Alle berichten van Erik van Huizen

Op zoek naar sluitende business-case voor autonoom varen

NIJMEGEN Er is nog veel voor nodig om schepen in het geheel autonoom over de wereldzeeën of de binnenwateren te laten varen. De eerste kleine schepen die zelf hun weg op het water kunnen vinden, zien we wellicht al over vijf jaar varen, maar voor de grotere schepen duurt het nog zeker 10, en wellicht 30 jaar voordat deze autonoom kunnen varen. De techniek is er overigens al wel, maar de grote rederijen zien er voorlopig nog geen sluitende businesscase in en zijn amper bezig met autonoom varen. De vraag is nu of bijvoorbeeld autofabrikant Tesla of Amazon, als grootste winkelbedrijf van de wereld, het voortouw gaan nemen.

In de whitepaper ‘Smart ships and the changing maritime ecosystem’ van het Havenbedrijf Rotterdam, de TU Delft, ICT-dienstverlener CGI en SmartPort, een samenwerking tussen de haven van Rotterdam, Deltalinqs, de gemeente Rotterdam, TNO, Deltares, de Erasmus Universiteit en de TU Delft, zijn 20 experts uit de zee- en binnenvaart gevraagd hun mening te geven over autonoom varen. Dat gebeurde in twee rondetafels. Dat de autonoom varende schepen eraan komen, daar waren de experts het wel over eens. Want de komst van container heeft zo’n 60 jaar geleden wel het laden en lossen van schepen verandert, het transport van de container is in die jaren vrijwel onveranderd gebleven. Nog steeds varen schepen met bemanning van A naar B, worden eventuele bruggen en sluizen gepasseerd en worden havens aangedaan waar de goederen worden geladen en gelost. Daarna wordt het schip klaar gemaakt voor de volgende reis. De taken die gepaard gaan met het varen met het schip en het coördineren van de reis vanaf het moment van vertrek tot aankomst op de plaats van bestemming wordt nu nog steeds voornamelijk door mensen uitgevoerd.

Veel voordelen
Verregaande automatisering aan boord biedt echter nieuwe mogelijkheden voor betere, veiligere en goedkopere operaties met minder menselijke betrokkenheid. Zo leidt het varen met minder of helemaal geen bemanning tot minder inactieve uren en lagere kosten voor het besturen van het schip. Door autonoom te gaan varen is er dus minder personeel nodig, maar een deel van de werkgelegenheid verplaatst zich naar de wal, naar de zogenoemde control centers. Van daaruit kan in het geval van calamiteiten toch worden ingegrepen op de schepen.

Behalve het voordeel van minder bemanning, zou met autonoom varen ook de planning kunnen verbeteren. Realtime inzicht in het schip en zijn omgeving kan voor een optimale real-time geautomatiseerde planning en operaties zorgen. Het is mogelijk om te anticiperen en scheepsoperaties te plannen op basis van de beste huidige situatie, bijvoorbeeld bij het wijzigen van de estimated time of arrival (ETA), de beschikbaarheid van de haven en de situatie van het schip.

Aangezien de schepen hun vaarsnelheid dynamisch aanpassen, efficiënter worden, stilstand wordt verminderd en de capaciteit beter wordt benut, wordt een flinke vermindering van het brandstofverbruik per schip verwacht. Veiligheid is een ander belangrijk potentieel voordeel dat kan voortvloeien uit de invoering van geautomatiseerde systemen. Verbeterde sensortechnologie en schip-tot-schip-communicatie kunnen de betrouwbaarheid en beschikbaarheid van het schip ten goede komen en incidenten voorkomen.

Drie scenario’s
In de whitepaper worden drie verschillende toekomstige scenario’s beschreven. De eerste fase is de tijd dat steeds meer sensoren aan boord komen te staan, dit is bij de moderne schepen nu vaak al het geval. In dit geval is nog de voltallige bemanning aan boord. De sensoren berekenen het benodigde motorvermogen en stellen deze op basis van de gewenste ETA voor aan de schipper zodat deze kan zorgen voor een veilige en efficiënte vaarsnelheid. Dit gebeurt ook door de gegevens van het schip zelf zoals zijn status, positie, richting en snelheid te combineren met informatie over andere schepen en over de omgeving.

In het volgende stadium is de mens nog slechts een assistent op het schip. In dit scenario past het schip zich automatisch aan voor de meest optimale vaarroute en snelheid, op basis van de gegevens van de sensors en zijn reis. Een beperkte bemanning aan boord kan het schip nog steeds ondersteunen in het geval van uitzonderlijke en complexe omstandigheden. In de laatste fase vaart het schip volledig autonoom. Hierbij stelt het schip automatisch de meest optimale vaarroute en snelheid in zonder menselijke assistentie. Het vaarplan verandert hierbij dynamisch op basis van veranderende omstandigheden.

Experts aan het woord
Onderzoek naar autonoom varen is al veel gedaan, maar hoe denkt de markt hier over, hoe gaat het autonoom varen zich ontwikkelen, wat zijn de eerste successen die we kunnen verwachten en wanneer komen deze eerste robotschepen in de vaart? CGI besloot als dienstverlener in de ICT voor de white-paper twee rondetafels te houden met experts uit de zee- en binnenvaart. De rondetafel van de zeevaart bestond uit experts van onder meer het Havenbedrijf Rotterdam, Vopak, ECT, het Loodswezen en Kotug. De rondetafel voor de binnenvaart bestond onder meer uit Michel van Dijk van Van Berkel Logistics, Remco Pikaart van de Shipping Factory en Cees-Willem Koorneef van het Inland Shipping Centre of Excellence.

Een van de conclusies die voortkwam uit de ronde tafels is dat de technologische middelen voor het bouwen van autonome schepen er voor het grootste deel al zijn. Het gaat dan om technieken die niet alleen het varen mogelijk maken, zoals het passeren van kunstwerken, maar ook om het automatische laden en lossen en het automatisch gereed maken voor de volgende reis. De experts verwachten daarom dat de eerste volledig autonome schepen in minder dan 5 jaar worden gebouwd. Aanvankelijk worden deze echter ontwikkeld voor, en ingezet in beschermde omgevingen zoals een windmolenpark op zee of voor diepzeeonderzoek, activiteiten die niet al te veel interactie met andere infrastructuur of schepen vereisen en waar autonomie aan een duidelijke bedrijfsbehoefte voldoet. Ook gaan de eerste schepen zich concentreren op gevaarlijk, potentieel gevaarlijk en repetitief werk. Bijvoorbeeld het automatiseren van sleepboten in Australische mijngebieden of onderhoudsschepen voor windmolenparken op zee en offshore-services.

Om te komen tot volledig autonoom varende zeeschepen en volledig autonome havenactiviteiten, vergt echter meer tijd. De voorspellingen van de experts liggen tussen de 10 en 30 jaar. Een bijzonder uitdagende fase zal tijdens de lange overgangsperiode zijn waarin autonome schepen moeten opereren in gemengde omgevingen, dus naast ‘analoog’ varende schepen en traditionele infrastructuur.

Wachten op outsider
Hoewel de scheepvaart de kansen en het potentieel van autonome scheepvaart wel ziet om tijdig, veilig, milieuvriendelijk en kostenefficiënt te kunnen varen, blijft misschien wel de grootste uitdaging voor een aantal van ’s werelds grootste rederijen het creëren van een goede businesscase voor meer autonomie op de schepen. Concepten zoals automatisch afmeren, varen in konvooi of zelfs fysiek aan elkaar gekoppeld, zouden van grote invloed zijn op het huidige hub- en spoke-model in de maritieme industrie, waar grote havens zoals de haven van Rotterdam een centrale rol spelen in de maritieme sector. Daarom investeren verschillende havens, zoals bijvoorbeeld de haven van Singapore en de haven van Rotterdam, nu al om zich voor te bereiden op meer autonomie. Ook is het potentieel voor nieuwe slimme toepassingen in de scheepvaart duidelijk. Maar het is nog steeds onzeker of slimme schepen de voortdurende zoektocht naar schaalvoordelen in de zeevaart echt kunnen doorbreken. Veelzeggend is dat ondanks de druk van internationale spelers als Rolls Royce de meeste grote rederijen nog steeds niet serieus in autonome technologie investeren.
De vraag is dan ook of het wachten is op een nieuwe toetreder in de scheepvaart zoals autofabrikant Tesla die de markt van elektrische auto’s een boost gaf, of zelfs een buitenstaander als Amazon, om deze markt op te schudden en te verstoren. Van Amazon is bekend dat het al optreedt als expediteur. Volgens de Wall Street Journal heeft de grootste online winkel van de wereld zelf al honderden containers met goederen vanuit China verstuurd. Amazon heeft nog geen eigen schepen, maar regelt voor klanten al wel het goederenverkeer tussen de havens en de magazijnen.

Meer uitdagingen
Behalve de uitdagingen om tot een goede business case voor de rederijen te laten komen en de tijd dat autonome en analoge schepen door elkaar gaan varen, zijn er volgens de experts nog een aantal uitdagingen. Zo moeten de voorwaarden in de contracten veranderen. Nu belemmeren veel van de contracten van vandaag de acceptatie van smart shipping vanwege de financiële prikkels die ‘volle kracht vooruit’ motiveren in plaats van dynamische snelheden. Ook moet de uitwisseling van informatie nog worden geregeld. Want een belangrijk element van autonome scheepvaart is de interactie van het schip met de omgeving. Dit omvat niet alleen de directe omgeving en de infrastructuur, maar evenals de toegang tot belangrijke informatie zoals de details bij het draaien in de haven. Momenteel zijn hiervoor nog te weinig gegevens beschikbaar. Daar komt bij dat de huidige definities en standaarden voor data niet toereikend zijn om een brede gegevensuitwisseling mogelijk te maken.

Verder moeten schepen minder traditioneel worden ontworpen. Autonome schepen vereisen bijvoorbeeld specifieke motoren en schroeven, de toevoeging van elektronica en intelligente componenten en verwisselbare onderdelen waarvan de componenten kunnen worden opgewaardeerd. Ook moeten de schepen zichzelf kunnen onderhouden, waarbij menselijke ondersteuning alleen nodig is voor onderhoud dat buiten het routinematige valt. De verwachting is dat software na verloop van tijd evolueert tot een van de belangrijkste onderhoudsondersteunende functies. Omdat een groot aantal problemen met motoren op een schip verband houdt met brandstof- en verbrandingssystemen, wordt de elektrificatie van schepen een van de belangrijkste ontwikkelingen voor het autonoom varen in de scheepvaart.

Voor met name de binnenvaart geldt nog dat de huidige regelgeving een beperkende factor kan zijn. Er zijn bijvoorbeeld strenge regels over het aantal mensen dat altijd aan boord moet zijn. Er is behoefte aan minder specifieke voorschriften en meer algemene richtlijnen. Naarmate de technologie vordert, zullen toezichthouders de wetten moeten aanpassen om gelijke tred te houden met de veranderingen in de sector.

Gewoon beginnen
Ondanks alle uitdagingen is iedereen in de maritieme industrie het er inmiddels wel over eens dat digitalisering en automatisering in de scheepvaart, net als de introductie van de container, de manier van het transporteren en het laden en lossen van goederen permanent gaat veranderen. Slimme schepen worden een deel van de nieuwe toekomst. Maar om dit werkelijkheid te laten worden, zijn nog wel grote investeringen van scheepseigenaren, havenautoriteiten, aanbieders van havendiensten, infrastructuuraanbieders en terminals nodig. Er kan echter ook vooruitgang worden geboekt in kleine stappen. ‘Think big, start small’, dus.

De whitepaper geeft als advies stappen voor de digitale transformatie van de maritieme industrie. Het belangrijkste is om het potentieel van aankomende ontwikkelingen te herkennen en na te denken over hoe autonomie de rollen en operaties gaan veranderen. ‘Creëer een visie, begin te experimenteren, maar bovenal, breid de visie uit om samen te werken met andere partijen in het ecosysteem om waarde te genereren. Dit zal organisaties in staat stellen ten volle te profiteren van autonome schepen en hun positie in de snel evoluerende en uitdagende toekomst van de maritieme industrie te verzekeren.’

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

Toch geen kabelbaan over Maas bij Venlo

VENLO Er komt toch geen kabelbaan over de Maas bij Venlo. De gemeente Venlo en Fort van Venlo Vastgoed hebben twee jaar na de eerste plannen in gezamenlijk overleg besloten te stoppen met de ontwikkeling van het project Fort van Venlo op het kazerneterrein in Blerick. Door dit besluit is er ook geen noodzaak meer om de kabelbaan te realiseren.

De kabelbaan zou de bezoekers van het nieuwe KazerneKwartier aan de Blerickse kant van de Maas naar de binnenstad van Venlo brengen. Venlo koos voor de kabelbaan en niet voor een voetgangersbrug over de Maas vanwege de extra attractiewaarde. De gemeente hoopte er extra bezoekers mee naar Venlo te trekken. Grote voorbeeld was de kabelbaan bij de Duitse stad Koblenz. Die werd in 2010 gebouwd en heeft een capaciteit van 7600 personen per uur.

Ruim twee jaar geleden stemde de gemeenteraad van Venlo in met de kabelbaan over de Maas. Een minderheid bestaande uit SP, GroenLinks en LokaleDemocraten stemde tegen. Zij vonden de financiële risico’s te groot. In 2019 zou de kabelbaan klaar moeten zijn. Maar deze week constateerden de gemeente Venlo en Fort van Venlo Vastgoed dat er ‘onvoldoende perspectief is dat de beoogde gecombineerde ontwikkeling van leisure en markt commercieel succesvol zal zijn’. Ook werd geconstateerd dat het politieke en maatschappelijke draagvlak voor de aan het plan gekoppelde kabelbaan ‘bijzonder laag is geworden’.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

ECT doet toezegging over planning binnenschepen

ROTTERDAM Europe Container Terminals (ECT) gaat de planningscriteria voor binnenvaartschepen op haar terminals in de Rotterdamse haven op haar website plaatsen. ECT doet deze toezegging, nadat de Autoriteit Consument & Markt (ACM) na onderzoek mededingingsrisico’s had gesignaleerd.

Uit het onderzoek van de ACM kwam het beeld naar voren dat ECT bij het plannen van het laden en lossen van binnenvaartschepen soms gelijke gevallen niet gelijk zou behandelen. Daarnaast bleek dat het voor sommige binnenvaartschippers niet duidelijk was aan welke eisen zij moeten voldoen om prioriteit te krijgen binnen het planningssysteem van ECT.

De ACM heeft overigens geen overtreding vastgesteld, maar zag wel risico’s voor de mededinging. Met deze toezegging worden deze risico’s vermeden. De ACM stelt vast dat de toegezegde planningscriteria ‘objectief, redelijk, nondiscriminatoir en transparant zijn’. ‘De containerterminals zijn een belangrijke schakel in het logistieke netwerk van containervervoer. De capaciteit op de terminal is soms op piekmomenten schaars en moet daarom optimaal worden benut. Elke terminal maakt gebruik van een planning om de overslag zo snel en efficiënt mogelijk te laten plaatsvinden. De toezegging draagt bij aan een gelijk speelveld voor het containervervoer met een binnenvaartschip van en naar het achterland van de Rotterdamse haven.’

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

Binnenvaart groeit tot en met 2023 het minst

DEN HAAG Het binnenlandse goederenvervoer over water groeit tot en met 2023 het minste van alle modaliteiten. Dat is tenminste de verwachting die het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat doet in haar Kerncijfers Mobiliteitsbeleid 2018. In de afgelopen dertien jaar groeide de binnenvaart nog het meest.

Het aantal ladingtonkilometers van het wegvervoer stijgt in die periode met 1,9 procent per jaar het meest, gevolg door het spoor met 1,1 procent en de binnenvaart met 0,9 procent per jaar. De enige daler is het internationale vervoer van lading via de pijpleiding. Onder invloed van de energietransitie en de afbouw van de aardgaswinning wordt hiervoor een daling verwacht van gemiddeld 1,2 procent per jaar.
In de periode van 2005 tot en met 2017 groeide de binnenvaart nog het meeste. Het vervoer per binnenvaart steeg sinds 2005 met ruim 13 procent tot 49 miljard tonkilometer, het wegvervoer met een kleine drie procent tot 60,4 miljard tonkilometer en het spoor met 10 procent tot 6,5 miljard tonkilometer.
Het totale goederenvervoer in miljarden tonkilometers groeide in die periode met een kleine 7 procent tot een 130,8 miljard tonkilometer. De economische crisis zorgde ervoor dat het vervoer in 2010 daalde tot 118,6 miljard tonkilometer, maar vanaf 2013 begon het binnenlandse goederenvervoer zich weer te herstellen.

Hoogste ooit
Voor het totale binnenlands goederenvervoer verwacht het KiM tot en met 2023 een groei van gemiddeld 1,5 procent per jaar en voor het internationale vervoer een groei van gemiddeld 1,2 procent per jaar. Dit resulteert in een toename van 10 en 8 procent tussen 2017 en 2023. Vorig jaar groeide het totale goederenvervoer nog met 1,6 procent tot 1,95 miljard ton, dat was de hoogste waarde ooit. In dat jaar nam vooral het internationale vervoer toe.
Door de toename van de wereldhandel kan het intercontinentale vervoer over zee volgens het KiM tot en met 2023 met 9 procent stijgen. Vorig jaar steeg de totale overslag van goederen in de Nederlandse zeehavens van 607 naar 617 miljoen ton. Dit is in lijn met de langjarige trend. De overslag van containers in Rotterdam steeg in 2017 naar een nieuw record van 13,7 miljoen teu. In het achterlandvervoer van containers liet het zee-zeevervoer in 2017 een sterke groei zien tot 4,9 van dit totaal. Het aandeel van Rotterdam in de Hamburg-Le Havre range ligt daarmee boven de 31 procent. Omdat andere Europese havens het toch iets beter deden, daalde het aandeel van de Nederlandse zeehavens in de overslag in de Hamburg-Le Havre range wel licht, namelijk van 47,9 procent in 2016 naar 47,5 procent in 2017.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

Noodkreet emissie-eisen binnenvaartmotoren

DUISBURG De momenteel op de markt beschikbare en gecertificeerde motoren voor de binnenvaart mogen vanaf eind volgend jaar niet meer worden geïnstalleerd. Zelfs met extra geïnstalleerde filters en katalysatoren kunnen ze namelijk nog steeds niet voldoen aan de nieuwe Europese emissie-eisen. Maar een alternatief is er nog niet. De oplossing om dan maar truckmotoren te mariniseren, neemt het Bundesverband der Deutschen Binnenschifffahrt (BDB) niet serieus.

De nieuwe emissie-eisen van de zogenaamde NRMM-verordening worden aan het einde van dit jaar van kracht voor motoren met een vermogen van maximaal 300 kW. Voor de motoren vanaf een vermogen van 300 KW geldt dit een jaar later. Hoewel voor de eisen weliswaar werd aangesloten bij de Amerikaanse Tier 4-emissiestandaard, stelde de EU wel extra eisen aan de uitstoot van fijnstof. Eisen waaraan volgens het BDB de motorenfabrikanten nog steeds niet kunnen voldoen. ‘In tegenstelling tot de verwachtingen van de bureaucraten in Brussel, hebben de motorfabrikanten die actief zijn op deze gespecialiseerde markt tot dusverre geen passend alternatief kunnen bieden dat schippers zouden kunnen gebruiken om hun vloot te moderniseren.’ Volgens het BDB heeft het Duitse ministerie van transport dit inmiddels bevestigd. Ook zouden de bekende fabrikanten van binnenvaartmotoren op de grootste binnenvaartbeurs van Duitsland in Kalkar niets hebben kunnen vertellen over de beschikbaarheid van deze motoren. Toch blijven volgens het BDB ‘hooggeplaatste ambtenaren in Brussel het vertrouwen houden dat deze motoren op tijd ergens vandaan gaan komen’.

Euro VI
Om toch motoren te kunnen leveren die aan de Europese eisen voldoen, wordt nu gekeken naar het mariniseren van vrachtwagenmotoren (Euro VI) en andere ‘niet voor de weg bestemde’ motoren die zijn ontworpen voor het gebruik off-road. Deze motoren mogen echter volgens de regels van diezelfde EU maar een maximaal vermogen hebben van 560 kW.
BDB-voorzitter Martin Staats kwalificeert het gebruik van vrachtwagenmotoren als een dure oplossing waarvan de operationele betrouwbaarheid in de praktijk nog moet worden bewezen. ‘Vooral de Euro VI-motoren zijn uitgerust met allerlei technische finesses die niet zijn ontworpen voor het gebruik op schepen. Het gaat dan om de prestaties, de maximaal aantal bedrijfsuren en de permanente belasting. Binnenschepen hebben langere reistijden en zijn zelfs 24-uur in bedrijf. En dat vereist een motorvermogen van 1.500 kW, of soms zelfs meer. Koppelverbanden en duwstellen met zes duwbakken hebben bijvoorbeeld veel vermogen nodig. Binnenvaartschepen moeten kunnen vertrouwen op robuuste en in de praktijk beproefde motoren die zijn ontworpen voor gebruik aan boord. En hoeveel van deze Euro-VI motoren moet de binnenschipper in zijn machinekamer plaatsen om het vereiste motorvermogen te krijgen? In de meeste machinekamers is daar ook geen ruimte voor. Voor een aanzienlijk aantal binnenvaartschepen in Europa is het gebruik van deze motoren daarom geen alternatief. De wetgevende macht in Brussel moet daarom wakker worden en de regels veranderen. Men kan niet de vernieuwing van de vloot prediken en dit doel onmiddellijk om zeep helpen met onzinnige regels.’

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

Kamervragen over ‘kankerverwekkend ontgassen’ op de Waal

DEN HAAG De Partij voor de Dieren (PvdD) heeft Kamervragen gesteld over het bericht in de Gelderlander dat binnenvaarttankers op de Waal nog steeds elke dag ‘het zeer giftige benzeen de lucht inblazen’. Overigens kunnen de opgevoerde deskundigen in de krant, die spreekt van ‘ontgastoerisme’, deze bewering niet met harde cijfers onderbouwen.

De Kamerleden Frank Wassenberg en Christine Teunissen (beiden PvdD) willen van minister Cora van Nieuwenhuizen van Infrastructuur en Waterstaat en minister Kajsa Ollongren van Binnenlandse Zaken weten of het klopt dat binnenvaarttankers ieder jaar honderden keren het extreem giftige en kankerverwekkende benzeen in de provincie Gelderland lozen, ook langs bewoonde gebieden en dat de toegestane maximumnorm met een factor 200.000 wordt overschreden. Het kankerverwekkende benzeen zou kunnen leiden tot chromosomale afwijkingen. Een hoogleraar van de Rotterdamse Erasmus Universiteit kwalificeert in de Gelderlander het varend ontgassen mede daarom als ‘één van de grootste milieuproblemen van ons land’.

‘Rondje van Duitsland’
De binnenvaarttankers zouden in Gelderland ontgassen omdat dit in Duitsland verboden is en daar streng zou worden gehandhaafd Overigens verbood de provincie Gelderland ruim een jaar geleden ook al het varend ontgassen, maar in Gelderland zou hierop slecht worden gehandhaafd. De Kamerleden spreken zelfs van een nieuwe gedoogsituatie voor milieucriminaliteit, waardoor Gelderland bekend staat als ‘het Rondje van Duitsland waar je je luiken open kunt zetten’.  Ze willen dan ook van de ministers weten waarom de provincie wel regels instelt, maar dat er vervolgens onduidelijkheid is over wie er dient te handhaven. De Gelderse omgevingsdiensten zouden namelijk niet over de manschappen, de kennis of het materieel beschikken om de schepen te controleren. Ze vragen de ministers de provincie Gelderland hierop aan te spreken en vragen om maatregelen.
Volgens de Kamerleden toont de situatie op de Waal aan dat milieucriminaliteit een te groot probleem is voor lokale overheden. Ze vinden dan ook dat de regie voor het bestrijden van milieucriminaliteit bij het Rijk moet komen te liggen.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

 

Voorspellingen laag water verschillen fors

LANDSMEER De voorspellingen voor de waterstanden op de Duitse Rijn variëren sterk per gebruikt model. In de voorspellingen die worden gepubliceerd op de Duitse website Elwis.de en het Nederlandse vaarweginformatie.nl blijken momenteel grote verschillen in de voorspelling te zitten tussen de beide modellen.

CoVadem, dat met een ‘varend meetnet’ van schepen actuele vaarwaterdiepten in kaart brengt, constateerde de grote verschillen terwijl het voor de schippers met de huidige droogte extra belangrijk is om de toekomstige ontwikkeling van de waterstand goed in de gaten te kunnen houden. Maar de verschillende modellen kunnen dus tot verschillende voorspellingen leiden. ‘Helaas zijn er bij het bepalen van een goede verwachting diverse onzekerheden die door de verschillende modellen verschillend worden ingeschat. De ene keer ligt model A dichter bij de werkelijkheid, waar dat een andere keer model B is. Welke verwachting dichter bij de werkelijkheid zal liggen, is helaas op dit moment niet op voorhand te zeggen. Het Nederlandse model heeft als primair doel het goed voorspellen van de Nederlandse meetstations, en dus het goed voorspellen van hoeveel water Nederland binnenstroomt bij Lobith. Dit laatste is de reden dat het Duitse Rijnstroomgebied onderdeel is van het Nederlandse model. Bij de modelontwikkeling is verwachting bij de Duitse pegels dus niet het primaire doel.’

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

Overijssel komt met infoplatform voor varen op de Twentekanalen

ZWOLLE De provincie Overijssel gaat een informatieplatform maken waarmee schippers kunnen zien hoe lang hun reis over de Twentse kanalen gaat duren. Ook komt er een soort marktplaats waarmee schippers die met een leeg schip heen- of terugvaren, kunnen zien of ze vracht van een ander bedrijf mee kunnen nemen. Met deze ‘Blauwe Golf’ wil de provincie de Twentekanalen beter benutten en de inzet van de schepen efficiënter maken.

Om de concurrentiepositie van de scheepvaart ten opzichte van vrachtverkeer over de weg te versterken, werkt de provincie Overijssel aan dit grootschalige informatieplatform met de functies reistijdvoorspelling en marktplaats. Ook andere functies zoals informatie over de milieu-impact van vervoer over water versus vervoer over weg worden toegevoegd aan het platform.

Goed alternatief
Vervoer over water is volgens de provincie Overijssel een goed alternatief voor transport over de weg. ‘Het is minder vervuilend en zorgt voor minder vrachtverkeer en daarmee minder druk op de snelwegen. Maar op de Twentse kanalen wordt het steeds drukker. In de kanalen zitten sluizen en dat maakt in combinatie met de toegenomen drukte, dat de vaartijd voor schippers moeilijk in te schatten is.’

De investeringen voor het project worden geraamd op 365.000 euro waarvan circa 30% gefinancierd wordt door Europa (vanuit het CEF-programma). De cofinanciering wordt opgebracht door de provincie, Rijkswaterstaat en het Gemeenschappelijk Havenbedrijf Twente.

Marktconsultatie en aanbesteding
Om te komen tot een platform dat goed werkt en aansluit bij de vraag van de transportsector, heeft de provincie Overijssel een marktconsultatie gedaan. ICT-experts is gevraagd om mee te denken over de juiste vorm en proces om te komen tot een platform. Uit de marktconsultatie bleek dat de beoogde oplossing nog niet voorhanden is. Wel bleek dat meerdere partijen een goede deeloplossing hebben. Provincie Overijssel verwacht daarom dat de uitvraag kan rekenen op warme belangstelling van partijen die een platform willen ontwikkelen en van partijen die dit in samenwerkingsverband willen doen.

Voor de ontwikkeling van de ‘ICT oplossing informatieplatform Blauwe Golf Twentekanalen’ is de provincie Overijssel een Europese aanbesteding gestart. Deze is gepubliceerd op Negometrix. Geïnteresseerde bedrijven kunnen tot 15 november 2018 een offerte indienen.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

Aanvoer grondstoffen bouw via de Rijn dreigt droog te vallen

HOOFDDORP De Nederlandse bouwindustrie moet er rekening mee houden dat de continuïteit van het bouwproces op korte termijn ernstig in gevaar dreigt te komen nu de aanvoer van bouwgrondstoffen via de Rijn stagneert en het transport naar de losplaatsen in Nederland niet meer gegarandeerd kan worden. Dat meldt de Nederlandse Vereniging van Leveranciers van Bouwgrondstoffen (NVLB).

De waterstand op de Rijn daalt de komende dagen richting een kritieke grens, waarbij minder grind- en zandvaart de ondiepte bij Kaub en Maxau kan passeren. Hierdoor worden laadplaatsen aan de Rijn onbereikbaar. Ook de scheepvaart op de Ruhr, Neder-Rijn, Waal en de IJssel ondervindt grote hinder door de lage waterstand.

Schaarste
De aanvoer van bouwgrondstoffen via de Rijn, alsook via de IJssel kan volgens de NVLB de komende weken mogelijk geheel stil komen te vallen door de extreem lage waterstand op de Rijn.
Elwis.de, de databank van de Duitse vaarwegbeheerder WSV, voorspelt voor begin van volgende week een waterstand van 21 centimeter. Bij die waterstand of lager houdt het vrijwel op voor de grind- en zandvaart. De lange termijn vooruitzichten zijn, zeker met de winter op komst, erg onvoorspelbaar.
Door het lage water is ook nu al een schaarste aan vervoersruimte, omdat er meer schepen nodig zijn voor dezelfde hoeveelheid. Alternatieve aanvoer via het spoor en de weg zijn waar mogelijk al benut en kunnen door de beperkte beschikbaarheid van die transportmiddelen niet verder worden ingezet. (Foto Erik van Huizen)

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

Binnenvaart pleit voor meer steun uit Europa

WENEN De binnenvaartorganisaties EBU en ESO willen dat Europa met meer politieke en financiële steun komt voor de binnenvaart. Om het volledige potentieel van het vervoer over de binnenwateren ten volle te benutten is volgens de organisaties een ambitieus actieplan nodig, een opvolger van het eerdere actieplan NAIADES II.

Het doel van de EU is om het vervoer van lading over de weg tegen 2030 met 30% te hebben verlegd naar spoor en water. Tegen 2050 moet dat zijn opgelopen tot 50%. Daarvoor moet de binnenvaart worden omgevormd tot een synchro-modale partner in het achterland van zeehavens. Om dat te bereiken moet Europa wel met geld over de brug komen. De binnenvaartorganisaties overhandigden daarom deze week tijdens de binnenvaartconferentie in Wenen een verklaring aan de Oostenrijkse minister van vervoer Norbert Hofer en aan Désirée Oen als vertegenwoordiger van de Europese Commissie. Hofer is voorzitter van de Raad van ministers van Transport van de EU.

Aanzienlijke middelen
Secretaris-generaal Theresia Hacksteiner van de EBU was duidelijk. ‘De binnenvaart zet zich in om vooruitgang te boeken in de modernisering, het innoveren en het bijdragen aan een schonere, efficiëntere, veiligere en duurzamere industrie. De vorige NAIADES-actieplannen hebben geleid tot een groter bewustzijn van het potentieel van de binnenvaart en het is belangrijk om deze inspanningen voort te zetten door middel van een verhoogde politieke en financiële steun, samen met aanzienlijke middelen voor onderzoek en innovatie, de interne markt en het concurrentievermogen.’
Minister Hofer kondigde aan dat de verklaring deel gaat uitmaken van de conclusies van de Raad over de binnenvaart.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook