Omzet maritieme toeleverancier stijgt 4,3%

ROTTERDAM De 800 Nederlandse Maritieme toeleveranciers hebben vorig jaar 4,3% meer omzet behaald dan in 2017. De totale omzet van de maritieme toeleveranciers steeg naar 3,5 miljard euro.

Uit de jaarcijfers van brancheorganisatie Netherlands Maritime Technology (NMT) over de staat van de Nederlandse maritiem-technologische sector blijkt eveneens dat de werkgelegenheid in 2018 steeg van 16.413 tot 17.318 voltijds arbeidsplaatsen, een stijging van ruim vijf procent.
De trend van verduurzaming en digitalisering bij de toeleveranciers zette volgens NMT door in 2018. ‘Beide gebieden die de concurrentiepositie kunnen verstevigen, want die werd in 2018 nog als zeer competitief ervaren.’

Prijzen onder druk
Bij de ruim 100 Nederlandse scheepswerven en 800 maritieme toeleveranciers steeg de omzet licht in 2018. De totaalomzet van de maritiem-technologische sector nam toe met 400 miljoen euro ten opzichte van 2017, tot € 7,3 miljard euro. Maar de stijging van de omzet, betekende niet vanzelfsprekend meer winst. Bij veel bedrijven bleven de prijsniveaus onder druk staan. De totale werkgelegenheid bedroeg 29.072 FTE, een stijging van bijna vier procent ten opzichte van 2017.

NMT-voorzitter Bas Ort constateert dat vorig jaar in Nederland weer veel orders zijn aangenomen en schepen afgebouwd. ‘De focus ligt op complexe en innovatieve schepen en de diversiteit is enorm. Onze zeescheepsbouwers hebben het wel behoorlijk lastig gehad in 2018. Het getuigt van doorzettingsvermogen dat ze, ondanks de uitdagingen, blijven vernieuwen en orders voor nieuwe scheepstypen binnenhalen. Gelukkig laten deelsectoren, zoals de superjachtbouw, een stabiel beeld zien. Een belangrijke aanjagersrol wordt op deze manier ingevuld.’

Kleine schepen
De categorie binnenvaart, visserij en kleine zeegaande schepen deed volgens NMT vorig jaar ‘buitengewoon goede zaken’. Zo steeg de orderintake van luxe riviercruiseschepen flink ten opzichte van 2017. Ook werd veel onderhoud gepleegd. De hellingen en dokken waren steeds goed bezet. Waar het aantal nieuwe opdrachten licht daalde, liet het aantal opleveringen een mooie plus zien. In 2018 ontvingen de werven in deze categorie bouwopdrachten voor 185 schepen (2017: 198). Er werden 183 schepen opgeleverd (2017: 155). Het orderboek is stabiel gebleven met 143 schepen in portefeuille eind 2018 (2017: 146).

Superjachtbouw
De grootte en daarmee de waarde van superjachten, blijft toenemen. De jachtenbouwers anticiperen hierop door nieuwe productiefaciliteiten te bouwen die grotere schepen aankunnen. In 2018 zijn 25 superjachten opgeleverd, net zoveel als een jaar eerder. De waarde steeg wel, van 1,2 naar 1,5 miljard euro. De werven noteerden 16 nieuwe opdrachten (2017: 18) met een waarde van bijna 1,1 miljard euro (2017: 1,2 miljard euro). De orderportefeuille betrof eind december 50 superjachten (2017: 57 superjachten) met een waarde van bijna 4,1 miljard euro (2017: 4,5 miljard euro).

Zeescheepsnieuwbouw
De orderintake in de Nederlandse zeescheepsnieuwbouw heeft vorig jaar nog niet doorgezet. In 2018 ontvingen de werven in deze categorie bouwopdrachten voor 39 schepen, eer jaar eerder waren dat er nog 56. De daling in het aantal orders is voornamelijk te wijten aan de afname van het aantal nieuw bestelde sleep- en werkboten. De totale waarde van de orderintake is met 643 miljoen euro vergelijkbaar met 2015 en 2016, maar flink lager dan 2017 (1.138 miljoen euro). ‘Het grote verschil tussen 2017 en 2018 is te wijten aan enkele grote complexe orders die geplaatst zijn in 2017.’ Het aantal opgeleverde schepen daalde vorig jaar licht van 58 naar 55 schepen en vertegenwoordigt een waarde van 589 miljoen euro. Het exportaandeel qua waarde van de opgeleverde schepen bedroeg 58%. Ondanks de dalingen in orderintake is de omvang van het orderboek stabiel gebleven met een waarde van 1,8 miljard euro.

Voor het eerst sinds een aantal jaren is de dalende trend van de totale omzet van de Nederlandse zeescheepsreparatiewerven wel doorbroken, maar van een overtuigend herstel is volgens NMT nog geen sprake. De omzet bedroeg in 2018 416 miljoen euro (2017: 381 miljoen euro). In 2015 was de omzet ruim 562 miljoen euro dus er is nog veel ruimte voor herstel. De werkgelegenheid bedroeg 1.751 fte (2017: 1.710 fte).

‘Grotere stap vooruit’
Volgens de NMT-voorzitter moet de sector verschillenden stappen maken om van de kleine stap in 2018, de komende jaren een grote stap vooruit te maken. ‘NMT wil dat haar leden duurzame, slimme schepen en maritieme technologie kunnen leveren in een mondiaal gelijk speelveld, met voldoende gekwalificeerde arbeidskrachten, die in veilige en eerlijke omstandigheden werken. Hierbij heeft de Nederlandse overheid een rol als launching customer en wordt de Nederlandse maritiem-technologische sector ondersteund bij haar exportactiviteiten.’

Verder moet maritieme regelgeving een prikkel zijn voor het stimuleren van innovaties, maar ook snel kunnen worden aangepast aan ontwikkelingen. ‘Een gelijk speelveld, zowel mondiaal als binnen Europa, is één van de belangrijkste en ook meest complexe zaken waar we ons dagelijks hard voor maken. Door wisselend beleid van verschillende landen is er sprake van hardnekkige marktverstoringen in de scheepsbouw.’

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

Onderhoudssituatie sluizen en bruggen urgenter dan voorgesteld

DEN HAAG De onderhoudssituatie van sluizen en bruggen is urgenter dan het beeld dat uit het jaarverslag van het Infrastructuurfonds naar voren komt. Een en ander blijkt uit het Verantwoordingsonderzoek 2018 van de Algemene Rekenkamer.

Op het onderhoud aan bruggen en sluizen in hoofdvaarwegen werd de afgelopen jaren voor € 414 miljoen aan onderhoudswerk uitgesteld, deels door een te krap budget. Dat staat volgens de Rekenkamer in contrast met de aanwending van de extra € 543 miljoen die het kabinet uittrok voor nieuwe infrastructuur. ‘Dat geld is niet uitgegeven in 2018, maar doorgeschoven naar 2020 en 2021, omdat de aanleg voorbereidingstijd kost.’ President Arno Visser van de Algemene Rekenkamer concludeerde dan ook bij de aanbieding van de verantwoordingsstukken aan de Tweede Kamer dat ‘extra geld leidt niet meteen tot zichtbaar resultaat’. ‘En er is ook nog achterstallig onderhoud op plaatsen waar geen geld beschikbaar is. Dat is op dit moment nog wel verklaarbaar. Onze vraag is of daar de komende jaren verandering in komt.’

Vertroebeld
Een knelpunt bij de hoofdvaarwegen is dat het niet precies duidelijk is wat de staat van de infrastructuur is en dat er onvoldoende geld is of is vrijgemaakt voor de instandhouding. Ook rekent de minister volgens de Rekenkamer een sluis of brug die gedeeltelijk buiten werking is, niet mee in de indicator voor beschikbaarheid. ‘Evenmin blijkt welk deel van het uitgestelde onderhoud een bewuste keuze is en welk deel is uitgesteld omdat er onvoldoende middelen zijn of onvoldoende capaciteit is. De minister van Infrastructuur en Waterstaat zou daarom meer inzicht moeten hebben en bieden in de samenstelling van het volume aan uitgesteld onderhoud.’

Het zicht op de feitelijke situatie rond sluizen en bruggen wordt ook vertroebeld door de definities die de minister gebruikt. De minister spreekt van ‘uitgesteld onderhoud’ als de uiterste adviesdatum voor een onderhoudsmaatregel is verstreken en het onderhoud nog niet is uitgevoerd. Van ‘achterstallig onderhoud’ spreekt de minister als er ook niet meer wordt voldaan aan de geldende veiligheidsnormen of prestatieafspraken. ‘Als Rijkswaterstaat met het oog op de veiligheid een noodmaatregel neemt door een brug af te sluiten, merkt de minister die brug als achterstallig onderhoud aan. Daarmee ontstaat naar ons oordeel een vertekend beeld van het achterstallig onderhoud. De minister van IenW geeft in het jaarverslag van het Infrastructuurfonds aan dat uitstel van onderhoud van infrastructuur deel uitmaakt van haar onderhoudsstrategie.’

Maandelijks gestremd
Als voorbeeld noemt de Rekenkamer Sluis Bosscherveld in Maastricht. Deze sluis was bijna maandelijks wel een keer gestremd door storingen of ongepland onderhoud. Begin vorig jaar was de sluis zelfs meer dan een maand buiten gebruik. Er was een ‘weerstandbank’ doorgebrand. Dat is een onderdeel van het aandrijvings- en bewegingswerk van de sluis, nodig om de sluisdeuren te openen en te sluiten. De weerstandbank was bijna honderd jaar oud en ver over zijn technische levensduur heen. De inspectie vond de staat van het aandrijvings- en bewegingswerk van de sluis bij haar periodieke controle een paar jaar geleden al matig en risicovol. Desondanks is vervanging meermaals uitgesteld vanwege andere prioriteiten in de regio. Gedurende de stremming van de sluis moeten schepen omvaren via andere sluizen. Deze zijn echter alleen geschikt voor kleinere schepen. Grotere schepen kunnen hun bestemming dus niet bereiken.

De sluis is wat betreft de Rekenkamer een illustratie van hetgeen uit de onderzoeken naar voren komt als het gaat om de kwaliteit van de diensten die de rijksoverheid vandaag de dag verleent – na de crisis, waarin kabinet en parlement een reeks bezuinigingspakketten overeenkwamen om het financieringssaldo op peil te houden. ‘De bezuinigingen bleven niet zonder gevolgen. Op verschillende plekken versoberde de dienstverlening.’

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

Sluizen Nederrijn en Lek gereed voor centrale bediening op afstand

DRIEL Rijkswaterstaat heeft deze week de renovatie van sluis Driel met succes afgerond. Sinds 8 mei 17 uur kan de scheepvaart weer gebruik maken van de sluis.

De werkzaamheden aan de sluis begonnen op 20 februari. Sindsdien zijn de elektrotechnische installaties en de bewegingswerken van de sluisdeuren vervangen. Ook werden betonreparaties uitgevoerd en werd de sluis geschikt gemaakt voor centrale bediening.

De komende tijd gaat de bediening van de drie sluizen en stuwen over naar de nieuwe bediencentrale in Amerongen. Om de overgang naar centrale bediening veilig, gecontroleerd en goed te laten verlopen voor scheepvaart en watermanagement, is het nodig om diverse werkzaamheden uit te voeren. Onder andere worden de systemen aangesloten en uitgebreid getest.
Iedere sluis wordt in dit kader een aantal dagen gestremd:
– Sluis Amerongen: donderdag 13 juni 22.00 uur tot en met maandag 17 juni 2019 22.00 uur.
– Sluis Hagestein: donderdag 26 september 22.00 uur tot en met maandag 30 september 2019 22.00 uur.
– Sluis Driel: donderdag 7 november 22.00 uur tot en met maandag 11 november 2019 22.00 uur.
Het scheepvaartverkeer vaart tijdens de stremmingsperiodes om via de Waal. De centrale bediening moet eind van dit jaar een feit zijn.

Over de helft
Rijkswaterstaat renoveert de drie stuwcomplexen in de Nederrijn en Lek. Een van de onderdelen van de renovatie betreft de sluizen Driel, Amerongen en Hagestein. Met de renovatie van sluis Driel en de start van de vervanging van de zuidelijke vizierschuif in stuw Hagestein, zijn de renovatiewerkzaamheden nu over de helft. De komende tijd vervangt RWS nog drie vizierschuiven in de stuwen en worden de stuwen Amerongen en Driel geschilderd. (Foto Rijkswaterstaat)

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

Minder dan de helft containers is gevuld

STRAATSBURG Van de containers die in de eerste drie kwartalen van vorig jaar in Nederland of België werden overgeslagen, was minder dan de helft gevuld. Op de Bovenrijn was gemiddeld 68% van de containers geladen en 32% leeg. Dat meldt de De Centrale Commissie voor de Rijnvaart in haar recente Markt Insight voor de Europese binnenvaart.

Deze cijfers stemmen volgens de CCR ‘in grote mate overeen met de tendens dat goederen uit het gebied aan de Bovenrijn worden uitgevoerd naar buitenlandse bestemmingen en dat er lege containers uit het buitenland worden ingevoerd’. Deze gaan dan terug naar de havens langs de Bovenrijn waar ze opnieuw worden geladen met voor de export bestemde goederen.

Dezelfde berekening voor de Beneden-Rijn laat zien dat het aandeel gevulde containers hoog blijft voor containers die in Frankrijk, Duitsland of Zwitserland worden geladen. Bij de containers die in België of Nederland worden geladen, neemt het aandeel van de gevulde containers echter toe.
In de drie eerste kwartalen van 2018 was 87,2% van de containers die in de Franse Rijnhavens werden overgeslagen, gevuld met goederen. Slechts 12,8% van de containers was leeg. Ook de containers die in de Duitse of Zwitserse Rijnhavens werden overgeslagen, waren in meer dan 80% van de gevallen gevuld.

Overige goederen
De CCR keek naast de containers ook naar de verdeling van andere ladingsoorten. In Nederland bestaat het vrachtvervoer voor 56% uit droge lading, 30% uit vloeibare lading en 14% uit containers. Uit de vergelijking van het derde kwartaal van 2018 met dat van 2017 blijkt dat de export van droge bulkgoederen met 8% terugliep, de export van vloeibare bulkgoederen met 9% en de export van containers met 6%. Het nationale vervoer deed het wel goed: het nationale vervoer van droge bulkgoederen, vloeibare bulkgoederen en containers steeg met respectievelijk 4%, 2% en 8%.

Alleen daling
In Duitsland bedraagt het aandeel van droge lading, vloeibare lading en containers respectievelijk 56%, 25% en 12%. Het resterende percentage bestaat uit verpakte en andere goederen. In vergelijking met het derde kwartaal van 2017 daalde het vervoer van metalen in het derde kwartaal van 2018 met 22%, chemische stoffen met 16%, steenkool met 8%, ijzererts met 13%, landbouwproducten met 14% en zand en steen met 16%). Het uitgaande vervoer daalde met 22%, het inkomende vervoer met 14% en het nationale vervoer met 7%.

Vooral droog
In Roemenië is droge lading goed voor 95,1% van het totale vrachtvervoer, vloeibare lading voor 4,6% en containers voor 0,2%. In het segment droge lading nam het vervoer van ijzererts met 28% toe. Zand, steen en bouwmaterialen kenden een groei van 11%. Het grootste productsegment, graan, bleef eerder op hetzelfde peil hangen.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

Laagwater kostte Duitse industrie 1,9 miljard

STRAATSBURG Vanwege het lage water op de Rijn van vorig jaar heeft de Duitse industrie minder hard kunnen groeien. In het derde kwartaal van 2018 bedroeg het verlies op de groei van de industriële productie 0,8 procentpunt, wat overeenkomt met 1,9 miljard euro.

De Centrale Commissie voor de Rijnvaart (CCR) haalt in haar recente Markt Insight voor de Europese binnenvaart hiervoor het Kiel Institute for the World Economy aan. De daling is vooral te wijten aan de tijdelijke verstoringen in de logistieke ketens. Met name de chemische industrie en het containervervoer hadden te lijden onder de gevolgen van onderbrekingen in de logistieke keten.

Nieuwe concepten
De maximale beladingsgraad kan verschillen, al naar gelang om welk type schip het gaat en welk gedeelte van de rivier. De CCR berekent de beladingsgraad op maandbasis. In de formule voor de berekening van de beladingsgraad wordt rekening gehouden met de specifieke waterwegparameters en de gegevens over de actuele waterstanden. Uit de cijfers blijkt volgens de CCR dat perioden met laagwater met name voor grotere schepen nadelig zijn. ‘Dit werpt dan ook de vraag op of het al dan niet wenselijk is nieuwe of aangepaste logistieke concepten te ontwikkelen waarin kleinere schepen met een geringe diepgang eventueel een rol zouden kunnen spelen.’

Donau
In het Donaubekken hadden de lage waterstanden in Oostenrijk en Hongarije relatief weinig invloed op de beladingsgraad van de schepen. In Duitsland hadden de schepen echter meer te lijden onder de lage waterstanden. Dit kan worden verklaard door het feit dat het Duitse gedeelte van de Donau op veel plaatsen een vrijstromende rivier is.

In Hongarije is de binnenvaart niet alleen gevoelig voor perioden met laag water, maar ook voor vorstperioden, die de vervoersactiviteiten ernstig kunnen belemmeren. Dat was bijvoorbeeld het geval in het eerste kwartaal van 2017. Daarnaast is het vervoer over de Donau seizoensgebonden en nauw verweven met het vervoer van landbouwproducten.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

Containeroverslag stijgt, wereldhandel herstelt

ESSEN De wereldwijde handel heeft zich in maart licht hersteld ten opzichte van de maand ervoor. De containeroverslagindex van het Duitse RWI – Leibniz-Institut für Wirtschaftsforschung en het Instituts für Seeverkehrswirtschaft und Logistik (ISL) steeg in maart van 134,5 naar 136,9. De index is volgens de Duitsers een goede graadmeter hoe de wereldhandel er voor staat.

Met het nieuwe cijfer wordt de scherpe daling van februari naar 138,2 naar 134,5 gedeeltelijk gecompenseerd. Volgens de Duitsers herstelde vooral de overslag van containers in de Chinese havens zich in maart.

De containeroverslagindex van de Duitse onderzoeksinstituten RWI en ISL gedraagt zich de laatste maanden vanwege de handelsconflicten wispelturig. (Illustratie RWI/ISL)

De Duitse containeroverslagindex is al enkele maanden zeer volatiel. Oorzaak daarvan zijn volgens CEO Roland Döhrn van RWI de handelsconflicten en de onzekerheden in de wereld. ‘De index schommelt al enkele maanden sterk. Een ineenstorting, zoals je zou kunnen vrezen bij deze handelsconflicten, is nog steeds niet duidelijk te zien. De trend van de index is eerder een zijwaartse beweging.’

Voor de index verwerken de Duitsers de overslagcijfers van containers in 83 internationale havens. Deze havens vertegenwoordigen ongeveer 60% van de wereldwijde containeroverslag. De zogenoemde snelle schatting voor maart is gebaseerd op de cijfers van 49 havens, die ongeveer 76 procent van de overslag van de index vertegenwoordigt.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

Burgemeesters openen Maritime Industry

GORINCHEM Burgemeester Reinie Melissant-Briene, burgemeester Wouter Kolff en burgmeester Marcel Fränzel hebben dinsdag 7 mei gezamenlijk het startsein gegeven voor Maritime Industry 2019. Een bijzonder jaar. Het Lustrum van 15 jaar Maritime Industry wordt namelijk gevierd.

Bedrijven, met name de binnenvaart en maritieme toeleveranciers, blijken trouw aan deze beurs. ‘Ter gelegenheid van de 15e editie overhandigen wij 31 awards aan de bedrijven die al sinds de start een plek hebben op onze beursvloer’, vertelt Jeroen van Hooff als algemeen directeur van beursorganisator Easyfairs Nederland. ‘Wij zijn deze bedrijven ontzettend dankbaar, zij vormen het fundament van deze beurs en hebben er mede voor gezorgd dat Maritime Industry een onmisbaar moment is geworden voor de maritieme sector in Nederland. Dat drie burgemeesters de beurs openen is een fantastisch gebaar. Wij zijn erg vereerd.’

Blij
Ook de burgemeesters zijn blij met het succes van de beurs. ‘In Gorinchem faciliteren wij één van de grootste maritieme beurzen van Nederland’, zegt Reinie Melissant-Briene. ‘Dat is niet voor niets. Onze regio’s – met samen meer dan 400.000 inwoners – maken onderdeel uit van de maritieme delta die loopt van Rotterdam tot en met Drechtsteden, Gorinchem en Werkendam.’ Wouter Kolff: ‘Onze regio’s hebben een sterke reputatie door onze maritieme maak- en servicebedrijven. Met Gorinchem trekken we samen op en zoeken we ook nieuwe partners om zo veel mogelijk gebruik te maken van deze positie. Zo gaan we voor een maximale bijdrage aan de BV Nederland’.

Aqualink
Ook bedrijven van Aqualink zijn op de beurs in Gorinchem te vinden. U bent van harte welkom om te komen kijken wat zij u kunnen bieden.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

Miljoen aan subsidie voor duurzame binnenvaart

ROTTERDAM Het ministerie van Infrastructuur en Milieu heeft voor 2019 een miljoen euro subsidie beschikbaar gesteld voor innovaties en duurzame projecten in de binnenvaart.

Deze subsidie kan specifiek worden aangevraagd voor projecten gericht op de reductie van CO2-, NOx- en PM-emissies en/of methaanslip bij de voortstuwing van binnenvaartschepen. Hierbij kan gedacht worden aan het gebruik van alternatieve brandstoffen, voor- of nabehandelingstechnieken, aanpassing van motormanagement en motorgebruik en de inrichting en gebruik van het schip.
De projecten kunnen demonstraties en ontwikkeling van nieuwe concepten, verdere optimalisaties of nieuwe combinaties van bestaande concepten zijn. Per project bedraagt de subsidie maximaal € 250.000.

Voor 1 augustus
Het aanvraagformulier kunt u downloaden via deze link. Voor vragen of meer informatie over deze regeling kunt u contact opnemen met het EICB, via 010 – 798 98 30 of per e-mail: info@eicb.nl.
De uiterste inleverdatum voor aanvragen is 1 augustus 2019. Een onafhankelijke Innovatieraad beoordeelt de ingediende projecten.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

Elke Recaro stuurstoel komt altijd uit Bemmel

BEMMEL Waar in de wereld je ook een stuurstoel koopt van Recaro, ze komen allemaal uit het Gelderse Bemmel. Bij Sun Marine Seats komen de standaard autostoelen van de Duitse fabrikant binnen en verlaten ze het pand weer als stuurstoel voor aan boord van schepen en jachten.

Sun Marine Seats is in de wereld de enige fabrikant van Recaro stuurstoelen voor op het water. Het bedrijf is ook licentiehouder. Dat betekent dat niet alleen de stoelen, maar de hele stuurstoel het merk Recaro mag voeren. In het pand in Bemmel is dan ook geen andere stoel te vinden dan van de Duitse fabrikant. Zelfs de heftruck in het magazijn is voorzien van zo’n stoel.
Het grootste deel van de stoelen gaat vanuit Bemmel dus de hele wereld over. Alle aanvragen voor stoelen waar water bij komt kijken, stuurt Recaro door naar Bemmel. Aan welke sector de importeurs in de verschillende landen de stuurstoelen verkopen, is sterk afhankelijk van het land. Zo verkopen de importeurs en dealers in Noorwegen de meeste Recaro stuurstoelen aan de supply vessels, Engeland verkoopt veel aan de visserij en Frankrijk verkoopt de meeste stoelen voor plaatsing op militaire boten en mega jachten. In Italië en Nieuw-Zeeland is het bijna allemaal mega jachtenwerk.

Poot onder autostoel
Victor Willems runt als de huidige directeur van Sun Marine Seats het bedrijf samen met Jimmy, die het magazijn doet. Het bedrijf ontstond volgens Willems op een bijzondere manier. ‘Het leuke is dat een schipperskind dit bedrijf ooit is begonnen. Hij werkte in Nijmegen in een automaterialenhandel. Die verkochten Recaro autostoelen. Hij heeft voor zijn vader heel eenvoudig zo’n autostoel op een poot gezet. Daar is het heel erg simpel gezegd, mee begonnen. Veel later is hij samen met een oliehandelaar een bunkerbedrijf in Nijmegen begonnen. Ik ben toen bij hem terecht gekomen als monteur voor de radars, piloten, en dergelijke. Tijdens mij werkzaamheden daar, deed ik ook al veel de Recaro stuurstoelen. Hij heeft later de elektronica tak aan Alewijnse verkocht en ik ging mee. Daar heb ik drie jaar gezeten, totdat ik het op een gegeven een beetje beu was om steeds onder die dashboards te liggen. En Alewijnse was mij te groot, ik wil zaken snel zelf kunnen regelen. In 1998 ben ik teruggegaan naar de schipperszoon die nog steeds de Recaro stuurstoelen verkocht. En nu na een groot aantal eigenaren, run ik nog steeds deze toko. En nog steeds met alle liefde. Nu is Wilie Verberck de eigenaar.’

Vooral jachten
Sun Marine Seats verkoopt de stuurstoelen inmiddels niet meer alleen aan binnenvaartschepen, al ligt er weer een opdracht van een Belgische firma voor vier stoelen, maar ook aan de grotere jachten. ‘Dat gaat om jachten vanaf een meter of dertig. Want anders zijn onze stoelen te groot. De superjachten maken nu een groot deel uit van de verkopen. Bij Heesen staan we bijvoorbeeld vast op de jachten, en we leveren ook veel stoelen aan interieurbouwers die werkzaam zijn bij Oceanco.’
Dat de Recaro stoelen populair zijn bij jachteigenaren, blijkt volgens Willems ook op het Cannes Yachting festival. ‘Op deze jachtenbeurs staan we altijd. En ieder jaar gebeurt het wel een keer dat iemand langskomt die een jacht heeft gekocht, maar onze stoel erop wil hebben. De laatste keer kwam er iemand met een Taiwanese jachtenbouwer. Die heeft twee stoelen gekocht, maar het was de eerste keer dat ze onze stoel gebruikten, dus er ging het een en ander mis. Er was ook iets kapot gegaan. Ik wil dit dan zo snel mogelijk oplossen. Dat lukte binnen een week. Omdat het jacht weg moest, waren ze zeer tevreden met onze service. Uiteindelijk kreeg ik van de general manager een e-mail dat hij dit nog nooit had meegemaakt en dat vanaf nu alleen nog maar Recaro’s op hun jachten kwamen te staan. Dat zijn toch de leuke dingen die je kan doen als je een klein bedrijf bent.’

Naast de jachten, worden de Recaro stoelen ook regelmatig geleverd voor plaatsing op zeegaande schepen, Wagenborg is bijvoorbeeld klant van Sun Marine Seats, en snelle boten. In het laatste geval zit onder de stoelen dan vaak een luchtgeveerd systeem. Het systeem is van een fabrikant van stoelen voor buschauffeurs en treinmachinisten. ‘Die heeft het systeem helemaal voor ons aangepast. Ze zijn goedgekeurd en gecertificeerd door Bureau Veritas en worden met 12 G in een botsproef getest. We verkopen deze stoelen veel voor op reddingsboten, bijvoorbeeld aan Noorwegen, een land waar veel water is. Verder leveren we ook stoelen voor militaire vaartuigen. Vorig jaar hebben we nog een project gehad voor interceptor boten voor het Midden-Oosten. Daar zitten echte Recaro racekuipen op die je normaal gesproken in raceauto’s ziet.’

‘Gevoelsding’
De Recaro stuurstoelen zitten volgens Willems qua prijs in de hoge regionen. ‘We zijn wel een duurder merk. Maar in het geval van de jachten is het vaak ook meer een emotie voor de koper. Het is een gevoelsding. Want onze concurrenten maken geen slechte, maar andere spullen. En als je de binnenvaart pakt, dan is onze grootste concurrent een aluminiumbouwer. Die hebben dan ook wel een mooie poot en een mooie rails, maar de stoel is niet veel meer dan een houten plank met een kussentje erop. Dat merk je wel. Ik durf dan ook wel te zeggen dat wij ergonomisch de beste zijn. Bij ons is de stoel op zich al een product wat ergonomisch super uitgedokterd is. Wij zijn ook de enige die volledig elektrisch bedienbare stoelen hebben. Deze stoelen kunnen elektrisch vooruit en achteruit, omhoog en omlaag, hebben verwarming, ventilatie en een elektrisch instelbare lumbaalondersteuning. Ook kunnen we bediening in de arm plaatsen.’

‘Bij elkaar sprokkelen’
Sun Marine Seats heeft een hoop onderdelen voor de stuurstoelen op de schappen in het magazijn staan. Zo komen de stoelen komen uit Duitsland, de armsteunen uit Zweden, het roestvaststaal van Sun hier tegenover en de frames uit Zevenaar. ‘We sprokkelen alles dus een beetje bij elkaar. Het bedenken en ontwerpen doe ik meestal zelf, of samen met de klant. Verder heb ik de ondersteuning van de engineers van Sun Roestvaststaal. Deze kunnen goed meedenken en alles omzetten naar een 3D model, want we kunnen ook custom made producten maken. Zo krijgen wij voor 90% van de stoelen die wij doen, de stoffen aangeleverd en daarmee moeten de stoelen opnieuw worden bekleed. We hebben daar een vaste partner voor, die inmiddels het moeilijke werk goed onder de knie hebben. Ook maken we steeds meer gebruik van carbon, bijvoorbeeld voor armsteunen of een zuil. Dat is niet alleen mooi, maar ook erg licht.’
Een voordeel van de Recaro stoelen is volgens Willems dat ze goed te repareren zijn. ‘Als er een onderdeel kapot is, hoef je niet direct een hele nieuwe stoel te kopen. De rugleuning ziet er vaak nog goed uit, maar de zitting gaat meestal als eerste kapot. Die kan je er bij ons gewoon uitwippen en een nieuwe inzetten.’

Innovaties
Willems denkt overigens niet dat hij nog mee gaat maken dat er geen stuurstoelen meer in de stuurhut staan, bijvoorbeeld vanwege autonoom varen. Wel ziet hij nu nog gebeuren dat regels wel eens de innovaties in de stuurstoelen beperken. ‘Officieel mag de stoel bijvoorbeeld niet kunnen draaien als je de bediening van het roer in je armleuning hebt. Want als je de stoel omdraait is de bediening ook ineens de andere kant op. Dat mag dus officieel niet, maar het gebeurt wel. Want als je eenmaal in de stoel zit en tussen de lessenaars, dan kan je toch niet draaien. Bij de jachten zie je wel steeds vaker dat de bediening van de radar in de armsteun willen hebben. Het komt dus wel meer. We hebben ook een commanderseat, die zie je vooral op die hele grote supply vessels, maar dan niet om te varen, maar om die grote kranen te bedienen.’

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

 

RWS stort grind op Boven-Rijn, CoVadem meet gevolgen

TOLKAMER Rijkswaterstaat gaat tot eind juli voor de tweede keer grind toevoegen aan de Boven-Rijn ter hoogte van Tolkamer. De sedimentsuppletie is onderdeel van een proef om de daling van de rivierbodem te stoppen. Met hulp van CoVadem worden de gevolgen van de suppletie voor de binnenvaart gemeten.

Rijkswaterstaat stort de komende maanden zo’n 70.000 m3 grind in de diepe buitenbocht van de Boven-Rijn (kilometerraai 863,6-862). In totaal komt er op deze locatie een 0,8 tot 1,2 meter dikke laag grind te liggen, die in de loop van de tijd meegevoerd gaat worden naar de benedenstroomse delen van de rivier. In 2016 stortte Rijkswaterstaat voor het eerst een laag grind van gemiddeld 0,3 meter.

Bodemdaling
De bodemdaling is mede het gevolg van menselijk ingrijpen in de rivier. Door het verleggen en kanaliseren van rivieren, de zand- en grindwinning en bodemerosie in combinatie met te weinig aanvoer van zand en grind zijn rivierbodems gaan dalen. De rivierbodem daalt niet gelijkmatig. Er kunnen diepe, smalle geulen ontstaan in de buitenbocht en ondiepe plekken in de binnenbocht. Daarnaast zijn op sommige delen van rivieren de bodems verhard. Daar kan de bodem dus niet uitslijten en dalen. Vooral bij laagwater levert dat op sommige plekken problemen op voor de bevaarbaarheid. De vaardiepte op de ondiepe delen wordt aanzienlijk verminderd. De binnenvaart kan daardoor minder lading meenemen waardoor de transportkosten stijgen.

Weinig hinder
Het scheepvaartverkeer ondervindt weinig hinder van de werkzaamheden. Het storten doen de klapschepen al varende. De aangebrachte laag grind heeft verder geen invloed op de scheepvaart, omdat het wordt toegevoegd aan de diepe delen van de buitenbocht. De laag ligt nog onder het niveau waarop Rijkswaterstaat gaat baggeren. Daarnaast wordt de diepte van de vaargeul constant in de gaten gehouden. Mocht er een ongewenste ondiepte ontstaan, dan wordt die binnen 24 uur verwijderd.

Ervaringen in Duitsland
Bijzonder aan dit proefproject, is dat Rijkswaterstaat samenwerkt met de Duitse zusterorganisatie Wasser- und Schifffahrtsamt Duisburg-Rhein en dat de suppleties worden uitgevoerd op het Duitse grondgebied (de grens loopt hier over het midden van de rivier). De Duitsers hebben al sinds de jaren 80 ervaring met toevoegen van sediment aan de rivierbodem. De Duitse ervaringen zijn echter niet direct te vertalen naar Nederland. De rivierbodem in Duitsland is namelijk veel grover en harder en daardoor minder dynamisch dan in Nederland. Het grind dat in Nederland wordt gestort is dan ook fijner dan in Duitsland.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

Dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland.