Noodkreet over toestand van de Maascorridor

ROTTERDAM Schepen op de Maas en de verbindingen van de Maas met andere rivieren hebben steeds vaker last van storingen en achterstallig onderhoud. Koninklijke BLN Schuttevaer en het European Logistics Center Limburg vinden het noodzakelijk dat er meer middelen worden vrijgemaakt voor de Maascorridor om deze ‘betrouwbaar en robuust te maken’.

Op de Maascorridor zijn vele nautisch-technische problemen die deels te wijten zijn aan het achterstallig onderhoud. Daarnaast zijn er keuzen gemaakt die ver beneden het niveau van de verwachting zijn gebleven. ‘Naast het feit dat de logistiek hierdoor in het nauw komt en er ongewenste vertragingen optreden, komt ook in sommige gevallen de externe veiligheid in het geding. Veiligheid die de binnenvaart heel hoog in het vaandel heeft staan.’
Het verontrust de organisaties dat er steeds meer onderdelen in het netwerk storingen vertonen. ‘Het lijkt steeds meer geaccepteerd dat objecten op 50 procent van hun ontwerpcapaciteit opereren. Bij het wegvallen van de resterende 50 procent is de logistiek geblokkeerd.’

Gewaarborgd
De organisaties vinden het heel belangrijk dat de robuustheid van de Maascorridor gewaarborgd is. ‘Een betrouwbare 7×24 uurs bediening is heel belangrijk voor onze sector . Het vervoer over water kan niet over de weg, de weg zit vol. Het vervoer over water kan niet via het spoor, ook dat zit vol. Het moet over water in combinatie met de andere modaliteiten voor het voor- en natransport.’
En ook vanuit milieuoogpunt is een onverwachte interruptie van het vaarschema en de uitvoering van een ‘groen’ vaarschema ongunstig. ‘Het gevolg is dat snelheden omhoog moeten om de afgesproken aankomst tijden te kunnen halen. Afhankelijk van de vaarweg heeft een binnenvaartschip een ideale rompsnelheid. Wanneer deze snelheid uit logistiek oogpunt dient te worden overschreden gaat de uitstoot onnodig omhoog. Ook dit kan voorkomen worden wanneer het vervoer over water een betrouwbaar en robuust netwerk ter beschikking heeft.’

Aflaaddiepte
Er wordt op de Limburgse terminals steeds meer gebruik gemaakt van het modal-split concept waarbij de container na overslag zijn weg verder via A76 en de A67 richting Duitsland vervolgt. ‘Dit komt doordat er op de Maascorridor steeds met een gegarandeerde aflaaddiepte kan worden gevaren. Daarmee versterkt de Maascorridor de positie van Rotterdam. De voordelen van een betrouwbare aflaaddiepte wordt helaas weer teniet gedaan door onbetrouwbare infrastructuur en de onkosten die een onbetrouwbare planning met zich mee brengen.’
De oproep is volgens de organisaties ‘een noodkreet van de sector logistiek en de vervoerder over water om er voor te zorgen dat de Maascorridor na de recente opwaardering naar klasse Vb weer het visitekaartje van Nederland wordt’. ‘Het water is voor de sector logistiek een essentiële schakel om aan de vraag van haar klanten en Europa te kunnen voldoen. Voor nadere details verwijzen wij u naar de bijlage bij deze brief.’

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

Overslag zeehavens in 2018 naar recordniveau

DEN HAAG De aan- en afvoer van goederen in en uit de Nederlandse zeehavens bereikte in 2018 een recordniveau van bijna 605 miljoen ton, een stijging van ruim 1,5 procent vergeleken met 2017. De overslag van containers steeg met 4,5 procent het sterkst. Dit meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers.

Twee derde van de goederenoverslag in de Nederlandse zeehavens bestond in 2018 uit geloste goederen. Daarvan bestond drie kwart uit droge bulkgoederen (ertsen, kolen en landbouwproducten) of natte bulkgoederen (ruwe aardolie en aardolieproducten). De containeraanvoer groeide met 6 procent. Het gewicht van alle geladen goederen is toegenomen met 1,3 procent.

Containervervoer
Het aandeel containers in de totale goederenoverslag groeit gestaag, van 14 procent in 1998 tot 21 procent twintig jaar later. Hierbij gaan de inkomende en uitgaande stroom in omvang en ontwikkeling min of meer gelijk op. De containeroverslag steeg in 2018 met 4,5 procent. De aanvoer van containers groeide met 6 procent en de afvoer met bijna 3 procent.
Van alle ingevoerde goederen in containers in 2018 kwam bijna 20 procent uit China. Rusland en het Verenigd Koninkrijk volgen met respectievelijk 7,4 procent en 5,7 procent. Vergeleken met 2017 nam de import uit China met 12 procent af. Deze daling betrof voor een belangrijk deel textiel en lederwaren. De import in containers uit Rusland (met name hout en papier) en het Verenigd Koninkrijk steeg met 32 procent en 43 procent. Dit laatste hangt mogelijk samen met de voorraden die bedrijven uit het Verenigd Koninkrijk in ons land aanleggen in de aanloop naar een Brexit.

Stabiel bulkvervoer
Het overgeslagen gewicht van bulkgoederen is in 2018 niet toegenomen. Het tonnage van geloste droge en van natte bulkgoederen is toegenomen, de afvoer van natte bulk steeg in 2018 met ruim 2 procent. De uitgaande stroom droge bulk daalde met bijna 12 procent.
De dominantie van bulk in de zeehavens neemt af. In 1998 was drie kwart van de afgehandelde goederen bulk. In 2018 was dat aandeel 68 procent. De stroom droge bulkgoederen is in deze periode min of meer stabiel en ligt rond de 140 miljoen ton. Jaarlijkse schommelingen worden veroorzaakt door wisselende vraag naar kolen en ijzererts, die sterk samenhangt met de economische ontwikkelingen. De hoeveelheid geladen natte bulk verviervoudigde in de laatste twintig jaar. Dit zijn vooral geraffineerde olieproducten.

Export belangrijker
In de afgelopen twintig jaar is de afvoer van goederen uit de Nederlandse zeehavens meer dan verdubbeld. De invoer is in die periode met ruim een kwart gestegen. De overslag van goederen vanuit Nederland naar het buitenland vormt nu een derde deel van alle overgeslagen goederen in de Nederlandse zeehavens. Twintig jaar geleden bedroeg het aandeel van de export 21 procent. In twintig jaar is de uitvoer met ruim 100 miljoen ton toegenomen. Het overslagvolume passeerde in 2018 voor het eerst de grens van 600 miljoen ton. In 2007 werd voor het eerst de grens van 500 miljoen ton gepasseerd.

Havens
In de havens van Rotterdam, waartoe ook de havens van Moerdijk, Dordrecht en Vlaardingen behoren, wordt drie kwart van de goederen geladen en gelost. Vorig jaar namen beide stromen met ongeveer 1 procent toe. Ruim 16 procent van de goederen gaat via het havengebied van Amsterdam (Amsterdam, Velsen/IJmuiden, Beverwijk en Zaanstad). De overslag nam er met 1 procent toe. De hoeveelheid geloste goederen in de zeehavens van Zeeland Seaports (Vlissingen en Terneuzen) en Groningen Seaports (Delfzijl en Eemshaven) is in 2018 met meer dan 10 procent gestegen.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

Binnenvaartcasco’s onderweg van Shanghai naar Rotterdam

ROTTERDAM Het zwareladingschip Black Marlin van Boskalis met aan boord 18 binnenvaartcasco’s en een kraanschip, is maandag 17 juni in Shanghai begonnen aan de lange reis naar Rotterdam. Midden augustus moet het transport in Rotterdam aankomen.

De binnenvaartcasco’s en het kraanschip zijn bestemd voor Concordia Damen. Zowel de casco’s als het kraanschip werden op Chinese werven gebouwd. Na aankomst in Rotterdam gaan de binnenvaartcasco’s voor afbouw naar de werf van Concordia Damen in Werkendam en andere werven. De binnenvaartcasco’s zijn op één na al verkocht, die ene houdt Concordia Damen op voorraad zodat klanten niet zo lang hoeven te wachten op een nieuw schip.
Het kraanschip gaat naar Damen Shipyards Gorinchem. Omdat dit schip nog niet is verkocht, maar op voorraad werd gebouwd, is deze vanaf eind augustus op de werf te bezichtigen.

Kostenefficiënt
De reden waarvoor de casco’s in China worden gebouwd, is volgens Concordia Damen omdat zo een kostenefficiënt product wordt gegarandeerd, maar dan moet het transport vanuit China naar Europa niet te duur zijn. ‘Het laten varen van een groot schip, met veel kleinere schepen, is veel efficiënter dan het laten varen van meerdere kleine schepen’, vertelt Bert Duijzer als technisch manager. ‘Op deze manier kunnen we de kostenefficiëntie die we in de bouw hebben opgebouwd overdragen aan onze klanten in Europa, terwijl we tegelijkertijd de ecologische voetafdruk van onze activiteiten minimaliseren.’

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

Verhoging kunstwerken voor high cube container loont niet

DEN HAAG Het grootschalig extra verhogen van bruggen en viaducten om het vervoer van high cube-containers in drie of vier lagen mogelijk te maken, kost veel meer dan het oplevert. Minister Van Nieuwenhuizen is daarom niet van plan haar beleid te wijzigen en ziet meer in betere benutting en belading van containerschepen en innovaties in scheepsontwerpen.

Sinds de introductie van de 30 centimeter hogere high cube container blijken de huidige streefbeelden voor brughoogtes uit de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) op delen van vaarwegen ontoereikend. Nu wordt voor vier lagen uitgegaan van een hoogte van minimaal 9,10 meter en voor drie lagen van minimaal 7 meter. Maar dit zou voor high cube containers minimaal 11,35 meter en 8,65 meter moeten zijn.

Twee jaar geleden bleek al uit een kosten-batenanalyse dat verhoging van kunstwerken voor dit doel niet rendabel is. Destijds bestond volgens het Havenbedrijf Rotterdam al meer dan de helft van de containers in de Rotterdamse haven uit high cube-containers en de opmars hiervan lijkt niet te stuiten. Daarom gaf toenmalig minister Schultz adviesbureau Arcadis toch nog de opdracht een gedetailleerdere maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA) uit te voeren voor vier vaarwegcorridors waar een verhoging van bruggen mogelijk toch kansrijk zou kunnen zijn.

Hierbij gaat het om de corridors van de Westerschelde naar de Rijn, van Rotterdam naar Amsterdam, van Amsterdam naar Noord-Nederland en de gekanaliseerde delen van de Maasroute tussen Weurt en Born. Na gesprekken met het Centraal Overleg Vaarwegen (COV) en de havenbedrijven van Amsterdam en Rotterdam, werden daar nog de belangrijkste beweegbare bruggen in de havengebieden aan toegevoegd.

Winst voor vervoer
Het verhogen van bruggen leidt voor de containerbinnenvaart tot efficiencywinst en daardoor lagere kosten. Een containerschip kan namelijk efficiënter worden beladen, waardoor de bezettingsgraad toeneemt en de kosten per teu-kilometer dalen. De winst voor het vervoer bedraagt volgens Arcadis tussen de 15 en 20%.

Die daling van de transportkosten leidt verder tot een verschuiving van containertransport van de weg naar het water. Door met een extra laag high cube-containers te kunnen varen, neemt de congestie op de weg bovendien af en verminderen de geluidshinder, de luchtemissies en beheer- en onderhoudskosten aan wegen. Ook neemt de verkeersveiligheid toe.

Baten altijd negatief
Maar ondanks die voordelen, blijkt volgens Arcadis dat brugverhogingen geen positieve invloed hebben op de welvaart in Nederland. ‘Ongeacht het economisch groeiscenario wegen de kosten niet op tegen de baten.’ Vooral het verhogen van spoorbruggen blijkt enorm duur te zijn. Dat komt doordat voor het verhogen van de spoorbruggen wordt uitgegaan van sloop en nieuwbouw.

Verhoging van de doorvaarthoogte op de Rijn-Scheldeverbinding leverde in de Arcadis-studie de gunstigste kosten-batenverhouding op. Maar ook hier zijn de kosten (357 miljoen euro) hoger dan de baten (78 miljoen euro). Het laagste scoort de corridor van Amsterdam naar Noord-Nederland. De kosten bedragen hier ruim 342 miljoen euro, de baten ongeveer 100.000 euro.

‘Hoogteopslag’
Nu is herbevestigd dat brugverhogingen voor containerbinnenvaart te weinig opleveren, komt de minister tot aan aantal conclusies. Zo blijft het uitgangspunt voor brughoogten vooralsnog de huidige (inter)nationaal vastgestelde streefwaarden en normen. Verder vervalt het aan de doorvaarthoogten gekoppelde aantal lagen containers, aangezien dit in de praktijk niet meer klopt door de opkomst van de high cube-container. Dit alles sluit volgens de minister aan bij de internationale streefbeelden die in de (CCR-) buurlanden voor soortgelijke vaarwegen worden gehanteerd. ‘Vooralsnog worden ook daar geen grotere hoogtenormen voorzien.’ Wel wil de minister bij nieuwbouw of vervanging van bruggen per object bekijken of een hogere brug mogelijk is en loont. En mochten de bruggen in een vaarweg liggen waarvoor in de toekomst hogere waterstanden worden voorspeld, dan wil ze ook kijken naar een ‘extra hoogteopslag’.

Liefst tunnels
Voor nieuwe oeververbindingen in de zeehavengebieden gaat de minister uit van maatwerk. De voorkeur gaat uit naar tunnels. Waar geen tunnel mogelijk is, is volgens de minister de afweging van belang dat met een hoogte van minimaal 11,35 meter boven de maatgevende waterstand, problemen tussen kruisend landverkeer en containerbinnenvaart kunnen worden vermeden.

Van Nieuwenhuizen wijst er verder op dat ze eerder al toezegde met een eenmalige impuls via het programma Beter Bediend op de routes over het IJsselmeer naar Noord-Nederland (Roggebot-Nijkerk, Gaarkeuken, Enkhuizen-Den Oever) en de Hollandsche IJssel/ Gouwe (Algerasluis) de bedientijden bij beweegbare bruggen tijdelijk uit te breiden. En bij sluizen en bruggen waar vooraanmelding aan de orde is de procedure hiervoor te vergemakkelijken.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

UWT ziet activiteiten in Born groeien

ROTTERDAM United Waalhaven Terminals (UWT) heeft haar activiteiten in Born in het afgelopen jaar fors zien groeien. De activiteiten van UWT, welke worden verricht op het terrein van zusterbedrijf Barge Terminal Born (BTB), zijn gericht op reparatie, upgrade en schoonmaak van lege containers.

Voor deze activiteiten is op het terrein van BTB een volledig ingericht reparatieterrein, inclusief wasplaats, beschikbaar. De activiteiten blijken een groot succes en de vraag van met name de grote rederijen is nog steeds groeiend. ‘We zijn in 2017 begonnen, mede op verzoek van MSC, welke op zoek was om ook in deze groeilocatie verzekerd te zijn van kwalitatieve reparaties waarbij de rapportages aansluiten op hun bestaande EDI’, vertelt general manager Rob Wervenbos van UWT. ‘We zien dat de rederijen zich meer op het achterland zijn gaan focussen en dat de daarbij behorende dienstverlening hierin een belangrijke rol heeft. In het afgelopen jaar hebben wij vijf nieuwe rederijen mogen verwelkomen en zijn de reeds bestaande klanten hard gegroeid. Gezien de focus van de rederijen op het achterland zien we voorlopig nog geen eind aan deze trend.’

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

Zorgen over onderhoud en stremmingen Maascorridor

NIJMEGEN Koninklijke BLN-Schuttevaer heeft bij de provincie Limburg haar zorgen geuit over de ernstige hinder die de binnenvaart op de Maascorridor ondervindt. Onverwachte stremmingen bij sluizen vertragen steeds vaker het logistieke proces waardoor de betrouwbaarheid van vervoer over water afneemt.

De Maas bedient in toenemende mate het Duitse achterland en daar liggen kansen doordat de Limburgse terminals steeds meer gebruik maken van multimodale vervoersconcepten. Waarbij de container na overslag vanaf het water zijn weg verder via A76 en de A67 richting Duitsland vervolgt. ‘De Maas is een belangrijke vaarweg voor Limburg waarover jaarlijks bijna 20 miljoen ton lading en meer dan 100.000 containers worden vervoerd’, schrijft voorzitter Henry Mooren van de afdeling Zuidoost Nederland van Koninklijke BLN-Schuttevaer in zijn brief aan de provincie. ‘Door de huidige situatie moet het regionale bedrijfsleven regelmatig extra kosten maken om klanten te bedienen en productieprocessen te kunnen continueren.’

Groen varen
Het verontrust Mooren dat er in de Maascorridor, de vaarwegtrajecten Nijmegen-Maastricht, Moerdijk-Maastricht en de Brabantse kanalen, steeds meer onderdelen in het netwerk storingen vertonen. ‘Het lijkt inmiddels geaccepteerd dat objecten maar op 50 procent van hun ontwerpcapaciteit opereren. Bij het wegvallen van het resterende 50 procent zou het vervoer over water richting het zuiden totaal geblokkeerd worden en in de huidige situatie is dat geen ondenkbaar scenario. Vanuit milieu oogpunt is een onverwachte verstoring van de vaarplanning door stremming of vertraging eveneens onwenselijk, omdat dan het groene vaarschema negatief wordt beïnvloed. Als gevolg van vertraging zullen ondernemers de vaarsnelheid verhogen om alsnog de afgesproken aankomsttijden te halen. Dit betekent meer brandstofverbruik en meer uitstoot. Dit wordt voorkomen als het vervoer over water een betrouwbaar en robuust netwerk tot haar beschikking heeft.’

Achterstallig onderhoud
Veel technische problemen zijn volgens Mooren te wijten aan achterstallig onderhoud. ‘Daarnaast zijn er bij reparatie en renovatie keuzes gemaakt die ver beneden het niveau van de verwachting zijn gebleven. Naast het feit dat de logistiek en het vervoerend bedrijfsleven door de vele storingen, stremmingen en vertragingen in het nauw komt, is in sommige gevallen de externe veiligheid in het geding. Een betrouwbare vaarweg met 7×24 uurs bediening is voor onze sector van groot belang. Het vervoer over water kan niet over de weg, de weg zit vol. Het vervoer over water kan niet via het spoor, ook dat zit vol. Vervoer over water is dus onmisbaar. Het is een zeer betrouwbare en milieuvriendelijke vorm van goederenvervoer.’

Veel potentieel
Doordat op de gestuwde Maascorridor met een gegarandeerde aflaaddiepte kan worden gevaren, zal het transport over de Maas in de toekomst naar verwachting verder toenemen. Open rivieren als de Waal en Rijn krijgen door klimaatverandering vaker te maken met droogte en diepgangsbeperkingen. De Maascorridor kan als alternatieve route dienen en zo de positie van Nederland als distributieland versterken. Dit alles vraagt wel een betrouwbaar en robuust vaarwegennetwerk. Temeer omdat recent fors geïnvesteerd is in de opwaardering naar klasse Vb en hierdoor veel potentieel is ontstaan voor de provincie Limburg.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

15 miljoen voor duurzame innovaties binnenvaart

DEN HAAG Minister Van Nieuwenhuizen (Infrastructuur en Waterstaat) stelt 15 miljoen euro beschikbaar voor de binnenvaartsector om innovaties te stimuleren. De subsidieregeling zal onder meer worden ingezet voor de aanschaf van schone motoren.

De Rijksoverheid, provincies, havens, maritieme brancheorganisaties, verladers, vervoerders, banken en kennisinstellingen slaan de handen ineen voor verduurzaming van de scheepvaart. De partijen hebben vandaag met minister Van Nieuwenhuizen (Infrastructuur en Waterstaat) een Green Deal gesloten met vele tientallen acties om de uitstoot van schadelijke stoffen naar de lucht en de CO2-uitstoot door de binnenvaart en zeevaart fors terug te dringen.

Duurzaam label
Onderdeel van de afspraken is dat er een duurzaamheidslabel komt voor binnenvaartschepen. Schippers kunnen daarmee in de toekomst bijvoorbeeld korting krijgen op de havengelden en het label gebruiken voor de financiering voor hun schip.
De overheid maakt zich in internationaal verband hard voor een Europees verduurzamingsfonds voor de binnenvaart. In overleg met de banken wordt gekeken naar nieuwe financieringsmodellen voor verduurzaming van de sector. Met kennisinstellingen wordt meer onderzoek in gang gezet voor elektrisch aangedreven motoren.
Met de maatregelen moet de binnenvaart in 2030 minimaal 40 procent minder CO2 uitstoten en in 2050 nagenoeg klimaatneutraal zijn.

Trots
Minister Van Nieuwenhuizen is trots op de Green Deal die vol met concrete acties met ‘namen en rugnummers’ staat. ‘Deze Green Deal is de opmaat naar een systeemsprong waarbij schepen in de toekomst niets meer uitstoten en de scheepvaart volledig energieneutraal is. Heel mooi dat we als Nederland bij deze verandering voorop lopen en volop inzetten op groene innovaties. We zijn het als varende natie ook aan onze stand verplicht. Het is goed voor de concurrentiekracht van de sector en daarmee voor ons land.’

Het pakket aan maatregelen vraagt zowel om acties van de overheid, de maritieme sector als van andere betrokken partijen zoals de havens en vervoerders. Het gaat om uiteenlopende afspraken voor brandstofbesparing, biobrandstoffen en bijvoorbeeld om systeeminnovaties voor het bundelen van ladingen en kortere wachttijden bij sluizen.
Het Rijk en de sector zullen samen de verdere uitwerking en de voortgang van de afspraken uit de Green Deal bewaken. Hiervoor wordt een taskforce opgericht waarin alle deelnemende partijen worden vertegenwoordigd.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

Binnenvaart blijft profiteren van laagwater

DEN HAAG De binnenvaart blijft profiteren van laagwater. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) was in het eerste kwartaal van dit jaar de omzet in de binnenvaart bijna 11 procent hoger dan een jaar eerder.

Dit kwam onder andere door de periodes met laagwater in het afgelopen kwartaal, al waren deze niet zo extreem als het voorgaande kwartaal. Doordat de schepen minder konden vervoeren, waren er meer schepen nodig om de vrachten te vervoeren. Schippers konden daardoor hogere vrachttarieven bedingen en kregen ook een laagwatertoeslag.

Positief gestemd
Bedrijven in het goederenwegvervoer boekten 5,7 procent meer omzet. De omzet in deze branche is al vanaf het laatste kwartaal van 2013 elk kwartaal hoger dan een jaar eerder. De laad-, los- en overslagbedrijven zetten 3,3 procent meer om. Dit is het achtste kwartaal op rij dat de omzet hoger is. De overslag in de havens lag hier voor een deel aan ten grondslag. Vooral de containeroverslag neemt de laatste jaren toe.

Ruim 95 procent van de bedrijven in de transportsector verwacht in het tweede kwartaal dat de omzet gelijk zal blijven of toe zal nemen. Ook verwacht gemiddeld 98 procent van de bedrijven dat de prijzen niet lager zullen worden. Uitzondering hierop is de binnenvaart: bijna 20 procent van de vrachtvaarders verwacht lagere tarieven. Dat komt ook doordat er geen of minder periodes met laagwater worden verwacht.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

Binnenlandse ‘blue road’ blijft groeimarkt

AMSTERDAM Het vervoer van lading over de Nederlandse vaarwegen is de groeimotor van de binnenvaart. Volgens de economen van het ING Economisch Bureau komt weliswaar het grootste deel van de binnenvaartomzet van over de grens, maar is het binnenland de groeimotor.

Waar in 2010 nog 25% van de vervoersprestatie het binnenland betrof is dat in 2018 opgelopen naar 29%. Het uitgebreide netwerk van ‘inland terminals’ biedt mede gezien oplopende filedruk kansen voor efficiënter vervoer van containers over de ‘blue road’. Congestie in de zeehavens en grote vertragingen hebben dit recent onder druk gezet, maar hier komen volgens de ING economen oplossingen voor. ‘Bundeling van lading zoals binnen de West-Brabantcorridor en de Amsterdam-Utrecht-Rotterdam corridor zijn hier voorbeelden van.’

Extreem 2018
De binnenvaart heeft volgens de ING met 2018 een uitzonderlijk jaar achter de rug. Waar er begin 2018 nog stremmingen waren vanwege hoog water bij bruggen in Duitsland, werd de tweede helft van het jaar gedomineerd door extreem laag water. De beladingsgraad voor vervoer op de Rijn kwam daarbij in periodes niet verder dan 25%-50%. Ondanks groeiend binnenlands vervoer daalde de totale vervoersprestatie in de tweede helft van 2018 met 10%. Per saldo vervoerde de binnenvaart in 2018 4% minder, terwijl de omzet door overcompensatie met toeslagen bijna 13% steeg. Financieel was 2018 hierdoor het beste jaar sinds 2008.

Dit jaar
Hoewel de golf van smeltwater dit voorjaar uitbleef, kan laag water zomaar weer de kop op steken. Toch gaan de economen uit van normalisatie en dat betekent een terugval in tarieven in vergelijking met de tweede helft van vorig jaar. Het ‘gemiste’ vrachtvolume keert dit jaar grotendeels terug, maar niet alles. In de laagwater periode zijn vooral veel internationale containers op de trein gezet en dit vervoer kan in de regel niet wachten. Vervoer is slechts beperkt uitgesteld en dan met name bulklading. Alleen in de maand na het lage water – januari – lag de vervoersprestatie door inhaalvraag 8% hoger dan vorig jaar, daarna niet meer.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

Containervaart moet leren leven met congestie

ROTTERDAM De containerbinnenvaart moet voorlopig leven met de wachttijden vanwege congestie in de Rotterdamse haven. Het oplossen van de containercongestie blijkt complex en mogelijke oplossingen vergen veel tijd. ‘Het is een hardnekkig probleem waarbij de belangen van de betrokken partijen verschillend en soms conflicterend zijn’, antwoordt minister Cora van Nieuwenhuizen van Infrastructuur en Waterstaat naar aanleiding van een artikel in Weekblad Schuttevaer.

In het artikel ‘Situatie zeehaventerminals fnuikend voor binnenvaart’ vertelt managing director Norman Verstoep van de Limburgse Barge Terminal Born (BTB) onder meer dat de initiatieven die tot nu toe zijn genomen, niet genoeg blijken voor het oplossen van de congestie. Het Havenbedrijf begon weliswaar een congestieberaad met alle stakeholders in de logistieke keten, maar volgens Verstoep is er desondanks in twee jaar maar weinig verbeterd.

De minister erkent dat de maatregelen die de afgelopen twee jaar zijn getroffen, wel effect hebben gehad, maar nog niet genoeg waren om te spreken van een flinke daling van de congestieproblematiek. Omdat het oplossen van de congestie een hardnekkig probleem is, ligt volgens Van Nieuwenhuizen ‘een eenvoudige en snelle oplossing niet voor handen’. Maar hoewel het tijd dus gaat kosten, verwacht ze wel dat de resterende maatregelen een blijvend effect hebben op het verminderen van congestie. Naast de initiatieven voor het bundelen van containers in het achterland, gaat dit onder meer over eenduidige definities van venster- en wachttijden, een dashboard van key performance indicatoren, het dynamisch toewijzen van kadecapaciteit via NextLogic en de aanleg van de Container Exchange Route (CER). De CER moet in 2020 worden opgeleverd. NextLogic verwacht in november van dit jaar met de planningstool live te gaan.

Ontkopppelen
Een van de belangrijkste oorzaken van de blijvende congestie is volgens Verstoep de voorrang die nog steeds aan de deepsea wordt gegeven. En omdat de schepen steeds groter worden en de drukte op de terminals daardoor toeneemt, is er steeds minder capaciteit voor de binnenvaart. Ook komen de zeeschepen regelmatig out of schedule binnen, waardoor schema’s in de war worden gegooid, ook voor de binnenvaart en worden meer containers gelost dan afgesproken. Vervolgens gebeurt het ook nog dat ze meer containers lossen dan afgesproken.

Dat de zeevaart op de containerterminals over het algemeen van de terminalexploitanten de voorkeur krijgt boven de binnenvaart, komt volgens Van Nieuwenhuizen omdat dit een zaak is van de terminalexploitanten, ‘waarbij de tariefstructuur en de economische belangen vaak leidend zijn’.

Het liefst zou Verstoep dan ook zien dat de zeevaart wordt ontkoppeld van de binnenvaart. De minister ziet dat nu ook. Zij ziet voor de komende tijd de realisatie van een overflow hub, een ontkoppelpunt, als een van de belangrijkste infrastructurele maatregelen in de strijd tegen de congestie. Hiermee moet er specifieke en ontkoppelde capaciteit voor de binnenvaart komen, zoals een kade en kranen die enkel worden ingezet voor de afhandeling van containerbinnenvaartschepen. Het is volgens de minister dan welk nodig dat vanwege de extra kosten van een dergelijk ontkoppelpunt een goede ketensamenwerking noodzakelijk, ‘zowel wat betreft verdeling van de kosten als wat betreft de regievoering over noodzakelijke inzet op piekmomenten’. ‘Daar zijn uiteenlopende belangen mee gemoeid, zodat de financiële en technische haalbaarheid complex is en tijd vergt om uit te werken.’ Waar mogelijk is de minister bereid dit te ondersteunen.

Meer per spoor
Een andere maatregel om de drukte voor de containerbinnenvaart op de terminals verder in te dammen, is het stimuleren van het vervoer per spoor in de haven. Het Havenbedrijf Rotterdam gaat daarvoor in samenspraak met het bedrijfsleven de spoorlogistiek in de haven verbeteren. De verwachting is dat dit de positie van spoorvervoer ten opzichte van andere modaliteiten gaat versterken en zo verladers meer verleidt om voor spoorvervoer te kiezen. En in de afspraken over de aanleg van de Tweede Maasvlakte sprak het Havenbedrijf ook met de terminals af dat 20% van de aan- en afvoer van containers per spoor afgewikkeld moet gaan worden. De minister verwacht daarom dat het aandeel van het spoorvervoer in de Rotterdamse haven de komende jaren verder gaat toenemen.
In de aankomende havennota gaat Van Nieuwenhuizen nader in op het verminderen van congestie en het belang van duurzaam vervoer over water.’

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

Dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland.