Categorie archieven: nieuws

Minister wil ligplaatsregime van 3×24 uur niet uitbreiden

DEN HAAG Minister Mark Harbers gaat het BPR en het RPR niet aanpassen om het bestaande ligregime van maximaal 3×24 uur structureel uit te breiden. Uit proeven blijkt dat er geen behoefte aan is en de aanpassing zou volgens de minister daarom onnodig gepaard gaan met juridische en praktische vraagstukken. Ook wijst hij op verstoring van de marktwerking. De uitbreiding zou ten koste gaan van bezetting van betaalde, gemeentelijke ligplaatsen.

In zowel het Rijnvaart- als het Binnenvaartpolitiereglement (RPR en BPR) is geregeld dat schippers kosteloos gebruik kunnen maken van één van circa 850 ligplaatsen die Rijkswaterstaat in beheer heeft. Hiervoor geldt een maximum ligtijd van 3×24 uur. De reden hiervoor is om te voorkomen dat op de ligplaatsen te veel schepen gaan liggen voor langere tijd. Het kan voorkomen dat een schip door omstandigheden langer moet liggen dan de 3×24 uur, bijvoorbeeld door ziekte. In die gevallen past RWS coulance toe.

Proeven
Om te kijken of in de binnenvaart behoefte is aan een langere ligtijd, vonden er twee proeven plaats. De eerste was bedoeld als tegemoetkoming richting de sector vanwege de nadelige effecten van de coronacrisis. De tweede proef was vooral bedoeld ter verificatie van de eerste proef. De belangrijkste conclusie uit de proeven is volgens de minister dat er in beide periodes nauwelijks gebruik is gemaakt van de mogelijkheid om langer te liggen. In het uitzonderlijke geval dat er wel gebruik van werd gemaakt, dan betrof het een ligtijd van maximaal één week. ‘Er lijkt dus geen structurele behoefte te zijn geweest aan langer liggen. Wanneer er langer werd gelegen, leidde dat niet tot hinder voor schippers die rusttijd wilden nemen.’

Vakantieperiode
Uit gesprekken met de binnenvaartsector bleek dat de behoefte aan langer liggen vooral speelt in de vakantieperiode. Maar een vakantiestalling is wat betreft Harbers echter geen legitieme reden voor coulance of lang liggen op Rijksligplaatsen. ‘Deze ligplaatsen zijn bedoeld voor schippers om te kunnen voldoen aan de wettelijke vaar- en rusttijden. Voor vakantiestalling kunnen schippers uitwijken naar commerciële ligplaatsen in gemeentelijke havens.’

Transparantie
Minister Harbers wil wel vanaf nu expliciet rekening houden met de behoefte van de sector aan transparantie, flexibiliteit en uniformering van de uitvoeringspraktijk. ‘Uit onderzoek blijkt namelijk dat de toegepaste coulance per ligplaats kan verschillen. Daarom zal het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat een gedragslijn opstellen dat een duidelijk handvat biedt voor Rijkswaterstaat voor de handhaving van de 3×24 uurs regel. Dit gebeurt in afstemming met de sector. Dit schept voor de binnenvaart een helder en uniform verwachtingspatroon, over de voorwaarden waaronder schepen langer mogen liggen.’

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

Schoonmaken cruiseschepen is specialisme

GROESBEEK Een marmeren vloer die weer moet blinken als nooit tevoren. Of een kristallen kroonluchter die helemaal uit elkaar moet worden gehaald en onderdeel voor onderdeel in een osmosewater wordt gedompeld. Het is het specialistische werk wat ChemDry Wouters uit Groesbeek onder meer op cruiseschepen doet.

Schoonmaakorganisatie Wouters bestond in april van dit jaar dertig jaar. Het bedrijf was nog niet actief in de riviercruisevaart. Eigenaar René Wouters had echter al wel langere tijd goede contacten met Ruud Doornenbal van ChemDry Doornenbal uit Bemmel. Deze deed al wel veel werk op cruiseschepen en toen Doornenbal zijn bedrijf van de hand wilde doen, kocht Wouters het. Dat was zo’n vier jaar geleden. Zowel het personeel als de materialen en de klanten gingen mee. Twee jaar geleden vroeg Wouters Ton van Doorn als bedrijfsleider voor ChemDry Wouters, inmiddels een bedrijf met zes werknemers. Van Doorn had al 1,5 jaar schoonmaakwerk gedaan voor Wouters en had goede contacten met zijn zoon.

Corona
In de twee jaar dat ChemDry Wouters het zonder bedrijfsleider moest doen, bleek er te weinig tijd te zijn voor het nieuwste onderdeel van de schoonmaakorganisatie. Het had zoveel invloed op de klanten dat werd besloten Van Doorn aan te trekken. ‘Het werk kreeg niet genoeg aandacht’, vertelt Van Doorn in het kantoor van ChemDry Wouters in Groesbeek. ‘Want wij zijn toch anders dan een doorsnee schoonmaakbedrijf Glasbewassing en interieur doet elk schoonmaakbedrijf, maar wij reinigen ook meubels en tapijten en kunnen brandvertragend impregneren. Dat doen wij vooral op cruiseschepen. Dat is ons specialisme.’

En dan had de cruisevaart de afgelopen twee jaar natuurlijk ook nog te lijden onder de coronamaatregelen. Ook bij ChemDry Wouters merkten ze dat. ‘In de coronatijd hebben we minder werk gehad, maar afgelopen winter zijn we volledig op de cruiseschepen aan het werk geweest. En ik verwacht dat de komende winter het werk weer als normaal is.’

Nieuw en bestaand
De werkzaamheden op de cruiseschepen variëren voor ChemDry Wouters van het schoonmaken van nieuwbouwschepen tot het schoonmaken van bestaande schepen in de winterperiode. Het gaat dan om glasbewassing, meubels, vloeren en tapijten reinigen en gordijnen en vitrages reinigen en impregneren. Onlangs moest ChemDry Wouters nog een cruiseschip waar vluchtelingen worden opgevangen schoonmaken en ook een nieuwbouw cruiseschip op de werf van TeamCo in Heusden werd volledig schoongemaakt. ‘Het schoonmaken van een nieuw schip, is anders als bij een bestaand schip. Je moet echt alles schoonmaken. Elke kast, spiegel, het glas, de kozijnen, het moet allemaal brandschoon zijn. Maar als je dan een cabine helemaal schoon hebt, dan kan het maar zo zijn dat er nog een installateur wat zaken moet doen. Dan kan je weer opnieuw beginnen.’

Spik en span
Als ChemDry Wouters het schip verlaat, moet alles aan boord van de cruiseschepen er weer spik en span uitzien. En omdat de cruisevaart door heel Europa zit, moet Van Doorn ook wel eens naar het buitenland. In het Franse Rouen moest Van Doorn deze winter een schip schoonmaken voor Uniworld. Daar moest onder meer de gigantische kroonluchter in de hal uit elkaar worden gehaald. De afzonderlijke onderdelen werden in osmosewater gedoopt en gedroogd aan de lucht. Ook de houten vloeren kregen speciaal onderhoud. Met twee componenten op oliebasis. Daarmee worden de vloeren gevoed en geseald. Zodat de vloer weer een tijd mee kan. Tevens kregen de marmeren vloeren en trappen een onderhoudsbeurt. ‘Een cruiseschip is natuurlijk een unieke werkplek’, vervolgt Van Doorn trots. ‘Het is werken in een luxe omgeving. En dat moet je als schoonmaker willen en kunnen. Zo kan je marmer echt goed laten glimmen. Wij hebben een methode waarmee we meer glans aan marmeren vloeren kunnen geven. Het is specialistisch werk wat veel tijd kost. Gemiddeld gebruiken we 16 grote pads en 20 tot 26 voor de trappen en werkbladen. Zelf heb ik in Rouen de trappen gepolijst. Daar doe je er maar twee van op een dag. Het is wat onze klanten willen. Die standaard moet je dan ook echt halen. En wij het doen het graag.’

Investeren in de toekomst
Onlangs kreeg Van Doorn nog de vraag of hij in diverse landen meerdere schepen schoon wil maken. ‘De eigenaren van de cruiseschepen waren niet tevreden hoe andere schoonmakers het hadden gedaan. Daarom gaan wij er heen. We nemen dan al onze spullen mee. Daar hebben we afgelopen jaren flink in geïnvesteerd. Onze mensen kunnen dan op het schip verblijven. Ze krijgen gastencabines en eten mee met de bemanning. Het is fijn dat we dat zo hebben kunnen regelen. Want de medewerkers zijn vaak al lang van huis en het is fijn als ze dan goed onderdak hebben.’

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

TU Delft onderzoekt cavitatie en luchtsmering bij schepen

DELFT De TU Delft heeft onlangs een nieuwe cavitatietunnel geopend. Met deze Multi Phase FlowTunnel (MPFT) kan onderzoek worden gedaan naar cavitatie bij scheepsschroeven en de mogelijkheden van luchtsmering bij schepen.

Cavitatie is een bekend en belangrijk probleem bij schepen. In de buurt van scheepsschroeven kunnen namelijk grote waterdampbellen ontstaan, die vervolgens met kracht kunnen imploderen. ‘Door de implosie wordt een schokgolf en ook geluid opgewekt’, vertelt onderzoeker Cornel Thill. ‘Dit fenomeen kan ernstige schade toebrengen aan de schroefbladen maar het bewijs stapelt zich op dat het hinderlijk is voor zeedieren, zoals vissen en walvissen. Het is dus zaak om schadelijke bijwerkingen van cavitatie zoveel mogelijk te voorkomen. Met deze nieuwe onderzoeksfaciliteit kunnen we hier nog beter op inspelen.’

Luchtsmering
Een ander hoofddoel van de nieuwe cavitatietunnel, is het fundamenteel onderzoeken van luchtsmering bij schepen. Lina Nikolaidou richt zich hier op in haar promotie-onderzoek. ‘Een van de belangrijke manieren die momenteel wordt onderzocht om de weerstand van schepen, en dus het brandstofverbruik en de CO2-uitstoot, te verminderen, is het aanbrengen van luchtsmering, een laag van lucht(belletjes) onder het schip. Commerciële partijen zijn al bezig om dit toe te passen en verder te onderzoeken.’

Ondanks dat het smeren met luchtlagen al lang wordt onderzocht, is er nog geen echt begrip van de onderliggende mechanismen. ‘In laboratorium-experimenten lijkt luchtsmering zeer efficiënt te zijn, maar de vertaling naar de praktijk is nog niet altijd succesvol gebleken. Bovendien zijn vrijwel alle experimenten in zoet water gedaan. Ik wil onder meer ook de samenhang van luchtsmering met de chemische waterkwaliteit, bijvoorbeeld het zoutgehalte, nader onderzoeken. We weten uit spaarzame resultaten dat waterkwaliteit een groot effect kan hebben.’

Klein
De Multi Phase Flow Tunnel in Delft is een van de eerste faciliteiten ter wereld die de waterkwaliteit, zowel chemisch als fysisch, systematisch kan aanpassen voor dit type onderzoek. De tunnel heeft een volume van ongeveer 17 m3, wat klein is voor een moderne cavitatietunnel met controle van de waterkwaliteit. ‘Maar door dit kleine volume is het mogelijk om ook de chemische kwaliteit van het water aan te passen, met name het zoutgehalte’, zegt Thill. ‘We hebben het volume zo klein kunnen houden omdat we een wat andere filosofie hebben geadopteerd. Niet álle luchtbellen worden er eerst uit gefilterd, maar alleen de belletjes die groter zijn dan een bepaalde diameter (ongeveer 100 micrometer).’

De tunnel heeft twee testdelen, eentje voor het onderzoek naar cavitatie, met een grootte van 0,3 x 0,3 x 2,13 meter en een maximale watersnelheid van 12 m/s; de andere testsectie is optioneel en is ontworpen voor het overige onderzoek, met afmetingen van 0,5 x 0,5 x 5 meter en een maximale stroomsnelheid van 4,3 meter per seconde.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

‘Meer aandacht naar scheepvaart in klimaatbeleid’

DELFT ‘We maken ons zorgen om het effect van de uitstoot van schepen op ons klimaat. Maar we moeten ons ook dringend zorgen gaan maken om het effect van klimaatverandering op de scheepvaart.’ Dat stelde havenhoogleraar Mark van Koningsveld in zijn intreerede aan de TU Delft tijdens het symposium Port & Waterways. Hij roept op meer aandacht te hebben voor transport over water in het klimaatbeleid en nu al maatregelen te treffen om de internationale handel over water te beschermen.

Transport over water is van groot belang voor de globale economie. Zo’n 80% van alle lading wereldwijd, wordt op een gegeven moment over water vervoerd. Nederland is erg afhankelijk van het wereldwijde netwerk van vaarroutes over water voor de aanvoer en uitvoer van goederen en grondstoffen. Een enkel schip dat vastligt in het Suezkanaal heeft al enorme verstoring van dit handelsnetwerk tot gevolg. Veel bedrijven hadden last van lege schappen in winkels en consumenten moesten lang op producten wachten.

Sluipend effect
‘Maar de klimaatcrisis heeft veel meer en veel structureler impact op waterwegen wereldwijd, en dus ook op onze economie’, zo stelt Van Koningsveld. ‘Alleen is dit effect net zoals bij andere klimaatmaateffecten meer sluipend dan acuut.’ Als hoogleraar Ports & Waterways aan de TU Delft geeft Van Koningsveld leiding aan het onderzoek naar de interactie tussen watertransportsystemen en de fysieke omgeving, en zoekt zijn team naar manieren om het systeem te verbeteren. Klimaatverandering en de gevolgen voor de havens, waterwegen en scheepvaart staat hoog op de onderzoeksagenda. Maar nog niet hoog genoeg op de politieke agenda, stelt Van Koningsveld.

Aanhoudende droogte
De effecten van de klimaatcrisis kunnen volgens Van Koningsveld voor grote problemen zorgen in de handel over water. ‘Als bijvoorbeeld vaarwegen ondieper worden door langdurige droogte, zoals in 2018 meer dan 6 maanden het geval was, kan de transportcapaciteit van rivieren soms met tientallen procenten afnemen. Andere modaliteiten zoals rail en weg hebben simpelweg niet de capaciteit om deze achterstanden op te vangen. In 2018 had dit grote economische schade tot gevolg, en er zijn talloze andere vergelijkbare voorbeelden in het buitenland te noemen. Als droogtes vaker gaan voorkomen en heviger worden, zoals het IPCC voorspelt, dan gaat dit onherroepelijk leiden tot hogere transportkosten en uiteindelijk hogere prijzen voor producten en grondstoffen. Naast droogte kunnen ook hevige regenval en sterkere stormen tot problemen leiden. Het is mijn vaste overtuiging dat we de gevolgen van dit type klimaatverandering veel eerder gaan voelen dan dat we natte voeten krijgen door zeespiegelstijging.’

Meer aandacht
Daarom roept Van Koningsveld op tot meer aandacht voor de scheepvaart in het klimaatbeleid. ‘Er is nu veel aandacht voor klimaatmitigatie en emissiereductie. Het is ook hard nodig dat we de emissies van scheepvaart drastisch terugbrengen en toewerken naar schone brandstoffen. Maar we mogen het belang van klimaatadaptatie hierbij niet uit het oog verliezen. We moeten nu beginnen onze waterwegen, de vloot, en onze logistieke processen voor te bereiden op een toekomst waarin vaker dan nu de capaciteit en de betrouwbaarheid van het watertransportsysteem onder druk komt te staan. Gezien het globale karakter van watertransport moeten we hierbij verder kijken dan Nederland alleen.’

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

 

Minister gaat verladers wijzen op verantwoordelijkheid ontgassen

DEN HAAG Minister Mark Harbers van Infrastructuur en Waterstaat gaat verladers op hun maatschappelijke verantwoordelijkheid wijzen zodat het ontgassen door de binnenvaart in de open lucht drastisch wordt verminderd. Dit in aanloop naar het verbod op varend ontgassen.

Harbers gaat hiervoor deze zomer samen met het Interprovinciaal Overleg (IPO) in gesprek met verladers. Hij wil weten wat de industrie nodig heeft om in aanloop naar het verbod het ontgassen nu al flink te verminderen. Samen met het IPO gaat de minister zich hard maken om tot goede afspraken te komen met de industrie. Na de zomer komt de minister met een update over de Taskforce Varend Ontgassen. Ook wordt dan duidelijk hoe Harbers uitvoering gaat geven aan de aangenomen motie van de Tweede Kamerleden Alkaya (SP) en Bouchallikh (GroenLinks) wat betreft het ondersteunen van organisaties in de aanleg van een infrastructuur voor ontgassen.

In 2024
De minister gaat in gesprek met de verladers omdat het verbod op ontgassen nog wel even op zich laat wachten. Volgens de laatste schatting duurt het nog minstens twee jaar voordat een dergelijk verbod van kracht wordt. Een aantal landen moet het verdrag nog steeds ratificeren. Het Waalse parlement stemde onlangs in met het ratificatievoorstel. België kan nu de ratificatieprocedure gaan afronden. De minister doet er alles aan om vaart te maken met de ratificatie door de andere landen. Zo werd met Frankrijk gesproken over een spoedige ratificatie. Onlangs benadrukte de staatssecretaris dezelfde urgentie persoonlijk richting de Zwitserse bondspresident. ‘De invoering van het verbod duurt helaas langer dan gehoopt door de verschillende ratificatieprocessen’, concludeert de minister desondanks.

De verwachting is nu dat Frankrijk medio dit jaar ratificeert. Daar ligt het ratificatievoorstel nu in het parlement. Zwitserland ratificeert naar verwachting eind 2023. (Foto North Sea Port)

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

Vergroening moet havens stikstofruimte bieden

DEN HAAG De stikstofruimte die voorkomt uit een vergroening van de zee- en binnenvaart moet ervoor gaan zorgen dat de havens weer kunnen doorontwikkelen. Minister Harbers van Infrastructuur en Waterstaat wil daar alle mogelijke instrumenten voor inzetten. Hij denkt hierbij onder meer aan uitbreiding van walstroom voor zeeschepen en batterij-elektrische binnenvaart.

Voldoende stikstofruimte is voor Harbers een belangrijke randvoorwaarde voor het beleid van het ministerie omtrent de verdere ontwikkeling van havens. ‘De stikstofdepositie moet omlaag’, schrijft de minister aan de Tweede Kamer. ‘Tegelijkertijd valt te constateren dat de stikstofproblematiek leidt tot stagnatie in projecten als gevolg van vertraging in de natuurvergunningverlening in de Rotterdamse haven. Dit heeft tot gevolg dat de concurrentiepositie en het vestigingsklimaat onder druk komen te staan. Internationale board rooms kijken voor hun duurzame en circulaire investeringen met zorg naar de risico’s die gepaard gaan met de zeer beperkte tot niet aanwezige stikstofruimte. Mijn inzet is erop gericht dat de stikstofcorrectie die voorkomt uit een vergroening van de zee- en binnenvaart zal leiden tot zowel natuurherstel als mogelijkheden voor duurzame havenontwikkeling.’

Uit de impasse
Met het havenbeleid van de Havennota 2020-2030 zet het ministerie in op behoud en zo mogelijk versterking van de positie van mainport Rotterdam. De uitdagingen van de grondstoffen- en energietransitie zijn daarin fundamenteel. De positie van de Rotterdamse haven is daarin niet meer vanzelfsprekend. Daarom is het belangrijk dat duurzame investeringen, zoals in biobrandstoffenfabrieken op de Tweede Maasvlakte, van de grond komen.
Onder leiding van het ministerie maken de departementen van Economische Zaken en Klimaat, Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties en Landbouw Natuurbehoud en Visserij zich sterk om uit de stikstofimpasse te geraken. Dat doen ze samen met de Provincie Zuid-Holland, de gemeente Rotterdam, Milieudienst Rijnmond, havenbedrijf Rotterdam en het havenbedrijfsleven. ‘Een complexe opgave, waarbij korte termijn oplossingen niet voorhanden zijn’.

Walstroom
Walstroom voor de zeevaart is een van de manieren van de minister om uit de stikstofimpasse te geraken. Maar het wordt in de Rotterdamse haven nog nauwelijks toegepast. Met het programma walstroom wil Harbers hier de komende jaren met de sector tot een omslag komen. Als eerste stap is in maart 2022 de tijdelijke subsidieregeling walstroom zeeschepen geopend. Met de subsidie worden walstroomprojecten geselecteerd die gaan bijdragen aan de reductie van stikstofdepositie. De gerealiseerde reductie van stikstofdepositie zal onder andere worden ingezet ten behoeve van de vergunningverlening voor woningbouw.

Verplichten
Daarnaast werkt Nederland mee aan EU-regelgeving die het aanbieden van walstroom voor specifieke scheepssegmenten gaat verplichten. Mede om aan deze aankomende verplichtingen te kunnen voldoen, gaat Harbers praten met de vijf grootste Nederlandse zeehavens, verenigd in de Branche Organisatie Zeehavens (BOZ). Haventerminals kunnen vervolgens met subsidie tijdig voorbereidingen treffen voor de benodigde investeringen in walstroomvoorzieningen. Naast het (vrijwillige) subsidietraject zullen ook de mogelijkheden van een wettelijke verplichting verkend worden voor terminals die onder de EU-verplichting gaan vallen. (Foto havenbedrijf Rotterdam)

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

Tata Steel ontwikkelt coaster op waterstof met Van Dam Shipping

IJMUIDEN Tata Steel heeft de samenwerking opgezocht met scheepvaartbedrijf Van Dam Shipping uit het Groningse Spijk om een waterstof aangedreven schip te ontwikkelen. Hiermee wil het staalbedrijf de CO2-uitstoot van het zeetransport van rollen staal terug dringen.

Het te ontwikkelen schip is een zogenoemde Short-Sea Vessel met een laadvermogen van ongeveer 5.000 ton en zal het eerste schip van dit type zijn. De waterstof aangedreven scheepvaart bestaat op dit moment voornamelijk nog uit binnenvaartschepen en kleine veerboten; zowel hybride, deels op waterstof, als volledig varend op waterstof.

Duurzaam bedrijf
Volgens Cem Ugur, hoofd chartering en operatie bij Tata Steel wil het bedrijf op alle fronten een duurzaam bedrijf zijn. ‘Dat betekent niet alleen dat we in de toekomst groen staal gaan maken met behulp van waterstof, tegelijkertijd kijken we ook hoe we waterstof nog meer kunnen inzetten. Bijvoorbeeld om onze logistiek te verduurzamen. We zetten daarom ook in op groene schepen voor het vervoeren van onze rollen staal.’

Jan van Dam meldt als directeur van Van Dam Shipping ‘verheugd te zijn om samen met Tata Steel te werken aan de oplevering van een emissievrij schip’. ‘Onze relatie met Tata Steel gaat al vele jaren terug en wekelijks laadt een van onze schepen staal in IJmuiden. Deze samenwerking zal onze relatie intensiveren en bijdragen aan onze energie transitiedoelen als bedrijf en de scheepvaartsector.’

Twee miljoen ton
Elk jaar verscheept Tata Steel twee miljoen ton aan rollen staal naar verschillende landen binnen Europa. Van Dam is een gevestigde naam in de Nederlandse rederijwereld en door de samenwerking krijgt Tata Steel de mogelijkheid om naar verwachting vanaf 2024 de rollen staal op een duurzamere manier te vervoeren. Het doel is dat het waterstof aangedreven schip 100% CO2 emissievrij kan varen en daarmee zo’n 3.000 ton CO2 per jaar bespaart ten opzichte van een schip dat vaart op gasolie en stookolie.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

KBN en Nautilus tekenen voor nieuwe pensioenregeling

ROTTERDAM Koninklijke Binnenvaart Nederland (KBN) en Vakbond Nautilus hebben getekend voor de nieuwe pensioenregeling voor de binnenvaart. Als de binnenvaartsector op de Nederlandse arbeidsmarkt concurrerend wil blijven zijn met andere sectoren, dan moet pensioen een vanzelfsprekend deel van de beloning zijn voor medewerkers in de binnenvaart, vinden de sociale partners.

De minister van Sociale Zaken trekt de verplichtstelling van het bedrijfstakpensioenfonds Rijn- en Binnenvaart per 1 januari 2025 in. De pensioenregeling wordt dan vrijwillig. De sociale partners vinden dat het vanzelfsprekend zou moeten zijn dat er later naast de AOW ook pensioen wordt uitgekeerd, want alleen leven van een AOW is geen vetpot. Door het tekenen voor een nieuwe pensioenregeling wordt er ieder geval gezorgd voor een passend inkomen voor later en een inkomen bij overlijden.

Flexibiliteit
Wanneer de pensioenregeling vrijwillig wordt, komt er meer flexibiliteit voor werkgevers en medewerkers. Vanaf 1 januari 2025 is het namelijk mogelijk dat werkgevers en medewerkers samen maatwerk-afspraken maken over het pensioen. De huidige sectoraal overeengekomen pensioenregeling ontzorgt ondernemingen in de binnenvaart daarbij. Pensioenafspraken kunnen uiteraard ook worden gemaakt in de vorm van (cao)afspraken tussen vakbond Nautilus en bedrijven in de binnenvaart.

Transparanter
De nieuwe afspraak past ook binnen het landelijke pensioenakkoord dat het kabinet eerder samen met de centrale werknemers- en werkgeversorganisaties een pensioenakkoord sloot met nieuwe afspraken over pensioenen en AOW. Die moeten het pensioenstelsel transparanter en persoonlijker maken. De verwachting is dat de nieuwe regels voor pensioen ingaan vanaf 1 januari 2023. De sociale partners en pensioenuitvoerders krijgen dan vier jaar de tijd om pensioenregelingen aan te passen aan de nieuwe wetgeving.

Nieuwe regeling
De pensioenpremie gaat in de toekomst in een persoonlijke ‘spaarpot’ voor de medewerkers. De medewerker bouwt zichtbaar vermogen op voor het persoonlijke pensioen.

Het nieuwe nabestaandenpensioen wordt een verzekering op risicobasis, ter dekking van overlijden tijdens deelneming. Samen met de nieuwe uitvoerder van de pensioenregeling moeten de details worden uitgewerkt.

Nieuwe uitvoerder
Per 1 januari 2025 is een nieuwe uitvoerder nodig, omdat het Bedrijfstakpensioenfonds Rijn- & Binnenvaart geen vrijwillige regeling zal uitvoeren. KBN en Nautilus zijn op zoek naar een verzekeraar voor deze regeling. Met het Bedrijfstakpensioenfonds zijn de sociale partners in gesprek over de mogelijkheid om de nieuwe regeling al eerder in te voeren, nog onder de werking van de verplichtstelling.

Bij het pensioenfonds Rijn- en Binnenvaart blijven vooralsnog alle opgebouwde pensioenrechten gewoon staan. Ook de pensioenuitkeringen lopen gewoon verder. Het bestuur van het pensioenfonds blijft daar verantwoordelijk voor. Alleen voor de nieuwe pensioenregeling wordt een nieuwe uitvoerder gezocht door de sociale partners. Sociale partners hebben wel de wens om oude en nieuwe aanspraken bij elkaar te houden bij het bestuur van het fonds gelegd.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

Containeroverslag in Chinese havens daalt

ESSEN De wereldwijde overslag van containers is in april van dit jaar gedaald. Voornaamste oorzaak was de flinke dalende overslag in de Chinese havens. In de rest van de wereld herstelde de containeroverslag zich licht.

De containeroverslagindex van het Duitse RWI – Leibniz-Institut für Wirtschaftsforschung en het Instituts für Seeverkehrswirtschaft und Logistik (ISL) daalde in april met 0,5 punten tot 122,8. De Duitse onderzoekers spreken van een forse daling van de containeroverslag in de Chinese havens. De index voor deze havens daalde dan ook van 132,5 naar 130,2 punten.
De North Range Index, die informatie geeft over de economische ontwikkelingen in de noordelijke eurozone en in Duitsland, steeg in april van 113,2 tot 114,2. Volgens RWI-chef Economie Torsten Schmidt kwam dit vanwege het verder afnemen van knelpunten in de aanvoer in veel havens in de wereld. ‘Anderzijds waren de gevolgen van de lockdown voelbaar in de Chinese havens. Het heeft opnieuw een negatieve impact op de internationale handel. De gevolgen zullen ook in Europa voelbaar zijn.’

De index
Voor de index voor de wereldwijde containeroverslag verwerken de Duitsers de overslagcijfers van containers in 94 internationale havens. Deze havens vertegenwoordigen ongeveer 64% van de wereldwijde containeroverslag. De zogenoemde snelle schatting voor april 2022 is gebaseerd op de cijfers van de havens die ongeveer 76 procent van de overslag van de index vertegenwoordigen.

Omdat veel havens die meewerken aan de index al twee weken na het einde van een maand verslag uitbrengen over hun activiteiten, is de Duitse index volgens RWI / ISL een betrouwbare indicator van de ontwikkeling van de internationale handel en daarmee van de wereldwijde economische activiteit.

De containeroverslagindex maakt deel uit van de statistieken over buitenlandse handel in het ‘Dashboard Duitsland’ van het Federaal Bureau voor de Statistiek.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

Containeroverslag stijgt, wereldhandel blijft zwak

ESSEN De containeroverslagindex van het Duitse RWI – Leibniz-Institut für Wirtschaftsforschung en het Instituts für Seeverkehrswirtschaft und Logistik (ISL) is in maart met 1,6 punt gestegen tot 119,2. De overslag van containers is aanzienlijk toegenomen, vooral in Chinese havens, maar de gegevens zijn vertekend door de viering van Chinees Nieuwjaar.

De North Range Index, die informatie geeft over de economische ontwikkelingen in de noordelijke eurozone en in Duitsland, steeg in maart nog sterker dan de voorgaande maand van 106,0 naar 110,1. Ook in de Chinese havens was sprake van een forse toename van de containeroverslag. De index steeg van 106,0 naar 131,7. De gegevens worden echter nog steeds vertekend door de Chinese nieuwjaarsvieringen. ‘In maart herstelde de containeroverslag zich slechts licht van de forse daling van de maand ervoor’, vertelt RWI-chef Economie Torsten Schmidt. ‘Dit zet de zwakte voort die eind vorig jaar begon.’

De index
Voor de index voor de wereldwijde containeroverslag verwerken de Duitsers de overslagcijfers van containers in 94 internationale havens. Deze havens vertegenwoordigen ongeveer 64% van de wereldwijde containeroverslag. De zogenoemde snelle schatting voor januari 2022 is gebaseerd op de cijfers van de havens die ongeveer 78 procent van de overslag van de index vertegenwoordigen.

Omdat veel havens die meewerken aan de index al twee weken na het einde van een maand verslag uitbrengen over hun activiteiten, is de Duitse index volgens RWI / ISL een betrouwbare indicator van de ontwikkeling van de internationale handel en daarmee van de wereldwijde economische activiteit.

De containeroverslagindex maakt deel uit van de statistieken over buitenlandse handel in het ‘Dashboard Duitsland’ van het Federaal Bureau voor de Statistiek.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.