Tag archieven: binnenvaart

Containeroverslag daalt

ESSEN De wereldwijde containeroverslag is na een stijging in mei, in juni weer gedaald. De containeroverslagindex van het Duitse RWI – Leibniz-Institut für Wirtschaftsforschung en het Instituts für Seeverkehrswirtschaft und Logistik (ISL) daalde in de afgelopen maand van 133,6 naar 132,7 punten.

Volgens de twee Duitse onderzoeksinstituten kan de stijging in mei worden verklaard doordat in de markt is geanticipeerd op het stijgen van de Amerikaanse importtarieven voor invoer vanuit China die op 1 juli in werking zijn getreden. Dit heeft volgens de onderzoekers wellicht ook een nog sterkere daling in juni voorkomen.

Voor de index verwerken de Duitsers de overslagcijfers van containers in 88 internationale havens. Deze havens vertegenwoordigen ongeveer 60% van de wereldwijde containeroverslag. De zogenoemde snelle schatting voor juni is gebaseerd op de cijfers van 54 havens, die ongeveer 80 procent van de overslag van de index vertegenwoordigt.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

‘Minister moet nog dit jaar meten aan de pijp erkennen’

ROTTERDAM Koninklijke BLN-Schuttevaer wil dat minister Cora van Nieuwenhuizen bam Infrastructuur en Waterstaat nog dit jaar het meten aan de pijp gaat erkennen. Dat schrijft de brancheorganisatie voor de binnenvaart in een brief aan de minister.

‘De gelijkwaardigheid van nieuwe motoren met een type-goedkeuring en van motoren die zijn aangepast, bijvoorbeeld door naschakeltechniek, is essentieel voor de vergroening van de binnenvaart en moet door de overheid worden erkend worden’, schrijft BLN in de brief. ‘De door de sector en overheid gewenste vergroening van de binnenvaart zal voor het belangrijkste deel gerealiseerd moeten worden met bestaande vloot en op basis van de bestaande aandrijvingen. Met behulp een retrofit en van filters moeten de emissies van onder meer NOx en fijnstof worden teruggebracht. Certificering van de aangepaste scheepsaandrijvingen op basis van een E3-meting aan de pijp is daarbij een essentiële voorwaarde. De gelijkwaardigheid van nieuwe motoren met een type-goedkeuring en van motoren die zijn aangepast, moet door de overheid worden erkend. Een geslaagde E3-meting moet leiden tot opname van de emissiecategorie in het certificaat van onderzoek van een binnenvaartschip.’
Overige kernpunten zijn wat BLN-Schuttevaer betreft een realistische kijk op de CCR-eisen voor kleine schepen en een studie en visie op meer goederenvervoer geheel of gedeeltelijk over water.

Biobrandstoffen
Wat betreft BLN liggen de belangrijkste politieke en maatschappelijke uitdagingen voor deze regeerperiode op het terrein van mobiliteit en bereikbaarheid, en op de in Parijs overeengekomen klimaatdoelstellingen.

BLN-Schuttevaer en het Centraal Bureau voor Rijn- en Binnenvaart (CBRB) willen in het kader van het klimaatakkoord voor de binnenvaart de eerste slag maken in de reductie van CO2 door het bijmengen van hernieuwbare biobrandstoffen aan de gasolie. ‘Bestaande scheepsmotoren gaan lang mee. Het is van belang als we de CO2-reductie willen versnellen om dat voor een belangrijk deel met bestaande schepen en aandrijvingen te doen. Het gebruik van hernieuwbare biobrandstof is voor bestaande motoren een quick win. Op weg naar klimaatneutraal in 2050 zou in 2030 circa 40% gereduceerd kunnen worden. Dat is beter voor het klimaat en van groot belang voor onze concurrentiepositie ten opzichte van weg en spoor. Verdere reductie van NOx en fijnstof van scheepsmotoren kan ook door het gebruik van alternatieve brandstoffen zoals GTL. Brede beschikbaarheid is dan een voorwaarde.’

Alleen voor nieuw
Als het aan BLN ligt, wordt de normering van emissie van NOX en fijnstof voor scheepsmotoren alleen van toepassing op nieuw in te bouwen motoren. ‘Het terugbrengen van de uitstoot van schadelijke stoffen in de binnenvaart zal dus vooral moeten plaatsvinden met bestaande motoren die voorzien moeten worden van nabehandeling en filters. Het is daarbij essentieel dat deze aandrijvingen van een certificaat worden voorzien waarmee de gelijkwaardigheid met type goedgekeurde motoren wordt verkregen. Een E3 meting aan de pijp moet leiden tot een aantekening in het certificaat van onderzoek. De overheid moet hiervoor, te beginnen voor Nederland, de randvoorwaarden creëren. Met het oog op de door Rotterdam in te stellen milieuzone zou dat nog dit jaar geregeld moeten zijn.’

Slim vervoeren
BLN maakt in de brief duidelijk dat nog veel meer lading over het water vervoerd kan worden. ‘Meer goederenvervoer over water kan, zoals ook in het regeerakkoord is aangegeven, een belangrijke rol spelen om Nederland bereikbaar te houden en de uitstoot van CO2 te verlagen.’ Maar dan is het wel belangrijk het behouden van wat nu over water gaat, met name met kleine schepen. ‘Kleine schepen tot ca. 1500 ton zijn essentieel om vervoer van de weg naar het water te halen of op het water te laten. De positie van kleine schepen is echter geen vanzelfsprekendheid. Investeringen in de voorgeschreven CCR-aanpassing trekken een onevenwichtige wissel op de bedrijfsvoering en belemmeren investeringen in milieumaatregelen.’

Een ander belangrijk punt is slim multimodaal vervoeren. ‘Sector en overheid moeten dat bij verladers nog meer stimuleren. Uitdagingen en kansen liggen er vooral op gebruik van vervoer over water binnen Nederland, bijvoorbeeld van Venlo naar Drachten.’ BLN-Schuttevaer vindt dat er een goede studie en visie op goederenvervoer moet komen. ‘We hebben de indruk dat dat op een te laag pitje staat. Dat toekomstig beleid zouden we graag met overheid, wegtransport en spoor gezamenlijk vormgeven.’

BLN zou graag zien overheids- of semi- overheidspartijen worden ondersteund in het bij elkaar brengen van partijen die vervoer van weg bevorderen. ‘Wij denken in dit verband aan projecten opgezet samen met provincies en in uitvoering bij organisaties als Bureau Maatwerk van Bureau Voorlichting Binnenvaart (BVB) en het Expertise- en Innovatiecentrum Binnenvaart (EICB).’

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

‘Gevolgen droogte voor scheepvaart minimaal’

UTRECHT De gevolgen van de lage waterstanden voor de scheepvaart zijn nog minimaal. Dat meldt Rijkswaterstaat. Wel geldt binnenkort een vaarverbod op een deel van Leidsche Rijn en dreigt een brandstoftekort bij benzinestations.

Volgens Rijkswaterstaat kunnen in de komende periode de problemen toenemen naarmate de waterstanden verder dalen. De scheepvaart moet dan rekening houden met hinder door onder andere verminderde diepgang en oplopende wachttijden bij sluizen. Rijkswaterstaat adviseert schippers om de scheepvaartberichtgeving goed in de gaten te houden.

De zomer van 2018 kenmerkt zich nog altijd door warm en droog weer. In de afgelopen periode is er bijna geen neerslag gevallen, hierdoor is het neerslagtekort in Nederland verder toegenomen. In de hoger gelegen delen van Nederland is sprake van toenemende lage grondwaterstanden en droogval van watergangen. De waterstanden van de grote rivieren Rijn en Maas dalen, terwijl de watervraag nog altijd zeer hoog is en blijft.
Ook voor de komende periode verwacht het KNMI weinig neerslag, zowel in Nederland als in de stroomgebieden van Rijn en Maas. Aan de droogte komt daarmee voorlopig nog geen einde. Ook blijft het de komende periode nog relatief warm. Het neerslagtekort neemt hierdoor naar verwachting in de komende weken verder toe.

Vaarverbod
Hoewel de gevolgen voor de scheepvaart dus nog mee lijken te vallen, maakte het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden wel bekend dat vanaf dinsdag 24 juli 9.00 uur tot nader order een vaarverbod geldt op de Leidsche Rijn, tussen de Haanwijkersluis in Harmelen en het Amsterdam-Rijnkanaal in Utrecht. Volgens het Hoogheemraadschap is de kans groot dat het vaarverbod meerdere weken van kracht blijft. Sluis Bodegraven in de Oude Rijn wordt beperkt gestremd door met bloktijden te gaan werken.

Brandstoftekort
Ook dreigt de bevoorrading van tankstations met brandstof in het gedrang te komen. Een van de oorzaken is volgens de belangenvereniging van tankstations de gevolgen van het rammen van een oliesteiger door een olietanker in de Rotterdamse Botlek. Door de olievlek kunnen minder schepen dan normaal de brandstofdepots bevoorraden. De schepen moeten namelijk telkens worden schoongemaakt om te voorkomen dat de olie verder verspreid wordt.

Ook zorgt de lage waterstand op de rivieren ervoor dat tankers minder lading mee kunnen nemen. Tevens speelt mee dat er sinds geruime tijd een te kort is aan vrachtwagen- en dus ook tankwagenchauffeurs. Hierdoor is het niet mogelijk om meer tankwagens op pad te sturen waardoor de belevering in samenhang met het ontstane olievlek verre van optimaal is. (Foto Erik van Huizen)

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

De binnenvaart in het Klimaatakkoord

DEN HAAG Voor de vergroening van de binnenvaart is het nodig dat de sector op termijn overgaat naar (diesel)elektrische voorstuwing. In de overgangsfase zet de Mobiliteitstafel van het Klimaatakkoord echter in op het bijmengen van duurzame geavanceerde biobrandstoffen.

Ook de binnenvaart ontkomt in het onlangs gepresenteerde Klimaatakkoord niet aan het verder vergroenen van de vloot. Want volgens de Mobiliteitstafel, de club van experts die in het Klimaatakkoord het hoofdstuk mobiliteit voor hun rekening nam, is ‘alles en iedereen nodig’. ‘Iedereen moet in beweging komen.’
Centraal in de vergroening van de mobiliteitssector staat de overgang van het gebruik van fossiele brandstoffen naar elektrisch aangedreven voer- en vaartuigen. Voor zwaar vrachtvervoer, zoals de binnenvaart, zijn echter nog innovaties nodig om te kunnen elektrificeren via batterij of brandstofcel. Daarom wordt tot 2030 vooral ingezet op het verhogen van het gebruik van duurzame biobrandstoffen in de binnenvaart, en daarmee het aandeel van hernieuwbare energie. In 2030 moet het gebruik van biobrandstoffen in het totale goederenvervoer 33 procent bedragen. Daarvoor moet het gebruik van biobrandstoffen worden gestimuleerd door het heffen van belasting op de uitstoot van CO2, moet het gebruik van biobrandstoffen worden gesubsidieerd zodat de nu nog hoge prijs kan worden verlaagd en aantrekkelijker wordt, en moeten de investeringen van private partijen worden gestimuleerd.

Om de binnenvaart te vergroenen wordt ook gedacht aan het gebruik van bio-LNG. Voor het stimuleren hiervan moet de productie van bio-LNG worden opgeschaald en worden doorontwikkeld voor het gebruik in de binnenvaart.

Waterstof
De Mobiliteitstafel ziet voor de transitie naar een klimaatneutrale samenleving ook een belangrijke rol weggelegd in het gebruik van waterstof. Waterstof wordt wereldwijd al lange tijd grootschalig geproduceerd voor tal van industriële toepassingen, met name voor de productie van ammoniak en het raffineren van olie. Bovendien wordt waterstof gebruikt voor de productie van hoge temperatuur proceswarmte in ketels en fornuizen in de industrie. Nog maar kort wordt gewerkt aan de toepassing van waterstof als brandstof voor de transportsector. ‘Waarschijnlijk kunnen ook vaartuigen met waterstof in combinatie met brandstofcellen volledig elektrisch worden.

Wel is het belangrijk onderscheid te maken tussen groene, blauwe en grijze waterstof. Grijze waterstof wordt namelijk geproduceerd met aardgas en daarbij komt nog steeds CO2 vrij. Wanneer deze CO2 wordt afgevangen en opgeslagen heet het ineens blauwe waterstof. Groene waterstof wordt geproduceerd met elektriciteit die is opgewekt uit duurzame bronnen zoals zon en wind. Tot dusver wordt echter voornamelijk grijze waterstof geproduceerd. De mobiliteitstafel ziet een groene waterstofeconomie als ‘het gewenste toekomstbeeld’.

Vervuiler betaalt
Het zijn overigens niet alleen maatregelen op het gebied van brandstof en voorstuwing waar de Mobiliteitstafel mee komt. Zo moeten de vervoersstromen worden geoptimaliseerd en de vervoerscapaciteit over de vaarwegen beter worden benut.
En in de visie van de mobiliteitstafel past een systeem waarin de gebruikers ‘van het mobiliteitssysteem betalen voor het gebruik en de mate waarin ze vervuilen’. ‘Hiermee kan het mobiliteitssysteem optimaal benut worden en zorgen we voor prikkels die vraag- en aanbod beter afstemmen en die de vervuiler stimuleert om te verschonen. Pilots om ervaringen op te doen met alternatieve vormen van vervoer en betaling, conform het regeerakkoord, helpen meer kennis hierover te vergaren.’
Omdat de omschakeling van het bestaande naar het nieuwe mobiliteitssysteem veel investeringen vergt, moeten stimulering via de belastingen of subsidies de aanvankelijke onrendabele top of het ‘ongemak’ van het nieuwe overbruggen. ‘Deze stimulering kan geleidelijk weer worden afgebouwd als door marktvolume de kosten zijn gedaald en het service- en kwaliteitsniveau is verhoogd.’

Weg en trein
Naast de binnenvaart, moeten ook spoor en weg verder vergroenen. Zo moeten 150 diesellocomotieven van goederentreinen worden vervangen door elektrische locs. In het wegvervoer wordt net als in de binnenvaart ingezet op het gebruik van duurzame geavanceerde biobrandstoffen. Het streven is om vrachtwagens te laten rijden op de hoogst mogelijke blend. Om het prijsverschil met de fossiele diesel te overbruggen kan worden ingezet op een hogere verplichting in het bijmengen of differentiatie van de accijns op transportbrandstoffen. Ook zou het inzetten van een kilometerheffing kunnen zorgen voor een terugdringing van de meerkosten.
Voor de dertig grootste steden in Nederland zouden in 2025 zero emissie zones moeten komen voor bestel- en vrachtwagens.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

Werkstraf voor dodelijk ongeval op de Maas

ARNHEM De rechtbank in Arnhem heeft een 27-jarige man uit Brakel een werkstraf van 240 uur opgelegd vanwege het veroorzaken van een dodelijk ongeval op de Maas bij Well. Ook werd hem een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden opgelegd en mag de man drie jaar lang geen vaartuig besturen. Het OM had een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden geëist.

De rechtbank stelde vast dat de man uit Brakel op die 27ste mei van vorig jaar binnen een afstand van 20 meter van de oever met zijn waterscooter minimaal 40 kilometer per uur voer. Hier is slechts een snelheid van 20 kilometer uur toegestaan. Dit deed de man volgens de rechter ondanks het feit dat het die dag enorm druk was op de Maas en wist dat er zwemmers in het water aanwezig konden zijn. Vlakbij een van de kribben kwam hij in aanvaring met de 14-jarige Levi uit Helmond die in de rivier aan het zwemmen was. Als gevolg van deze aanvaring is de jongen onder water verdwenen en uiteindelijk verdronken.

Ernstig verwijt
De rechtbank oordeelt dat de man zeer onvoorzichtig heeft gevaren en het aan zijn schuld te wijten is dat de jongen is overleden. Volgens de rechtbank heeft de man onvoldoende mate rekening gehouden met zwemmers die in het water aanwezig waren. Hij had zich de risico’s van zijn gedrag voor anderen moeten realiseren, zeker omdat een aanvaring op het water gevaar voor verdrinking kan opleveren.
Maar ondanks het feit dat de man schuldig is aan een dodelijk ongeval, vindt de rechtbank in dit geval een onvoorwaardelijke gevangenisstraf niet op zijn plaats. ‘Dat de man schuldig is aan het ongeval, betekent niet dat hij het ongeval heeft willen veroorzaken. Hij heeft de dood van de jongen niet gewild.’ Maar het betekent volgens de rechtbank wel dat hem dat ongeval kan worden verweten. ‘Hij had anders kunnen en moeten handelen. Dit is een ernstig verwijt, omdat sprake is geweest van zeer onvoorzichtig handelen. Dit is niet de zwaarste vorm van schuld die de wet kent.’ Verder is geen sprake van strafverzwarende omstandigheden. Ook heeft de man uit Brakel na het ongeval samen met zijn vrienden meehelpen zoeken naar Levi en dus in zoverre wel betrokkenheid en verantwoordelijkheid getoond.

Omstandigheden
De rechtbank houdt ook rekening met de persoonlijke omstandigheden van de man. Zo heeft de man een baan. Verder zal hij moeten leven in het besef dat hij schuldig is aan een dodelijk ongeval. ‘Uiteraard is het ongeval het allerergste voor de nabestaanden van de jongen, maar ook voor de man zal dat besef zwaar zijn. Naar zijn zeggen heeft hij kort na het ongeval de hulp van een psycholoog gezocht, omdat hij zich toen al veroordeeld voelde door de (sociale) media.’
Verder let de rechtbank op het feit dat de man nooit eerder schuldig is bevonden aan een misdrijf. De rechtbank realiseert zich overigens heel goed dat een op te leggen straf in zaken als deze nooit het verlies en verdriet van de nabestaanden kan goedmaken.

Naast de werkstraf moet de man ook schadevergoedingen aan de vader en moeder van het slachtoffer betalen van respectievelijk bijna 16.000 en 4.400 euro.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

Kabinet wil opnieuw geld uittrekken voor innovaties binnenvaart

DEN HAAG Ook dit jaar kan de binnenvaartsector waarschijnlijk nog subsidie krijgen voor projecten die bijdragen aan de duurzaamheid van de binnenvaart door de uitstoot van CO2-, NOX-, PM- emissies of methaanslip te verminderen. Dit jaar wil minister Cora van Nieuwenhuizen van Infrastructuur en Waterstaat nog een miljoen euro beschikbaar stellen, voor volgend jaar wil ze maximaal 200.000 euro uittrekken.

Deze subsidieregeling is de opvolger van de Subsidieregeling innovaties duurzame binnenvaart, die op 1 januari 2018 is vervallen. De evaluatie van dit subsidieprogramma was volgens de minister positief. Er was voldoende belangstelling en de subsidieregeling had een stimulerend effect op met name relatief kleinschalige projecten over alternatieve oplossingen. Van Nieuwenhuizen schrijft dit in een brief aan de Tweede Kamer. De Kamer moet het voorstel voor deze ‘Tijdelijke subsidieregeling innovaties duurzame binnenvaart 2018-2019’ nog wel goedkeuren. Mocht dat gebeuren dan kan per project maximaal 125.000 euro worden verstrekt.

‘Veel milieuwinst’
Hoewel het kabinet vindt dat het tot stand brengen van innovaties vooral de verantwoordelijkheid van het bedrijfsleven zelf is, wil het een goed innovatieklimaat scheppen voor de binnenvaart, waarin kennisontwikkeling en onderwijs belangrijke pijlers zijn. Want de binnenvaart kan volgens de minister een belangrijke bijdrage leveren aan het beperken van het toenemende goederenvervoer over de weg en het verminderen van de uitstoot van schadelijke stoffen. ‘Er is in de binnenvaart nog veel milieuwinst te behalen. En de binnenvaart moet schoner gaan opereren om ook in de toekomst een duurzaam antwoord te kunnen geven op de logistieke behoeften op mondiale, Europese en nationale schaal. Het antwoord hierop kan worden gevonden in innovaties. Bedrijven en kennisinstellingen moeten investeren in onderzoek en ontwikkelingsactiviteiten om hun concurrentiepositie te behouden en te versterken. Daarnaast zijn innovaties noodzakelijk om tegemoet te kunnen komen aan de strengere regelgeving die op internationaal niveau voor duurzaamheid wordt afgesproken.’

Generiek toepasbaar
Voorbeelden van projecten die subsidie kunnen ontvangen, zijn onder meer het gebruik van alternatieve brandstoffen, alternatief motorgebruik, voor- of nabehandelingstechnieken of motormanagement. Het gaan om experimentele projecten waarbij het niet gaat om het wijzigen van bestaande producten, procedés of diensten, zelfs als die wijzigingen verbeteringen kunnen inhouden. Ook een haalbaarheidsproject waarin de technische mogelijkheden worden onderzocht komt voor subsidie in aanmerking, evenals een industrieel onderzoeksproject waarin nieuwe kennis en vaardigheden worden opgedaan voor het ontwikkelen van nieuwe producten, procedés of diensten of om bestaande aanmerkelijk te verbeteren.

Bij het toekennen van de subsidie kijkt de Innovatieraad Binnenvaart, een college van deskundigen uit de binnenvaartsector, naar een aantal criteria. Zo wordt niet alleen gekeken in hoeverre de innovatie de uitstoot van CO2, NOX, PM of methaanslip vermindert, maar speelt ook mee of de innovatie generiek toepasbaar is voor binnenvaartschepen van een vergelijkbaar scheepstype of vaarprofiel. Ook is het belangrijk in hoeveel tijd de investering in de innovatie kan worden terugverdiend.

Aanvragen
De subsidieregeling wordt uitgevoerd door het Expertise- en Innovatie Centrum Binnenvaart (EICB). Rekening houdend met het reces, streeft de minister ernaar de nieuwe subsidieregeling medio september vast te stellen. Een aanvraag voor subsidie voor 2018 kan dan uiterlijk 15 oktober 2018 worden ingediend bij het EICB. De aanvraag voor 2019 moet uiterlijk 1 maart 2019 binnen zijn bij het EICB.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

 

Vastlopen tanker had wellicht voorkomen kunnen worden

DUISBURG Het aan de grond lopen van de tanker Piz Ela vrijdagavond 15 juni op een zandbank bij Binsheim, even beneden Duisburg, had wellicht voorkomen kunnen worden. Dat blijkt althans uit een analyse van CoVadem.

Actuele meetgegevens over ondieptes zijn voor de binnenvaart niet beschikbaar. Met CoVadem genereren varende schepen daarom zelf die informatie. Om de Rijn tussen Rotterdam en Basel voldoende continue met actuele waterdiepte-informatie af te dekken, streeft CoVadem naar een metend netwerk van minimaal 250 schepen. CoVadem is tot het moment dat er genoeg metende schepen varen terughoudend met het verstrekken van data. Toch vond het team van CoVadem het interessant om te kijken of met de beschikbare data binnen CoVadem voor de locatie van het vastgelopen schip nu reeds waardevolle informatie te herleiden zou zijn. Zonder te weten waar het schip precies is vastgelopen, analyseerde CoVadem de meetgegevens van de vloot van metende schepen. Rolien van der Mark van CoVadem partner Deltares bekeek daarvoor voor de betreffende dag dat de Piz Ela vastliep de data. Daaruit bleek dat de data wel degelijk een ondiepte aangaf. ‘Wellicht had dit incident dus voorkomen kunnen worden als de schipper beschikking had gehad tot de CoVadem-data’.

‘Te laat’
Momenteel zijn al ruim 60 schepen uitgerust met de technieken van CoVadem. ‘Daarmee is een goede afdekking van de belangrijke internationale vaarwegen slechts een kwestie van tijd’, meldt de organisatie. ‘Hoe meer schepen deelnemen, des te sneller het netwerk zich uitbreidt en hoe nauwkeuriger het systeem wordt. Dat maakt het vastlopen van schepen in de toekomst steeds onwaarschijnlijker. Want de vaarweg kennen is niet altijd voldoende. Wisselende waterstanden en veranderende rivierbodems maken het moeilijk om voorspellingen te doen over de beschikbare diepte en bevaarbaarheid van een rivier. Dat blijkt maar weer door het vastlopen van de Piz Ela. Het gebruik van moderne sensoren maken het leven van een schipper wat makkelijker op dat gebied, maar laten de (on-)diepte pas zien als een schip al op de plaats van meting is. Dan is het, zoals in het geval van de Piz Ela, al te laat.’
Covadem heeft de schepen met sensoren aan zich verbonden. Deze schepen delen hun data. CoVadem combineert data uit dit ‘varende meetnet’ van aangesloten schepen met slimme computerprogramma’s en unieke algoritmen. Hieruit volgt een continue actueel overzicht van actuele waterstanden en diepten van de vaarweg. ‘Hiermee kan een schipper met de juiste en meest actuele voorkennis zijn route bepalen.’

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

RWS rondt verruiming Maas bij Venlo af

VENLO Rijkswaterstaat heeft onlangs de verruiming van de Maas bij Venlo afgerond. In totaal is er tussen stuw Belfeld en Ubroek 155.000 m3 baggermateriaal afgevoerd. Dit deel van de Maasroute is hiermee nu ook geschikt voor grotere binnenvaartschepen.

Rijkswaterstaat maakt de Maasroute, van Maastricht tot Weurt, gereed voor tweebaksduwvaart (klasse Vb). Dat zijn schepen van 190 m lang, 11,40 m breed en een maximale diepgang van 3,50 m. Dankzij de werkzaamheden kunnen de schepen elkaar bij Venlo veilig kruisen of passeren.

Bommen en granaten
Voorafgaand aan de werkzaamheden is er onderzoek naar explosieven gedaan. Hierbij werd eind mei 2017 een vliegtuigbom uit de Tweede Wereldoorlog ontdekt. Op 24 september 2017 is deze zogenoemde 500-ponder ontmanteld en op een andere locatie veilig tot ontploffing gebracht. Ook zijn negen granaten van een klein kaliber gevonden en veilig onklaar gemaakt.

Het onderzoek naar explosieven moest in maart van dit jaar gedeeltelijk opnieuw worden gedaan. Door hevige regenval in het stroomgebied van de Maas was de stroomsnelheid en de bijbehorende waterafvoer deze winter hoog. Het werk moest daardoor worden stilgelegd. Toen het hoogwaterseizoen in maart voorbij was, hebben de aannemer en Rijkswaterstaat de waterbodem weer onderzocht om zeker te weten dat de bodem overal nog op peil was en er geen explosieven lagen. Door het hoge water in de Maas konden naast zand namelijk ook explosieven in de vaarweg zijn gespoeld.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

BLN aan de slag met missie en visie 2028

ROTTERDAM Koninklijke BLN-Schuttevaer gaat de komende tijd aan de slag met de uitkomsten van het missie en visiedocument 2028 dat het liet maken. Directeur Co Abercrombie presenteerde op de algemene ledenvergadering een deel van de uitkomsten van het missie- en visietraject dat BLN het afgelopen jaar doorliep.

Om er achter te komen wat de missie en de visie tot 2028 moet zijn, hield BLN het afgelopen jaar drie bijeenkomsten met leden en stakeholders. Het leverde volgens Abercrombie mooie discussies op met als eindresultaat de negen ‘bouwstenen’ waarmee BLN aan de slag gaat. Ze moeten de richting aangeven waar BLN als organisatie naar toe gaat. De onderwerpen van de bouwstenen behelzen de negen thema’s mensen, de diversiteit van de vloot, de infrastructuur, imago, arbeidsmarkt, klimaatneutraal, regie in de keten, ondernemerschap en sectorvertegenwoordiging.

Calimero gedrag
Abercrombie ging op een aantal van de bouwstenen in. Zo bleek uit de bijeenkomsten dat de binnenvaartondernemers vakmensen zijn, passie voor hun vak hebben en trots zijn op wat ze doen. De conclusie was dan ook dat binnenvaart ondanks de toekomstperspectieven van onbemand varen, mensenwerk blijft. De binnenvaartondernemers willen zelf blijven ondernemen, desnoods vanaf de wal.

Maar bij het thema imago kwam ook naar voren dat de binnenvaartondernemer nog wel eens Calimero gedrag vertoont. Wat betreft Abercrombie was het de laatste keer dat Calimero gedrag in samenhang met de binnenvaart wordt gebruikt, want de sector moet van de slachtofferrol af, minder bescheiden zijn en de stem laten horen. ‘Bekend maakt bemind’, concludeerde hij dan ook. ‘Naast presteren komt het ook aan op communiceren. We moeten nog zichtbaarder zijn en nodigen iedereen aan boord uit om ambassadeur te worden. Zo moeten we vervoer over water beter bij de verlader tussen de oren krijgen.’

Om jongeren te stimuleren om te gaan ondernemen in de binnenvaart, moet de komende jaren ook nog wel wat gebeuren. Zo moeten binnenvaartondernemingen aantrekkelijke en moderne werkgevers zijn met aandacht voor ontplooiing voor de bemanning. De opleiding en werkervaring garanderen doorstroming naar andere sectoren of stimuleren ondernemerschap. En een leven lang studeren wordt niet alleen gefaciliteerd, maar ook gestimuleerd.

Infrastructuur
Wat betreft de infrastructuur wordt geconstateerd dat klimaat- en natuurontwikkelingen, een steeds verder afslankende overheid en nieuwe multimodale logistieke concepten de komende jaren uitdagingen zijn voor het vervoer over water. Daarom moeten BLN, de Nederlandse overheid, de CCR, rivierencommissies en de Europese Commissie zich inzetten om de infrastructuur binnen Europese goederencorridors niet alleen in stand te houden, maar ook te verbeteren en mee te laten groeien met de behoefte. De prioriteit ligt bij de Duitse infrastructuur zoals de lig- en overnachtingsplaatsen en de steigers om bemanningen van boord te laten gaan.

En een goede infrastructuur moet wat betreft BLN er ook voor gaan zorgen dat de kleine binnenvaart gefaciliteerd blijft. Want een diverse vloot is volgens Abercrombie van groot belang. ‘Alleen met een diverse vloot kunnen we de potentie van vervoer over water ten volle benutten.’ De conclusie naar aanleiding van het thema diversiteit van de vloot is dan ook ‘alle goede voor elke klant’.

‘Doorpakken’
‘Go for it’, was de boodschap aan het eind van de presentatie van de BLN-directeur. ‘We moeten met deze bouwstenen nu gezamenlijk doorpakken naar de toekomst. We moeten wel focussen, we kunnen niet alles morgen gaan oppakken. Daarom gaan we de komende tijd kijken wat de hoofdonderwerpen zijn en hoe we die met wie gaan bereiken. Dat moet uitmonden in een strategie waar we een begroting op gaan maken. Het moet vooral pragmatisch en werkbaar zijn.’
Abercrombie nam afscheid van de zaal met de boodschap: ‘Waar niets mag mislukken, kan niets nieuws ontstaan’.  Volgens de directeur de enige manier om creativiteit tot recht te laten komen…

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

 

Naam Misti blijft na overname behouden

ARNHEM Misti staat in de binnenvaart bekend als scheepswerf en bouwer van solide spudpalen en autokranen. Maar eigenaar Johan Muller verkocht onlangs een deel zijn bedrijf aan Jan Fransen van Fransen Technical Services (FTS). Scheepswerf Misti gaat verder onder de naam Scheepsreparatiebedrijf Arnhem, de naam Misti blijft voor de binnenvaart behouden als leverancier van de bekende spudpalen en autokranen met bijbehorende service.

Matje Fransen, de vader van Jan, begint in 1985 samen met Johan Muller scheepswerf Misti. Als een aantal jaren later het bedrijf begint te groeien, besluit Matje uit het bedrijf te stappen en Fransen Technical Services op te richten. Hij maakt onder meer de besturingskasten voor de autokranen op binnenvaartschepen en verdiept zich in milieutechniek. Zoon Jan besluit aan de HTS elektrotechniek te gaan studeren en gaat in het tweede jaar van zijn studie bij zijn vader in de leer voor panelenbouw voor de binnenvaart. Als zijn vader in 2007 overlijdt, begint Jan bij scheepswerf Misti als elektrotechnicus. Na het behalen van zijn diploma richt hij opnieuw Fransen Technical Services op. Zo’n tachtig procent van het werk bestaat uit werk voor de binnenvaart, de overige twintig procent uit projecten voor de industrie. Een van de projecten was bijvoorbeeld om het gelijkstroom tractie netwerk van het openbaar vervoer bruikbaar te maken als gelijkstroom distributienetwerk voor allerhande doeleinden. De eerste uitwerking werd een oplader voor elektrische auto’s in Arnhem die wordt gevoed vanuit de bovenleiding van de trolleybussen.

Degelijk ontwerp
Jan Fransen dacht er vorig jaar ook nog aan de hele scheepswerf over te nemen, maar besloot slechts een deel te kopen en de naam Misti te behouden. Het bouwen van spudpalen en kranen is hiermee een van de belangrijkste werkzaamheden van het nieuwe Misti.

De hal waarin Fransen Misti voortzet, ligt op een steenworp afstand van Scheepsreparatiebedrijf Arnhem, het oude Misti. (Foto Erik van Huizen)

Voor het inbouwen van de spudpalen en de kranen maakt Misti nog steeds gebruik van de scheepswerf die even verderop ligt in de Arnhemse Nieuwe Haven. In het eigen pand dat in februari van dit jaar werd betrokken, zijn de tien medewerkers dan ook druk aan het lassen en verven. ‘Iedereen in de binnenvaart kent Misti’, vertelt Fransen. ‘We leveren goede spullen en hoeven verder maar weinig reclame te maken. Dat komt ook vanwege het degelijke ontwerp. Alles is heel zwaar gebouwd, liever een millimeter staal teveel dan te weinig. Zo kan een autokraan van ons met een capaciteit van twee ton makkelijk worden opgewaardeerd naar een van 2,5 ton. Er zijn dan alleen een nieuwe lier en cilinders nodig. Ook zorgt het degelijke ontwerp voor minder storingen. Ze kunnen makkelijk tien jaar mee zonder serieus onderhoud.’

Groter en zwaarder
Volgens Fransen is de afgelopen jaren weinig veranderd aan de kranen en de spudpalen die bij Misti worden gebouwd. ‘Je ziet wel dat de kranen steeds groter, zwaarder en complexer worden. We leveren bijvoorbeeld nu ook al kranen met een lengte van 32 meter. Ook maken we steeds vaker kranen voor speciale toepassingen, zoals bijvoorbeeld een bunkergiek voor LNG. Omdat LNG onder hoge druk en grote kou wordt opgeslagen, moeten deze kranen explosieveilig zijn.’ Fransen verwacht dat het gebruik van autokranen aan boord van binnenvaartschepen de komende tien jaar wel eens minder populair kan gaan worden als het bezit van auto’s niet meer vanzelfsprekend is maar auto’s meer worden gedeeld en geleend.

Het bouwen van spudpalen en kranen is een van de belangrijkste werkzaamheden van het nieuwe Misti. (Foto Erik van Huizen)

Wat betreft de productie van spudpalen, is Misti vooral bezig met het terugbrengen van de inbouwtijd aan boord van de binnenvaartschepen. Dat gebeurt door de spudpalen beter in te meten, met het nauwkeurig lasersnijden van het metaal en het maken van een 3D model, een betere engineering dus. Op deze manier heeft Fransen de inbouwtijd van een spudpaal al terug weten te brengen van zeven naar vier dagen per paal.
Overigens zijn de spudpalen ook al voorbereid op autonoom en elektrisch varen. ‘We kunnen de spudpalen volledig elektrisch uitvoeren zodat ze op accu’s kunnen werken.’

Fransen denkt als elektrotechnicus dat het snel kan gaan met autonoom varen in de binnenvaart, maar ziet ook uitdagingen. ‘Op de weg kan het wellicht makkelijk, maar de binnenvaart is op de vaarwegen dynamischer. Maar ik zou niet weten waarom we dit zouden gaan doen, de kosten zijn waarschijnlijk hoger dan de baten. Ik verwacht dat er altijd iemand aan boord blijft, net als bij een vliegtuig, maar dat een matroos misschien niet meer nodig is.’

Walstroom
Een van de eerste grote projecten voor FTS in 2013 was het ontwikkelen van een plan voor walstroom voor de nieuw aangelegde kade in de haven van Arnhem. Maar de gemeente besluit een adviesbureau in te huren die volgens Fransen onvoldoende verstand heeft van de binnenvaart. ‘Het project is daardoor misgegaan’, vertelt Fransen. ‘De voorzieningen voor de walstroom werken nu allemaal niet optimaal. Het is niet praktisch en de stroom slaat er vaak uit. Ook is er geen goede service. Daardoor belandt de binnenvaartschipper bij problemen met de walstroom vaak tussen de wal en het schip. Want er zijn twee belangrijke punten bij walstroom. Er moet een actieve exploitant zijn waarbij de schippers met vragen terecht kan. Deze exploitant moet de schipper dus als klant zien. Verder moet de prijs van de walstroom goedkoper zijn dan de gasolie aan boord. Dat is in Arnhem allebei niet goed gegaan.’

24/7
Maar Fransen laat zich niet ontmoedigen en begint deze zomer op eigen initiatief en op eigen kosten in de Nieuwe Haven een nieuw project met walstroom voor onder meer de riviercruiseschepen die daar jaarlijks overwinteren. Deze schepen liggen dan vaak zeven breed in de haven. ‘Wij zijn hiermee het eerste particuliere bedrijf dat in Nederland samen met lokale partijen een installatie voor walstroom gaat aanleggen en exploiteren. Wij denken te weten hoe het moet om het commercieel aantrekkelijk te maken. Hiervoor hebben we Walvoorzieningen Nederland opgericht, een servicegerichte organisatie met elektrotechnische en binnenvaartkennis. Hiermee bieden we de elektra als eerste goedkoper aan dan diesel. Ook zijn we 24 uur per dag en zeven dagen in de week bereikbaar is er bij problemen altijd iemand binnen maximaal 15 minuten ter plaatse.’

Fransen heeft ook gedacht aan het veelgehoorde commentaar vanuit de binnenvaart dat walstroom alleen maar schoner is als de stroom ook schoon wordt opgewekt. Op een nabij gelegen terrein komen zonnepanelen te staan met een capaciteit van tien megawatt en vier windmolens. ‘Wij nemen de stroom hiervan af. Ook gaan we voorzieningen maken zodat accu’s met deze stroom opgeladen kunnen worden en komt er een voorziening voor het snelladen van schepen.’

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook