Tag archieven: binnenvaart

Vooruitzichten tankvaart ‘positief, maar uitdagend’

AMSTERDAM De vooruitzichten voor de binnentankvaart zijn positief, maar uitdagend. De hoeveelheid vervoerde olie(producten) blijft stabiel. Groei wordt verwacht in het vervoer van chemische producten, ook LNG is een groeimarkt, maar nog erg klein. Ook kan de tankvaart een rol spelen in het vervoer van duurzame alternatieven voor fossiele brandstoffen.

Volgens sector econoom Madeline Buijs van ABN-AMRO bepaalt een aantal sectoren de toekomst van de tankvaart. ‘De ontwikkeling van de olieprijs is belangrijk voor de tankvaart. Circa 55% van de vervoerde natte bulk is ruwe olie of olieproducten. De binnenvaart vervoert vooral de geraffineerde producten zoals stookolie, diesel en benzine. De olieprijs ontwikkelde zich de afgelopen jaren volatiel. Vooral de prijsdaling in 2014 valt op. De olieprijs ligt sinds begin 2015 op een veel lager niveau dan de jaren ervoor. We verwachten dan ook dat de komende jaren mondiaal nog meer olie wordt gebruikt. De tankvaart kan profiteren, al kan een tussentijdse schok op de oliemarkt of een verandering in de verwachtingen het vervoer wel beïnvloeden. Wanneer de verwachting is dat de toekomstige olieprijs hoger ligt, wordt olie opgeslagen om in de toekomst voor een hogere prijs te verkopen. Wanneer de verwachte olieprijs lager ligt, wordt olie eerder van de hand gedaan. Er wordt daarom met olie gespeculeerd door middel van het opbouwen van voorraden. Hoeveel olie op basis van speculatie wordt opgeslagen is lastig in te schatten.’

Olieprijs stijgt
Het Economisch Bureau van ABN AMRO verwacht dat de olieprijs in de periode 2017-2019 gaat stijgen. Voor 2017 wordt een gemiddelde olieprijs van USD 54 per vat verwacht. De prijs stijgt in 2018 naar verwachting naar USD 59 per vat en in 2019 naar USD 72 per vat. ‘De sterk groeiende mondiale vraag naar olie (vooral uit China) en het normaliseren van de marktbalans tussen vraag en aanbod zijn de belangrijkste oorzaken van de verwachte prijsstijging. De prijs is historisch gezien nog relatief laag. Dat is gunstig is voor de tankvaart, want hierdoor is het voor bedrijven goedkoper om olie te gebruiken en verwerken. Dit komt het vervoer ten goede. Wel is de forward-curve van de Brent olieprijs grotendeels in contango. Dit betekent dat de verwachte olieprijs met een levering in de toekomst hoger ligt dan de huidige olieprijs. Hierdoor zal er meer olie worden opgeslagen.’

Kansen
Ook de focus op duurzaamheid is van invloed op het vervoer van olieproducten door de tankvaart. ‘Zoals gezegd verwachten we dat het vervoer van olie(producten) de komende jaren nog niet afneemt. Maar naar verwachting wordt duurzame energie de komende jaren wel steeds belangrijker. Naast wind- en zonne-energie wordt er ook ingezet op biobrandstoffen, zoals bijvoorbeeld biodiesel. In het vervoer van deze stoffen kan de binnenvaart een rol spelen. In de toekomst blijven fossiele brandstoffen wel een rol spelen. Fossiele brandstoffen zijn in de chemie en in verschillende vormen van transport heel moeilijk en hooguit erg traag te vervangen.

ABN AMRO ziet het vervoer van chemische producten eveneens als een groeimarkt. De vooruitzichten van de chemische industrie zijn hiervoor relevant. Voor de chemische industrie wordt in 2017 een productiegroei van 3,1% verwacht en in 2018 een productiegroei van 3,2%. ‘Deze groei is gunstig voor de binnenvaart, want daardoor kunnen meer producten vervoerd worden. De chemische industrie in Nederland heeft wel last van toegenomen concurrentie. De uniekheid van de Nederlandse producten is de afgelopen jaren afgenomen. Daarnaast is er meer mondiale concurrentie, omdat in andere landen chemische producten tegen lagere kosten geproduceerd kunnen worden. Voordeel voor de binnenvaart is dat de mondiale producten uiteindelijk ook naar de eindconsument in het achterland vervoerd moeten worden, via de grote Europese havens. De tankvaart is uitermate geschikt om deze rol te vervullen. Zeker ook omdat er veel verzet is tegen het vervoer van gevaarlijke stoffen via het spoor. De verwachting is daarom dat de tankvaart de komende jaren meer chemische producten zal vervoeren.’

In de kinderschoenen
Ook het vervoer van LNG kan in de toekomst een groeimarkt zijn voor de binnentankvaart. Het is nu echter nog een kleine markt. In Rotterdam bedroeg in 2016 0,8% van de overslag van natte bulk LNG. Maar dat kan volgens ABN-AMRO veranderen. ‘Geïmporteerd aardgas wordt traditiegetrouw vooral via pijpleidingen vervoerd uit onder andere Rusland en Noorwegen. Door een oplopend prijsverschil wordt LNG uit de Verenigde Staten (VS) steeds goedkoper en wordt de import van LNG uit de VS concurrerend met LNG uit Noorwegen en Rusland. LNG uit de VS wordt met zeeschepen vervoerd naar de grote havens in Europa. LNG kan in de toekomst steeds belangrijk worden, als vervanging van bijvoorbeeld benzine. De LNG-terminal in Rotterdam kan nog sterk groeien en tegelijkertijd is de gasproductie in Groningen verminderd. Ook bestaat de wens om minder gas uit Rusland te importeren, waardoor LNG als alternatief wordt gezien.’

Het Economisch Bureau van ABN AMRO verwacht echter dat de prijs van gas uit de VS weer gaat stijgen. ‘Het zal dus erg afhangen van het verschil in gasprijs of het interessant blijft om LNG uit de VS te importeren.’ (Bron grafieken: CBS)

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

 

 

Één loket voor binnenvaart en riviercruiseschepen

AMSTERDAM De binnenvaart en de riviercruisevaart betalen vanaf 1 januari 2018 via één loket het binnenhavengeld voor de regio Amsterdam-Zaanstad. Hierbij geldt één tariefstelsel en -hoogte in het gezamenlijke exploitatiegebied van het Havenbedrijf Amsterdam en de gemeente Zaanstad.

Op deze manier willen het havenbedrijf en gemeente Zaanstad de dienstverlening voor bezoekende schepen aan het havengebied harmoniseren en optimaliseren. Het voordeel voor de scheepvaart is dat zij nog maar één keer binnenhavengeld hoeven te betalen voor een bezoek aan het gezamenlijke havenwater. Bovendien gelden dezelfde ontheffingen, vrijstellingen en kortingen in het gebied.
Het havenbedrijf gaat namens Zaanstad het binnenhavengeld van de beroepsvaart en passagiersvaart in het samenwerkingsgebied heffen en innen. De twee gaan gezamenlijk het plannen van ligplaatsen voor riviercruiseschepen regelen. Het voordeel hiervan is dat het plannen van reserveringen en de spreiding voor riviercruiseschepen makkelijker is te realiseren.

Verheugd
Wethouder Economie en Toerisme Dennis Straat van Zaanstad is verheugd over de samenwerking. ‘Deze overeenkomst maakt het voor de scheepvaart in het Noordzeekanaalgebied makkelijker. Ook benutten we zo de kansen die riviercruise biedt voor toerisme, en willen we extra werkgelegenheid aantrekken, regels verminderen en procedures vereenvoudigen.’

CEO Koen Overtoom van Havenbedrijf Amsterdam vindt dat de havens van Amsterdam en Zaanstad aantrekkelijker worden voor de klanten. ‘Met deze uitbreiding in de samenwerking vereenvoudigen we de heffing, de inning en de reservering van binnenvaart- en riviercruiseschepen aan ons gebied.’

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

 

Drie miljoen voor oplossen congestie containervaart

ROTTERDAM Het Havenbedrijf Rotterdam stelt maximaal drie miljoen euro beschikbaar ter financiering van initiatieven uit de markt die op korte termijn een bijdrage kunnen leveren aan de oplossing van de containercongestie in de Rotterdamse haven. Het is een van de uitkomsten van een overleg om de verschillende signalen van de laatste maanden over oplopende wachttijden voor de containerbinnenvaart te bespreken.

In de haven van Rotterdam wordt jaarlijks ruim 12 miljoen teu overgeslagen, waarvan er circa 3 miljoen per binnenvaartschip worden aan- en afgevoerd. Maar de containerbinnenvaart heeft vanwege verschillende oorzaken nu al maanden te maken met dagenlange vertragingen. Zo hebben de Rotterdamse containerterminals in het eerste half jaar een sterke groei in de overslag meegemaakt en moesten tegelijkertijd onder meer de nieuwe vaarschema’s van de allianties worden ingeregeld. Een cyberaanval bij twee terminals zorgde ervoor dat daar anderhalve week nauwelijks containers geladen en gelost konden worden.
Nederlandse, Duitse en Zwitserse vertegenwoordigers van verladers, expediteurs, barge-operators, inland-terminals en containerterminal operators en reders gingen daarom op uitnodiging van het Havenbedrijf met elkaar in gesprek.

Verheugd
Volgens het Havenbedrijf zijn er constructieve afspraken gemaakt over de efficiëntere afhandeling van de containerbinnenvaart in de logistieke keten van en naar Rotterdam. ‘Op verschillende deelterreinen werken deze partijen in werkgroepen de komende tijd verder aan mogelijke oplossingen voor de knelpunten die gezamenlijk op een rij zijn gezet, waarvan een deel werkt aan oplossingen op de korte termijn en anderen analyseren de hele supply chain.’

Allard Castelein, CEO van het Havenbedrijf Rotterdam: ‘Ik ben verheugd dat we vandaag een heel goed en constructief gesprek hebben gehad met alle betrokkenen. Het is zeer hoopvol om te merken dat er bij partijen de bereidheid is om in de veranderende en concurrerende containermarkt het gezamenlijke belang van snelle en efficiënte afhandeling voorop te blijven stellen. Het is essentieel dat ieder vanuit zijn eigen rol beseft dat de containeroverslag gebaat is bij een soepele logistieke keten.’

Plannen
Het Havenbedrijf Rotterdam zette op de bijeenkomst uiteen welke initiatieven al door de markt worden genomen om de situatie te verbeteren. Zo werkt het Havenbedrijf aan een verbinding tussen de containerterminals op de Maasvlakte waardoor containers eenvoudig uit te wisselen zijn. Ook werkt het Havenbedrijf aan digitale oplossingen voor beter inzicht in de beschikbaarheid van binnenvaartcapaciteit en de mogelijkheid om nog beter lading en capaciteit op elkaar af te stemmen.
Het Havenbedrijf stelde bovendien drie miljoen euro beschikbaar om gezamenlijke plannen van marktpartijen die leiden tot een meer efficiënte en betrouwbare afhandeling van de containerbinnenvaart te ondersteunen. In de komende maanden worden gezamenlijk plannen beoordeeld van marktpartijen die leiden tot een betrouwbare en efficiëntere afhandeling van de containerbinnenvaart. Om aanspraak te maken op een lening uit het fonds van 3 miljoen euro moet wel aan bepaalde voorwaarden worden voldaan. De volgende bijeenkomst is gepland voor november om de voortgang te bespreken.

Lijst van deelnemende organisaties:
APMT, BDB, BDI/DSVK, CBRB, Deltalinqs, EBU, ECT, evofenedex, FENEX/TLN, Koninklijke BLN-Schuttevaer, LINc, RWG, SPEDLOGSWISS, SSC, SVS, VRC, VRTO and Port of Rotterdam.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

 

Verhoging subsidieregeling innovaties duurzame binnenvaart

DEN HAAG Het ministerie van Infrastructuur en Milieu heeft de subsidieregeling innovaties duurzame binnenvaart voor dit jaar verhoogt van € 200.000 tot € 486.000. De verhoging is van toepassing op subsidieaanvragen die voor 1 maart van dit jaar al zijn ingediend.

Deze subsidie kan specifiek worden aangevraagd voor projecten gericht op de reductie van CO2-, NOx- en PM-emissies en/of methaanslip bij de voortstuwing van binnenvaartschepen. Deze projecten kunnen demonstraties en ontwikkeling van nieuwe concepten, verdere optimalisaties of nieuwe combinaties van bestaande concepten zijn.
Hierbij kan gedacht worden aan het gebruik van alternatieve brandstoffen, voor- of nabehandelingstechnieken, aanpassing van motormanagement en motorgebruik en de inrichting en gebruik van het schip.

Vijf projecten
Volgens demissionair minister Schultz kunnen door middel van de ophoging dit jaar nog vijf extra projecten worden gesubsidieerd, die aanvankelijk niet konden worden uitgevoerd wegens het bereiken van het subsidieplafond. Deze projecten werden in april 2017 al goedgekeurd door de Innovatieraad Subsidieregeling innovaties duurzame binnenvaart. Deze raad werd ingesteld door het Expertise- en InnovatieCentrum Binnenvaart (EICB). De projecten werden aangehouden met het oog op mogelijke ophoging van het subsidieplafond.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

Minister Schultz laat oplossen congestie over aan de markt

DEN HAAG Demissionair minister Schultz van Infrastructuur en Milieu ziet voor de overheid geen rol weggelegd in het oplossen van de containercongestie in de Rotterdamse haven. De Europese Binnenvaart Unie (EBU) vroeg zowel het Havenbedrijf Rotterdam als het ministerie een regierol te willen spelen om tot oplossingen te komen.

Tweede Kamerlid Rob Jetten (D66) stelde Schultz van Infrastructuur en Milieu Kamervragen over de vaak dagenlange vertragingen voor de containerbinnenvaart in de Rotterdamse haven. Volgens Schultz werken alle betrokken partijen inmiddels hard aan alternatieven en structurele oplossingen. Op de vraag van Jetten of de minister de handschoen wil oppakken en een regierol op zich wil nemen om de congestieproblemen zo snel mogelijk uit de wereld te helpen, antwoordt Schultz dat het Havenbedrijf Rotterdam al intensief in gesprek is met alle betrokken partijen en ze dit op de voet volgt. Zo wordt in de Rotterdamse haven al een (tijdelijke) hub gemaakt waar containers gebundeld kunnen worden, en ook bundelen volgens Schultz verschillende barge-operators en inland terminals van in het achterland al lading. ‘Daarnaast werkt Havenbedrijf Rotterdam samen met de betrokken partijen uit de sector aan alternatieven en structurele oplossingen. In augustus, na de zomervakantie, wordt hierover met alle betrokken partijen een congres georganiseerd. Ook zijn al enkele lange termijn oplossingen in voorbereiding, zoals NextLogic en de Container Exchange Route.’

Jaren praten
Op de vraag van Jetten hoe het toch kan dat er al jaren wordt gepraat en dat er nog steeds geen resultaat word geboekt in het oplossen van de congestie in de Rotterdamse haven, antwoordt Schultz dat ze zelf niet deelneemt aan deze overleggen. Ze vroeg het daarom na bij het Havenbedrijf Rotterdam en andere betrokken partijen. ‘Dat levert mij het beeld op dat wel degelijk bepaalde maatregelen worden getroffen of in voorbereiding zijn, waarmee verbetering bereikt kan worden. Zo wordt de beschikbare capaciteit beter benut door de mogelijkheid voor binnenvaartschepen om containers te lossen op een andere terminal, en de invoering van een minimum call size. Daarnaast wordt in het project Nextlogic gewerkt aan een verbetering van planning en optimalisering van de benutting van de capaciteit. Maar er wordt ook gewezen op de positie van de zeerederijen, die bij de optimalisatie van hun bedrijfsvoering minder oog zouden hebben voor de effecten op de andere schakels in de keten. Deze rederijen zijn onderdeel van een internationale, wereldwijde keten waar afhandeling in andere havens invloed en impact hebben op Rotterdam. Deze problematiek is vaak lastig te betrekken in het overleg.’

De oorzaken
De minister wijst als oorzaken voor de vertragingen die oplopen tot vijf dagen op meerdere oorzaken. ‘Naast de gevolgen van de cyberaanval op twee terminals, die enkele dagen gesloten waren, leidde vorige maand de invoering van nieuwe vaarschema’s tot langere wachttijden. Bovendien hebben lage waterstanden invloed op de capaciteit van de binnenvaart.’
Ook groeien volgens de minister de containervolumes sinds de zomer van vorig jaar weer stevig. ‘De groei blijft op een stabiel hoog niveau en gaat bovendien gepaard met grotere ‘call-sizes’ en een toename van transshipment volumes. Daarnaast is het effect merkbaar van personele beperkingen als gevolg van de zomervakantieperiode.’

45% blijft streven
Volgens de EBU staat door de congestie niet alleen het imago van de binnenvaart op het spel, maar ook het imago van Nederland en de Rotterdamse haven. Beiden hebben zich gecommitteerd aan het realiseren en behalen van bepaalde emissie doelstellingen, waardoor 45% van de containers in de haven via binnenschepen vervoerd zouden moeten worden. ‘Gezien de aanhoudende problematiek van congestie worden deze doelstellingen niet gehaald en vindt er een negatieve modal shift van de binnenvaart naar de weg plaats.’
Maar volgens Schultz is het streven om het aandeel van de binnenvaart in de totale afhandeling van containers te vergroten niet gewijzigd. Ook geeft ze toe dat de vertragingen niet alleen negatieve gevolgen hebben voor de reputatie van de binnenvaart, maar op de lange duur ook voor andere partijen in de logistieke keten. ‘Tegelijkertijd constateer ik dat de haven van Rotterdam al meer dan een jaar hard groeit, dat veel bedrijven zich er willen vestigen en dat de private investeringen op een hoog peil blijven.’

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

Bunkerstation Heijmen neemt collega bunkerbedrijf Neptun over

MILLINGEN AAN DE RIJN Bunkerbedrijf Heijmen uit Millingen aan de Rijn heeft het bunkerbedrijf Neptun van Anton en Tineke Wigman overgenomen. Heijmen breidt haar bunkernetwerk hiermee van Millingen en Rotterdam uit naar Nijmegen.

Anton en Tineke Wigman zochten volgens directeur Frank Heijmen een overnamekandidaat voor het Nijmeegse bunkerbedrijf waarover Anton als derde generatie de leiding had. ‘En het bleek te klikken’, vertelt Heijmen. ‘Met de overname kunnen we ons vaargebied verder vergroten en de service aan onze klanten verbeteren. Vooral als het gaat om het stukje Weurt en de Maas. Verder kunnen we de twee bunkerboten in Nijmegen ook gaan inzetten als het hier druk is.’
Het bunkerbedrijf in Nijmegen krijgt binnenkort de kleuren en de uitstraling van Heijmen. Het personeel blijft er gewoon werken, de ondersteuning gebeurt vanaf Millingen. ‘Wij gaan dit mooie familiebedrijf met dezelfde passie voortzetten zoals u die van hen en ons gewend bent’, besluit Heijmen.

Familiebedrijven
Zowel Heijmen als Neptun zijn familiebedrijven. Heijmen begon in 1953 met het leveren van brandstof aan de binnenvaart. In 1998 werd het huidige dubbelwandige bunkerstation (85 x 11,40 meter) met een capaciteit van 2000 kuub in gebruik genomen. De bunkerboten Martina 1 en 2 voorzien de klanten van brandstof. De directeuren Robert en Frank kwamen in de jaren negentig in het bedrijf en runnen sinds 2007 het bedrijf. De bevoorrading van de bunkerstations in Millingen en Rotterdam, gebeurt met de eigen tanker Hortensia 2.

Neptun voorziet sinds 1926 aan de Waal in Nijmegen de scheepvaart van brandstof. Dit gebeurde in eerste instantie vanuit een bunkersteiger met een opslagcapaciteit van 80.000 liter brandstof, toen nog via een handpomp. In 1966 werd een steiger in gebruik genomen met een capaciteit van 900.000 liter en een pompcapaciteit van 20 kuub per uur. Ruim twintig jaar later werd de opslagcapaciteit vergroot naar 1,2 miljoen liter brandstof en een pompcapaciteit van ongeveer 60 kuub. Op de steiger bevindt zich ook de winkel met een grootte van 280 m2 met scheepsbenodigdheden.
Voor het bunkeren van de schepen staan de Neptun 2 met 149 ton laadvermogen en de Neptun 44 van 94 ton laadvermogen ter beschikking.

Ook in Rotterdam
Sinds twee jaar is Heijmen ook actief in de Rotterdamse haven. In de eerste Eemhaven werd drie jaar geleden in samenwerking met SBH van Serge Broekhuizen een nieuw bunkerstation in gebruik genomen. De bunkerboten SBH 1 en SBH 2 voorzien sindsdien in de Rotterdamse haven de binnenvaart, maar ook de kleine kustvaart, werkschepen en jachten van brandstof.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

Volume binnenvaart groeit volgend jaar 1,9%

ZOETERMEER Het volume in de binnenvaart groeit volgend jaar met 1,9%. Onderzoeksbureau Panteia verwacht groei bij het vervoer van landbouwproducten, secondaire afvalstoffen, chemische producten en containers.

Uit de Korte Termijn Voorspeller (KTV) van Panteia blijkt verder dat de binnenvaart dit jaar kan rekenen op een groei van het vervoerde volume van 1,1%. Deze gematigde verwachting komt volgens Panteia vanwege de lage vervoerde volumes in de eerste maanden van dit jaar als gevolg van lage waterstanden op de Rijn en een zeer slechte oogst van landbouwproducten in West-Europa. Daarnaast heeft de stremming bij Grave een impact gehad op de afzetmogelijkheden van bouwmaterialen per binnenschip.

Weg en spoor
Panteia verwacht volgend jaar voor het totale goederenvervoer een groei van 2,1%, dit jaar wordt een groei verwacht van 1,6%. Dat komt onder meer omdat de koopkracht naar verwachting in 2017 en 2018 minder hard stijgt, maar de internationale handel wel weer opleeft. De wereldwijde economische vooruitzichten zijn gunstig. In bijvoorbeeld Brazilië en Rusland wordt weer economische groei verwacht na jaren van krimp. Dit heeft zijn uitwerking op het goederenvervoer.

Voor het wegvervoer wordt voor 2017 een groei verwacht van 1,9%, voor volgend jaar is dat 2,2%. Daarmee groeit het wegvervoer het meeste van alle modaliteiten. Voor het spoor wordt een groei van 0,7% voor dit jaar en een stijging van 1,6% voor volgend jaar verwacht. De Duitse plannen om de gebruikersvergoeding over het Duitse spoor te halveren zijn nog niet in deze cijfers verwerkt. De gebruiksvergoeding over het spoor in Duitsland is momenteel vergelijkbaar met die van Nederland, maar in Duitsland zijn er plannen om deze vergoeding drastisch te verlagen om spoorvervoer te stimuleren. In dat geval overweegt Nederland ook om omlaag te bewegen. Dit resulteert enerzijds in goedkoper spoorvervoer, wat een shift van weg naar spoor aantrekkelijk maakt. Anderzijds spelen kosten van het achterlandvervoer ook een rol bij havenkeuzes van rederijen.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

Binnenvaart vervoerde 0,2% meer lading in 2016

DEN HAAG De binnenvaart vervoerde vorig jaar ruim 314 miljoen ton lading, 0,2% meer dan een jaar eerder. Dat is 1% minder dan de groei van het totale goederenvervoer. Dat groeide in 2016 met 1,2% tot 1,67 miljoen ton. Het vervoer van lading over de weg en het spoor groeide volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) harder dan over het water.

De groei in de binnenvaart zat vooral in meer binnenlands vervoer en een stijgende aanvoer vanuit het buitenland. Vooral vanuit België, voor de binnenvaart het belangrijkste aanvoerland, werden flink meer goederen vervoerd. Deze aanvoer steeg met 8% tot bijna 34 miljoen ton. De hoeveelheid naar het buitenland afgevoerde goederen daalde vorig jaar. Naar Duitsland en België, samen goed voor 96% van de totale afvoer, daalde het vervoerde gewicht gemiddeld met 2,9%.
De daling in het grensoverschrijdend vervoer werd vooral veroorzaakt door de droge bulk. Het vervoer van droge bulk, zoals steenkolen en ertsen, deed zich voor in zowel het binnenlandse als het grensoverschrijdende vervoer. Het binnenlandse vervoer van natte bulk steeg vorig jaar met 7,8%. Dit kwam vooral door een stijging in het vervoer van aardolieproducten.
In het containervervoer daalde de aanvoer uit het buitenland. Bij de afvoer naar het buitenland steeg het vervoerde gewicht met 4,1%. Het binnenlandse containervervoer steeg in tonnen met 5,4%.

Binnenlands groeit
In het totale goederenvervoer kwam de groei geheel voor rekening van het vervoer binnen de Nederlandse landsgrenzen. De binnenlands vervoerde volumes stegen met 3,6%. In het binnenlandse vervoer zijn het vooral de vrachtauto’s die de meeste goederen vervoerden. Zij hadden in 2016 een aandeel van 82% van het totale vervoer binnen de Nederlandse landsgrenzen. De binnenvaart is goed voor bijna 17,6% van de binnenlandse goederenstroom, het spoor sluit de rij met een aandeel van 0,4%.

Het vervoer van goederen met een buitenlandse herkomst of bestemming daalde met 0,3% licht. Het grensoverschrijdende vervoer vormt met een aandeel van 60,7% het grootste deel van het totale goederenvervoer vanuit, naar en in Nederland. Het grootste deel van dit grensoverschrijdende vervoer gaat per zeeschip (58%). Vorig jaar nam het vervoer door zeeschepen wel met 0,9% af tot 589 miljoen ton. Het grootste deel hiervan, 398 miljoen ton, kwam Nederland binnen. Dit was 2,1% minder dan het jaar daarvoor. Van alle goederen verliet 189 miljoen ton Nederland via zee. Deze afvoer steeg met 1,5%.
Via zeeschepen werd vooral natte bulk vervoerd (35,8%), waaronder vooral aardolie(producten). Deze kwamen voor het grootste deel uit Rusland. Het volume aardolieproducten nam wel met 3% af ten opzichte van het jaar daarvoor.
Het containervervoer over zee steeg in 2016 met 1,4%. In 2015 was nog een daling te zien in het vervoer van containers door teruglopende handel met China en concurrentie met de havens van Antwerpen en Hamburg.

Buitenlandse concurrentie
Het wegvervoer vervoerde vorig jaar 723 miljoen ton goederen, een stijging van 3,4%. Het binnenlands wegvervoer groeide met 3,9% het sterkst. In het grensoverschrijdend wegvervoer van en naar Nederland namen de volumes met 2% toe. Deze groei kwam vooral voor rekening van buitenlandse vrachtauto’s. De Nederlandse vrachtauto’s reden juist minder goederen van en naar Nederland. Zij ondervinden steeds meer concurrentie van vrachtauto’s uit Midden en Oost-Europa.

Duitsland is de belangrijkste buitenlandse bestemming voor de wegvervoerders. In 2016 vervoerden Nederlandse vrachtauto’s ruim 24 miljoen ton aan goederen naar onze
Oosterburen, 4,4% minder dan het jaar ervoor. Vooral landbouwgoederen en overige voedingsmiddelen vinden hun weg naar Duitsland. Naar België, de tweede buitenlandse
bestemming van Nederlandse vrachtauto’s, steeg het wegvervoer met 7,7% tot bijna 21 miljoen ton. Ook hier waren het vooral landbouwgoederen en overige voedingsmiddelen die het meest vanuit ons land werden vervoerd.

Minder binnenlands
Het spoor vervoerde vorig jaar ruim 40 miljoen ton aan goederen, 1,5% meer dan een jaar eerder. De groei kwam geheel door de stijgende volumes in het grensoverschrijdende transport. Het binnenlands vervoer daalde voor het tweede jaar op rij. In 2015 bedroeg de daling 4,1%, vorig jaar liep dit op tot 7,7%.
Bij het grensoverschrijdende vervoer, goed voor 93% van het totale vervoer, steeg de aanvoer vanuit het buitenland met 4,5% het meest. Het is het derde opeenvolgende jaar dat de aanvoer van goederen harder groeit dan de afvoer naar het buitenland. Het
vanuit Nederland naar het buitenland vervoerde gewicht steeg met 1,6%.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

CoVadem als basis voor Vessel Train systeem

BRUSSEL De Vessel Train is een mooi initiatief, een schip vaart voorop als een leider, de overige schepen volgen. Maar om dit ‘treintje’ zo goed mogelijk te laten varen, moet wel een systeem worden ontwikkeld en gebouwd, dat niet alleen realtime de waterdiepte op de rivier meet, maar ook kan voorspellen. Het Nederlandse Marin, Bureau Telematica Binnenvaart (BTB), Deltares en Autena Marine gaan daarvoor zorgen.

Deze informatie is nodig om de Vessel Train op de binnenwateren zo goed mogelijk te kunnen adviseren over de te volgen route en de aanbevolen snelheid. Het systeem dat daarvoor nodig is, is gebaseerd op een al bestaande applicatie waarmee op ongeveer 50 binnenvaartschepen nu al deze informatie wordt verzameld, CoVadem. De gegevens worden op de wal opgeslagen en straks verder verspreid onder de schippers. Voor gebruik op de Vessel Train, worden nieuwe functionaliteiten aan dit systeem toegevoegd. Zo wordt de opgeslagen data gefilterd en worden de gegevens samengevoegd met informatie uit andere bronnen zoals de elektronische ECDIS kaart. Om een zo goed mogelijk beeld van de rivierbodem te krijgen worden de gegevens gecombineerd met hydrodynamische, hydrologische en morfologische modellen. Dit alles moet het mogelijk maken om actuele en voorspellende informatie over de toestand van de rivier te genereren en de Vessel Train te adviseren over de optimale snelheid en de te volgen route op de rivier.

2.000 schepen
CoVadem gaat zoveel mogelijk gebruik maken van de bestaande sensoren op de schepen, zoals de bestaande dieptemeter, de bestaande GPS en beladingsmeter. Eventueel worden wel sensoren toegevoegd, zoals verbruiksmeters voor het nauwkeurig meten van het brandstofverbruik. In feite wordt dus alleen een kastje geplaatst die wordt gekoppeld aan de bestaande sensoren om deze uit te kunnen lezen.

Het aantal schepen dat nu al meedoet aan CoVadem bedraagt nu rond de 50. De bedoeling is dat daar in eerste instantie tien tot vijftien binnenvaartschepen bijkomen. Tevens wordt in dit project de database aan de wal aangepast zodat in de toekomst zodat in de toekomst kan worden doorgegroeid naar 2.000 schepen. Dit moet in de toekomst niet alleen de nauwkeurigheid nog verder verbeteren, maar moet er ook voor zorgen dat de dekkingsgraad van het aantal vaarwegen nog verder toeneemt.
Het Marin is de projectleider in deze projecten. Samen met het BTB is Autena verantwoordelijk voor de systemen aan de wal. Autena neemt ook de installatie aan boord voor haar rekening.

Demonstratie
Om het voor de volgende schepen mogelijk te maken om de leider te kunnen volgen, moeten de volgende schepen worden uitgerust met apparatuur die dat mogelijk maakt. Deze apparatuur moet kunnen communiceren met de leider en moet het bedienen van het roer en de voortstuwing op afstand mogelijk maken. Verder moet een bepaalde afstand worden gehouden tussen het schip achter en de schepen daar achter of voor en moet kunnen worden gereageerd op noodsituaties.

Om te kunnen testen of alles ook waar gemaakt kan worden, worden simulaties gedaan op de simulatoren van het Marin en DST in Hamburg. Zo moet het hydrodynamische gedrag van het leidende schip en de volgende schepen in kaart worden gebracht. Ook worden verschillende scenario’s via software gesimuleerd. Het gaat hierbij om de scenario’s dat de Vessel Train in een rechte lijn en door een bocht vaart waarbij de schepen het leidende schip volgen op een geoptimaliseerde afstand. Ook wordt gekeken hoe het aan- en afkoppelen van schepen in de ‘trein’ aan het begin- en eindpunt verloopt en wat de consequenties zijn in noodsituaties. Het Marin is verantwoordelijk voor het kunnen demonstreren van deze verschillende scenario’s.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

 

Communicatie heikel punt na aanvaring stuw Grave

GRAVE De communicatie na de aanvaring van stuw Grave liet veel te wensen over. Ook werd de melding van de aanvaring met onvoldoende urgentie behandeld. In eerste instantie lag de prioriteit bij het afsluiten van de Thompsonbrug, pas later komt aan de orde dat er benzeen betrokken is en dat het stuwpand tussen Grave en Sambeek leegloopt. Ook ontbrak het de verschillende diensten aan een totaalbeeld en moet Rijkswaterstaat bij het uitbesteden letten op de consequenties voor de crisisbeheersing. Dit was onder meer te zien bij het sluiten van sluis Heumen.

Op donderdag 29 december voer bij mistig weer de tanker Maria Valentine met benzeen door de stuw op de Maas bij Grave. Naar aanleiding hiervan besloten Rijkswaterstaat, de drie betrokken veiligheidsregio’s en de betrokken waterschappen Berenschot een onderzoek uit te laten voeren naar de afhandeling in de eerste 48-uur na de aanvaring. Er loopt nog een onderzoek van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV). Dat richt zich op de volledige calamiteit en op de wijze waarop is omgegaan met de gevolgen. Daarnaast doet het Openbaar Ministerie strafrechtelijk onderzoek naar de toedracht.

Conclusies
De algemene conclusie van Berenschot luidt volgens Rijkswaterstaat dat het incident heeft plaatsgevonden onder unieke en zeer moeilijke omstandigheden waarbij alle betrokkenen zich tot het uiterste hebben ingespannen voor een goede crisisbeheersing. ‘De locatie en aard van het incident hebben de afhandeling ernstig bemoeilijkt. Daarnaast is de melding met beperkte urgentie behandeld en is door de betrokken partijen onvoldoende geanticipeerd op de interregionale effecten. Ook is de opschaling van de betrokken organisaties niet integraal afgestemd. Het ontbreken van een totaalbeeld en onvoldoende coördinatie op tactisch niveau bemoeilijkten adequate crisiscommunicatie.’

Aanbevelingen
In het algemeen stellen de onderzoekers dat de regionale plannen beter moeten aansluiten op het Handboek Incidentbestrijding, met daarbij speciale aandacht voor melding en alarmering en crisiscommunicatie. Een van de aanbevelingen in het rapport voor Rijkswaterstaat is dat zij explicieter de consequenties voor crisisbeheersing moet beschouwen bij het uitbesteden van taken. Ook wordt de overweging meegegeven direct na een crisis een afspraak te beleggen met alle hoofdrolspelers voor het nabespreken van de crisis en het uitwisselen van de ervaringen. Tot slot adviseert Berenschot om de veiligheidsregio’s het principe van een coördinerend Regionaal Operationeel Team (ROT) en coördinerend operationeel leider uit te werken.

De betrokken partijen gaan de resultaten en aanbevelingen nader bestuderen. De komende tijd gaan zij gezamenlijk aan de slag met de conclusies uit het rapport.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook