Alle berichten van Erik van Huizen

Goederenvervoer over Rijn daalde vorig jaar met 8,4%

STRAATSBURG Het vervoer van goederen over de Rijn is in 2020 met 8,4% gedaald ten opzichte van 2019. De segmenten steenkool, ijzererts en metalen daalden het sterkst, het enige segment dat een stijging liet zien was de agribulk.

Uit het jaarverslag van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart (CCR) blijkt dat de binnenvaart vorig jaar over de traditionele Rijn 160 miljoen ton goederen vervoerde. Dat was weliswaar een daling, maar de CCR concludeert wel dat vervoer van vracht over de binnenwateren ‘veerkrachtiger bleek dan in vroegere crisissituaties’. Omdat de economische activiteit niet in alle economische sectoren even sterk terugliep, bleef de schade beperkt tot een daling van ruim 8%. In 2009 nam het vervoer van goederen over de Rijn na het begin van de kredietcrisis nog met ruim 18% af.

De passagiersvaart had wel veel meer te lijden van de coronacrisis dan het vrachtvervoer. In 2020 maakten 124.800 passagiers een riviercruise op de Europese binnenwateren, een jaar eerder waren dat er 1,79 miljoen. Dat komt neer op daling van 93%. Het aantal cruiseschepen dat voer daalde ook flink, met 82% op de Rijn, 91% op de Donau en 70% op de Moezel.

Forse dalingen
Ook vorig jaar daalde het vervoer van steenkolen. De helft van de kolen gebruikt de energiesector, die het gebruik van steenkolen aan het uitfaseren is, de andere helft is voor de productie van staal. De staalnijverheid is nu nog goed voor een kwart van het goederenvervoer over de Rijn, maar ook het staalgerelateerde vervoer kreeg het zwaar te verduren. Door de coronacrisis werden in 2020 aanzienlijk minder auto’s gebouwd en ook minder staal geproduceerd, wat leidde tot een significante daling van de vraag naar vervoer van dit soort goederen. Samen met de energietransitie verklaart dit waarom het vervoer van steenkool (-23,8%), ijzererts (-14,2%) en metalen (-14,6%) over de Rijn fors daalde.

Het vervoer van aardolieproducten daalde vorig jaar met 8%, dat van chemische producten met 3,7%. De hoeveelheid in containers vervoerde goederen lag met 15 miljoen ton vrijwel op hetzelfde niveau als in 2019 (15,2 miljoen ton). Uitgedrukt in de hoeveelheid teu steeg het vervoer van containers in Nederland (+1%) en Frankrijk (+6%), in België en Duitsland liep het containervervoer met respectievelijk 1% en 4% terug.
Het enige segment dat een positief resultaat vertoonde, was het segment agribulk en levensmiddelen dat nauw samenhangt met de oogstresultaten. Het vervoer van deze producten steeg vanwege een beter oogstjaar voor graan in Europa met 10,7%.

Toekomst
De CCR verwacht dat het vervoer voor de staalnijverheid en de chemische industrie in 2021 en 2022 herstelt. Voor landbouwproducten dempen de oogstresultaten in 2021 vermoedelijk de vervoersvraag in 2021 en gedeeltelijk ook in 2022. Een afnemende groei in de wereldhandel zorgt ervoor dat de groei in de containervaart gaat afnemen. Een groot potentieel ziet de CCR voor stedelijk containervervoer.

Voor de riviercruisevaart ziet de CCR ‘een mogelijk herstel van de activiteiten in 2022’. Gezien de aanhoudende reisbeperkingen wordt verwacht dat de passagiers uit overzeese gebieden dit jaar nog geen riviercruisevaart gaan maken op de Europese vaarwegen. Aangezien klanten gedeeltelijk geconfronteerd werden met een lager inkomen en men zich ook nog zorgen maakt over de veiligheid en gezondheid, vooral op belangrijke markten zoals Amerikaanse klanten, is het eerder onwaarschijnlijk dat de vraag hoog zal zijn.

Nieuwbouw
Vorig jaar werden 27 nieuwe drogeladingschepen en 54 nieuwe tankschepen aan de West-Europese vloot toegevoegd. Het merendeel van de nieuwe drogeladingschepen werd in Nederland geregistreerd (14 van de 27), gevolgd door België met zeven en drie in zowel Duitsland als Frankrijk.
Van de 27 nieuw gebouwde drogeladingschepen vallen hebben er tien een laadvermogen tussen de 3.000 en 4.000 ton. Het gemiddelde laadvermogen van de nieuwgebouwde drogeladingschepen bedraagt 2.474 ton, terwijl dat in 2019 nog 3.256 ton was.
Van de 54 nieuwe tankschepen werden er 25 in Nederland geregistreerd, elf in Duitsland, elf in België, vier in Luxemburg en twee in Zwitserland. Hiervan vielen 17 schepen in de klasse 2.000 tot 3.000 ton. Op de tweede plek komt de grootteklasse 3.000 tot 4.000 ton met elf nieuwe tankschepen. Als men een vergelijking maakt met de nieuwe tankschepen in 2019 kan worden vastgesteld dat de vraag naar grotere schepen in 2020 is toegenomen. Het gemiddelde laadvermogen voor nieuwe tankschepen bedroeg 3.793 ton in 2020 en 3.103 ton in 2019.
In de categorie duw- en sleepboten werden slechts twee nieuwe schepen geregistreerd in Nederland, de duwboot Pieter van der Wees en de Tenacious.

Modal split
Het aandeel van de binnenvaart in de Europese modal split bleef met ongeveer 6% op een vergelijkbaar niveau als voorgaande jaren. Het wegvervoer snoepte met een aandeel van ruim 76% wel weer iets af van het vervoer per spoor (18%). Volgens de CCR geeft de modal split op Europees niveau echter een vertekend beeld omdat in veel landen de binnenvaart gene grote rol speelt. In Nederland ligt het aandeel van de binnenvaart in de modal split inmiddels op 42,7%, dat was ooit 47,2%. Deze neergaande trend heeft deels te maken met de laagwaterperiodes in 2015, 2017 en 2018 en het sterk teruglopende vervoer van steenkolen. Een dergelijke neerwaartse trend is ook goed zichtbaar wanneer men kijkt naar België en Duitsland. In Luxemburg steeg het aandeel in de modal split door de binnenvaart de afgelopen jaren. Voor de landen in het stroomgebied van de Donau laten zowel Roemenië als Bulgarije eveneens een hoog aandeel in de modal split zien. In 2019 bedroeg dit aandeel van de binnenvaart respectievelijk 28,1% en 31,8%. Voor Bulgarije was het de eerste keer sinds 2012 dat het aandeel van de binnenvaart in de modal split hoger lag dan 30%.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Ook Willems is lid van Aqualink. Meld u nu ook aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

Willems Jachtbouw levert opbouw voor superjacht Skyfall

BOVEN LEEUWEN Willems Jachtbouw heeft onlangs na maanden van specialistisch werk de gigantische aluminium opbouw voor het superjacht Skyfall naar de werf van Heesen Shipyards in Oss laten brengen. Vanwege de afmetingen van de Skyfall was de uitdaging deze keer extra groot om over de Waterstraat richting het ponton in Megen te komen. Het montageteam van Willems Jachtbouw is op dit moment bezig met de afwerking van de opbouw op de werf in Oss.

Project Skyfall (YN 19959) is het krachtigste superjacht ooit door Heesen Shipyards gebouwd. Heesen kreeg in september van 2019 op de Monaco Yacht Show de opdracht voor de bouw van het volledig op maat gemaakt superjacht (900 GT). Op 1 oktober van vorig jaar werd op de scheepswerf in Oss officieel begonnen met de bouw van het supersnelle volledig van aluminium gebouwde superjacht. Afgelopen week hebben drie grote mobiele kranen de hoofdmotoren op hun fundering laten zakken, vervolgens is de bovenbouw op de romp gehesen.

37 knopen en 22.000 pk
Het jacht heeft een Fast Displacement Hull Form, dat geoptimaliseerd is voor prestaties en efficiëntie, met onder meer met gyro stabilisatoren. De topsnelheid van 37 knopen wordt bereikt met de vier MTU 20 V4000 motoren, gezamenlijk goed voor zo’n 22.000 pk. De motoren voldoen aan de nieuwste Tier III milieuvoorschriften en drijven vier Kongsberg S90 waterjets aan. Door het gebruik van waterjets wordt de diepgang verlaagd tot minder dan drie meter en wordt het comfort aan boord verhoogd. De waterjets verminderen de trillingen namelijk met zo’n 40 procent in vergelijking met traditionele schroeven.

In het voorjaar van 2023 verlaat Project Skyfall de werf in Oss voor intensieve proeven op de Noordzee, waarna het wordt opgeleverd aan de klant.

Lees ook: Metaalbedrijf Willems profileert zich steeds duidelijker in de binnenvaart

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Ook Willems is lid van Aqualink. Meld u nu ook aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

Opnieuw stremmingen kolken sluis Weurt

WEURT Zowel de oostkolk als de westkolk van sluis Weurt krijgen vanaf 19 september 2021 te maken met een aantal stremmingen. Aan de westkolk gaat Rijkswaterstaat geplande werkzaamheden uitvoeren in verband met de renovatie van een van de sluisdeuren. Aan de oostkolk moet Rijkswaterstaat schade herstellen door een aanvaring.

Door de renovatie van de westkolk moet Rijkswaterstaat de vangrails, waarlangs de sluisdeur beweegt, in het kanaalhoofd vervangen. De westkolk van sluis Weurt is hiervoor gestremd van zondag 19 september 7.00 uur tot en met maandag 20 september 2021 22.00 uur.

Van maandag 27 september 07.00 uur tot en met donderdag 07 oktober 20.00 uur vindt er nog een geplande stremming plaats aan de westkolk. Rijkswaterstaat hangt dan de gerenoveerde sluisdeur terug in het kanaalhoofd. Daarna is de westkolk weer volledig in gebruik, totdat we volgend jaar de laatste sluisdeur gaan renoveren. Tijdens de werkzaamheden kunnen schepen gebruik maken van de oostkolk.

Oostkolk
De oostkolk is van vrijdag 24 september 07.00 uur tot en met zondag 26 september 22.00 uur gestremd. Afgelopen zomer is de kanaaldeur van de oostkolk aangevaren. Rijkswaterstaat heeft de middendeur van de oostkolk toen tijdelijk verplaatst naar het kanaalhoofd. De aangevaren kanaaldeur is gerepareerd. In het weekend van vrijdag 24 september wordt de middendeur weer op zijn plek teruggezet. Ook plaatsen we de gerepareerde kanaaldeur weer in het kanaalhoofd. Tijdens de stremming van de oostkolk is de westkolk beschikbaar met een deelkolk van 140 m. (Foto RWS)

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Ook Willems is lid van Aqualink. Meld u nu ook aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

 

AVG en Teunesen willen haven Heijen uitbreiden

HEIJEN De bedrijven AVG Beheer en Teunesen Zand en Grint willen de bestaande haven in Heijen uitbreiden. Beide bedrijven hebben meer ruimte nodig voor hun werkzaamheden. Ook kunnen zich na de uitbreiding nieuwe watergebonden bedrijven vestigen op het nog te ontwikkelen bedrijventerrein. Maar er zijn ook vragen van omwonenden.

AVG is al 100 jaar een familiebedrijf. Het bedrijf ontwikkelde zich van een kleinschalig grondverzetbedrijf naar een bedrijf met meerdere vestigingen in Nederland en Duitsland. Anno 2021 levert AVG verschillende diensten op het gebied van bouwstoffen, infra, transport en explosieven opsporing. Teunesen is inmiddels bijna 80 jaar leverancier van zand en grind voor de woning-, utiliteits- en wegenbouw en betonindustrie. De winningslocaties liggen verspreid over Zuid-Nederland, Duitsland en België. Vanaf de productielocaties en vanaf de haven in Heijen vindt het zand en grind zijn weg naar de afnemers. Het vervoer gaat deels over de weg en uit milieu- en capaciteitsoverwegingen steeds vaker via het water. ‘Sinds een aantal jaren stijgt de vraag naar bedrijventerreinen met overslagmogelijkheden aan het water’, stellen beide bedrijven. ‘De stuk- en goederenoverslag via water neemt toe en mede daardoor hebben bedrijven een groeiende behoefte aan vervoer per schip. Nationale en internationale overheden stimuleren verder vervoer over water. De haven in Heijen en de uitbreiding daarvan passen in het plaatje. De haven is gunstig gelegen op een kruispunt van vaar- en snelwegen en de uitbreiding sluit aan op de bestaande haven en het bedrijventerrein.’

Geul en draaikom
De bestaande binnenhaven van Heijen is onderdeel van het bedrijventerrein Hoogveld en ligt op ongeveer 300 meter afstand van de dorpsrand van Heijen. Door de groeiende vraag naar meer vervoer over water hebben AVG en Teunesen behoefte aan uitbreiding van de haven en een nieuw bedrijventerrein voor watergebonden bedrijvigheid. Werner Teunesen legt uit waarom de bedrijven meer ruimte in de haven in Heijen nodig hebben. “We werken met meer soorten goederen die meer plek in beslag nemen. Het bestaande haventerrein is overvol geworden. Door uit te breiden kunnen we de overslag van bulkgoederen op een goede en veilige manier blijven afhandelen.’

Directeur Ramon Janssen van AVG en Werner Teunesen van Teunesen Zand en Grint. Beide bexdrijven hebben meer ruimte nodig in de haven van Heijen. (Foto AVG/Teunesen)

Voor het bekostigen van de uitbreiding van de bestaande haven in Heijen komt vier miljoen euro uit de Europese subsidiepot van Connecting Europe Facility. Hiervoor wordt een nieuw watergebonden bedrijventerrein van zo’n 13 hectare aangelegd met overslagkade. Tevens wordt een toegangsgeul gegraven, geschikt voor schepen van klasse Vb. De geul is acht meter diep, inclusief drie meter sedimentatieruimte, zodat de haven minder vaak uitgebaggerd hoeft te worden. De draaikom in het meest zuidelijke deel van de nieuwe havengeul heeft een oppervlakte van circa 4,6 hectare, zodat schepen kunnen draaien.
Binnen het plangebied komt ruim tien hectare 10 natuur, buiten het plangebied wordt ongeveer vijf hectare nieuwe (Maasheggen)natuur en dassenfoerageergebied ontwikkeld.

Vragen
Samen met directeur Ramon Janssen van AVG heeft Teunesen regelmatig met omwonenden en andere betrokkenen gesproken over de uitbreiding van de haven in Heijen. Samen met de gemeente Gennep organiseerden ze zelfs excursies om de omwonenden te informeren over de uitbreiding. De twee begrijpen dat de uitbreiding van de haven vragen bij omwonenden oproept. Hun ideeën en wensen werden dan ook meegenomen in het ontwerpbestemmingsplan. Zo werd het onderwaterdepot voor de opslag van grind geschrapt, blijft de natuurlijk ingerichte strekdam tegenover het bedrijf ForFarmers behouden en komt er meer ruimte voor natuur, fiets- en wandelmogelijkheden. Op deze manier behouden de woonarkbewoners een prettig uitzicht en wordt eventuele overlast vermeden. ‘We komen tegemoet aan de wensen om meer natuur aan te leggen’, zegt Janssen. ‘Extra natuur met recreatieve voorzieningen om te wandelen en te vissen horen er zeker bij. De gemeente wil op het bedrijventerrein duurzaamheid een grotere rol laten spelen. Daarvoor worden zonnepanelen op nieuwbouw verplicht en het gebruik van elektrisch vervoer gestimuleerd.’

Geen containers
Zorgen van de omwonenden over een toenemend aantal vervoersbewegingen als de haven is uitgebreid, kan Teunesen wegnemen. ‘Bepaalde categorieën bedrijvigheid met zeer veel vervoersbewegingen krijgen op voorhand geen toestemming zich op het bedrijventerrein te vestigen. Daarnaast verwachten we meer vervoer over water, ook van schip naar schip, waardoor het vervoer over de weg vermindert zodra de uitbreiding van de haven in gebruik wordt genomen.’ Welke bedrijven zich op het nieuwe bedrijventerrein gaan vestigen is nog niet bekend. Een ding is wel duidelijk, er komt geen containerhaven. De gemeente Gennep heeft aangegeven dat dit niet is toegestaan.

Daarnaast is de uitbreiding van de haven volgens AVG en Teunesen niet alleen belangrijk voor de huidige en toekomstige bedrijfsvoering, maar ook voor de bedrijfsvoering van andere bedrijven in Heijen en de gemeente Gennep. Een deel daarvan maakt momenteel al gebruik van de bestaande havenfaciliteiten. Verder zal de uitbreiding van de haven ook zorgen voor meer werkgelegenheid. ‘Een grotere haven is niet alleen gunstig voor de bedrijven die er zich vestigen, ook voor transporteurs, toeleveranciers en andere gebruikers. Daarnaast zorgt de nieuw te graven toegangsgeul voor een betere doorstroming van de Maas bij hoog water. Hierdoor zal de omgeving beter beschermd zijn bij hoge waterstanden van de Maas, zoals een aantal weken geleden.’

Meer info nodig
Voordat de gemeente Gennep een besluit neemt over het bestemmingsplan, werden de milieueffecten onderzocht in een milieueffectrapport (m.e.r.). De onafhankelijke Commissie m.e.r. heeft dit rapport beoordeeld en hierover een advies uitgebracht. De commissie waardeerde de duurzaamheidsmaatregelen in het plan en is positief over de bijdrage aan natuurherstel en -ontwikkeling. Ook dragen de toegangsgeul en draaikom positief bij aan de hoogwaterbescherming in het gebied. De bedrijven moeten het m.e.r. op één onderdeel aanvullen. De Commissie vindt de informatie over de benodigde extra ruimte aan havencapaciteit en bedrijventerrein nog te algemeen en wil een uitgebreidere onderbouwing. Zowel Teunesen als AVG beloofden met een aanvulling te komen.
Vanaf het moment dat de gemeenteraad van Gennep het startsein heeft gegeven voor de uitbreiding van de haven, duurt de realisatie van het project twee tot drie jaar.

Blueports Limburg
Het stimuleren van vervoer over water door het uitbreiden van de haven van Heijen sluit volgens de initiatiefnemers ook aan bij ‘Blueports Limburg’, het samenwerkingsverband tussen de Provincie, Rijkswaterstaat en de Limburgse havengemeenten waartoe Gennep behoort. Limburg wordt in dit verband gepromoot als economisch sterke regio in het achterland van de zeehavens Rotterdam en Antwerpen en het Duitse achterland. De regio rondom Heijen krijgt door de uitbreiding van de haven een economische impuls en het goederenvervoer kan over water duurzaam blijven groeien.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Ook Willems is lid van Aqualink. Meld u nu ook aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

Maas Binnenvaartmuseum treedt naar buiten

MAASBRACHT Een blauwe golf op de vloer van het museum en blauwe voetstappen die naar de kade leiden van de Maasbrachtse haven. Het Maas Binnenvaartmuseum treedt naar buiten, onder meer met de nieuwe stuurhut waarin bezoekers kunnen zien waar de binnenschipper werkt. In de haven liggen ook de historische tjalk Nooit volmaakt, de sleper Limburgia en de rondvaartboot de Gouverneur van Limburg te wachten op bezoekers. In de kelder van het museum is nu een expositie te bewonderen over de Limburgse zand en grindwinning.

In de kelder van het museum is nu de expositie over de Limburgse zand- en grindwinning te zien. Voor de bezoeker de kelder afdaalt, krijgt hij op een scherm te zien hoe grind is ontstaan. In de kelder gaat het van de droge grindwinning over in de natte grindwinning, waardoor de Maasplassen ontstonden. In ‘verrassingkastjes’ staat onder meer bij de winning gebruikt materiaal op miniformaat, in een volgende video worden de toepassingsmogelijkheden van zand en grind uitgelegd zoals voor het maken van beton. ‘In Limburg hadden we al een mijnmuseum, en nu hebben we ook een zand- en het grindmuseum’, vertelt voorzitter Ton Forschelen. (Foto Erik van Huizen)

Drie jaar geleden werd begonnen met de verbouwing van het Maas Binnenvaartmuseum. Dat was nodig omdat de provincie Limburg, de gemeente Maasgouw en Maasgrind, een verzameling van zeven grindbedrijven, vonden dat het museum nodig aan modernisering en professionalisering toe was. Omdat plaats moest worden gemaakt, werden allereerst twee depots gemaakt waar de niet tentoongestelde collectie kon worden opgeborgen. Ook werd het verhaal over de binnenvaart in thema’s gevat zoals over de Maas, het Julianakanaal, de haven van Maasbracht en kunstwerken. Doorzichtige vitrines werden met blauwe wanden onderdeel van de nieuwe blauwe golf op de vloer. Deze golf voert de bezoekers langs talloze zaken die herinneren aan de rijke geschiedenis van de schippersbeurs en het heden en verleden van de binnenvaart, van een viking schip die de Maas heeft bevaren, tot een model van een skûtsje, klipper, tjalk en moderne schepen zoals een duwboot.

Voorzitter Ton Forschelen van het Maas Binnenvaartmuseum bij de historische paviljoenjalk Nooit volmaakt uit 1889. Maasschipper Th. Hilkens voer vanaf 1928 met dit 16,76 meter lange en 4,16 meter brede schip in Midden-Limburg voornamelijk met zand, grind. In 1946 werd de Triumph-motor met een vermogen van 9 pk ingebouwd. In 1984 werd het schip uit de vaart genomen, in 1995 kocht het bestuur van het Maas Binnenvaartmuseum het schip aan. In de loop van de afgelopen jaren werd het schip in de verf gezet, de luiken vervangen, werden het roer, het berghout en het vlak vernieuwd en werden de motor, het drijfwerk en de zijschroef gerestaureerd. In de komende jaren wordt het schip verder teruggebracht in de staat 1946. (Foto Erik van Huizen)

Erkenning
De modernisering en de professionalisering van het museum leidde er in april van dit jaar toe dat het Maas Binnenvaartmuseum werd opgenomen in het Nederlands museumregister van de Stichting Museumregister Nederland. In 2020 waren het bestuur en de vrijwilligers het hele jaar bezig om te voldoen aan de strenge normen. Musea komen namelijk alleen in dit register als wordt voldaan aan 17 normen zoals veiligheidszorg, personeels- en vrijwilligersbeleid, collectieplan, herkomstonderzoek, educatiebeleid en inclusie en toegankelijkheid. Zo werd op de plek waar eerst geld kon worden gestort, het museum zit in een oud bankgebouw, een lift geplaatst.

In de voormalige kluskamer van het museum is nu de Schatkamer van de Maas gevestigd. Hier is van alles te bewonderen wat uit de Maas is gekomen. Zoals de botten van een gesneuveld paard uit een massagraf van 65 paarden uit de buurt van Maastricht en verschillende aardewerken en gerestaureerde gebruiksvoorwerpen. (Foto Erik van Huizen)

Naast de erkenning voor de professionaliteit waarmee het Maas Binnenvaartmuseum nu bedreven wordt, is dit predicaat ook een belangrijke stap om de continuïteit te waarborgen. Door de opname in het Museumregister kan het museum rekenen op een aanzienlijke jaarlijkse exploitatiesubsidie van de Gemeente Maasgouw. Deze financiële middelen zijn nodig om de kwaliteit van de collectie en bedrijfsvoering te behouden en verbeteren, maar zijn nu extra welkom vanwege de coronapandemie. Door de maatregelen ontving het museum in 2020 aanzienlijk minder bezoekers en liep daarmee veel inkomsten gemist.

De nieuwe stuurhut van het Maas Binnenvaartmuseum in de haven van Maasbracht, ook wel ‘het baken van vertrouwen’ genoemd. Het is niet alleen een mooi uitkijkpunt, maar bezoekers krijgen zo ook een kijkje aan boord van de binnenvaartschipper. De lift in de stuurhut, die bezoekers naar het steiger brengt om de schepen aldaar te kunnen bezichtigen, is vanwege de gevolgen van de coronapandemie nog niet klaar. (Foto Erik van Huizen)
De haven van Maasbracht met op de voorgrond de sleper Limburgia en linksvoor de rondvaartboot de Gouverneur van Limburg. (Foto Erik van Huizen)
Een maquette van het hellend vlak van Saint-Louis-Arzviller in het museum. Het leert de bezoeker dat deze scheepslift 17 sluizen vervangt. Het verval is 45 meter, de helling bedraagt 41%, het opgaande gewicht is ruim 70.000 kilo en het neergaande gewicht ruim 75.000 kilo. (Foto Erik van Huizen)

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Ook Willems is lid van Aqualink. Meld u nu ook aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

 

Waterdieptekaarten CoVadem nu ook op RADARpilot720° van Argonav

AMSTERDAM De waterdieptekaarten van CoVadem zijn vanaf heden beschikbaar voor gebruikers van RADARpilot720°. Technisch directeur Desire Savelkoul van CoVadem Services en Martin Sandler van Argonav GmbH tekenden daarvoor in Stuttgart een samenwerkingsovereenkomst.

De kaarten kunnen nu dagelijks automatisch worden gedownload door RADARpilot720° van Argonav. Dit betekent dat dagelijks bijgewerkte diepte-informatie aan boord beschikbaar is. In de kaartenset zijn de vaarwegenkaarten, die beschikbaar zijn gesteld op de verschillende Europese RIS-servers, reeds geïnstalleerd. De aanvullende gedetailleerde CoVadem waterdieptekaarten zijn daaraan toegevoegd.

Belangrijke informatie
Naast de radar, AIS en de gebruikelijk kaartgegevens, vormen de dieptegegevens van CoVadem een aanzienlijke aanvulling op de gewone weergave in RADAR en bieden ze belangrijke aanvullende informatie. De schipper herkent ondiepe gebieden en kan beter navigeren in dieper water.
Vooral in perioden met laag water helpen dieptegegevens om het beschikbare gebied zo goed mogelijk te benutten. Tegelijkertijd maakt het display, samen met radar en AIS, een uitgebreide registratie van de actuele navigatiesituatie mogelijk.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Ook Willems is lid van Aqualink. Meld u nu ook aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

Eerste binnenvaartschip op energiecontainers in de vaart

ROTTERDAM Het eerste Nederlandse binnenvaartschip dat voor de aandrijving gebruik maakt van verwisselbare energiecontainers gaat vandaag varen. De Alphenaar vaart tussen Alphen aan den Rijn en Moerdijk voor bierbrouwer Heineken, de eerste eindklant van ZES.

De energiecontainers, de zogenoemde ‘ZESpacks’, zijn standaard 20ft containers gevuld met batterijen, die worden geladen met groene stroom. De eerste twee ZESpacks worden geladen en gewisseld bij het eerste laadstation op de terminal van CCT in Alphen aan den Rijn. ZES heeft de ambitie om op korte termijn op te schalen en wil tot 2030 dertig zero emissie vaarroutes realiseren. Het bedrijf werd vorig jaar opgericht door ENGIE, ING, Wärtsilä en het Havenbedrijf Rotterdam, met steun van het ministerie van I&W.

‘Echt groene oplossing’
Het energieconcept dat ZES in de markt zet, draagt volgens CEO Willem Dedden met de besparing van zo’n 1.000 ton CO2 en 7 ton NOx per schip per jaar direct bij aan reductie van emissies. ‘Daarbij produceren schepen die varen met ZES geen fijnstof en geluid.’ Het concept omvat ook de organisatie van de benodigde laadinfrastructuur en een pay-per-use constructie die schippers in staat stelt om alleen voor het gebruik van energie te betalen. De investering in ZESpacks komt voor rekening van ZES. Deze opzet maakt ZES zeer gebruiksvriendelijk en schaalbaar. ‘ZES biedt overheden en bedrijven een kant en klare oplossing om te verduurzamen.’

Standaardiseren
Volgens Dedden zet ZES een standaard neer die de transitie naar emissievrije binnenvaart versnelt. ‘Met onze ZESpack (een standaard 20 ft container) en een standaard connector (de “stekker”) leggen we de basis. In combinatie met het door ING bedachte financierings- en pay-per-use-pakket, biedt ZES schippers een laagdrempelige, toekomstbestendige open access innovatie. Het systeem van ZESpacks past zich namelijk aan naarmate de techniek verbeteringen aandraagt. De ZESpacks die nu in gebruik zijn, werken met Lithium-Ion batterijen, maar in de toekomst kan dat ook waterstof, ammoniak of iets anders zijn. De ZESpack past altijd op de aansluiting, ongeacht het soort energie dat er in de container zit.’ Om deze reden geeft ZES de profielen voor de connector dan ook rechteloos vrij, zodat de markt met diverse leveranciers van energiecontainers kan gaan werken.

2MWh
Wärtsilä, leverancier van de eerste ZESpacks, werkte in de afgelopen maanden aan de assemblage en het testen van de energiecontainers, die zijn voorzien van veiligheids- en communicatiesystemen, en 45 batterijmodules van totaal 2MWh, vergelijkbaar met de capaciteit van zo’n 36 elektrische auto’s.
De ZESpack is volledig op maat gemaakt voor ZES en wordt geladen met gecertificeerde groene stroom op het eerste ZES laadstation op het Alpherium, de containerterminal van CCT in Alphen aan den Rijn. Dit laadstation, ontwikkeld door ENGIE, werd in april opgeleverd. In juli werd de Alphenaar omgebouwd en onder andere voorzien van de standaard connectoraansluiting om de ZESpacks te kunnen ontvangen. Eind augustus vond de eerste proefvaart plaats.

Opschaling
ZES heeft de ambitie om op korte termijn op te schalen naar acht schepen, acht laadstations en veertien ZESpacks. Het bedrijf wil in 2030 30 zero emissie vaarroutes realiseren, waarmee tot 360.000 ton CO2 en 2.800 ton NOx kan worden bespaard. Om de concurrentie met fossiel varen echt aan te kunnen gaan is gelijktijdig optrekken en commitment van zowel overheid, havens en terminals als het bedrijfsleven nodig. ZES werkt nauw samen met en landelijke, regionale en lokale overheden en vooruitstrevende vervoerders zoals BCTN voor het contracteren van de volgende schepen en het ontwikkelen van het bijbehorende netwerk van laadstations, te beginnen in Rotterdam, Moerdijk en Alblasserdam.

Systeemwijziging
De binnenvaart speelt volgens ZES een belangrijke rol in het reduceren van milieuemissies. ‘Binnen transport is de binnenvaart verantwoordelijk voor 5% van de CO2 uitstoot in Nederland. Daarbij wordt 11% van de totale Nederlandse NOx emissies veroorzaakt door de binnenvaart. Om de doelen uit het Klimaatakkoord te halen heeft de Green Deal Zeevaart, Binnenvaart en Havens de ambitie om in 2030 de emissies in de binnenvaart met 50% te reduceren. Voor het realiseren van dit doel is een transitie naar volledig elektrisch aangedreven vervoer over water nodig.’ (Foto’s en illustratie Havenbedrijf Rotterdam/Ries van Wendel de Joode).

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Ook Willems is lid van Aqualink. Meld u nu ook aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

‘Beprijzen moet passen binnen Akte van Mannheim’

DEN HAAG Het beprijzen van de binnenvaart om de sector te kunnen vergroenen moet wat betreft Nederland passen binnen het heffingsverbod van de Akte van Mannheim. ‘Hetzij doordat een geëigend instrument gekozen wordt, hetzij doordat de Akte aangepast wordt’, schrijft het Nederlandse kabinet in een reactie op de Europese plannen om het marktpotentieel van de binnenvaart in de Europese Unie optimaal te benutten en de binnenvaart te verduurzamen. De plannen zijn te vinden in het Naiades-actieplan voor 2021-2027.

De focus van het door de Europese Commissie voorgestelde actieplan is, sinds het eerste actieprogramma, verschoven naar de verduurzaming van de binnenvaart. In het nieuwe plan staan daarvoor de doelstellingen van de Green Deal en de Duurzame en Slimme Mobiliteitsstrategie centraal, en wordt gestreefd naar een toekomstbestendigere binnenvaart. Een duurzame en moderne binnenvaartsector wordt beschouwd als een essentieel instrument voor het terugdringen van broeikasemissies in de gehele transportsector. Deze doelen worden ondersteund door verdere digitalisering en het aantrekkelijker maken van het werken in de binnenvaart. Ook is volgens de Commissie toegang tot financiering van groot belang om de doelen te halen.

‘Weinig houvast’
Het kabinet verwelkomt de maatregelen van de Europese Commissie voor het toekomstbestendig maken van de binnenvaart, maar vindt ook dat de plannen op hoofdlijnen nog weinig houvast bieden voor wat betreft de precieze uitwerking. Het kabinet kijkt met name uit naar concrete voorstellen voor de uitrol van emissieloze schepen, de herziening van de staatssteunregels, de voortzetting van de ondersteuning van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen, het faciliteren van het realiseren van een vergroeningsfonds en het realiseren van een hoog niveau van dienstverlening langs de binnenvaartcorridors. Ook is er een aantal acties geformuleerd die, afhankelijk van de inzet van de Europese Commissie, voor meer spanning in de governance van de binnenvaart zouden kunnen zorgen, terwijl het plan zelf aangeeft naar een verbetering van die governance te willen streven. Dat zal volgens het kabinet het geval zijn als de Commissie onvoldoende rekening houdt met de bestaande competenties van internationale partijen op deze terreinen. Het gaat dan om herziening van de regelgeving met betrekking tot de markttoegang, de herziening van de Technische Richtlijn, beoordeling van de noodzaak voor inrichtingen voor de ontvangst van afval en het verzekeren van de coördinatie tussen EU beleid en het beleid van de rivierencommissies.

Belang CCR
Het kabinet vindt dat voor het toekomstbestendig maken van de binnenvaart een EU-aanpak onontbeerlijk is. ‘Gezien het grensoverschrijdende karakter van de binnenvaart kunnen individuele lidstaten dit onvoldoende binnen op centraal, regionaal of lokaal niveau verwezenlijken. Optreden op EU-niveau is gerechtvaardigd om fragmentatie te voorkomen en een gelijk speelveld te bevorderen.’
Tegelijkertijd vindt Nederland dat ook een grote weggelegd is voor de Centrale Commissie voor de Rijnvaart (CCR) die zich met studies, een transitie routekaart en regelgeving inzet voor een toekomstbestendige binnenvaart. Dit mede vanwege de trekkersrol die Nederland speelt in de CCR. ‘De CCR is immers hét regelgevend orgaan voor de Rijnvaart, voor technische eisen aan schepen, bemanningsregels en politievoorschriften. Het kabinet is daarom voorstander van een duurzame samenwerking tussen de Commissie en de CCR, waaronder het harmoniseren van standaarden in het Europees Comité voor het aannemen van standaarden in de binnenvaart (CESNI), en vindt dit van essentieel belang om de gestelde doelen te halen.’

Financiën en regeldruk
Omdat het bereiken van een emissievrije binnenvaart de sector ook veel gaat kosten, vraagt het Nederlandse kabinet van de Commissie aandacht voor de financiering van de voorgestelde maatregelen, zowel voor de acties die komen te liggen bij de lidstaten als de toegang tot financiering door de sector. Het geld voor het vergroeningsfonds om de transitie financieel te ondersteunen, moet volgen de Commissie worden opgebracht door de sector zelf en gebruikt om met verschillende financieringsinstrumenten.

Wat de Europese plannen voor een gevolgen hebben voor de regeldruk in de binnenvaart, moet volgens het kabinet blijken wanneer concrete voorstellen op tafel liggen. Bepaalde voorstellen, zoals die gaan over de verregaande digitalisering in de binnenvaart, beogen de administratieve last aan boord van het schip te verminderen. Dat is een ontwikkeling die het kabinet kan steunen. Het gaat hier bijvoorbeeld om de digitale integratie in de synchromodale transportketen en het aanbieden via één uitgiftepunt van corridor informatie.
Het kabinet is er verder van overtuigd dat de Europese plannen voor een modal shift van wegvervoer naar spoor en binnenvaart goed nieuws is voor de Nederlandse binnenvaart. ‘Aangezien binnen de binnenvaartsector Nederlandse ondernemers een fors aandeel hebben, zal dit ook goede kansen voor hen bieden.’

Steun verwacht
Het Nederlandse kabinet verwacht dat de andere Europese lidstaten het toekomstbestendig maken van de binnenvaart en het vergroenen van de sector gaan steunen. Discussies ontstaan wellicht als de actiepunten concreet gemaakt worden. ‘Enerzijds gaat het dan om de financiën, anderzijds om de wijze waarop acties worden uitgewerkt.’

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Ook Willems is lid van Aqualink. Meld u nu ook aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

Kabinet beëindigt Corona steunpakketten

DEN HAAG Het kabinet stopt per 1 oktober met de generieke steunmaatregelen die de afgelopen anderhalf jaar de Nederlandse economie zoveel mogelijk door de coronacrisis hebben geholpen. Dit betekent dat de regelingen NOW, TVL, Tozo, TONK en diverse fiscale maatregelen vanaf 1 oktober niet worden verlengd. Volgens het kabinet draait de economie weer volop en is de werkloosheid is laag. ‘Doorgaan met de steun zou het economisch herstel in de weg zitten.’

Het kabinet spreekt van een zware tijd waarin complete sectoren tot stilstand kwamen en mensen soms afscheid moesten nemen van hun baan of bedrijf. ‘Mede dankzij de steunpakketten voor banen en economie is het aantal faillissementen echter beperkt gebleven en zijn de werkloosheidscijfers laag. De economische cijfers zijn bemoedigend. Doorgaan met de generieke maatregelen uit het steunpakket verstoort dit herstel.’

Regelingen
Het kabinet beseft dat de situatie voor sommige groepen de komende tijd nog moeilijk is. Daarom blijft in het vierde kwartaal een aantal ondersteunende regelingen van kracht, om de dynamiek op de arbeidsmarkt te bevorderen en om de aanpassing van de economie te bevorderen. Zo blijven de corona-financieringsregelingen KKC, Qredits overbruggingskrediet, BMKB-C en GO-C blijven het gehele jaar van kracht om marktfinanciering te blijven faciliteren. Bedrijven die behoefte hebben aan liquiditeit, kunnen hierbij terecht. Ook het Garantiefonds Evenementen loopt door in het vierde kwartaal.

Belastingen
De mogelijkheid om uitstel van belastingbetaling aan te vragen stopt eveneens op 1 oktober. Sinds het begin van de crisis hebben 369.000 ondernemers gebruikgemaakt van de mogelijkheid van belastinguitstel, voor een bedrag van € 40,4 miljard. Een groot deel van de belastingschuld is inmiddels weer afgelost of verminderd als bijvoorbeeld de belastingaanslag niet goed is vastgestel. Per saldo staat op dit moment € 19,2 miljard aan belastingschuld open en hier maken 270.000 ondernemers gebruik van.

Van ondernemers wordt verwacht dat zij vanaf 1 oktober 2021 weer gewoon belasting gaan betalen. De datum waarop ondernemers weer gaan terugbetalen, schoof eerder al op naar 1 oktober 2022 en hier is vijf jaar de tijd voor. Dit geldt voor alle schulden van ondernemers die wegens de coronacrisis uitstel van betaling hebben gekregen, dus ook de schulden waar de ondernemer geen verlenging voor heeft aangevraagd.
Een aantal andere belastingmaatregelen die wegens de coronacrisis genomen is, loopt door tot 1 januari 2022, zoals de onbelaste reiskostenvergoeding en de betaalpauze voor hypotheken. Daarnaast voert Nederland overleg met Duitsland en België om de afspraken over de belastingheffing van grenswerkers ook tot 1 januari 2022 voort te zetten.

Beëindiging Tozo
Ondernemers die financiële ondersteuning nodig hebben, kunnen vanaf 1 oktober weer een beroep doen op de reguliere bijstand voor zelfstandigen (het Bbz). Om dit voor gemeenten uitvoerbaar te houden, heeft het kabinet besloten de uitvoering van de regeling tot eind dit jaar te vereenvoudigen. Dit betekent dat gemeenten geen vermogenstoets hoeven uit te voeren, dat ondernemers met terugwerkende kracht van maximaal twee maanden een Bbz-uitkering kunnen aanvragen en dat de gemeente het inkomen en de hoogte van de Bbz-uitkering per kalendermaand (in plaats van per boekjaar) vaststelt. Vanaf 1 januari 2022 voeren gemeenten het Bbz weer zonder wijzigingen uit.

Werktijdverkorting
De Werktijdverkorting (WTV) is vanwege de invoering van de NOW buiten werking gesteld. Na het stoppen van de NOW keert per 1 oktober de Werktijdverkorting (WTV) weer terug. Deze biedt ondersteuning aan werkgevers die worden getroffen door een buitengewone omstandigheid die niet tot het ondernemersrisico behoort. De geherintroduceerde WTV is nadrukkelijk niet bedoeld voor Corona-gerelateerde omstandigheden, het gaat om kortdurende buitengewone omstandigheden.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Ook Willems is lid van Aqualink. Meld u nu ook aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

Minister Cora van Nieuwenhuizen vertrekt

DEN HAAG Minister Cora van Nieuwenhuizen van Infrastructuur en Waterstaat vertrekt per direct. Van Nieuwenhuizen wordt per 1 oktober voorzitter van brancheorganisatie Vereniging Energie-Nederland.

Koning Willem-Alexander heeft het ontslag van de minister, op voordracht van de minister-president, op de meest eervolle wijze verleend, onder dankbetuiging voor de vele gewichtige diensten door de minister aan hem en het Koninkrijk bewezen. De Koning verleende vervolgens Barbara Visser op de meest eervolle wijze ontslag en benoemd haar tot minister van Infrastructuur en Waterstaat.

Verheugd
Het bestuur van Energie-Nederland is verheugd over de komst van Cora Nieuwenhuizen. ‘De komende periode is cruciaal, er zijn belangrijke besluiten nodig om de klimaatdoelstellingen van 2030 en 2050 te halen’, schrijft Roger Miesen, vice-voorzitter Energie-Nederland. ‘Daarom zijn wij erg blij dat we een voorzitter hebben gevonden die met haar ervaring en daadkracht de komende essentiële fase in de energietransitie vanuit Energie-Nederland kan begeleiden.’

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Ook Willems is lid van Aqualink. Meld u nu ook aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.