Alle berichten van Erik van Huizen

Lichtbaken markeert plek overnachtingshaven Spijk

SPIJK Kunstenaar André Pielage heeft een lichtprojectie gemaakt op de schoorsteen van de voormalige steenfabriek van Terwindt & Arntz aan de Spijksedijk in Spijk. Het ‘Lichtbaken’ was maandag 9 mei voor het eerst te zien.

De lichtprojectie ziet eruit als stromend water en is van grote afstand zichtbaar. Met het kunstwerk verwijst André Pielage naar de traagheid en de rust van het water in de toekomstige overnachtingshaven. Gedeputeerde Josan Meijers sprak tijdens de opening lovende woorden namens de stuurgroep: ‘Met dit baken maken we de schoorsteen van een voormalige steenfabriek op een unieke manier zichtbaar in het rivierenlandschap.’

De lichtprojectie gaat aan als de schemering begint. De schoorsteen wordt iedere dag een gedeelte van de avond verlicht. Hierdoor blijft dit herkenbare element in het rivierenlandschap ook tijdens de avonduren een bijzonder landmark. De schoorsteen zelf is in een uitstekende staat, omdat Swanenberg IJzer Groep deze onlangs heeft gerestaureerd.

Overnachtingshaven
Het project overnachtingshaven Lobith richt zich op de uitbreiding van het aantal ligplaatsen voor de binnenvaart. Als onderdeel van dit project worden in gemeente Rijnwaarden drie bakens gezet in het rivierenlandschap. In 2015 werd bij Tuindorp (Tolkamer) het baken Element of surprise van Heidi Linck onthuld. Het derde en laatste baken komt rond de zomer van 2016. (Foto Provincie Gelderland)

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

bannermarindu

Bezoek Aqualink op Maritime Industry

NIJMEGEN Aqualink staat van 24 tot en met 26 mei 2016 op de beurs Maritime Industry in de Evenementenhal Gorinchem. U kunt op de stand van Aqualink kennis maken met dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland.

Aqualink is aan het professionaliseren. Onderdeel hiervan is de vernieuwde website die vanaf 1 januari te bewonderen is en de maandelijkse nieuwsbrief aan leden. Niet-leden kunnen zich inschrijven voor een nieuwsbrief die één keer in de drie maanden verschijnt.

Leden aan het woord
Op de vernieuwde website komen ook leden van Aqualink aan het woord. Zo vertelt binnenvaartadvocaat mr. Bob van Treijen onder meer over een 72-jarige schipper die zijn vaartijdenboek niet goed invulde en een boete kreeg ter hoogte van een maandloon. Eric Visschers van duik- en bergingsbedrijf Visschers vertelt over de kleine en grote klussen die hij de afgelopen 25 jaar in binnen- en buitenland mocht doen. ‘Je kunt het zo gek niet bedenken, of wij hebben het wel gedaan’, vertelt Visschers.

Maritime Industry
Op Maritime Industry staan meer dan 500 exposanten. De beurs voor  binnenvaart, zeevaart en visserij trekt ieder jaar ruim 15.000 bezoekers en wordt gehouden op 24, 25 en 26 mei in de Evenementenhal Gorinchem.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

E-ticket Maritime Industry aanvragen.

Tankvaart en droge lading groeien tot 2020, duwvaart daalt

ZOETERMEER De prognoses voor het ladingvolume in de Nederlandse binnenvaart zien er tot 2020 over het algemeen gunstig uit, zo blijkt uit het rapport ‘Versterking Marktobservatie Binnenvaart’ door onderzoeksbureau Panteia. Het bureau gaat tot 2020 uit van een stijging van 38 miljoen ton lading voor de droge ladingschepen, de tankvaart gaat ruim 6,5 miljoen ton extra lading vervoeren, voor de duwvaart wordt een daling voorzien van 2,3 miljoen ton.

panteiaDe verwachting van Panteia is dat het volume voor droge ladingschepen en samenstellen groeit naar 205 miljoen ton in 2020, een stijging van 18% ten opzichte van 2014. Dit komt overeen met een gemiddeld jaarlijks groeicijfer van 2,8%. Hiervan is 88 miljoen ton binnenlands vervoer, 74 miljoen ton export en 43 miljoen ton import. Er wordt vooral groei gezien bij het binnenlands vervoer en export.

De droge ladingschepen en samenstellen daarvan vervoerden in 2015 in totaal 167 miljoen ton aan lading. Hiervan was 68 miljoen ton bestemd voor de binnenlandse markt en 60 miljoen ton werd geëxporteerd naar met name Duitsland en België. Vanuit die landen vond 39 miljoen ton aan invoer plaats. Het totale vervoersvolume is lager dan in 2014, toen werd er 174 miljoen ton vervoerd. Belangrijkste oorzaak voor deze daling is de lage waterstand in het tweede halfjaar van 2015.

Zeesluis en terminals
Een belangrijke ontwikkeling die leidt tot groei in het binnenlands vervoer is onder andere de nieuwe Zeesluis bij IJmuiden. Om deze sluis mogelijk te maken, moet tussen 2016 en 2018 4,5 miljoen kuub (vervuilde) grond worden afgevoerd. Dit komt overeen met ongeveer 8 miljoen ton, wat zorgt voor een sterke stijging in vervoersvolume voor de droge ladingvaart vanuit Noord-Holland richting depots. Ook dragen nieuw te openen containerterminals in Almelo, Doesburg, Lelystad en Weert bij aan een sterke groei van het aantal te vervoeren containers.

In het internationale vervoer zorgen nieuw te openen kolencentrales in Frankfurt am Main en Datteln (2018) voor een toename van steenkolenvervoer. Hierdoor neemt naar verwachting het steenkolenvervoer per binnenvaartschip de komende jaren nog toe, ondanks de sluiting van bijvoorbeeld de oudere centrales langs de Franse Moezel en bij Hamm. Ook gaat rondom 2019 naar verwachting een goederenstroom met cementklinker lopen tussen Wallonië en Limburg van circa een half tot 1 miljoen ton per jaar.

Lage waterstand
Panteia verwacht dat de tankvaart in 2020 102 miljoen ton gaat vervoeren, een stijging van 11,1% ten opzichte van 2014. Hiervan is 35 miljoen ton binnenlands vervoer, 39 miljoen ton export en 28 miljoen ton import. Er wordt vooral groei gezien bij het binnenlands vervoer en de import van vloeibare lading. Het exportvolume blijft op een stabiel niveau.

De tankvaartschepen vervoerden in 2015 gezamenlijk 96 miljoen ton aan natte lading. Hiervan was 33 miljoen ton bestemd voor de binnenlandse markt, 38 miljoen werd geëxporteerd naar met name Duitsland en België. Er vond 24 miljoen ton aan invoer plaats. Ten opzichte van 2014 is er sprake van een stijging van 3 miljoen ton.

De lage waterstand in 2015 had weinig invloed  op het vervoer van vloeibare lading. Dit komt mede door een sluiting van een raffinaderij in Zwitserland. Hierdoor is in plaats van ruwe aardolie via pijpleidingen, veel geraffineerd product per binnenvaartschip naar Zwitserland getransporteerd. Ook toenemende speculatie op de oliemarkt en grotere productie van de raffinaderijen in Duitsland liggen ten grondslag aan de groei in het jaar 2015.

Afname duwvaart
Panteia voorziet dat in 2020 2,3 miljoen ton minder lading per duwvaartschip wordt vervoerd. Voor internationaal transport met duwbakken wordt een daling verwacht van 12,4% in 2020, vergeleken met 2014. Dit is het gevolg van de verplaatsing van kolen- en ertstransport van duwstellen naar koppelverbanden met één tot zelfs drie duwbakken.

duwbakkenDuwstellen vervoerden in 2015 in totaal 50 miljoen ton aan lading. Hiervan was 12 miljoen bestemd voor de binnenlandse markt en werd 36 miljoen geëxporteerd naar met name Duitsland en België. Vanuit deze landen vond slechts 2 miljoen ton aan invoer plaats. Een daling ten opzichte van 2014, toen er nog totaal 52 miljoen ton vervoerd werd. Deze daling is te verklaren door de lage waterstanden op de Rijn.

Het nationale kolenvervoer kende in 2014 een opleving doordat de transporten voor de nieuwe Eemshavencentrale op gang kwamen. Dit compenseert voor het wegvallen van transport richting gesloten centrales in Nijmegen en Geertruidenberg. Het gaat daarbij om een tijdelijke stroom: vanaf 2017 is de vaargeul richting de Eemshaven gereed en zal het kolentransport tussen Amsterdam en de Eemshavencentrale halveren. In het nationale vervoer wordt een stijging voorzien van het transport van veevoer met duwbakken. Dit is mede het gevolg van de verruiming van de Zuid-Willemsvaart en de openstelling van het Maximakanaal.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

bannermarindu

Containeroverslag bestaat precies 50 jaar

ROTTERDAM Het is vandaag precies 50 jaar geleden dat onder toeziend oog van koningin Juliana de eerste containers in de haven van Rotterdam arriveerden. Op 3 mei 1966 arriveerde in Rotterdam het ms Fairland met aan boord 226 containers.

Het was voor de eerste maal dat er een containerschip in Rotterdam arriveerde. Sindsdien is Rotterdam de grootste containerhaven van Europa. Vandaag wordt dat gevierd aan boord van de UASC Al Zubura, een van de grootste containerschepen ter wereld. Het schip ligt  voor de kade van de Euromax terminal van de ECT, het containeroverslagbedrijf dat ontstond na de aankomst van de ms Fairland.

Op de UASC Al Zubura overhandigt Emile Hoogsteden (rechts), directeur Containers, Breakbulk & Logistics van het Havenbedrijf, een ‘containertaart’ aan de kapitein Nazar El Islam en Rob Bagchus van ECT. (Foto Ries van Wendel de Joode)
Op de UASC Al Zubura overhandigt Emile Hoogsteden (rechts), directeur Containers, Breakbulk & Logistics van het Havenbedrijf, een ‘containertaart’ aan de kapitein Nazar El Islam en Rob Bagchus van ECT. (Foto Ries van Wendel de Joode)

Vanaf de komst van de Fairland onderhoudt rederij Sea-Land een wekelijkse containerdienst tussen New York en de West-Europese havens Rotterdam, Bremen en Grangemouth en is Rotterdam de eerste aanloophaven van Europa. ECT werd speciaal opgericht door de Rotterdamse stukgoed-stuwadoors Quick Dispatch, Thomsen’s Havenbedrijf, Cornelis Swarttouw, Müller Progress, Pakhuismeesteren en de Nederlandse Spoorwegen om de containeroverslag te behandelen en in te spelen op deze ontwikkeling. En nog steeds is Rotterdam de belangrijkste containerhaven van Europa.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Nieuwe eisen voor bemanning LNG-schepen

DEN HAAG Bemanningsleden van binnenvaartschepen die varen op LNG moeten vanaf 1 juli aan nieuwe eisen voldoen. De schipper en de bemanningsleden die zijn betrokken bij het bunkeren van het vloeibaar aardgas moeten vanaf dan in het bezit zijn van een LNG-verklaring.

De LNG-verklaring wordt verkregen na het volgen van een opleiding die wordt afgesloten met een theorie- en praktijkexamen. De LNG-verklaring is vijf jaar geldig en kan worden verlengd door het aantonen van vaartijd op een LNG-schip of het volgen van een opfriscursus en slagen voor het daaropvolgende examen.

Alleen door CBR erkend
Als aan alle voorwaarden is voldaan kan een bemanningslid bij het CBR een LNG-verklaring aanvragen. Informatie over de aanvraagprocedure wordt binnenkort op de website van het CBR geplaatst. Alleen erkende opleidingsinstituten mogen, onder toezicht van het CBR, cursussen en daaropvolgende examens over LNG verzorgen. Per 1 juni kan hiervoor bij het CBR een erkenning worden aangevraagd. Erkenningen worden van kracht vanaf 1 juli 2016, of indien na die datum aangevraagd, op de datum dat de aanvraag is afgerond. Informatie over de wijze waarop een erkenning kan worden aangevraagd en welke voorwaarden daaraan zijn verbonden, is vanaf half mei op de website van het CBR te vinden. Daar zal ook de overgangsregeling te lezen zijn.

Overgangsregeling
Bemanningsleden van schepen die vóór 1 juli 2016 zijn begonnen met het gebruik van LNG als brandstof, kunnen een LNG-verklaring aanvragen als zij op grond van een aanbeveling van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart zijn opgeleid en een vaartijd kunnen aantonen van tenminste 90 dagen op een door LNG aangedreven schip. De vaartijdverklaring wordt afgegeven door de Stichting Afvalstoffen en Vaardocumenten Binnenvaart (SAB). Binnenkort is op de website van de SAB te lezen hoe deze verklaring kan worden aangevraagd.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Miljoenen voor innovatie Overijsselse bedrijven

ZWOLLE De provincie Overijssel heeft het Innovatiefonds Overijssel uitgebreid met een participatiefonds van 19,5 miljoen euro. Overijssel wil hiermee investeren in kansrijke bedrijven om de regionale economie en werkgelegenheid in de provincie verder te stimuleren.

Met het nieuwe participatiefonds richt de provincie zich op Overijsselse bedrijven die middelen nodig hebben om hun ambitieuze groeiplannen te kunnen realiseren. Innovatiefonds Overijssel treedt bij een participatie toe als tijdelijke aandeelhouder eddy1van het bedrijf waarin wordt geïnvesteerd. ‘De vele succesvolle MKB-bedrijven in onze provincie vormen de motor van de regionale economie’, vertelt gedeputeerde Eddy van Hijum. ‘Om die bedrijven verder te laten groeien, zijn behalve tijd, kennis en ondernemerschap ook middelen nodig. Het blijft voor de ondernemingen lastig om financieringen los te krijgen. Banken, maar ook durfkapitalisten zijn nog vaak terughoudend. Dat staat verdere groei in de weg. Als provincie nemen wij het voortouw door wél te investeren in een fase waarin de risico’s wat groter zijn.’

Eerste innovatiekrediet
De provincie Overijssel heeft via het Innovatiefonds Overijssel 41,5 miljoen beschikbaar gesteld om de regionale economie en werkgelegenheid in de provincie te stimuleren en innovatie te bevorderen. Er wordt geïnvesteerd door middel van leningen en participaties.
Sinds februari van dit jaar verstrekt het Innovatiefonds innovatiekredieten van maximaal 75.000 euro. De kredieten zijn bedoeld voor de financiering van kortlopende projecten van Overijsselse MKB-bedrijven. Voorwaarde voor het verstrekken van het krediet is onder meer dat de ondernemers eenzelfde bedrag zelf investeren als ze lenen. De aanvragen kunnen alleen digitaal worden ingediend.
Innovatiefonds Overijssel heeft inmiddels het eerste innovatiekrediet verstrekt. Het Deventer bedrijf FiftySix Avenue BV ontvangt een lening voor de ontwikkeling van fashionfitr, een innovatieve applicatie die consumenten online kledingmaatadvies geeft op fashionsites. Vijf andere aanvragen voor een innovatiekrediet zijn in behandeling.

‘Niet alles komt uit’
Participatiemaatschappij Oost Nederland (PPM Oost) beoordeelt als fondsmanager van het Innovatiefonds Overijssel de investeringsaanvragen van de ondernemers. ‘Vanuit ons netwerk weten we dat in Overijssel veel kansrijke bedrijven moeite hebben met financiering van hun groeiplannen’, vertelt PPM Oost-directeur Marius Prins. ‘We kijken kritisch naar elke aanvraag en wegen de risico’s van de investering af tegen het financieel en maatschappelijk rendement. PPM Oost heeft de kennis om de haalbaarheid van technologische innovaties in te schatten, expertise op het vlak van bedrijfsfinanciering en ervaring met het begeleiden van ondernemers in de groeifase van hun bedrijf. Maar het succes van een innovatieve onderneming is van vele factoren afhankelijk. Niet alle verwachtingen komen uit die wij en de ondernemer hebben. Zo reëel moeten we ook zijn.’

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Chem-Dry Doornenbal maakt schoon schip

BEMMEL Chem-Dry Doornenbal uit Bemmel maakt al 25 jaar schoon, maar de laatste acht jaar gebeurt dat steeds vaker aan boord van passagiersschepen. Omdat deze markt zeer in opkomst is, wil directeur Ruud Doornenbal zijn klantenkring uitbreiden. Begin dit jaar werd hij lid van Aqualink, de vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland.

chemdry4Chem-Dry is een franchise-organisatie in de schoonmaakbranche. Doornenbal begon 25 jaar geleden als franchiser voor Chem-Dry. Nu werkt hij met vier man personeel en in hoogtijdagen kan dit aantal oplopen tot tien. Negentig procent van de Chem-Dry franchisers houdt zich alleen bezig met tapijt en meubels aan de wal. Acht jaar geleden kwam Doornenbal echter in aanraking met de scheepvaart. ‘Er lag een passagiersschip in Lobith waarvan de gordijnen brandvertragend gemaakt moesten worden. Dat moest eigenlijk gisteren al klaar zijn. Wij konden dat op tijd regelen. Een jaar later kregen we meer opdrachten. Zo kwamen we bij Uniworld binnen.’

Even naar Parijs
Uniworld is voor Doornenbal nu een van de grootste opdrachtgevers in de markt van het schoonmaken van passagiersschepen. Dit bedrijf met Amerikaans eigenaren heeft een groot aantal passagiersschepen in Europa varen. ‘Wij doen het onderhoud voor acht van deze schepen’, vertelt Doornenbal. ‘Dat chemdry5betekent alle onderhoud van harde en zachte vloeren, meubelstoffen inclusief wandbekleding en het marmer. In de eerste drie maanden van dit jaar hebben we op deze acht schepen al het tapijt en marmer gereinigd. Het reinigen van marmer gebeurde met speciale machines, waarna als laatste een verzegelaar is aangebracht om vlekken te voorkomen. Dit gebeurde in diverse havens in onder andere Keulen en het Franse Vernon. Ook hebben we alle matrassen gereinigd en gedesinfecteerd.’
En soms moet Doornenbal komen opdraven als anderen hun werk niet goed hebben gedaan. ‘Onlangs moesten we nog naar Frankrijk. Een Frans bedrijf had haar niet goed schoongemaakt. We vertrekken dan zondagmiddag, rijden 600 kilometer en zijn dan een hele week bezig.’

De winter door
Voor het reinigen van passagiersschepen ligt het hoogtepunt in januari en februari. ‘In september en oktober worden de chemdry3winterlijsten voor het onderhoud klaar gemaakt’, vertelt Doornenbal. ‘Wij kunnen dan in januari beginnen. Voor ons is dat fijn.  Zo begonnen we begin van dit jaar met onderhoudswerkzaamheden voor het Zwitsers FleetPro. FleetPro beheert een vloot van 41 schepen die over geheel Europa varen. Die kunnen we natuurlijk niet allemaal gaan doen, maar zeven of acht zou mooi zijn.’
Maar Doornenbal maakt niet alleen passagiersschepen schepen schoon die in de vaart zijn, hij werkt ook veel samen met scheepswerven. Het gaat dan veelal om nieuw opgeleverde schepen. Voor scheepswerf De Hoop in Lobith reinigde hij vier chemdry6bevoorradingschepen voor de windmolenindustrie, voor scheepswerf Teamco in Heusden zorgde hij recent nog voor een smetteloze Monarch Empress. Dit schip werd met Pasen gedoopt. ‘Het schoonmaken van een schip is specialistisch werk. Belangrijkste is dat je een band opbouwt met de bedrijven waar je mee samenwerkt. Vaak zijn het steeds dezelfde bedrijven, bijvoorbeeld Willemsen interieurbouw en Sun Roestvaststaal. Beiden ook uit Bemmel en ook lid van Aqualink. Maar wij zijn natuurlijk altijd het laatste bedrijf. Het gebeurt dan ook regelmatig dat eigenlijk alleen nog de puntjes op de i moeten worden gezet, maar dat er dan nog van alles moet gebeuren. Dan kan je wel willen beginnen, maar als er nog geen douchewand in zit, kan je hem ook niet schoonmaken.’

Glasbewassing, graffiti en zonnepanelen
Naast het reinigen van tapijt, meubels en het brandvertragend maken van bijvoorbeeld gordijnen aan boord van passagiersschepen, verricht Doornenbal ook nog andere schoonmaakwerkzaamheden. Zo reinigt Chem-Dry Doornenbal ook gevels en, sinds kort, zonnepanelen. Voor bedrijven doet Doornenbal vaak het onderhoud van tapijt en harde vloeren. Dat gebeurt ook bij ziekenhuizen, kantoren en scholen. ‘Alle vakanties zijn voor ons een drukke periode. Zo moeten we binnenkort zo’n 16.000 vierkante meter marmoleum op diverse scholen reinigen. Dat is een kleine onderhoudsbeurt. In de zomer krijgt het marmoleum dan een grote beurt. Maar voor al het werk geldt, dat ik altijd kom kijken. Want we staan voor de kwaliteit die we leveren.’

Chemdry.PDFChem-Dry Doornenbal nam onlangs de vernieuwde website www.chemdrydoornenbal.nl in gebruik. Het bedrijf is ook te vinden op Facebook en YouTube. Voor een persoonlijk gesprek of advies kunt u altijd contact met Chem-Dry Ruud Doornenbal opnemen; tel.: 0481-450900 of 0653-311 043.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Beunschepen verladen op open water groot risico

DEN HAAG Binnenvaartschepen die gebruikt worden voor het vervoer van vloeibaar zand (beunschepen) lopen het risico om te slaan tijdens het verladen op open water. Dit komt doordat bij de ombouw van binnenvaartschepen tot beunschepen onvoldoende aandacht wordt besteed aan de stabiliteit en sterkte van deze schepen. De certificaten die de Inspectie Leefomgeving en Transport afgeeft aan eigenaren van beunschepen om te mogen varen, zijn geen garantie dat het schip veilig is om te werken op open water. Dat concludeert de Onderzoeksraad voor Veiligheid in het vandaag verschenen rapport Kapseizen beunschepen.

beunschipAanleiding voor het onderzoek was het kapseizen van twee beunschepen kort na elkaar. In de nacht van 5 op 6 februari 2015 kapseisde het beunschip Rick op de Westerschelde. Dit gebeurde tijdens het overladen van spuitzand vanaf de zandzuiger Interballast I. De schipper kwam hierbij om het leven. Twee andere opvarenden werden gered. Ongeveer twee maanden later, op 30 maart 2015, vond in de avond een ogenschijnlijk vergelijkbaar ongeval plaats. Het beunschip Willem kapseisde, ook op de Westerschelde tijdens het verladen van spuitzand. De twee opvarenden van de Willem konden zich tijdig in veiligheid brengen.

Onvoldoende stabiliteit
De Onderzoeksraad onderzocht of zich structurele problemen met de veiligheid voordoen bij het overslaan van spuitzand op open water. Uit het onderzoek blijkt dat de stabiliteit van de schepen onvoldoende was voor de activiteiten waar deze schepen voor werden ingezet. Daarnaast was één van deze schepen niet sterk genoeg voor het varen op open water. Volgens de Onderzoeksraad speelt een aantal factoren hierbij een rol. ‘Het gevoerde overheidsbeleid in de binnenvaartsector is gericht op de eigen verantwoordelijkheid van ondernemers. In de huidige wet- en regelgeving staat weliswaar dat de stabiliteit van binnenvaartschepen in overeenstemming moet zijn met het doel waarvoor schepen bestemd zijn, maar dit is niet vertaald naar expliciete eisen. Eigenaren van beunschepen en certificeerders worden onvoldoende geprikkeld om ook daadwerkelijk invulling te geven aan die open norm.’

beunschip2Certificering
De certificaten die de Inspectie Leefomgeving en Transport afgeeft, blijken volgens de Onderzoeksraad geen garantie te zijn voor de veiligheid van beunschepen bij het varen en verladen van spuitzand op open water. ‘Bij de certificering, die de Inspectie uitbesteedt aan commerciële certificeerders, wordt alleen gekeken naar die onderwerpen die zijn uitgewerkt in wet- en regelgeving. Hierdoor is voor beunschepen die spuitzand laden op open water stabiliteit geen onderwerp van onderzoek en wordt de sterkte onvoldoende gecontroleerd.’

Aanbeveling
Om de veiligheid in de beunschepensector te verbeteren, is het volgens de Onderzoeksraad van belang dat er bij het toezicht ook gekeken wordt naar veiligheidsrisico’s en niet alleen naar de naleving van wet- en regelgeving. De Raad beveelt de minister van Infrastructuur en Milieu aan om een proces op gang te brengen waarin de Inspectie Leefomgeving en Transport, in samenwerking met eigenaren van schepen, verzekeringsmaatschappijen en brancheverenigingen in de binnenvaart, de veiligheid van beunschepen die spuitzand verladen op open water waarborgt door ervoor te zorgen dat bij de verbouw aan of ombouw tot een beunschip de stabiliteit en sterkte gecontroleerd worden en er rekening gehouden wordt met het gebruik op open water.
De Raad merkt daarbij op dat controle van de stabiliteit en sterkte ook relevant is voor bestaande, tot beunschip verbouwde schepen die op open water varen. De Raad verwacht dan ook dat de betrokken partijen de eigenaren van deze schepen informeren over de mogelijke risico’s die zij lopen bij het verladen van spuitzand op open water. (Foto’s Onderzoeksraad voor Veiligheid)

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

bannermarindu

Gelderse subsidie voor opleidingen

ARNHEM De provincie Gelderland stelt vanaf 1 mei een nieuwe subsidieregeling beschikbaar voor projecten die het opleidingsniveau van personeel bevorderen. Hiermee wil de provincie vraag naar en aanbod van personeel in Gelderland goed op elkaar laten aansluiten. De regeling loopt tot en met 2019.

De regeling is voor bedoeld ondernemingen, verenigingen van ondernemingen, onderwijs- en kennisinstellingen, gemeenten en samenwerkingsverbanden van deze organisaties. Jaarlijks komt een deel van het totale subsidiebedrag beschikbaar. Voor 2016 is dat € 2 miljoen. De komende jaren is er respectievelijk € 2,5 miljoen, € 3 miljoen en € 1,5 miljoen gereserveerd.

De maximale provinciale bijdrage per project is 75% van de begroting, met een maximum van € 200.000.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

bannermarindu

Meer gevaarlijke stoffen via de binnenvaart

DEN HAAG In de afgelopen tien jaar zijn er steeds meer gevaarlijke stoffen via de binnenvaart vervoerd en steeds minder via het spoor en over de weg. Verreweg het grootste deel van de gevaarlijke stoffen gaat met de binnenvaart of via een pijpleiding. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

In 2014 werd er 224 miljoen ton aan gevaarlijke stoffen vervoerd door Nederland. Dat was 11 procent meer dan in 2005. Meer dan de helft hiervan wordt via een ondergrondse pijpleiding getransporteerd. Het gaat hierbij om ruwe aardolie, aardolieproducten en aardgas. Ruim 40 procent van de gevaarlijke stoffen gaat over het water en slechts 7 procent over land, waarvan gevaarlijk26 procent via de weg en 1 procent via het spoor. Negen jaar eerder was het aandeel van de binnenvaart kleiner (31 procent). Het aandeel van pijpleiding (59 procent), weg (8 procent) en spoor (2 procent) was groter.

Minder over weg en spoor
Van alle gevaarlijke stoffen die in Nederland worden geladen op, of gelost van een binnenvaartschip, trein of vrachtauto passeert 70 procent de grens. Dit grensoverschrijdende bovengrondse vervoer van gevaarlijke stoffen is sinds 2005 met ruim een derde gestegen. Er zijn vooral meer gevaarlijke stoffen (met name diesel) via de binnenvaart geëxporteerd (+44 procent); vooral de (petro)chemische industrieën in Duitsland en België werden aangedaan. Via spoor (-17 procent) en weg (-2 procent) ging er juist minder naar het buitenland.
gevaarlijk2Het binnenlands vervoer van gevaarlijke stoffen via de binnenvaart nam in de periode 2005-2015 met 90 procent toe. Alleen al in 2015 groeide het met 11 procent. Over de weg werd er binnenlands de laatste tien jaar een kwart minder vervoerd, terwijl het vervoer over het spoor halveerde.

Kwart gevaarlijk
De keuze van de vervoerswijze is mede afhankelijk van de eindbestemming van de goederen. Via pijpleiding, binnenvaart en spoor worden vooral – met grote bulkstromen – industriële complexen bevoorraad, terwijl via wegvervoer veel fijnmazige distributie (zoals de bevoorrading van benzinestations) plaatsvindt.
Gevaarlijke stoffen, zoals brandbare, explosieve en giftige stoffen, zijn gevaarlijk voor mens en milieu. Bedrijven die deze stoffen vervoeren moeten zich daarom aan strenge regels houden. Slechts twee procent van alle goederen die over de weg worden vervoerd is gevaarlijk. Bij het spoorvervoer is dit zeven procent, bij de binnenvaart een kwart, en bij pijpleidingen vrijwel honderd procent (als het vervoer van water niet wordt meegerekend).

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

bannermarindu