Tag archieven: binnenvaart

Kosten binnenvaart stijgen na jaren weer

ZOETERMEER De kosten in de binnenvaart stijgen dit jaar met ruim zeven procent maximaal. De belangrijkste oorzaak van deze kostenstijging is de hogere brandstofprijs. De afgelopen vier jaren daalden de kosten in de binnenvaart jaar op jaar.

Het afgelopen jaar liet juist nog lagere kosten zien, dit kwam vooral vanwege de lage brandstofprijzen. Hierdoor is er ook een grote variëteit in de kostenontwikkeling te zien.  De kosten van schepen met veel vaaruren worden daardoor sterker beïnvloed door brandstofprijzen. Dit concludeert Panteia in de kostenrapportages voor de binnenvaart die in opdracht van het Centraal Bureau voor de Rijn- en Binnenvaart (CBRB) werden gemaakt.

Vooruitblik
Afhankelijk van het type reis en schip stijgen de kosten dit jaar tussen de 2,6% en 7,1%. In de zand- en grindvaart wordt voor het komende jaar bijvoorbeeld een kostenstijging verwacht tussen de 3,1% en 5,1%. Schepen met veel vaaruren kennen de grootste stijging door het grote aandeel van brandstofkosten in de totale exploitatiekosten. ‘De ontwikkeling van de gasolieprijs moet dus scherp worden gevolgd. Want de  brandstofprijs is behoorlijk onvoorspelbaar en sterk afhankelijk van de omstandigheden die de wereldwijde oliemarkt bepalen. De huidige brandstofprijzen liggen zelfs al hoger dan het gemiddelde dat voor dit jaar is voorzien.

Indien de brandstofkosten buiten beschouwing worden gelaten, dan stijgen de kosten in de binnenvaart tussen de 0,9% en 1,8%. Bovenop de hogere brandstofprijs stijgen ook de arbeids- en onderhoudskosten. Enkel de kapitaalkosten (-3,6%) dalen als gevolg van de lagere rentes die worden verwacht.

Het afgelopen jaar
De kosten in de binnenvaart daalden vorig jaar nog tussen de 0,7% en 6,0% ten opzichte van 2015. In de zand- en grindvaart daalden de kosten tussen de 1,9% en 3,8%. Deze kostendaling is vooral het gevolg van de dalende brandstofprijzen. De grootste daling in de kosten was te zien bij kapitaalintensieve schepen zoals jonge tankers en grote droge lading schepen, en de schepen die relatief veel vaaruren maken. Bij deze schepen is het aandeel van brandstofkosten in de totale exploitatiekosten groot, bijvoorbeeld in de tankvaart en de duwvaart.

Daar waar de rentelasten (-11,4%) en brandstofprijzen (-13,3%) daalden, stegen andere kosten beperkt. De toenemende bedrijvigheid in de binnenvaart zorgde er voor dat de reparatie- en onderhoudskosten met 2,0% stegen. Ook werd de factor arbeid 1,5% duurder. De waarde van de schepen bleef gelijk, en bij een gelijkblijvende verzekeringspremie resulteerde dit in een stabilisatie van de verzekeringskosten.

Nieuwbouwperspectieven
In het rapport ‘Kostenstructuur zand- en grindvaart 2016 en raming 2017’ analyseert Panteia ook het kostenniveau van nieuwbouw-(beun)schepen in vergelijking tot bestaande schepen. Voor 2016 en 2017 wordt geconstateerd dat nieuwbouwschepen nog altijd  hogere exploitatiekosten laten zien dan de bestaande schepen. In 2017 liggen de exploitatiekosten voor een nieuwbouwschip van 80 à 86 meter 5,8% hoger dan bestaande schepen, bij een continue exploitatie van het nieuwbouwschip. Bij schepen van circa 70 meter liggen de exploitatiekosten circa 7,3% hoger. Bij Kempenaars liggen de exploitatiekosten van nieuwbouwschepen maar liefst 38,3% hoger dan de bestaande schepen. Nieuwbouw in deze klasse lijkt uit kostenoogpunt dan ook niet voor de hand te liggen.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

Container Terminal Doesburg operationeel

DOESBURG Container Terminal Doesburg (CTD) van Koninklijke Rotra in Doesburg heeft eind januari het eerste binnenvaartschip ontvangen. Daarmee is de terminal daadwerkelijk operationeel. De terminal werd al in april vorig jaar officieel geopend, maar er moest eerst nog flink worden gebaggerd om de eerste binnenvaartschepen te kunnen ontvangen.

De commissaris van de koning van de provincie Gelderland Clemens Cornielje opende de nieuwe Container Terminal Doesburg negen maanden geleden al. Een schip kon er echter nog niet komen. Voor de kademuur lag nog zoveel zand dat containerschepen er niet konden afmeren. Na het afronden van de laatste baggerwerkzaamheden is de Doesburgse containerterminal bereikbaar voor Va schepen. Rotra heeft zelf de beschikking over een klasse IV schip welke voorziet in meerdere wekelijkse afvaarten. Het schip heeft een lengte van 85 meter en breedte van 9,5 meter.

28 jaar later
De nieuwe terminal met overslagterrein ligt tussen de eerder gerealiseerde rondweg van Doesburg en de oever van de Dode arm van de IJssel. De terminal heeft een loskade met een lengte van 134 meter, het gehele overslagterrein is 400 meter lang. Op het terrein is ruimte voor 600 containers. Rotra verwacht jaarlijks 10.000 containers op CTD af te handelen. Op het terrein van de nieuwe containerterminal staat daarvoor een 45-tons containerkraan van 30 meter hoog en een gewicht van 360 ton.
Dat de containerterminal nu operationeel is, betekent dat het 28 jaar duurde voordat de terminal het eerste schip kan ontvangen. De vader van de huidige commercieel-directeur Machiel Roelofsen vroeg in 1989 al de eerste vergunningen voor de terminal aanvroeg. Rotra investeerde zo’n 11 miljoen euro in de terminal, een deel daarvan kwam als subsidie van Europa.
Rotra heeft haar binnenvaartterminal ook meteen voorzien van een multimodaal LNG-station. Het station levert LNG aan zowel binnenvaartschepen als vrachtauto’s en is daarmee het eerste in Europa. Rotra ontving daarvoor een bijdrage uit het TEN-T-programma van de Europese Unie. Op de kade staat een tank waarin 20.000 kilo LNG kan worden opgeslagen.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

Start proef duurzame technieken binnenvaart

DEN HAAG Het Europese demonstratieproject CLean INland SHipping (CLINSH) is op zoek naar binnenvaartondernemers die willen investeren in de verduurzaming van hun schip en willen bijdragen aan de kennis over emissiereducerende technieken voor de binnenvaart.

De provincie Zuid-Holland is lead partner van CLINSH en investeert samen met 16 partners uit België, Nederland, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. Volgens gedeputeerde Rik Janssen is de binnenvaart een belangrijke schakel in de logistieke keten. ‘Om ook in de toekomst concurrerend te blijven moet de sector nu investeren in schonere schepen. Vanuit het CLINSH project ondersteunen we hen daarbij.’

‘Nu investeren’
De deelnemers aan CLINSH constateren dat de binnenvaart ‘op dit moment voor een opgave staat om te verduurzamen’. ‘Dat betekent dat de sector nu moet investeren in schonere schepen. Dit kunnen investeringen zijn in geheel schonere schepen, maar ook in schonere motoren en/of aanpassingen aan bestaande motoren of technieken. Doel is om de uitstoot van stikstofoxiden en fijnstof te verlagen. De internationale eisen op het gebied van energiebesparing en schone lucht worden immers strenger. En opdrachtgevers stellen goede milieuprestaties meer en meer als voorwaarde bij het inkopen van diensten.’

Selectie
De aanbesteding die in februari begint, gaat over de selectie van schepen die willen deelnemen aan CLINSH. Voor het project worden de volgende twee selecties gemaakt:
a) een selectie van 15 schepen die door de eigenaar worden uitgerust met emissie-reducerende technologie of alternatieve brandstof. Voorbeelden hiervan zijn nabehandelingssysteem SCR-DPF, Fuel Water Emulsion, hybride installatie, Liquefied Natural Gas of Gas to Liquid Fuel (GTL).
b) een selectie van 15 andere schepen die al varen met een emissie-reducerende technologie of alternatieve brandstof.

Op beide groepen schepen wordt apparatuur geplaatst en wordt gedurende 1 tot 2 jaar continu de uitstoot aan boord gemeten. Dit levert waardevolle informatie op over de milieuprestaties én operationele kosten bij toepassing van de verschillende technieken.

Vergoeding
Vanuit het project CLINSH wordt een financiële compensatie beschikbaar gesteld voor de diensten en de deelname aan het project. Voor de aankoop en installatie van de technologie kunnen de schippers tot 50% van de werkelijke kosten ontvangen inclusief een onkostenvergoeding van maximaal € 10.000,- per schip. De schippers die al met een emissie-reducerende technologie of alternatieve brandstof varen kunnen per schip max. € 10.000 onkostenvergoeding krijgen. ‘Daarnaast levert deelname aan het project kennis op over de verschillende technieken en bereikte milieuvoordelen, en een voorlopersrol binnen de sector. Wie deelneemt aan CLINSH kan dus een financiële compensatie krijgen voor het leveren van informatie die de verduurzaming van de binnenvaart kan versnellen.’

Over CLINSH
CLINSH is een demonstratieproject dat de effectiviteit en kosten van emissiereducerende technieken en alternatieve brandstoffen vanuit de praktijk in kaart brengt. CLINSH is op 1 september 2016 officieel van start gegaan en wordt ondersteund door het Europese LIFE fonds. De totale projectkosten zijn ruim 8,5 miljoen, waarmee 17 partners samen met het Europese Life Fonds investeren in diverse projecten die bijdragen aan een duurzame binnenvaart.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

Aankoop Scheepswerf Gelria startpunt voor verdere groei

NIJMEGEN G.H.W.M. de Swart Beheer, aandeelhouder van Shipyard Gelria, is de nieuwe eigenaar van de totaalwerf voor de binnenvaart, gelegen langs het Maas-Waal kanaal in Nijmegen. De nieuwe eigenaar gaat het terrein en materieel opknappen en verduurzamen. Ook werkt hij samen met Scheepswerf Gelria verder aan een one stop shop, om zo schippers in de binnenvaart optimaal te bedienen.

De in 1951 opgerichte scheepswerf behelst een terrein van vier hectare, aan drie zijden omgeven door water. De scheepswerf is de enige grote werf tussen Rotterdam en Duisburg. Dankzij het constante waterpeil en grote hellingcapaciteit biedt de werf ruime mogelijkheden voor onderhoud, reparatie, klasse maken en de verbouwing van schepen tot een lengte van 140 meter.
De aankoop van de werf is de eerste investering vanuit het Fonds Herstructurering Bedrijventerreinen Gelderland, onderdeel van Topfonds Gelderland. De investering door
fondsmanager participatiemaatschappij PPM Oost moet bijdragen aan de ontwikkeling van de scheepswerf tot het maritieme centrum van Oost-Nederland.  

De groenste
Eigenaren Martijn van Haaren en Gerd de Swart zijn enthousiast over de aankoop van de werf. ‘De afgelopen twee en een half jaar hebben we de kans gekregen deze eerder failliet gegane werf te huren. Met een goed team van gekwalificeerd personeel en de juiste mix van jong en oud is het ons gelukt om de werf te laten floreren. Zowel PPM Oost als Oost NV hebben de afgelopen periode een actieve bijdrage geleverd bij de aankoop van deze werf. Nu we eigenaar zijn kunnen we werken aan onze ambities: we willen het groenste maritieme centrum van Oost-Nederland zijn.’

Scheepswerf Gelria meldt nadrukkelijk werk te maken van herstructurering op het terrein en haar directe omgeving. Het terrein krijgt een flinke opknapbeurt zodat het aantrekkelijker wordt voor bedrijven om zich ook hier te vestigen. ‘We zijn al in gesprek met maritiem gerelateerde bedrijven met vakmanschap en hart voor het werk om zo een totaalwerf te worden’, vertelt Martijn van Haaren. ‘Zo hebben we alle kennis op de werf en bieden we een one stop shop. Ook verduurzamen we de werf. We kijken naar de mogelijkheden voor het plaatsen van zonnepanelen op de daken en elke lamp vervangen we door ledverlichting.’

Meer werkgelegenheid
Marius Prins, directeur PPM Oost, verwacht dat een investering in de scheepswerf leidt tot versterking van watergebonden bedrijvigheid in Nijmegen en groei van (jeugd-)werkgelegenheid. ‘Zo krijgen ook jongeren met een afstand tot de arbeidsmarkt de kans een vak te leren. En naar verwachting gaan meer watergerelateerde bedrijven zich op de werf vestigen, wat nog meer werkgelegenheid met zich meebrengt.’
Gelria is al actief in sociale arbeids- en opleidingsplaatsen en is aangesloten bij het Logistiek Expertise Centrum Nijmegen. Op de scheepswerf zijn 25 medewerkers werkzaam, woonachtig in de regio. Gelria biedt ook leer-werkplekken aan jeugd die na een vmbo-opleiding intern een opleiding op de werf kunnen volgen. ‘In de regio zijn op dit moment geen opleidingsmogelijkheden voor scheepsmetaalbewerker’, vertelt Martijn. ‘We zijn in gesprek met stichting Vakopleiding Techniek om deze opleiding nieuw leven in te blazen.’

Topfonds Gelderland
Topfonds Gelderland is een investeringsfonds van de provincie Gelderland, beheerd door fondsmanager PPM Oost. Via Topfonds Gelderland investeert PPM Oost met geld van de provincie in innovatieve ondernemingen en projecten op het gebied van economie, duurzame energievoorziening en cultureel ondernemerschap in de provincie Gelderland. Dit gebeurt, in samenwerking met co-investeerders, in de vorm van directe investeringen in ondernemingen en via investeringen in marktfondsen.

In totaal stelt de provincie Gelderland € 166,25 miljoen ter beschikking via Topfonds Gelderland, waarvan € 31 miljoen voor de fondsinvesteringen en € 135,25 miljoen voor directe investeringen in Gelderse bedrijven via de vijf dochterfondsen: Innovatie- en Energiefonds Gelderland (IEG), MKB Kredietfaciliteit Gelderland, Fonds Herstructurering Bedrijventerreinen Gelderland (FHBG), Fonds Gelderse Vrijetijdseconomie (FGV) en Fonds Gelderse Cultuurleningen (FGC).

PPM Oost
PPM Oost, het participatiebedrijf van Oost NV, is de regionale durfinvesteerder in Oost-Nederland. Zij stelt de benodigde financiering én haar netwerk, kennis en kunde beschikbaar aan ondernemers in High Tech, Life Tech, Cleantech & Energy en investeert tevens in marktfondsen. Naast investeren helpt ontwikkelingsmaatschappij Oost NV ondernemers met innoveren, internationaliseren en (bedrijfs)infrastructuur.
PPM Oost staat voor actief beheer en coaching: ondernemen voor de maatschappij van de toekomst. Met geld van de rijksoverheid en de provincies Gelderland en Overijssel en Regio Twente investeert PPM Oost in ruim 220 bedrijven met een totaal fondsvermogen onder beheer van ruim 300 miljoen euro. Zo wordt een mooie bijdrage geleverd aan het behalen van regionale, economische, milieu- én werkgelegenheidsdoelstellingen.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

Met zonnepanelen aan boord, draait het aggregaat minder

NIJMEGEN Een lager brandstofverbruik en hierdoor een lagere CO2-uitstoot. Met zonnepanelen aan boord hoeft uw aggregaat minder, of zelfs helemaal niet meer te draaien. Het Nijmeegse Lerta Techniek van schipperszoon John Janssen is specialist op het gebied van solartechniek in de binnenvaart.

Het hebben van voldoende ruimte voor zonnepanelen aan boord wordt steeds minder een probleem. Lerta Techniek levert inmiddels high power panelen (1046 x 1559 x 46 mm) met een piekvermogen van 345W. Deze panelen leveren 30% meer energie per vierkante meter dan de gangbare panelen. Dit betekent dat in de meest gunstige positie en instraling van de zon het paneel 345 Watt energie levert, in één uur is dat 0,345 kWh. Ook zijn er kleinere panelen (1060 x 540 x 3mm) van slechts drie millimeter dik met een vermogen van 100W.
Afhankelijk van de weersomstandigheden en de situatie aan boord blijken twee zonnepanelen meestal voldoende om het verbruik voor een weekend aan boord op te vangen. Een tafelmodelkoelkast verbruikt bijvoorbeeld 0,48 kWh per dag, een ankerlicht 24 uur laten branden kost 0,6 kWh.
De zonnepanelen zijn vanwege de vuilafstotende en anti-reflecterende coating onderhoudsarm. Lerta Techniek installeert het zonnepanelensysteem kant-en-klaar in heel Nederland. Het systeem is later altijd uit te breiden met meer panelen.

Bewustwording
Naast zonnepanelen levert Lerta Techniek ook nog andere brandstofbesparende en uitstootverlagende oplossingen voor aan boord van binnenvaartschepen. Zoals drie fasen omvormersystemen welke aangevuld met een dynamo een grote brandstofbesparing kunnen opleveren. Ook brengt Lerta Techniek bestaande installaties in kaart en installeert het compleet nieuwe installaties. ‘Verder plaatsen we steeds vaker PLC systemen waarmee de klant de elektrische installatie niet alleen met het touchscreen in het stuurhuis kan bedienen, maar ook via een tablet’, vertelt Janssen. ‘Hiermee ligt het energieverbruik altijd onder handbereik. Dat zorgt voor bewustwording en daarmee voor het besparen van energie. Een voorbeeld hiervan vaart in Rotterdam. Op de bunkerboot SBH 1 van SBH Heijmen hebben wij de hele elektrische installatie vervangen en voorzien van PLC besturing.’
Ook installeert Lerta Techniek steeds vaker LED verlichting. ‘De prijzen hiervan zijn de laatste jaren fors gedaald en zijn inmiddels een betaalbaar alternatief voor de conventionele gloei- en fluorescentielampen.’

Meer informatie over Lerta Techniek is te vinden op www.lerta.nl. Ook geeft John Janssen u graag meer informatie. Daarvoor kunt u bellen met 06 – 144 950 32 of mailen met info@lerta.nl.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

Onderzoeksraad gaat aanvaring Grave onderzoeken

DEN HAAG De Onderzoeksraad voor Veiligheid start een onderzoek naar de aanvaring bij de stuw bij Grave eind december vorig jaar. Het onderzoek richt zich op de aanvaring zelf, maar ook op de wijze waarop is omgegaan met de gevolgen.

In de voorbereiding op het besluit om al dan niet een onderzoek te starten, heeft de Raad in de afgelopen weken informatie over het ongeval opgevraagd bij verschillende instanties. Hiermee is gestart direct na de melding van de aanvaring op 29 december 2016. In de komende periode bepaalt de Onderzoeksraad de precieze onderzoeksvraag.

Onafhankelijk onderzoek
Koninklijke BLN-Schuttevaer vroeg vorige week formeel alle partijen die betrokken zijn bij de aanvaring van de stuw in Grave om gezamenlijk een onafhankelijk onderzoek te laten doen naar de toedracht. BLN vond dat hier maar één partij voor in aanmerking kwam en dat is de Onderzoeksraad voor Veiligheid. ‘Hoewel in de pers staat dat zij dit niet zullen gaan doen willen wij dit toch ook formeel aan hen vragen. Het formeel vragen namens alle betrokkenen betekent dat wij dit zouden kunnen doen mede namens Rijkswaterstaat, de gemeenten Grave, Cuijk, Boxmeer, Mook, Middelaar, Gennep en Heumen, de Waterschappen Limburg, Rivierenland en Aa en Maas en de veiligheidsregio’s Limburg-Noord en Brabant.’

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

Eerste binnenvaartschip weer over de Maas

LITH De scheepvaart op de Maas tussen Grave en Sambeek is maandagochtend om acht uur weer hervat. Het ms Combination was het eerste schip dat door sluis Lith voer. Het water is echter nog niet voldoende gestegen om alle scheepvaart mogelijk te maken.

Het waterpeil op de Maas tussen Sambeek en Grave bereikte maandagmorgen een peil van kan +7,00mNAP. Hiermee is een maximale diepgang van 2,60 meter voorlopig toegestaan, met een maximumsnelheid 10 km/h.
Naar verwachting komen de waterpeilen van de Maas en het Maas-Waalkanaal in de loop van dinsdag 24 januari weer op een gelijk niveau. Dan ook de keersluis Heumen worden geopend en kan ook het scheepvaartverkeer tussen de Maas en het Maas-Waalkanaal weer worden opgestart.

Tijdelijke dam
Rijkwaterstaat begon dinsdag 10 januari met de bouw van een tijdelijke breuksteendam achter de stuw van Grave. De tijdelijke dam zorgt ervoor dat het waterpeil weer op het niveau komt waardoor weer scheepvaartverkeer tussen Sambeek en Grave mogelijk is en dat er gestart kan worden met het definitieve herstel van de stuw.
Een belangrijk voordeel van de tijdelijke dam achter de stuw is dat de stuwvloer en rivierbodem bovenstrooms beschikbaar blijven, zodat er voldoende ruimte is voor het definitief herstel van de bestaande stuw. De beschadigde jukken worden vanaf de bovenstroomse zijde verwijderd. Voor het repareren van de betonnen steunbokken wordt de beschadigde stuw tijdelijk deels drooggezet. Inmiddels zijn nieuwe onderdelen, zoals jukken, besteld voor het definitieve herstel van de stuw.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

Water Maas-Waalkanaal dinsdag weer op hoogte

NIJMEGEN Het waterpeil van de Maas en het Maas-Waalkanaal bereikt in de loop van dinsdag 24 januari weer een gelijk niveau. Op dat moment wordt de keersluis in Heumen geopend en is weer scheepvaart mogelijk tussen de Maas bij Mook en het Maas-Waalkanaal.

De maximale toegelaten diepgang is 3,20 meter bij een waterstand van NAP + 7,60 meter bij meetpunt Mook of zoveel meer als de waterstand hoger is dan NAP + 7,60 meter bij Mook.
De schutsluis bij Heumen blijft gesloten tot nader bericht. Noord- en Zuidgaande vaart dienen Heumen dus via de keersluis te passeren. Verkeersregeling is van toepassing. Meldplicht VHF 22.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

BLN wil dat Onderzoeksraad aanvaring Grave onderzoekt

ROTTERDAM Koninklijke BLN-Schuttevaer heeft formeel aan alle partijen die betrokken zijn bij de aanvaring van de stuw in Grave gevraagd om gezamenlijk een onafhankelijk onderzoek te laten doen naar de toedracht.

BLN vindt dat hier, zeker in eerste instantie, maar één partij voor in aanmerking komt en dat is de Onderzoeksraad voor Veiligheid. ‘Hoewel in de pers staat dat zij dit niet zullen gaan doen willen wij dit toch ook formeel aan hen vragen. Het formeel vragen namens alle betrokkenen betekent dat wij dit zouden kunnen doen mede namens Rijkswaterstaat, de gemeenten Grave, Cuijk, Boxmeer, Mook, Middelaar, Gennep en Heumen, de Waterschappen Limburg, Rivierenland en Aa en Maas en de veiligheidsregio’s Limburg-Noord en Brabant.’
BLN heeft inmiddels het verzoek aan alle partijen verzonden.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

Volgende week weer scheepvaart op de Maas

GRAVE De binnenvaart kan volgende week tussen Grave en Sambeek weer over de Maas. Volgens Rijkswaterstaat ligt de bouw van de tijdelijke breuksteendam achter de zwaarbeschadigde stuw Grave op schema.

De komende dagen wordt hard doorgewerkt om de dam op tijd klaar te hebben. Hiervoor is afgelopen woensdag gestart met het plaatsen van zeecontainers om de middenpijler van de stuw te verlengen waar de tijdelijke breuksteendam op aangesloten wordt. Ook is er nog beton gestort om de stuwvloer te verstevigen.
Vanaf vrijdag 20 januari is de breuksteendam hoog en sterk genoeg om te kunnen beginnen met het geleidelijk laten stijgen van het waterpeil. Het streven is om aanstaande maandag in de vroege ochtend een peil te bereiken van zo’n +7.00m NAP. Vervolgens laat RWS het waterpeil verder stijgen richting het oorspronkelijk peil van +7.90 NAP.

Definitief herstel
Een belangrijk voordeel van de tijdelijke dam achter de stuw is dat de stuwvloer en rivierbodem bovenstrooms beschikbaar blijven, zodat er voldoende ruimte is voor het definitief herstel van de bestaande stuw. De beschadigde jukken worden vanaf de bovenstroomse zijde verwijderd. Voor het repareren van de betonnen steunbokken wordt de beschadigde stuw tijdelijk deels drooggezet. Inmiddels zijn nieuwe onderdelen, zoals jukken, besteld voor het definitieve herstel van de stuw.

De mobiele dijk bij de Paesplas in Gennep heeft zijn werk gedaan. Vanaf donderdagochtend 19 januari wordt begonnen met het verwijderen van deze waterkering. Dat werk is een dag later afgerond. Met de aanleg van de mobiele dijk zorgde Rijkswaterstaat de afgelopen dagen voor het gecontroleerd loskomen van de woonboten en schepen.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook