Tag archieven: binnenvaart

Omzet binnenvaart daalt

DEN HAAG De binnenvaart heeft in het eerste kwartaal van dit jaar de omzet met bijna 2% zien dalen. In het laatste kwartaal van vorig jaar daalde de omzet ook al. Dat blijkt uit recente kwartaalcijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

Volgens het CBS had de binnenvaartschipper in het eerste kwartaal te maken met perioden van hoog water, waardoor ze met aangepaste snelheden moesten varen in verband met golfslag. ‘Er waren zelfs vaarverboden op gedeeltes van rivieren. Tezamen met de vrachtprijzen die onder druk stonden, daalde de omzet met bijna 2%.’
De zeevaart wist de omzetstijgingen van voorgaande kwartalen niet te continueren. De omzet daalde met ruim 5%.

3,8% meer
Ondanks de omzetdalingen in het vervoer over water, steeg de omzet in de totale transportsector in het eerste kwartaal van 2018 met 3,8%. Het was het vijfde kwartaal op rij dat de omzet duidelijk hoger was dan een jaar eerder.
Het wegvervoer, de grootste bedrijfstak in de transportsector, had met een toename van 5,2% een groot aandeel in de totale stijging van de omzet. Er werd niet alleen meer vervoerd, ook de gestegen vrachtprijzen droegen bij aan de toename. De opslagbedrijven behaalden met een stijging van 9,7% de grootste stijger. De luchtvaart en de expediteurs, zetten met stijgingen van respectievelijk 5,3% en 4,6% de opgaande lijn van vorig jaar voort.

Positief gestemd
De bedrijven in de transportsector zijn overwegend positief gestemd over het komende kwartaal. Bijna 30 procent van de bedrijven denkt dat de omzet zal toenemen; slechts 3% voorziet een omzetdaling. Bij de vervoerders over water denkt bijna 24% van de ondernemers in het komende kwartaal meer om te zetten. Bijna 72% verwacht dat de omzet gelijk blijft.
Een zelfde beeld is te zien bij de personeelssterkte. Bijna een kwart van de bedrijven denkt met meer personeel aan de slag te gaan. De bedrijven in de transportsector zijn in toenemende mate op zoek naar personeel. Aan het eind van het eerste kwartaal waren er 10,6 duizend openstaande vacatures in de transportsector, ruim 3 duizend meer dan een jaar eerder.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

Kamer stemt in met binnenvaartmoties

DEN HAAG De Tweede Kamer heeft ingestemd met de moties die werden ingediend tijdens het algemeen overleg Maritiem. De motie van Matthijs Sienot (D66) over de bediening van de sluizen werd zelfs unaniem aangenomen.

Sienot vroeg in zijn motie aandacht voor het feit dat stilliggen voor een sluis een veelvoorkomend probleem is voor binnenvaartschippers. Eerder werd daar in een motie ook al aandacht voor gevraagd, en deze werd ook aangenomen, maar daar is weinig mee gebeurd. Omdat het volgens Sienot beter is voor de binnenvaart als de schepen door kunnen varen zonder lange wachttijden bij de sluizen en dat goederentransport over water een duurzame vorm van transport is en het kabinet daarom de binnenvaart wil stimuleren, wilde het Kamerlid dat de regering gaat onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om openingstijden van sluizen in Nederland te verruimen. Volgens de D66’er lijken oplossingen voorhanden te zijn, zoals centrale bediening op afstand. De minister moet de Kamer daar na de zomer over informeren.
Verladersorganisatie evofenedex vindt het aannemen van de motie ‘een goede stap’, maar is ook kritisch. ‘We zien echter in de praktijk dat er vaak te weinig budget is om sluizen vaker te bedienen. Het zou goed zijn wanneer de Kamer dan ook meer geld beschikbaar stelt om de binnenvaart beter te faciliteren.’

CCR-regels
De Kamerleden Roy van Aalst (PVV) en Cem Lacin (SP) vroegen de regering in hun motie om kleine binnenvaartschepen van korter dan 86 meter of met een maximaal laadvermogen van minder dan 1.500 ton, te vrijwaren van de toepassing van de CCR-regels. Volgens de twee wordt de kleine binnenvaart nu afgerekend op CCR-regels die in technisch of economisch opzicht onhaalbaar zijn en daardoor een bedreiging vormen voor een financieel gezonde bedrijfsvoering. GroenLinks, PvdA en de Partij voor de Dieren stemden tegen deze motie.
Verladersorganisatie evofenedex spreekt van een goed signaal dat de Tweede Kamer met deze motie afgeeft en onderschrijft het belang van de kleine binnenvaart. ‘Handels- en productiebedrijven aan kleiner vaarwater of die geen grote hoeveelheden grondstoffen kunnen opslaan, merken nu al steeds vaker een gebrek aan binnenvaartschepen tot 1500 ton. Wanneer het aantal van deze schepen verder afneemt zijn bedrijven genoodzaakt om te verhuizen naar een andere vestigingsplaats of om over te stappen op wegtransport.’

CO2 en MARIN
Cem Lacin diende ook een motie in om als regering in gesprek te gaan met de binnenvaartorganisaties en zich in te spannen om hen aan te laten sluiten bij de Declaration of Nijmegen. In deze overeenkomst werd afgesproken om de CO2-uitstoot van de binnenvaart tot 2030 met 20% te verminderen. Behalve het EICB waren er echter geen binnenvaartorganisaties bij betrokken. Maar volgens Lacin zijn de binnenvaartschippers een onmisbare schakel bij het verduurzamen van de binnenvaart. Uiteindelijk stemden de PVV en Forum voor Democratie tegen deze motie.

Matthijs Sienot (D66) en Remco Dijkstra (VVD) verzochten de regering in hun motie om in samenwerking met een kennisinstituut als MARIN onderzoek te doen naar rendabele, onderscheidende en duurzame concepten voor bestaande en nieuwe schepen in de binnenvaart. ‘Er komen veel nieuwe regels op de binnenvaartsector af en schippers hebben beperkte investeringsruimte om aan de nieuwe richtlijnen te voldoen. Een toegepast kennisinstituut als het MARIN kan de sector helpen om onderscheidende concepten te ontwikkelen die de concurrentiepositie van de binnenvaart versterken.’
Alleen Forum voor Democratie stemde tegen. (Op de foto Cem Lacin van de SP/Foto Erik van Huizen)

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

NPRC in zee met SWT voor duurzamere binnenvaart

ROTTERDAM De Stichting Water Transport (SWT) en de NPRC hebben dinsdag 4 juni een samenwerkingsconvenant ondertekend om een impuls te geven aan de verduurzaming van de binnenvaart. Met deze samenwerking krijgen leden van de NPRC de mogelijkheid een kredietfaciliteit aan te gaan voor nieuwe investeringen. Dit moet een bijdrage leveren aan de verdere ontwikkeling van duurzame supply chains over de Europese binnenwateren.

De SWT is een maatschappelijk investeerder die is voortgekomen uit de particuliere binnenvaart. SWT beheert een beleggingsportefeuille, waarbij opbrengsten uit beleggingen worden ingezet ter versterking van de particuliere binnenvaart.
Leden van de NPRC krijgen rentekorting voor groene ontwikkelingen en investeringen in schepen kleiner dan 86 meter. Naast duurzaamheid is het ‘kleine schip’ volgens directeur Stefan Meeusen een belangrijk speerpunt in de strategie van de NPRC. ‘Veel verladers hebben groot belang bij het voortbestaan van een betrouwbare en veelzijdige vloot van kleinere schepen. Middels de samenwerking met SWT kunnen we nu concrete ondersteuning bieden en struikelblokken rondom de financiering wegnemen.’

Stuurgroep
Het convenant biedt ook de mogelijkheid om binnen de coöperatie op grotere schaal concrete stappen te zetten in de vermindering van uitstoot van de binnenvaart. Daarvoor in binnen de NPRC een stuurgroep samengesteld onder leiding van Frank Ex voor verdere vergroening van de binnenvaart. Frank Ex is econoom en oud-adviseur van de Rabobank. Hij is betrokken bij initiatieven rond de introductie van waterstof bij de aandrijving van transportmiddelen. De stuurgroep wordt bijgestaan door Kees de Vries als adviseur vergroening binnenvaart.

Impasse doorbreken
Speerpunt is verladers en leden bij te staan in financiering en keuzen voor vergroeningsopties. Op korte termijn werkt de stuurgroep in overleg met verladers en overheden aan concrete vergroeningsinitiatieven met schepen. Het convenant moet de impasse doorbreken waarbij vraag en aanbod naar vergroening tussen individuele binnenvaartondernemer en verlader elkaar niet vinden. Ook dient het een versnelling teweeg te brengen in een tijd dat financiële instellingen terughoudend zijn in hun kredietverstrekking.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

CCT neemt Nedcargo Multimodal over

MOERDIJK Combined Cargo Terminals (CCT) neemt Nedcargo Multimodal over. De overname betreft Alpherium, de binnenvaartcontainerterminal in Alphen aan den Rijn, de binnenvaartschepen For Ever, Gouwenaar2 en Gouwenaar3 en Nedcargo Container Barging (NCCB).

Als onderdeel van CCT blijft Alpherium zich volledig richten op het aanbieden van betrouwbare en duurzame transportoplossingen van en naar de zeehavens van Rotterdam en Antwerpen via de binnenvaart.
Met een overslagcapaciteit van 200.000 TEU en een oppervlakte van 54.000 m2 is Alpherium uitgegroeid tot een van de grootste binnenvaartcontainerterminals in Nederland. Alpherium verzorgt voor Heineken de complete logistiek van export containers vanaf de brouwerij in Zoeterwoude naar de zeehavens.
NCCB verzorgt containerbinnenvaartdiensten binnen de Rotterdamse haven, en tussen Rotterdam en Antwerpen en verschillende binnenvaartterminals in Nederland. In 2017 vervoerde NCCB ruim 284.000 TEU.

Core business
Diederik Antvelink, directeur van de Nedcargo Group, staat CCT als adviseur bij na de overname. ‘De verkoop van de Nedcargo Multimodal activiteiten aan CCT biedt ons de mogelijkheid om ons volledig te richten op onze core business van logistiek en forwarding voor de markt van voedingsmiddelen, dranken en retailgoederen in de Benelux. Het huidige managementteam dat verantwoordelijk is voor de Multimodal activiteiten zal meegaan in de overname en zo zorgdragen voor een naadloze overgang zonder negatieve impact voor onze klanten.’

Heel blij
Directeur Luc Smits van CCT meldt ‘heel blij’ te zijn met de overname van Alpherium en Nedcargo Container Barging. ‘Deze overname draagt bij aan onze strategie om CCT te laten uitgroeien tot een leidende inland terminal speler op meerdere locaties in Nederland. We zijn opgetogen over de mogelijkheden die dit biedt om onze klanten nog meer flexibiliteit en duurzame transportoplossingen te bieden.’ (Op de foto Diederik Antvelink/Foto Erik van Huizen)

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

Nieuwbouw van binnenvaartschepen stijgt met ruim 30%

ROTTERDAM De nieuwbouw van het aantal lading vervoerende binnenvaartschepen is vorig jaar met ruim 30 procent gestegen. In 2016 werden nog 35 schepen gebouwd, vorig jaar waren dat er 46. Het aantal contracten voor nieuwe schepen steeg van 33 naar 76 stuks. Dit blijkt uit het sectorjaarverslag 2017 van Netherlands Maritime Technology (NMT).

Van het totaal aantal nieuw gebouwde binnenvaartschepen, ligt het aandeel nieuwbouw tankers op zo’n 60 procent. De tankvaart blijft hiermee volgens NMT de toon zetten. ‘En bij alle nieuwbouwschepen worden volop innovatieve technieken toegepast zodat er steeds efficiënter gevaren kan worden met zo min mogelijk brandstof en uitstoot. De technische ontwikkelingen gaan erg snel, er komen zelfs binnenvaartschepen aan die volledig elektrisch gaan varen.’

Het stijgende aantal nieuwe binnenvaartschepen leidde overigens wel tot oplopende levertijden van casco’s uit Oost Europa waardoor volgens NMT nu zelfs weer binnenvaartcasco’s in Nederland worden gebouwd.

Reparatie
De binnenvaart liet vorig jaar ook weer volop repareren. Tijdens de reguliere werfbeurten wordt weer wat meer onderhoudswerk verricht dan een paar jaar geleden. Het is dus over de hele linie te merken dat het weer beter gaat in de binnenvaart. In de binnenvaart heerst wel veel onzekerheid over de aankomende strenge emissie-eisen en de sector beraadt zich dan ook over welke maatregelen ze moet nemen om de positie van meest duurzame vervoersmodaliteit te behouden. Er staat volgens NMT daardoor veel te gebeuren de komende jaren.

Passagiersvaart
Bij de passagiersschepen steeg het aantal opgeleverde schepen licht van 11 stuks in 2016 naar 15 stuks in 2017. De orderintake daalde daarentegen van 16 schepen in 2016 naar slechts 5 schepen in 2017. NMT maakt hier wel een kanttekening bij. ‘De vooruitzichten in het segment van de rivercruises zijn wat positiever dan de orderintake aangeeft. Dat geldt met name voor het luxe type schepen dat in Nederland wordt gebouwd.
De bouw van veerboten laat een stabiele ontwikkeling zien van vijf opgeleverde schepen en een orderintake van zes stuks in 2017.

Overige vaartuigen
In het segment van de niet-ladingvervoerende schepen, zoals werkschepen, sleep- en duwboten, patrouilleboten, pontons en klein baggermaterieel, werden vorig jaar 84 schepen opgeleverd, 20 meer dan in 2016. Dit wordt veroorzaakt door een opleving van de bouw van klein baggermaterieel. Daarvan werden er 54 opgeleverd, tegenover 20 in 2016.
Ook de orderintake van klein baggermaterieel is goed te noemen met 58 stuks, een fors aandeel in het totale aantal van 93 schepen in dit segment. De totale orderintake van 93 schepen in 2017 ligt ruim boven de 65 stuks van 2016. Binnen dit segment zitten de sleep- en duwboten in de hoek waar de klappen vallen met slechts 4 opleveringen in 2017 en geen nieuwe orders. De breder inzetbare bedrijfsvaartuigen laten met 26 opleveringen en een orderintake van 34 schepen in 2017 betere getallen zien. In zijn totaliteit heeft dit segment een goed jaar gehad in 2017.  (Illustratie: Omega Design Druten)

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

Scheepsinterieur is voor Willemsen core business

HUISSEN In de grote hal van Willemsen Interieurbouw in Huissen zijn tientallen meubelmakers in de weer om de interieurs van hotelpassagiersschepen en binnenvaartschepen op tijd af te krijgen. Want de interieurbouwer heeft het druk, en de deadlines moeten altijd worden gehaald. De uitdaging is nu het aantrekken van personeel, want vakmensen zijn erg moeilijk te krijgen. ‘Als ik deze maand 25 man kon aannemen, zou ik het zo doen’, vertelt directeur eigenaar Toine Willemsen.

De geschiedenis van Willemsen Interieurbouw gaat terug tot 1938. De opa van Willemsen, die drie zoons had, begon toen in het Gelderse Hulhuizen aan de Waal bij Gendt een timmerbedrijf. Dat was toen nog op het terrein van scheepswerf Vahali. Een paar jaar later verhuisde het bedrijf naar Gendt, ongeveer twee kilometer verderop. ‘Het is al die tijd een kleinschalig scheepstimmerbedrijf gebleven, met in de goede tijden maximaal tien medewerkers’, vertelt Willemsen die op de MTS de opleiding scheepsbeschieter volgde en zeven jaar lang in de avonduren een opleiding binnenhuisarchitectuur deed. Begin jaren tachtig kwam hij in het bedrijf. ‘Toen was er eigenlijk bijna niets te doen. De drie broers waren daar samen met twee medewerkers aan het werk in een halletje van 13 x 18 meter. Ze hadden twee opdrachtgevers. Ze werkten voor scheepswerf Gelria in Nijmegen en deden onderhoudswerk aan schepen van Rijkswaterstaat in Oosterbeek.’

Weer te krap
Om meer werk te krijgen en de mensen aan de gang te houden, belde Willemsen een interieurbouwer die destijds veel werk had. ‘Zo kregen we onze eerste interieurklus, dat was de Rabobank in Doetinchem. Omdat het best wel goed ging, heb ik in 1985 een halletje bijgebouwd. In 1988 kocht ik de aandelen van mijn vader over, de andere twee broers waren inmiddels uitgekocht. Met de scheepsbetimmering en de interieurbouw ging het zo goed, dat ik twee jaar later alles heb afgebroken en een nieuwe hal heb gebouwd van 1500 vierkante meter. We gingen zo langzamerhand ook steeds meer landelijk werken. Want in die tijd had elke scheepswerf nog een timmerwerkplaats, maar de werven stootten deze vanwege het gebrek aan continuïteit steeds vaker af. Wij namen dat werk dan van de werf over. Mijn vader keek nog wel een tijd mee, maar hij overleed in 1991 op jonge leeftijd. Vanaf die tijd stond ik er alleen voor en moest ik het allemaal in mijn eentje zien te redden. Uiteindelijk ging dat goed.’

De omzet van Willemsen Interieurbouw bestaat voor 70% uit het maken van interieurs voor hotelpassagiersschepen. (Foto Erik van Huizen)

In 2003 verhuisde Willemsen met het bedrijf naar Bemmel. Het betimmeren van schepen breidde steeds verder uit en de interieurbouw stabiliseerde zich. ‘In die tijd deden we voor 70% aan scheepsbetimmering en 30% aan interieurbouw. Op de locatie in Bemmel hebben we weer uitgebreid tot 3500 vierkante meter. In 2007 bleek dat ook te krap. Ik heb toen onze huidige bestaande hal in Huissen gekocht. In de loop van de jaren hebben we ook hier uitgebreid, zodat de totale grootte van het bedrijf nu 20.000 vierkante meter is.’

Schepen is core business
Inmiddels telt het bedrijf van Willemsen ruim 130 medewerkers. Voor de buitendienst leent Willemsen afhankelijk van de behoefte, nog eens 50 tot 100 man in. Van het werk bestaat 90% uit het betimmeren van schepen. En van de omzet bestaat 70% uit het maken van interieurs voor hotelpassagiersschepen. Ieder jaar wordt voor zeven tot acht van deze schepen het complete interieur gemaakt. Daarnaast maakt Willemsen ieder jaar voor 25 tot 30 binnenvaartschepen het interieur, en in mindere mate voor de jachtbouw en speciale vaartuigen zoals veerponten.
Onlangs haalde Willemsen nog het contract binnen om het interieur te verzorgen voor de woning en de stuurhut van de nieuwe elektrische containerschepen van Port Liner. In eerste instantie gaat het om vijf schepen, met een optie op nog eens vijf van deze schepen.

Willemsen ziet weinig verschil tussen het leveren van een interieur voor de binnenvaart of de cruisevaart. ‘Het verschil is de massa. Op een binnenvaartschip maak je vier tot vijf slaapkamers, op een hotelpassagiersschip maak je ongeveer 100 hotelkamers. En het interieur is in de riviercruisevaart misschien nog wel belangrijker dan in de binnenvaart. Want aan boord van de hotelpassagiersschepen zijn twee dingen heel erg belangrijk. Dat is het interieur waarin de gasten vertoeven en de service aan boord. Die zaken bepalen de sfeer aan boord.’

Mock-ups
Voor de hotelpassagiersschepen verzorgt Willemsen het interieur door het project compleet aan te nemen. Subcontractors leveren de zaken die de interieurbouwer zelf niet doet, zoals de isolatie, egalisatievloeren, tegelwerk, behang, systeemwanden, plafonds en stoffering. ‘Eigenlijk regelen we alles voor de werf, maar we doen geen techniek. We zorgen wel voor alle voorzieningen daarvoor, bijvoorbeeld de uitsparingen die nodig zijn in het interieur. Ook ontwerpen we niet. Dat doen de architecten van de rederijen. We werken voor de scheepswerf, maar hebben een nauw contact met de rederijen. Zo krijgen wij de ontwerptekeningen van de architect van de rederij. Onze werkvoorbereiders werken deze tekeningen technisch uit, zij maken de productietekeningen. We produceren in eigen huis alle meubels en betimmeringen en onze eigen mensen monteren dit dan vervolgens aan boord.’

Rederijen kunnen mock-ups van hun cabines live bekijken in Huissen. (Foto Erik van Huizen)

Een van de trends in de riviercruisevaart is dat de cabines steeds groter en luxer worden. Dat is ook te zien in de zogenoemde mock-ups die Willemsen van iedere hotelkamer van een project maakt. Deze modellen worden specifiek voor de klanten gemaakt en de verscheidenheid is dan ook groot. Van druk tot rustig, van pasteltinten tot felle kleuren. ‘Wij hebben wereldwijde klanten. Deze komen bijvoorbeeld uit Azië, Rusland of de Verenigde Staten naar Huissen om de cabines te bekijken. Ze maken dan veelal ook alvast foto’s voor in de brochures.’

Deadline is heilig
Een van de belangrijkste zaken in de interieurbouw voor schepen is het halen van de deadline. ‘Niet alleen de prijs en de kwaliteit zijn belangrijk, maar wij moeten een schip echt op tijd opleveren. In het hele proces kan er van alles gebeuren, het casco kan te laat komen of de techniek levert vertraging op, maar de einddatum blijft gewoon staan. Omdat wij aan het einde zitten, levert dat best wel een druk op, ook op onze subcontractors. Het spant er echt wel eens om. Daarom werken we ook met een vast team van subcontractors die weliswaar al het werk krijgen, maar er ook voor moeten zorgen dat het werk op tijd klaar is. Daarvoor moeten we de planning heel erg goed in de gaten blijven houden en zonodig bijsturen. Omdat we al jaren voor dezelfde scheepswerven werken, hebben we een naam opgebouwd als betrouwbare partner en die moeten we hoog zien te houden.’

In de eigen spuiterij zijn medewerkers bezig met de laatste handelingen aan onderdelen van een nieuw interieur. (Foto Erik van Huizen)

Het halen voor de deadline is voor zowel de binnenvaart als de riviercruisevaart belangrijk. ‘In de binnenvaart is het belangrijk omdat diegene die veel heeft geïnvesteerd, ook snel wil gaan varen. Maar als het één of twee weken later wordt, dan zij het zo. Dat is anders voor de hotelpassagiersschepen. Daar zijn vaak al reizen voor geboekt. De gasten staan gewoon op die datum op de wal en moeten aan boord. Daarom zitten er flinke claims op als we niet op tijd leveren.’

Vakmensen tekort
Net als andere bedrijven waar vakmensen werken, is het ook voor Willemsen moeilijk om aan voldoende personeel te komen. In de crisistijd lukte dat nog wel. Het bedrijf had geen last van de slechte economische omstandigheden en bleef groeien. En ook de komende jaren zien er volgens Willemsen rooskleurig uit. ‘Het grootste probleem hadden we de afgelopen twee jaar. Er zijn toen vijftien medewerkers vertrokken, vijf door natuurlijk verloop en tien zijn vertrokken naar andere bedrijven. Veel van deze werknemers waren in de crisistijd bij ons komen werken. Ze kwamen toen vanuit een veel grotere regio naar ons toe en hebben nu besloten dichter bij huis te gaan werken. Daar kan je zelfs met goede condities in je bedrijf niet tegenop. We hebben inmiddels vijf van deze vacatures opgevuld, maar we staan er dus nog steeds tien in de min. We zoeken daarom nog steeds meubelmakers, montagemedewerkers, spuiters en mensen voor de werkvoorbereiding.’

Veel werk in de interieurbouw is nog steeds handwerk en volgens Willemsen blijft dat ook wel zo. (Foto Erik van Huizen)

Willemsen zegt er van alles aan te doen om nieuwe mensen binnen te halen en doet zijn uiterste best om de bestaande medewerkers te behouden. ‘Behalve in Nederland zijn we nu ook net over de Duitse grens mensen aan het werven. Ook leiden we zelf mensen op en hopen dan dat ze bij ons blijven werken. Verder hebben we op eigen initiatief de salarisschalen aangepast. We betaalden al ver boven de CAO, maar hiermee proberen we te voorkomen dat mensen verdwijnen naar andere bedrijven. Maar je moet er ook mee oppassen. Want het tekort aan vakmensen drijft de prijs op en maakt je product uiteindelijk toch weer een beetje duurder.’

En dat de vakmensen ook in de toekomst nodig blijven, daarvan is Willemsen overtuigd. ‘We zijn al redelijk geautomatiseerd, de standaard kasten worden al automatisch gemaakt, maar het werk van de meubelmaker blijft bestaan. Er blijft toch veel handwerk. En dat is over 25 jaar nog steeds zo.’

De producten die gereed zijn, staan in een nieuwe hal te wachten op transport. Eigen medewerkers installeren vervolgens de interieurs. (Foto Erik van Huizen)

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

CCR vraagt tankvaart snel EDI account aan te maken

STRAATSBURG De Centrale Commissie voor de Rijnvaart (CCR) vraagt de tankvaart zo spoedig mogelijk een EDI account aan te maken om met ingang van 1 december te kunnen voldoen aan de elektronische meldplicht. Momenteel hebben 500
van de 1600 tankschepen die in het stroomgebied van de Rijn varen zich geregistreerd.

Haast is geboden omdat Rijkswaterstaat per maand maximaal 200 nieuwe aanvragen in behandeling kan nemen. ‘We nodig de 1100 tankschepen die deze formaliteit nog niet hebben vervuld zo spoedig mogelijk hiertoe over te gaan’, meldt de CCR. ‘Bij voorkeur ruim voor de deadline van 1 december. Alleen op deze wijze kan worden gewaarborgd dat elke aanvraag binnen de gestelde tijd en zonder last-minute bottlenecks kan worden verwerkt.’

EDI-account
De CCR besloot vorig jaar mei dat alle schepen en samenstellen waarvan ten minste één schip is bestemd voor het vervoer van goederen in vaste tanks, met ingang van 1 december 2018 onder de elektronische meldplicht vallen. De betrokken schepen moeten voor die datum van inwerkingtreding een EDI-account aanmaken bij de Rijkswaterstaat. Dit account is nodig om vanaf een applicatie elektronische rapporten te kunnen sturen naar de ERINOT-server. Het account is gratis en kan worden aangevraagd op de website www.bics.nl.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

COV vraagt minister vele stremmingen Weurt snel op te lossen

NIJMEGEN Het Centraal Overleg Vaarwegen (COV) heeft bij minister Cora van Nieuwenhuizen van Infrastructuur en Waterstaat haar ernstige zorgen geuit over de situatie bij Weurt. Sinds enkele jaren ondervindt de binnenvaart regelmatig hinder van herstelwerkzaamheden door achterstallig onderhoud aan de sluizen bij Weurt.

In de eerste vier maanden van dit jaar zijn er al tientallen stremmingen en/of beperkingen bij het sluizencomplex geweest. De sluis verkeert in zijn geheel in slechte staat en er spelen tal van problemen. Het COV, waarin evofenedex, de Vereniging van Waterbouwers, het CBRB en Koninklijke BLN-Schuttevaer op het gebied van infrastructuur samenwerken, vraagt de minister de situatie in Weurt grondig te onderzoeken, de problemen te inventariseren en deze vervolgens op zo kort mogelijke termijn op te lossen.

Onder druk
Jaarlijks passeren rond de 30.000 vrachtschepen het sluizencomplex. Weurt is een belangrijk knooppunt richting het zuidelijk deel van de Maas. Wordt de doorvaart belemmerd, dan moeten schepen fors omvaren. ‘De bereikbaarheid van de Maasbestemmingen en robuustheid van het systeem staat onder druk door het vele oponthoud’, meldt het COV. ‘Daardoor lopen de binnenvaart en de logistiek economische schade op. Wij vertrouwen erop dat de minister het belang van vervoer over water richting Zuid-Nederland onderkent en voldoende budget heeft gereserveerd om dit soort onverwachte maar urgente situaties aan te pakken, zodat een adequaat vaarwegennetwerk gewaarborgd blijft.’ (Foto Beeldbank Rijkswaterstaat)

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

ECT breidt pilot fixed windows binnenvaart uit

ROTTERDAM ECT breidt de pilot fixed windows voor binnenvaartcontainerschepen met grote call-sizes uit. Volgens de terminaloperator is de in januari van dit jaar gestarte pilot zo succesvol, dat nu een volgende stap wordt gezet.

De fixed windows zijn bedoeld voor binnenvaartoperators die, zelfstandig of gezamenlijk, in staat zijn om met een grote hoeveelheid te lossen en te laden containers direct één van ECT-terminals aan te lopen.

Uitbreiden
In deze tweede fase wil ECT het huidige aantal van zes deelnemers, alsmede de spelregels voor een fixed window, verder uitbreiden. Het gaat hierbij met name om de vraag hoe goed partijen in staat zijn om gedurende een langere tijd te voldoen aan de vooraf gemaakte afspraken en hoe met afwijkingen wordt omgegaan. Ook wordt bekeken of een meer commerciële relatie bijdraagt aan het verbeteren van het containervervoer via de binnenvaart.

Uiteindelijk wil ECT deze fixed windows pilot omzetten in een premium service, waarbij fixed windows worden afgegeven tegen een vaste vergoeding.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

Strengere regels nodig voor vervoer gevaarlijke stoffen over water

DEN HAAG Binnenvaartschippers die gevaarlijke stoffen vervoeren moeten bij dichte mist extra veiligheidsmaatregelen treffen. Bijvoorbeeld de vaartijd verkorten of de schipper eerder aflossen. Daarnaast moet Rijkswaterstaat de bevoegdheid krijgen om bij extreme weersomstandigheden het scheepvaartverkeer plaatselijk stil te leggen. Ook dienen de crisisbeheersing en hulpverlening in grensgebieden van verschillende regio’s beter te worden gecoördineerd.

Dat stelt de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) in het rapport ‘Stuwaanvaring door benzeentanker bij Grave’. Bij varen in dichte mist gelden volgens de OVV nauwelijks specifieke regels voor de binnenvaart. Het bevreemdt de Onderzoeksraad dat een schipper van een tanker met 2000 ton benzeen ook in dichte mist tot 14 uur aaneengesloten mag varen zonder aflossing. De Raad wijst erop dat behalve de schipper ook de vaarwegbeheerder en de chemiebedrijven als opdrachtgevers voor het transport een verantwoordelijkheid hebben.

Aanvaring
De binnenvaarttanker Maria Valentine voer op 29 december 2016 met 2000 ton benzeen via de Maas richting Rotterdam. Vanwege dichte mist voer de schipper voornamelijk op radar, wat de OVV kwalificeert als zeer inspannend en specifieke training en ervaring vereisend. Na 13 uur varen naderde het schip de stuw bij Grave en voer daar vervolgens dwars doorheen, viel door het hoogteverschil drie meter omlaag en dreef nog 600 meter door. Ruim een uur na de aanvaring informeerde Rijkswaterstaat de hulpdiensten over het voorval en het feit dat er gevaarlijke stoffen bij betrokken zijn. Mede als gevolg van de mist hadden de hulpdiensten grote moeite de volle omvang van het incident te overzien. De locatie van het ongeval blijkt bovendien precies op de grens te liggen van twee gemeenten en drie veiligheidsregio’s. Het lukte de verschillende partijen niet om een gezamenlijk beeld te vormen en hun acties op elkaar af te stemmen. Het bleef tot diep in de nacht onduidelijk of de lading benzeen gevaar gaf en de bemanning werd pas na drie uur geëvacueerd van het schip. Het waterpeil tussen Grave en Sambeek daalde de daaropvolgende dagen met drie meter, wat grote schade veroorzaakte bij de scheepvaart en woonboten in de omgeving.

Scheepvaart stilleggen
Gemiddeld zijn er 15 dagen per jaar met dichte mist op en rond de Nederlandse binnenwateren. Dat maakt niet alleen het varen risicovoller, maar hindert ook de hulpverlening na een ongeval. De Onderzoeksraad beveelt partijen daarom aan om bindende afspraken te maken over het varen met gevaarlijke stoffen in (dichte) mist. ‘Vervoersbedrijven, chemiebedrijven en vaarwegbeheerders zijn hierbij primair verantwoordelijk voor de risicobeheersing van het transport van gevaarlijke stoffen. Verder pleit de Raad voor een wettelijke bevoegdheid voor Rijkswaterstaat om bij extreme weersomstandigheden het scheepvaartverkeer stil te leggen.’

Volgsysteem
De aanvaring van de stuw betreft volgens de OVV een dubbel ongeval: zowel een voorval met een schip beladen met gevaarlijke stoffen als de beschadiging van een stuw met grote gevolgen voor de waterstand in de Maas. Bij de afhandeling en crisisbeheersing in Grave heeft de veelheid aan partijen in dit grensgebied van verschillende regio’s en het ontbreken van een gezamenlijk incidentbestrijdingsplan de aanpak ernstig bemoeilijkt. De dichte mist vormde daarbij slechts een complicerende factor. De Onderzoeksraad beveelt de gemeenten, veiligheidsregio’s en Rijkswaterstaat aan om al in de planvorming duidelijke afspraken te maken over samenwerking en coördinatie en hiermee te oefenen. De minister van Infrastructuur en Waterstaat moet een analyse maken van het aanvaarrisico van bruggen, sluizen en stuwen in Nederland en waar nodig maatregelen treffen om het effect daarvan te minimaliseren. Verder dient de minister het – verouderde – informatie- en volgsysteem voor de scheepvaart te vervangen en te voorzien van een alarmeringsfunctie bij incidenten met schepen met gevaarlijke lading.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook