoveel mogelijk gebruik maken van de bestaande sensoren op de schepen, zoals de bestaande dieptemeter, de bestaande GPS en beladingsmeter. Eventueel worden wel sensoren toegevoegd, zoals verbruiksmeters voor het nauwkeurig meten van het brandstofverbruik. In feite wordt dus alleen een kastje geplaatst die wordt gekoppeld aan de bestaande sensoren om deze uit te kunnen lezen.

Het aantal schepen dat nu al meedoet aan CoVadem bedraagt nu rond de 50. De bedoeling is dat daar in eerste instantie tien tot vijftien binnenvaartschepen bijkomen. Tevens wordt in dit project de database aan de wal aangepast zodat in de toekomst zodat in de toekomst kan worden doorgegroeid naar 2.000 schepen. Dit moet in de toekomst niet alleen de nauwkeurigheid nog verder verbeteren, maar moet er ook voor zorgen dat de dekkingsgraad van het aantal vaarwegen nog verder toeneemt.
Het Marin is de projectleider in deze projecten. Samen met het BTB is Autena verantwoordelijk voor de systemen aan de wal. Autena neemt ook de installatie aan boord voor haar rekening.

Demonstratie
Om het voor de volgende schepen mogelijk te maken om de leider te kunnen volgen, moeten de volgende schepen worden uitgerust met apparatuur die dat mogelijk maakt. Deze apparatuur moet kunnen communiceren met de leider en moet het bedienen van het roer en de voortstuwing op afstand mogelijk maken. Verder moet een bepaalde afstand worden gehouden tussen het schip achter en de schepen daar achter of voor en moet kunnen worden gereageerd op noodsituaties.

Om te kunnen testen of alles ook waar gemaakt kan worden, worden simulaties gedaan op de simulatoren van het Marin en DST in Hamburg. Zo moet het hydrodynamische gedrag van het leidende schip en de volgende schepen in kaart worden gebracht. Ook worden verschillende scenario’s via software gesimuleerd. Het gaat hierbij om de scenario’s dat de Vessel Train in een rechte lijn en door een bocht vaart waarbij de schepen het leidende schip volgen op een geoptimaliseerde afstand. Ook wordt gekeken hoe het aan- en afkoppelen van schepen in de ‘trein’ aan het begin- en eindpunt verloopt en wat de consequenties zijn in noodsituaties. Het Marin is verantwoordelijk voor het kunnen demonstreren van deze verschillende scenario’s.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

 

Communicatie heikel punt na aanvaring stuw Grave

GRAVE De communicatie na de aanvaring van stuw Grave liet veel te wensen over. Ook werd de melding van de aanvaring met onvoldoende urgentie behandeld. In eerste instantie lag de prioriteit bij het afsluiten van de Thompsonbrug, pas later komt aan de orde dat er benzeen betrokken is en dat het stuwpand tussen Grave en Sambeek leegloopt. Ook ontbrak het de verschillende diensten aan een totaalbeeld en moet Rijkswaterstaat bij het uitbesteden letten op de consequenties voor de crisisbeheersing. Dit was onder meer te zien bij het sluiten van sluis Heumen.

Op donderdag 29 december voer bij mistig weer de tanker Maria Valentine met benzeen door de stuw op de Maas bij Grave. Naar aanleiding hiervan besloten Rijkswaterstaat, de drie betrokken veiligheidsregio’s en de betrokken waterschappen Berenschot een onderzoek uit te laten voeren naar de afhandeling in de eerste 48-uur na de aanvaring. Er loopt nog een onderzoek van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV). Dat richt zich op de volledige calamiteit en op de wijze waarop is omgegaan met de gevolgen. Daarnaast doet het Openbaar Ministerie strafrechtelijk onderzoek naar de toedracht.

Conclusies
De algemene conclusie van Berenschot luidt volgens Rijkswaterstaat dat het incident heeft plaatsgevonden onder unieke en zeer moeilijke omstandigheden waarbij alle betrokkenen zich tot het uiterste hebben ingespannen voor een goede crisisbeheersing. ‘De locatie en aard van het incident hebben de afhandeling ernstig bemoeilijkt. Daarnaast is de melding met beperkte urgentie behandeld en is door de betrokken partijen onvoldoende geanticipeerd op de interregionale effecten. Ook is de opschaling van de betrokken organisaties niet integraal afgestemd. Het ontbreken van een totaalbeeld en onvoldoende coördinatie op tactisch niveau bemoeilijkten adequate crisiscommunicatie.’

Aanbevelingen
In het algemeen stellen de onderzoekers dat de regionale plannen beter moeten aansluiten op het Handboek Incidentbestrijding, met daarbij speciale aandacht voor melding en alarmering en crisiscommunicatie. Een van de aanbevelingen in het rapport voor Rijkswaterstaat is dat zij explicieter de consequenties voor crisisbeheersing moet beschouwen bij het uitbesteden van taken. Ook wordt de overweging meegegeven direct na een crisis een afspraak te beleggen met alle hoofdrolspelers voor het nabespreken van de crisis en het uitwisselen van de ervaringen. Tot slot adviseert Berenschot om de veiligheidsregio’s het principe van een coördinerend Regionaal Operationeel Team (ROT) en coördinerend operationeel leider uit te werken.

De betrokken partijen gaan de resultaten en aanbevelingen nader bestuderen. De komende tijd gaan zij gezamenlijk aan de slag met de conclusies uit het rapport.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

BCTN brengt Chinese containers met speedbarges naar Duisburg

NIJMEGEN Terminaloperator BCTN in Nijmegen biedt sinds kort een dienst aan om met zogenoemde speedbarges containers via Duisburg van en naar het Europese achterland en China te transporteren. BCTN speelt hier mee in op de stijgende vraag naar een verbinding met China met een lagere CO2 footprint.

BCTN is voor de nieuwe dienst een samenwerking aangegaan met Duisport. Hiervoor worden speciale speedbarges ingezet. Met de speedbarge kunnen containers dagelijks worden vervoerd van BCTN Nijmegen naar Duisport. In Duisburg worden deze containers vervolgens op de trein gezet.

CEO Joop Mijland van BCTN spreekt van een CO2 reducerende en snellere verbinding met China en het Europees achterland. ‘We zijn met Duisport een samenwerking aangegaan om deze nieuwe verbinding op te zetten en hiermee aan de vraag van onze klanten te voldoen. Wij zien in Duisport de perfecte partner vanwege hun kennis van het Europese achterland.’

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

Vessel Train moet kleiner schip rendabeler maken

ROTTERDAM De Vessel Train moet het gebruik van kleinere schepen in de binnenvaart rendabeler maken. In het zogenoemde NOVIMAR-project gaan 22 partners uit negen Europese landen in vier jaar tijd dit geheel nieuwe transportconcept onderzoeken en ontwikkelen.

De Vessel Train is gebaseerd op platooning, waarmee bijvoorbeeld het wegtransport al geruime tijd experimenteert. Een bemande ‘Leader Vessel’ wordt daarbij gevolgd door één of meer ‘Follower Vessels’ met minder of zelfs zonder bemanning. Het verwachte kostenvoordeel moet het gebruik van kleinere schepen rendabeler maken. En daardoor kan meer transport binnen stedelijke gebieden worden verplaatst van de weg naar het water.

Kick-off
Onlangs vond de internationale kick-off plaats van het project. De projectpartners verzamelden zich voor de eerste General Assembly op de RDM Campus in Rotterdam. Tijdens deze General Assembly vond een aantal workshops plaats. Hierin scherpten ruim veertig deelnemers de gezamenlijke uitgangspunten voor succesvolle Vessel Train-varianten aan. Onder meer kosten- baten analyse, navigatie en control technologie, nieuwe scheepsconcepten en veiligheid en regelgeving kwam aan bod.

Netherlands Maritime Technology (NMT) coördineert het project NOVIMAR (NOVel Inland waterways transport and MARitime transport). Het project wordt ondersteund met een bijdrage uit het Europese Horizon 2020 programma. In het consortium van 22 partners doen vanuit Nederland naast NMT ook Autena Marine, MARIN, Deltares, het Expertise- en Innovatie-Centrum Binnenvaart (EICB), TU Delft en Bureau Telematica Binnenvaart (BTB) mee aan NOVIMAR.

Uitdagingen
De afdeling Maritieme & Transport Techniek (M&TT) van de Technische Universiteit in Delft richt zich in het onderzoek op de uitdagingen in het scheepsontwerp om het varen met autonome schepen mogelijk te maken. Ook wordt onderzoek gedaan naar het transportsysteem dat nodig is om de schepen zonder bemanning te kunnen laten varen en worden de verschillende mogelijke implementatievormen van het platooning concept geëvalueerd.

De wetenschappers zien de bijdrage van Europa als ‘een aanzienlijke versterking van hun onderzoeksinspanningen om het autonoom varen mogelijk te maken’. Eind vorig jaar kwamen wetenschappers van de TU Delft al met de voorspelling dat rond 2030 zee- en binnenvaartschepen gaan varen die geheel zonder tussenkomst van mensen hun werk doen. Onbemande schepen die worden gevaren door een bemanning aan de wal en platooning beschouwen de wetenschappers nog slechts als een tussenstap.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

Stuw Grave over twee weken weer in gebruik

GRAVE De stuw bij Grave is over twee weken weer te gebruiken. Rijkswaterstaat heeft de reparatie afgerond en testen verliepen met succes. Nu moet alleen nog de tijdelijke breuksteendam worden afgebroken.

De stuw van Grave raakte eind december van vorig jaar zwaar beschadigd toen de binnenvaarttanker Maria Valentine geladen met benzeen door de stuw voer. De stuw kon daardoor niet meer zijn normale functie vervullen. Jukken, schuiven en steunberen, de betonnen aanslagnokken onder water waar de jukken van de stuw op steunen, raakten zwaar beschadigd. De waterstand in zowel de Maas als het Maas-Waalkanaal daalde daardoor meters zodat de Maas tussen Grave en Sambeek onbevaarbaar werd.

Onderzoek
Hoe de aanvaring heeft kunnen gebeuren, onderzoekt de Onderzoeksraad voor Veiligheid. Rijkswaterstaat, de waterschappen en de veiligheidsregio’s hebben onderzoeksbureau Berenschot echter ook de opdracht gegeven voor een onderzoek dat zich richt zich op de eerste 48 uur na de aanvaring van de stuw. De resultaten van dit onderzoek moeten deze maand bekend zijn. Het onderzoek gaat in op hoe de betrokken partijen met de crisis zijn omgegaan. Hierbij is het de vraag hoe de samenwerking tussen de partijen en hoe de informatie- en communicatielijnen liepen. Ook wordt onderzocht hoe gemeente-, regio- en provincie deze grensoverschrijdende calamiteit hebben opgepakt. Doel van het onderzoek is leren en verbeteren. ‘Dat betekent dat er niet zozeer naar een schuldvraag wordt gezocht, hoe liep het buiten, ging alles volgens de regels en wie was waarvoor verantwoordelijkheid, maar dat er wordt gestuurd op verbeterpunten voor de toekomst. Zo krijgen alle betrokken partijen inzicht in wat de beste aanpak is bij grote regio overschrijdende calamiteiten.’

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

 

Hybride varen met de techniek van windmolens

BAAK De binnenvaart moet vergroenen en de strenge nieuwe Europese eisen verlangen dat de uitstoot van de motoren in de binnenvaart flink omlaag gaat. Pasman Motoren & Aggregaten uit het Gelderse Baak zet hiervoor in op hybride varen met de bewezen techniek van Siemens, afkomstig van de windmolenindustrie.

De basis voor het huidige Pasman Motoren & Aggregaten werd een kleine 40 jaar geleden al gelegd door de vader van de huidige directeur Willem Pasman. Hij begon kleinschalig met het reviseren van auto-, truck- en tractormotoren, bijvoorbeeld het reviseren van cilinderkoppen. Eind jaren negentig belandde het bedrijf in Nijmegen, nu zit het bedrijf in Baak. Het bedrijf is inmiddels specialist op het gebied van revisie, verkoop, service en onderhoud van motoren, aggregaten en WKK-installaties. Maar Pasman ontwikkelt en bouwt ook zelf producten, onder meer geluidsisolerende omkastingen, generator- en pompsets en besturingssystemen. Bovendien levert het bijdragen aan innovatieve milieuprojecten. Zo staat bij het bedrijf een container met 55 accu’s die met zonnepanelen gevoed gaan worden en de energie gaan leveren voor een grote telescoop in Zuid-Amerika. Pasman telt inmiddels 25 werknemers. In de moderne en goed uitgeruste werkplaats verrichten de monteurs alle mogelijk revisie en assemblagewerkzaamheden. In de hal van 2000 vierkante meter worden ook de meest voorkomende constructiewerkzaamheden verricht.

Hybride varen
Pasman levert motoren van de merken Caterpillar, John Deere en Yanmar. Het bedrijf begint inmiddels steeds meer van de strengere Stage V eisen waaraan de nieuwe motoren die vanaf 2020 in binnenvaartschepen worden geplaatst moeten voldoen. ‘We hebben de afgelopen jaren wel veel revisiewerk gedaan. Maar je hoort nu toch wel weer een beetje voorzichtig van de schippers dat het iets beter gaat in de binnenvaart. Ze beginnen zo langzamerhand weer te denken aan investeren.’

Voor de vergroening van de binnenvaart zet Pasman in op hybride varen, bijvoorbeeld diesel-elektrisch. Hiervoor ging het bedrijf een samenwerkingsverband aan met Siemens. ‘Siemens levert hiervoor een kant en klaar product. De techniek die ze hiervoor gebruiken is afkomstig van de windmolens. Dit is goed vergelijkbaar met de scheepvaart, een windmolen zou je ook kunnen zien als een langzaamloper. Het geavanceerde besturingssysteem van Siemens zorgt hierbij automatisch voor de beste belastinggraad van de motor. Want de meeste 110 meter schepen gebruiken misschien maar de helft van het vermogen. En met hybride varen kan je daar onbeperkt mee gaan spelen. Met een elektromotor van 100 kW kan je kortstondig een tandje bijzetten mocht je meer vermogen nodig hebben. Maar je kan met een groot accupakket aan boord ook tijdens de vaart de accu’s opladen en in de havens puur elektrisch gaan varen. Hierdoor verbruik je niet alleen minder brandstof, maar is er ook minder slijtage. Daardoor gaan de kosten voor de schipper omlaag.’

Reviseren
Dat de binnenvaart moet vergroenen is volgens Pasman wel duidelijk. Samen met branchevereniging VIV probeert hij een goede middenweg te vinden om de binnenvaart te kunnen laten voldoen aan de nieuwe emissie eisen. ‘Via allerlei werkgroepen blijf ik op de hoogte van wat wel en niet mag. Want je moet natuurlijk geen zaken leveren die niet gebruikt mogen worden.’ Pasman heeft nog wel een tip voor de binnenvaartschippers. ‘Als je voor 2020 nog een nieuwe motor plaatst, mag je deze volgens de regels oneindig blijven reviseren.’

Meer dan binnenvaart
Hoewel de binnenvaart nog steeds een gewaardeerde en belangrijke klant is van Pasman, is het bedrijf ook in andere markten actief, vaak overigens wel water gerelateerd. Want volgens Pasman maakt het vrijwel niet uit waar je een generatorset voor gebruikt. ‘Die zijn voor alle takken hetzelfde.’ Bijvoorbeeld in de natte aannemerij. In de hal staat dan ook een Caterpillar generatorset voor een zandzuiger. Het schip ligt nu voor ombouw op de werf van Gerlien van Tiem in Druten. Maar Pasman levert ook industriële generatorsets als noodstroomvoorziening voor bijvoorbeeld ziekenhuizen en gasmotoren en warmtekrachtinstallaties voor onder meer hotels, tuinders en waterzuiveringsinstallaties. ‘En deze industriële motoren voor bijvoorbeeld heftrucks, shovels en kranen voldoen al aan de strenge eisen. Alles zit er vanaf de fabriek al standaard op, zoals een katalysator. De binnenvaart zit nog steeds op de eisen van stage 3a. Maar als je kijkt naar de uitstoot per vervoerde tonnen, dan wint de binnenvaart het natuurlijk nog steeds makkelijk van het wegvervoer.’

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

Aantal schepen Europese binnenvaartvloot daalt

STRAATSBURG Het aantal binnenvaartschepen in de Europese vloot is vorig jaar met 2,8% gedaald van 10.120 naar 9833. Zowel de vloot als het vloottonnage daalde volgens de jongste marktobservatie van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart (CCR). Belangrijkste oorzaak van het dalende aantal schepen is de schaalvergroting.

De daling geldt voor alle type vrachtschepen, maar de belangrijkste daling betreft de drogeladingschepen. Daarvan nam het aantal met 3,3% af. De daling in laadcapaciteit is overigens groter in aantal dan in tonnage, dit geldt zowel voor de tankvaart als voor de drogeladingschepen. Voor de tankvaart bedraagt de daling in aantal bijvoorbeeld 2,6%, terwijl dit uitgedrukt in tonnage slechts 1,1% is. De reden hiervoor is dat het gemiddelde tonnage van de nieuw gebouwde schepen groter is dan dat van de schepen die de West-Europese markt verlaten.

Droge lading
In 2016 werden in West-Europa veertien nieuwe motorschepen voor het vervoer van droge lading in de vaart genomen, dit is inclusief de containerschepen. Ze zijn samen goed voor een totaal tonnage van 50.000 ton. Het gaat om twee duwstellen voor het vervoer van containers, vijf motorschepen voor containervervoer, vijf drogeladingschepen en twee beunschepen. De CCR stelt dat de typen schepen die in 2016 in bedrijf werden genomen een weerspiegeling vormen van het groeipotentieel in het vervoer van containers in West-Europa.

Tankvaart
In de tankvaart werden vorig jaar twintig nieuwe motortankschepen voor het vervoer van vloeibare producten te water gelaten en drie nieuwe bunkerboten. Zo werd de naam Ecoliner in bedrijf genomen, volgens de CCR het meest milieuvriendelijke schip in de binnenvaart in Europa. Op de Schelde werd met de Lapresta het grootste binnenvaarttankschip ter wereld voor het vervoer van bitumen in gebruik genomen. De totale tonnage van de twintig nieuwe motortankschepen bedraagt 51.000 ton (exclusief bunkerboten). Dit is een sterke afname in vergelijking met 2015, toen voor het vervoer van vloeibare bulkgoederen 89.000 ton nieuw op de markt kwam.

Duw- en sleepvaart
In de duw- en sleepvaart kwamen er vijf nieuwe duw- en sleepboten. De meeste schepen zijn actief in het ARA-gebied (Amsterdam, Rotterdam, Antwerpen) en de Benedenrijn. Door de Zwitserse Rijnhavens in Bazel werd een nieuwe duw-/sleepboot in gebruik genomen op de Hochrhein.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

 

Binnenvaart in discussie over de toekomst

AMSTERDAM De binnenvaart is vorige week tijdens het tweedaagse congres van Koninklijke BLN-Schuttevaer met elkaar in gesprek gegaan over de kansen en bedreigingen in de toekomst. Het congres ‘Be a part of Smart’ stond volgens de branchevereniging voor de binnenvaart ‘bol van vergezichten op gebied van vervoer, infrastructuur een duurzaamheid’.

Het was de eerste keer dat het congres van de ledengroep Koninklijke Schuttevaer en de Algemene Ledenvergadering van Koninklijke BLN-Schuttevaer werden gecombineerd. Onder leiding van Joris Cornelissen (RWS, Smart Shipping), Benny Nieswaag (RWS, Smart Infrastructure) en Meeuwis van Wirdum van Marin (Smart Sustainability) gingen de 150 aanwezigen met elkaar in discussie. Hieruit bleek dat de verschillende doelgroepen ieder hun eigen kijk op verschillende thema’s hadden.

Robot
Het congres werd afgetrapt door een levensechte robot die onder begeleiding van futuristische muziek de zaal inreed en, na het demonstreren van zijn soepele dansmoves, de aanwezigen op het hart drukte dat het van belang is om aan de voorkant van de toekomstontwikkelingen een rol van betekenis te spelen. ‘Nu niet meedoen en later tot de ontdekking komen dat je de boot hebt gemist is geen optie. Daarom mogen jullie trots zijn dat jullie ‘A part of Smart’ zijn vandaag.’

Voor de sessie over Smart Shipping trok Cornelissen veel parallellen met Truck Platooning in het wegvervoer. In de stellingen die daarna door de aanwezigen werden bediscussieerd kwam naar voren dat de binnenvaartsector Truck Platooning volgt, maar dat de binnenvaart uit zou moeten gaan van eigen kracht. Kortom, (semi-)autonoom varen zou geen reactie op truck platooning moeten zijn, maar zou moeten ontstaan uit een intrinsieke behoefte uit de sector. Aanwezigen drukten mogelijke voordelen van (semi-) autonoom varen uit in termen van personeelskosten en efficiëntere logistiek. Wel viel op dat het gegeven van volledig autonoom varen voor veel aanwezigen nog een relatief abstract begrip is.

Smart Sustainability
De tweede dag lag de nadruk van het programma op duurzaamheid. Onder de noemer ‘Smart Sustainability’ vertelde Meeuwis van Wirdum van MARIN meer over het project Covadem en technieken die beschikbaar zijn om efficiënter en duurzamer te varen. Dat de sector hiervoor open staat en bereid is initiatief te nemen bleek toen op de vraag wie het voortouw zou moeten nemen in het verminderen van uitstoot bijna unaniem werd gekozen voor de vervoerder. Wel werd benadrukt dat de verantwoordelijkheid voor vergroening bij de hele keten ligt, dus ook bij de verlader en de logistiek dienstverlener.

Voorzitter van de commissie vergroening en duurzaamheid, Jan van Belzen, lichtte na de bijdrage van Van Wirdum een tipje van de sluier op van de resultaten van de enquête die onder de leden is uitgezet. Inmiddels hebben 307 respondenten deelgenomen. Een grote meerderheid van hen vindt dat BLN-Schuttevaer zich actief met vergroening moet bezighouden. De meerderheid van de ondervraagden denkt bovendien op de middellange termijn de motor te moeten vervangen. Ook werd aangegeven welke technologieën men als meest kansrijk ziet.

Wisseltrofee
Traditiegetrouw werd ook de CBOB wisseltrofee uitgereikt. Deze eer viel dit jaar ten beurt aan Christiaan en Anna Bogaard van ms Terra Maris en werd namens hen in ontvangst genomen door Crhis Hovestadt. Iza Lindhout werd benoemd tot erelid van Koninklijke BLN-Schuttevaer. (Foto’s BLN)

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

 

Nieuw bord verplicht gebruik walstroom

STRAATBURG De Centrale Commissie voor de Rijnvaart (CCR) heeft een nieuw verkeersteken ingevoerd voor het verplicht gebruik maken van walstroom. Met het besluit wil de CCR de bevoegde, lokale autoriteiten langs de Rijn een uniform reglementair kader bieden.

Ook als het schip afgemeerd ligt, mag voor de elektrische energie die nodig is alleen walstroom worden gebruikt. Het is aan de lokale autoriteiten om te beslissen of zij dit verkeersteken al dan niet plaatsen. De autoriteiten kunnen ook uitzonderingen op deze verplichting voorzien en bepalen dat de verplichting bijvoorbeeld alleen ’s nachts geldt.

Ieders belang
Met het nieuwe verkeersteken wordt volgens de CCR wat de ligplaatsen betreft, zowel met de belangen van de binnenvaart als met de wensen van de bewoners langs de oevers rekening gehouden. ‘De wens om langs het water te wonen en het feit dat de bewoners zich steeds meer gaan kanten tegen geluidsoverlast en verontreinigende stoffen, leidt tot problemen als schepen langs de oever afgemeerd liggen. Dit reglementair kader maakt het mogelijk om het gebruik van walstroom verplicht voor te schrijven als een schip op een ligplaats afgemeerd ligt.’

Het nieuwe verkeersteken biedt volgens de CCR voor alle partijen een aanvaardbare oplossing. ‘Zo kan de schipper er zeker zijn dat hij een andere stroombron ter beschikking heeft staan, zodat hij zijn generator aan boord niet hoeft te gebruiken en voor de bewoners langs de oever zal de geluidsoverlast afnemen.’

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

CoVadem in de race voor Maritime Innovation Award 2017

DEN HAAG Het project CoVadem is genomineerd voor de Maritime Innovation Award 2017. De jury selecteerde het project uit een record aantal van 24 inzendingen en maakt de uiteindelijke winnaar bekend tijdens het Maritime Awards Gala op 6 november.

Het CoVadem-team meldt ‘erg blij’ te zijn met de nominatie. ‘We zien verwachtingsvol uit naar het gala. Wij zijn trots om met CoVadem ook de binnenvaart een plek te geven tijdens dit event. En ook de meer dan 50 deelnemende schepen mogen hier best trots op zijn.’

Meer bekendheid
De Maritime Innovation Award heeft als doel meer bekendheid te geven aan de vernieuwende kracht die uitgaat van de maritieme en offshore toeleveringsindustrie en om innovatieve ontwikkelingen binnen de maritieme cluster te stimuleren. De prijs werd eind 2000 door Netherlands Maritime Technology (NMT) in het leven geroepen. Minimum vereiste voor elke inzending is dat er een aantoonbare Nederlandse toegevoegde waarde wordt gegenereerd en dat het een Nederlandse innovatie betreft. CoVadem voldoet aan deze voorwaarden. Om de omvang en invloed van de innovatie te kunnen beoordelen, dient de inzending voorzien te zijn van een financiële onderbouwing waaruit de potentie van de innovatie blijkt. Ook moet de inzending toepasbaar zijn binnen de maritieme sector, al zijn doorgevoerd of verkocht en voldoende exportpotentieel hebben. De laatste drie winnaars waren de Integrated Monopile Installer van IHC, de Hull Vane en het AntiRoll (Dynamic Marine Systems Holland).

Vaardieptemetingen
CoVadem (coöperatieve vaardieptemetingen) werd vier jaar geleden gestart. Het project staat onder leiding van MARIN en de vaste partners Autena Marine, Bureau Telematica Binnenvaart en Deltares. Doel van het project is het delen van actuele vaardieptemetingen waarmee schippers in de toekomst efficiënter kunnen varen en maximaal gebruik kunnen maken van de ruimte die de vaarweg biedt. Daarvoor worden binnenvaartschepen uitgerust met een eenvoudige computer (de ‘CoVadem Box’) om bestaande sensoren zoals het echolood, beladingsmeter, GPS en brandstofverbruikmeters uit te lezen en een bericht naar de wal te verzenden. Uit deze metingen wordt de gemeten kielspeling omgerekend naar een actuele waterdiepte op de gevaren route. Deze actuele vaardieptemetingen worden ter beschikking gesteld aan de schippers, zodat in de toekomst deze gegevens gebruikt kunnen worden voor een voorspelling van waterdiepten op de te nemen vaarroute. Rond de vijftig binnenvaartschepen verzamelen zo al een aantal jaren real time data.

10% minder brandstof
Vanwege de klimaatverandering krijgen we in de toekomst waarschijnlijk vaker te maken met extreme waterstanden die zorgen voor veranderingen in de rivierbodem. Om de vaarweg effectief te kunnen blijven onderhouden is dan meer data nodig.
Maar uitdagingen zijn er ook voor het project. Zo zijn de schepen overwegend analoog en is weinig gedetailleerd en relationeel cijfermatig inzicht beschikbaar. Ook vaart de binnenvaartondernemer vaak op ervaring en onderbuikgevoel. Toch heeft elk schip al een dieptemeter en de uitdaging is om de informatie van alle schepen slim aan elkaar knopen. Dat levert big data op en kennis over de actuele waterdiepten die beschikbaar zouden kunnen worden gesteld, inclusief voorspellingen. Als deze data wordt gelogd, kan uit de historie ook nog eens worden herleid hoe een schip zich onder welke omstandigheden gedraagt. Indien dit zou kunnen leiden dat een schipper altijd optimaal kan afladen, dan bespaart de schipper naar verwachting 10% op zijn brandstof. Dat levert een gemiddelde schipper 15.000 euro per jaar op. Ook neemt de uitstoot van CO2 hierdoor fors af.
Overigens zijn actuele en betrouwbare vaardieptemetingen, en is inzicht in de interactie tussen schip en vaarweg ook een belangrijke voorwaarde voor smart shipping.

Co2Vadem+
Inmiddels is er met Co2Vadem+ ook al een vervolg gekomen CoVadem. De deelnemende partijen hebben de ambitie om het project uiteindelijk als financieel zelfdragend initiatief te continueren en verder uit te bouwen. Om dat te bereiken is het nodig om de bestaande vloot uit te breiden naar 250 schepen. Is dat aantal bereikt, dan is er voldoende input om voor alle binnenvaartschepen meerwaarde te leveren.
In Co2Vadem+ krijgt de binnenvaartschipper een waterdiepte- en doorvaarthoogtevoorspeller en een brandstofverbruiksmonitor aan boord. Om een schip te kunnen laten deelnemen aan het project is het voldoende om de zogenoemde CoVadem box te installeren. Deze wordt aangesloten op de sensoren voor locatie (GPS), belading (beladingsmeter), kielspeling (dieptemeter) en op een brandstofverbruiksmeter. Indien deze niet aanwezig is, moet deze worden geïnstalleerd.
De binnenvaartschipper kan aan boord de verzamelde gegevens bekijken. Zo kan hij onder meer zien hoeveel liter brandstof de hoofdmotoren hebben verbruikt, hoeveel kilometer hij heeft gevaren, hoeveel tonnen hij heeft vervoerd en wat de gemiddelde kielspeling, vaarsnelheid en belading waren. Ook kan hij het voortschrijdend gemiddelde verbruik in liters per tonkilometer inzien en de totale CO2 uitstoot.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook