Tag archieven: binnenvaart

Een hele middag praten over smart shipping

AMSTERDAM Kwartiermaker Laurens Schrijnen van de Smart Shipping Challenge nodigt iedereen uit om 15 juni naar de SMASH-UP #2 in het Scheepvaartmuseum in Amsterdam te komen.

Tijdens deze bijeenkomst staat de vraag centraal hoe te komen tot het uiteindelijke resultaat van het project. Dit wordt 30 november gepresenteerd. ‘Die dag laten ondernemers en vaarwegbeheerders zien wat er mogelijk is als we de scheepvaart slim informatiseren en schetsen ze de contouren van de schepen van de toekomst’, vertelt Schrijnen. ‘Tijdens de SMASH-UP #1 in maart bleken beloftevolle initiatieven ruim voorradig. Tijdens SMASH-UP #2 zetten we de volgende stappen, maken we de locatie van de Challenge bekend en maken we verdere afspraken en coalities om van de Smart Shipping Challenge 2017 een succes te maken.’

SMASH-UP #2 wordt donderdag 15 juni van 13.00 tot 17.00 uur gehouden in het Scheepvaartmuseum in Amsterdam. Aanmelden kan via de website van de Smart Shipping Challenge.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

Omzet binnenvaart stijgt, maar kosten eveneens

AMSTERDAM In de binnenvaart groeit het vrachtvolume in 2017 ondanks een haperende start verder door. Het kolenvervoer staat weliswaar onder druk, maar er zijn veel meer containers te vervoeren. Ook de vraag in de tankvaart stijgt. Toch gaat het door prijsdruk in delen van de binnenvaart financieel nog steeds niet voor de wind. Want ook de kosten stijgen dit jaar.

Het volume in de binnenvaart stijgt volgens de economen van de ING-bank dit jaar, ondanks de valse start met de stremming op de Maas bij Grave, naar verwachting met 2%. De kosten voor gasolie nemen na een daling in 2016 in 2017 wel flink toe en ook de overige kosten staan onder opwaartse druk. Naar verwachting lukt het om dit voor een stukje door te belasten en groeit de omzet op jaarbasis met zo’n 4%.

Hoewel het zwaartepunt met 70% bij het internationaal vervoer, zien de ING-economen  het binnenland op alle fronten als een belangrijke groeimarkt voor de binnenvaart. ‘Met een groot netwerk van “inland terminals” dat nog steeds wordt uitgebreid, biedt de binnenvaart als “Blue road” hier duidelijk kansen als alternatief voor wegvervoer.
 
Kolen en containers
De vooruitzichten voor de droge ladingvaart zijn redelijk goed. Zo groeit het containervoer sterk en is er nog marktaandeel te winnen. Voor het zand- en grindvervoer leidt de aantrekkende woningbouw en de nieuwe zeesluis bij IJmuiden voor extra vracht. Minder goed gaat het met het kolenvervoer dat ongeveer 10% van het ladingpakket van de binnenvaart uit maakt. Dat is in een dalende lijn gekomen door de sluiting van kolencentrales, al gaat het vervoer voor de staalindustrie gewoon door.

Tankvaart
De tankvaart deint mee op de ontwikkelingen op oliemarkt. Door sterk gedaalde en volatiele olieprijs werd er in 2016 4,5% meer vervoerd, maar bij een lage termijnprijs kan het vervoersvolume dit jaar weer tegenvallen. Gunstig is in elk geval dat er door sluiting van een Zwitserse raffinaderij meer geraffineerd product naar de Bovenrijn wordt vervoerd. Voor de chemie blijft het beeld wel duidelijk positief. In 2017 en 2018 gaan de laatste enkelwandige tankers uit de vaart, maar het effect op de markt hiervan is naar verwachting beperkt.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

Binnenvaartschipper is relatief negatief gestemd

AMSTERDAM De binnenvaart vervoerde in het eerste kwartaal van dit jaar 3,1% minder lading in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar. Het volume ligt overigens nog wel ruim boven het langetermijngemiddelde. Desondanks is de binnenvaartschipper relatief negatief gestemd.

Uit het uitgave Stand van transport van ABM AMRO blijkt dat de binnenvaart in de eerste drie maanden binnenlands 1,2 % minder lading vervoerde, er was 0,1% minder aanvoer, 5,6% minder afvoer en de doorvoer daalde in het eerste kwartaal met 4,3%. Vooral de daling van de afvoer van producten is volgens sectoreconoom Transport en logistiek Madeline Buijs van ABN AMRO opvallend. ‘De overslag in de Rotterdamse haven steeg in het eerste kwartaal flink. Mogelijk dat deze goederen tijdelijk in de Rotterdamse haven worden opgeslagen.’

De trend in minder vervoer van droge bulk die vorig jaar werd ingezet, zet volgens Buijs ook dit jaar door. In 2016 werd wel meer natte bulk vervoerd. ‘In het eerste kwartaal van 2017 zakte het vervoer daarvan weer in. Dit kwam doordat er veel minder natte bulk werd doorgevoerd. Het aantal containers dat werd vervoerd in het eerste kwartaal van 2017 steeg met 3,2%. Hiervan kunnen droge bulkschepen profiteren, want containers worden in dezelfde schepen vervoerd.’

Negatief gestemd
De stemming onder ondernemers in de verschillende branches in de transportsector is wisselend. Ondernemers in de zee- en kustvaart zijn negatief gestemd over de bedrijvigheid in hun sector, de prijzen die ze kunnen vragen, hun personeelssterkte en het verwachte economische klimaat. Opvallende uitschieter vindt Buijs november 2016 toen 24 bedrijven in de zee- en kustvaart failliet gingen. ‘Dit heeft onder andere te maken met het faillissement van rederij Hanjin. Hanjin Europe was namelijk gevestigd in Nederland.’
Binnenvaartschippers zijn ook relatief negatief gestemd, maar zijn wel wat positiever over hun personeelssterkte. Dit past bij de lange periode van overcapaciteit waar deze branches zich in bevinden.

Weg is positief
Ondernemers in het goederenvervoer over de weg zijn positief gestemd over de prijzen die ze kunnen vragen en hun personeelssterkte, maar zijn wat negatiever over de bedrijvigheid en het economische klimaat. De omzet van wegvervoerders steeg in 2016 met 2,7%. En de uitgangspunten voor 2017 zijn volgens ABN AMRO positief. ‘Dit is te zien aan de tarieven die wegvervoerders kunnen vragen. Die stegen in het eerste kwartaal van 2017 met 1,7%. Vooral de tarieven voor het tankvervoer (+2%) en het vervoer van droge bulk (+1,6%) stegen. Ook de tarieven voor koeltransport (+1,5%) en containervervoer (+0,4%) stegen.
Ook logistieke dienstverleners zijn positiever, behalve over de verwachte bedrijvigheid.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook
 

Binnenvaart op Hanzecongres

KAMPEN De provincie Overijssel houdt vrijdag 16 juni in Kampen het Hanzecongres. Het congres, waar water centraal staat, maakt onderdeel uit van de Hanzedagen. Ook de binnenvaart komt aan bod.

De centrale vraag bij de ‘route’ Transport over water op het congres is hoe je de haven van een Hanzestad weer kan laten groeien en bloeien. Hoofdspreker is dr. Bart Kuipers, hoogleraar haveneconomie aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Hij gaat in op de belangrijkste trends en ontwikkelingen zoals het belang van binnenhavens en de toegevoegde waarde van havens voor de steden. Kuipers laat zien dat binnenhavens vandaag de dag aanjagers zijn van de circulaire economie. Geavanceerde biobased technologieën en expertise in recycling leiden tot een goede concurrentiepositie.

Strategisch
Directeur Jeroen van den Ende van Port of Zwolle vertelt op het congres over de IJssel-Vechtdelta. Volgens de directeur ligt het gebied op een strategische locatie tussen de grote zeehavens in het westen en het kansrijke achterland in het oosten. Elke dag doen ook zo’n 200 bedrijven zaken vanuit het havengebied. Onderdeel van Port of Zwolle is de Zuiderzeehaven in Kampen. Directeur Monique Middendorp laat zien hoe deze haven zich in de afgelopen jaren heeft ontwikkeld.
’s Middags gaan de congresbezoekers die hebben gekozen voor de route Transport over water het water op om de Zuiderzeehaven te bezoeken.

Het Hanzecongres wordt vrijdag 16 juni gehouden in de Stadsgehoorzaal, Burgwal 84 in Kampen. De inloop van 8.30 tot 9.30 uur. Aanmelden voor het congres kan op de website.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

SP vraagt meer steun voor binnenvaart

DEN HAAG De Socialistische Partij (SP) wil dat Nederland net als Vlaanderen de binnenvaart meer gaat ondersteunen. Het Vlaamse parlement nam daarvoor onlangs de resolutie ‘Binnenvaart als belangrijke duurzame speler in de logistieke sector’ aan.

Tweede Kamerlid Cem Laçin (SP) wil van minister Schultz weten of ook zij bereid is de Nederlandse binnenvaart meer op de kaart te zetten. Het Kamerlid stelde de vragen naar aanleiding van een bericht in Weekblad Schuttevaer. Laçin vraagt zich af wat de minister er van vindt om de binnenvaart als ‘belangrijke duurzame speler in de logistieke sector’ aan te merken en zoveel mogelijk transport van de weg naar het water te krijgen. De SP’er wil ook van Schultz weten of ook zij vindt dat het belangrijk is gerichte acties op touw te zetten om de verdere verduurzaming van transport te stimuleren, en hier als overheid een actieve en faciliterende rol in te spelen. Wat betreft Laçin begint de minister in Nederland een vergelijkbaar project als met Vlaanderen.  

Naar water
In de Vlaamse resolutie wordt onder meer aandacht gevraagd voor innovatie en duurzaamheid. De innovaties moeten het duurzame karakter van de binnenvaart versterken. Voor het vergroenen van de binnenvaart moet er meer aandacht komen voor duurzame brandstoffen zoals LNG en waterstof, moeten er meer voorzieningen voor walstroom komen en moet het afvaltransport over het water worden gestimuleerd. Ook moet er een proefproject ‘onbemand varen’ op de Vlaamse waterwegen komen. Wat betreft de infrastructuur wordt in de resolutie gevraagd projecten snel op te pakken en te vermijden dat deze door procedures in het gedrang komen. Ook moet de Vlaamse overheid een faciliterende rol spelen bij een mogelijke overschakeling naar vervoer over water.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook
 

Wachttijd binnenvaart dreigt na 2030 op te lopen

DEN HAAG Te lage bruggen, sluizen met te weinig capaciteit, steeds vaker laag water door klimaatverandering en bodemerosie. Als niets wordt gedaan krijgt de binnenvaart te maken met lange wachttijden. Dat blijkt uit de Nationale Markt- en Capaciteitsanalyse (NMCA).

Het totale goederenvervoer groeit tot 2040 tussen de 8% en 31%, het vervoer per binnenvaart tussen de 13% en 28%. Een en ander is afhankelijk van de groei van de economie. Het NMCA kent twee scenario’s; in het scenario met lage groei wordt uitgegaan van een economische groei van 1% per jaar, in het beste scenario met een groei van 2% per jaar. Het wegvervoer groeit tussen de 5% en 30% en het spoor tussen de 51% en 88%. Absoluut gezien is de groei van het vervoer per binnenvaart en over de weg echter veel groter. Het aandeel van het spoorvervoer blijft ondanks de relatief sterke groei op het totaal gering.
Door internationale economische ontwikkelingen en voortgaande globalisering groeien de internationale stromen het sterkst. Zo groeien de internationale corridors naar Duitsland en België hard. Het vervoer op de corridor van Rotterdam naar België groeit tussen de 22% en 58%. De corridor van Rotterdam naar Duitsland groeit met 26% tot 48%. Het binnenlandse vervoer waarbij laad- en losplaats beide in Nederland liggen groeit minder snel en krimpt zelfs licht in het laagste scenario. Deze beperkte groei of lichte krimp van het binnenlandse vervoer is het gevolg van een beperkte groei van de binnenlandse productie en consumptie.

Nieuwe knelpunten
Met de groei in het goederenvervoer ontstaan op een aantal corridors potentiele knelpunten. Indien de binnenvaart groeit als verwacht, ontstaan tot 2040 nieuwe knelpunten bij sluizen. Dan wordt de maximale wachttijd van 30 minuten overschreden. Uitgangspunt hierbij is dan ook nog eens dat alle maatregelen uit het MIRT tot 2030 dan zijn uitgevoerd.
In Noord-Nederland ontstaan op de hoofdvaarweg van Lemmer naar Delfzijl nieuwe knelpunten. De Oostersluis wordt zelfs al een probleem bij het lage groeiscenario, bij hogere groeicijfers ontstaan mogelijk knelpunten bij Sluis Gaarkeuken en de Prinses Margrietsluis. In Oost-Nederland voldoet een groot aantal bruggen op IJssel en Twentekanalen niet aan de streefwaarden.  
In Noordwest-Nederland worden de Oranjesluizen al snel een probleem, en bij hoge groeicijfers komen de Houtribsluizen daar nog eens bij. Ook voldoen enkele bruggen over het Amsterdam- Rijnkanaal niet aan de streefhoogte voor vierlaags containervaart.
In de regio Zuidwest Nederland ontstaan op de corridor van Rotterdam naar Antwerpen problemen bij de Kreekraksluizen. En ook hier voldoen enkele bruggen niet aan de streefhoogte voor vierlaags containervaart.
In Zuid-Nederland vormen richting 2040 sluis St. Andries en de Kreekraksluis een capaciteitsknelpunt. Op delen van het Wilhelminakanaal en de Maas voldoen bruggen niet aan de streefhoogte voor drie en vierlaags containervaart. Voor de sluizen Weurt en Grave geldt dat deze een knelpunt zijn bij laag water op de Waal. In die situatie ontstaan er lange wachttijden. Dit netwerk wordt ook nog eens als ‘onvoldoende robuust’ bestempeld.

Oud
De robuustheid van het vaarwegennetwerk is naast de knelpunten in de capaciteit überhaupt een punt van aandacht. De vaarwegen en veel kunstwerken daarin beginnen oud te worden. Veel kunstwerken zijn de komende decennia aan het eind van hun technische levensduur en geheel of gedeeltelijk vervangen moeten worden. Hierdoor zijn meer stremmingen als gevolg van gepland onderhoud te verwachten. Ook is bij meerdere sluizen slechts één sluiskolk beschikbaar voor maatgevende schepen, waardoor routes bij een incident of toenemend laag of hoog water kwetsbaar kunnen zijn en extra wachttijden mogelijk zijn.

Te laag
Naast de capaciteitsproblemen bij de sluizen voldoen ongeveer 100 bruggen ook na uitvoering van het huidige MIRT programma niet aan de streefhoogtes van 7.00 meter voor drielaags containervaart en 9.10 meter voor vierlaags containervaart. En vanwege de groei van het aantal high cube containers is er vanuit de markt zelfs vraag naar nog meer hoogte.
Door bodemerosie en aanzanding ontstaan mogelijk knelpunten op de Boven-Rijn, de Waal, het Pannerdensch Kanaal, de Neder-Rijn (tot Driel) en de IJssel. De gronddekking van kabels en leidingen neemt af en er ontstaan problemen met drempels van sluizen, stabiliteit van kades, kribben en brugpijlers. Schepen krijgen daardoor vaker te maken met diepgangbeperkingen en door klimaatverandering ontstaan op langere termijn mogelijk extra knelpunten, zoals beperkte vaardiepte.
Vanwege de groei van de binnenvaart ontstaat op enkele plaatsen ook behoefte aan extra (kegel)ligplaatsen om schippers veilig te kunnen laten voldoen aan de vaar- en rusttijden.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

Binnenvaart vervoert één procent meer lading

DEN HAAG De Nederlandse binnenvaart heeft vorig jaar met ruim 365 miljoen ton één procent meer lading vervoerd. De schepen vervoerden meer containers en natte bulk en minder droge bulk. Dit blijkt uit de nieuwste cijfers over de binnenvaart van het CBS.

Van alle goederen die over het water gaan, wordt bijna 55 procent in een haven in het buitenland gelost of geladen. Bijna 95 procent van deze stromen komen van of gaan naar Duitsland en België. Van en naar Duitsland wordt bijna 110 miljoen ton goederen vervoerd. Het transport vanuit en naar België volgt op afstand met bijna 79 miljoen ton goederen. Ruim 31 procent wordt in een Nederlandse haven behandelt, het resterende deel (14 procent) is doorvoer waarbij de goederen niet in Nederland worden gelost of geladen worden. In dit geval gaat het dan vooral om goederenvervoer tussen België en Duitsland.

Vooral Duisburg
In het transport over water van en naar Duitsland speelt de haven van Duisburg een belangrijke rol. De haven in Noordrijn-Westfalen is een belangrijk knooppunt voor de binnenvaart en sluit aan op de belangrijkste Nederlandse vaarwegen en heeft een directe verbinding met de zeehavens in Rotterdam en Amsterdam. Vooral ijzererts en steenkolen worden vanuit Nederland naar Duisburg vervoerd, in 2016 bijna 34 miljoen ton. De goederen die in Duisburg geladen worden en in Nederland gelost, zijn vooral steen, zand, grind en goederen in containers.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

Stuw Grave eind juli weer in gebruik

GRAVE Het herstel van stuw Grave ligt op schema. Volgens planning is de stuw eind juli 2017 volledig hersteld en weer operationeel. Momenteel worden er inspecties en reparaties uitgevoerd aan de betonnen constructie onder water. Hiervoor wordt een droogzetkuip gebruikt waarmee delen van de betonnen constructie tijdelijk worden drooggezet.

Deze week zijn de eerste steunberen op de bodem van de stuw geïnspecteerd en getest. Steunberen zijn de betonnen aanslagnokken onder water waar de jukken van de stuw op steunen. De herstelwerkzaamheden aan de overige steunberen duren naar verwachting nog uiterlijk vier weken.

Droogzetkuip
Een droogzetkuip is kokervormig en wordt op de betonnen onderwaterconstructie van de stuw geplaatst, waarna het water er uitgepompt wordt. Het specifieke deel van de betonconstructie en de steunberen die geïnspecteerd en getest moeten worden, komen daardoor tijdelijk droog te staan.
Speciaal voor de werkzaamheden in Grave diende de droogzetkuip eerst aangepast te worden aan de onderkant. Normaal wordt deze droogzetkuip alleen gebruikt voor onderhoud bij de stuwen Sambeek en Belfeld. De aanpassingen aan deze droogzetkuip zijn demontabel. Het passtuk onderaan de kuip dat specifiek gemaakt is voor Grave wordt er na de herstelwerkzaamheden weer afgehaald, zodat de droogzetkuip weer ingezet kan worden bij de stuwen Sambeek en Belfeld.
Voor onderhoudswerkzaamheden aan stuw Grave wordt normaal een zogenoemde voorzetkuip gebruikt. Deze kan echter alleen gebruikt worden als de jukken in de stuw nog aanwezig zijn.

Jukken en schuiven
Momenteel worden op de werkplaats in Rotterdam de beschadigde jukken en schuiven gerepareerd en opnieuw in elkaar gezet. Zodra deze gereed zijn, worden ze weer aan de stuwbrug gemonteerd.
Als alle nieuwe en gerepareerde onderdelen zijn bevestigd, volgt eerst nog een testperiode om te controleren of alles goed gemonteerd is en of de mechaniek goed functioneert. Als dat het geval is, kan de tijdelijke breuksteendam worden afgebroken en is de stuw weer volledig operationeel.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

Maritieme sector komt met wensenlijstje

ROTTERDAM De maritieme sector, verenigd in Nederland Maritiem Land (NML), heeft de fractievoorzitters en Tweede Kamerleden haar speerpunten voor de komende jaren aangeboden. NML vraagt aandacht en steun bij verduurzaming en vergroening, het versterken van kennis- en innovatiekracht, een wereldwijd gelijk speelveld en één centraal aanspreekpunt bij de overheid voor alle maritieme zaken. ‘Deze punten zijn cruciaal voor het behoud van een gezonde maritieme sector in Nederland.’
 
Voor de verdere vergroening van de Nederlandse binnen- en zeevaart is over een periode van vier jaar en bedrag van 1,4 miljard euro nodig. Omdat de markt echter niet bereid is hogere tarieven te betalen om de investeringen mogelijk te maken, en banken terughoudend zijn met het verstrekken van kapitaal, vraagt NML om steun van de overheid.
Hoewel de binnenvaart een tot wel drie keer zo lagere CO2-uitstoot heeft dan het wegvervoer, kan de binnenvaart nog ongeveer 45% klimaat-neutraler worden. Hiermee zou de uitstoot van het hele binnenlandse goederenvervoer met 15% dalen. De binnenvaart is bereid om te gaan vergroenen, maar kan dat niet alleen. Daarom wordt een bijdrage van de Rijksoverheid gevraagd.

De zeevaart staat zo mogelijk voor een nog grotere opgave om te vergroenen. NML spreekt van ‘een geweldige milieu-opgave’ om stap voor stap duurzamer te worden en in 2050 te kunnen varen met emissieloze schepen. ‘Dit vergt voor de korte en langere termijn investeringen in alle varende en nog te bouwen schepen. Voor de zeevaart geldt echter dat sinds het uitbreken van de crisis in 2008, nog geen sprake is van duurzaam herstel. Ook de olie- en gassector werd na de val van de olieprijs hard getroffen. Hierdoor is voor veel verladers de markt slecht. Zij zijn niet bereid om voor groene schepen een hogere vergoeding te betalen. En banken zijn terughoudend bij de financiering van milieu-investeringen. Zij financierden de afgelopen jaren de verliezen van de reders met nieuw krediet, maar dat heeft zijn grens bereikt.’

Kennis- en innovatiekracht
Om te kunnen verduurzamen is volgens NML meer kennis en innovatie nodig. Voor het versterken van de kennis- en innovatiekracht is over een periode van vier jaar 425 miljoen euro nodig. Want terwijl de sector zelf veel investeert, blijft de overheid achter. ‘We pleiten daarom voor een overheidsimpuls voor de maritieme projecten, versterking van zowel fundamenteel als toegepast onderzoek, investering in onze faciliteiten, een overheid als launching customer van innovatieve concepten en een driejarige verlenging van de Subsidieregeling Duurzame Scheepsbouw (SDS).’
Dit alles kan wat betreft NML echter alleen met goed en gemotiveerd personeel. De overheid zou daarom meer moeten investeren in technisch onderwijs en helpen bij het realiseren van extra stageplaatsen. Zo zijn stageplaatsen op zee 20.000 euro duurder dan een reguliere stage aan de wal. De overheid zou daarom reders een tijdelijke financiële tegemoetkoming moeten geven en onderzoek moeten doen naar de mogelijkheid om meer simulatortijd in te zetten in het maritiem onderwijs.

NML pleit tevens voor een Maritiem Leer- en Ontwikkelcentrum waar werknemers worden geholpen duurzaam inzetbaar te blijven. ‘En met flexibele opleidingstrajecten (modulair, bredere basisopleiding en andere leerprocesvormen) kan sneller worden meebewogen met marktontwikkelingen en blijft het kennisniveau van werknemers op peil. Dit vraagt om een flexibele overheid, waarvan de beleids- en financiële ondersteuning aansluit bij onze sterk wisselende opleidings- en arbeidsmarkt onder meer met tijdelijke extra loonkostentegemoetkoming voor Nederlandse zeevarenden.’

Gelijk speelveld
Om de innovatie en verduurzaming te kunnen vermarkten, moet de internationale concurrentiepositie van de maritieme sector worden versterkt. Daarvoor zijn concurrerende handelsvoorwaarden nodig, die aansluiten bij de internationale norm. Deze mogen wat betreft NML niet worden verstoord door nationale en regionale regelgeving. ‘We pleiten bovendien voor meer exportkrediet en vertrouwen op de goede exportpromotie van onze mooie maritieme sector. Maar ook in eigen land moeten we investeren. De Nederlandse zeehavens ervaren een ongelijk speelveld met onze buurlanden. Daarom is een gerichte rijksbijdrage nodig om onze concurrentiepositie te herstellen. Dat kan met een havenstructuurfonds, om te investeren in een toekomstgerichte structuurversterking. Een haveneconomie is echter ook sterk afhankelijk van goede bereikbaarheid van het logistieke achterland. We pleiten daarom voor een overheid, die bereid is om tijdig en strategisch te investeren in noodzakelijke goederenverbindingen voor alle modaliteiten.
Voor een gelijk speelveld, goede handel en concurrerende voorwaarden is volgens NML 500 miljoen per jaar nodig.

Maritieme autoriteit
Randvoorwaarde voor het bereiken van alle speerpunten is dat de maritieme sector een vaste gesprekspartner bij de overheid krijgt, een Maritieme Autoriteit. Nu ligt het beleid, uitvoering en handhaving nog bij verschillende overheidsorganisaties. Dat belemmert volgens NML de slagkracht en effectiviteit van het beleid ernstig. ‘Door de fysieke scheiding van deze schakels en de achtereenvolgende bezuinigingsrondes, heeft de maritieme sector in Nederland te maken met afkalving van ons eens zo succesvolle maritieme overheidsoptreden. Daarbij ontbreekt het ook aan voldoende vakinhoudelijke gesprekspartners. Daarom pleiten we voor één directeur-generaal Maritieme Zaken, ondersteund door een deskundig team met voldoende capaciteit. Deze kan worden ondergebracht bij het Ministerie van Infrastructuur en Milieu.’
Verder is behoefte aan een concurrerend Nederlands Schepenregister dat klant- en marktgericht opereert. NML noemt daarbij de bouw van superjachten als een van de kansrijke deelsectoren. ‘We moeten niet alleen gericht zijn op behoud van onze internationale concurrentiepositie, maar nadrukkelijk ook op de uitbreiding daarvan. Meer schepen varend onder Nederlandse vlag, betekent immers meer inkomsten voor Nederland.’

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

BLN vraagt informateur geld voor vergroening binnenvaart

ROTTERDAM Koninklijke BLN-Schuttevaer heeft informateur Edith Schippers in een brief om financiële ondersteuning voor vergroening van de binnenvaart gevraagd. Volgens BLN kan alleen een financiële impuls ervoor zorgen dat binnenvaartondernemers kunnen investeren in verduurzaming van de bedrijfstak.

BLN schrijft Schippers dat meer van vervoer over water gebruik moet worden gemaakt om de klimaatdoelstellingen op het gebied van CO2 emissies in het vervoer binnen Nederland mogelijk te maken. ‘Zowel binnen verstedelijkte gebieden als tussen regio’s moeten vervoersstromen zo lopen dat de bestaande en de te ontwikkelen infrastructuur van wegen, water en spoor beter wordt benut. De overheid kan daarbij helpen.’

Sneller minder
BLN doet de informateur de suggestie het aandeel van de binnenvaart in het vervoer te vergroten. Een groter aandeel van de binnenvaart zou voor Nederland een enorme vermindering in de uitstoot van CO2 betekenen. BLN wijst erop dat de verschuiving van lading van de weg naar het water een CO2 reductie oplevert van tussen de 60% en 70%. ‘Om de CO2 emissie en de luchtemissie van het vervoer over water nog verder terug te brengen zijn nieuwe technologieën ontwikkeld en met succes beproefd. Investeringen in vergroening worden op dit moment echter onvoldoende tot niet terugverdiend. Om het voor alle binnenvaartondernemers financieel haalbaar te maken toch die technologieën te implementeren is een impuls nodig. Een financieel ondersteuningsplan van de overheid, gecombineerd met de juiste incentives in de keten kan er toe bijdragen dat de klimaatdoelstellingen voor het vervoer in de komende regeerperiode versneld gerealiseerd kunnen worden.’

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook