Alle berichten van Erik van Huizen

Steeds minder water door de Rijn

UTRECHT De binnenvaart moet in de toekomst rekening houden met meer en langere periodes van droogte. Uit onderzoek van de universiteit van Utrecht blijkt dat de gevolgen van de klimaatverandering in Nederland vooral merkbaar zullen zijn in de zomer. ‘En dit heeft ook impact op de binnenlandse scheepvaart’, meldt hydroloog en droogte-expert dr. ir. Niko Wanders van de Utrechtse Universiteit die analyseerde dat de afgelopen jaren in de zomermaanden steeds minder water door de Rijn stroomt.

De extreem lage waterstand zorgde de afgelopen tijd voor veel problemen in het vervoer van lading vanuit de zeehavens richting het achterland. En volgens Wanders krijgen we in Nederland in de toekomst meer last van dergelijke periode van droogte. ‘Onze modellen laten zien dat dit steeds normaler wordt.’
Uit onderzoek van de hydroloog en een internationaal team van onderzoekers bleek namelijk dat we door de opwarming van de aarde in Europa te maken krijgen met langere periodes van droogte, die een groter oppervlak bestrijken en meer impact hebben op de mens dan voorheen. Een wereldwijde temperatuurstijging van één tot drie graden kan volgens de onderzoekers een aanzienlijk effect hebben op uitdroging van de ondergrond door heel Europa. ‘Zelfs als we de temperatuurstijging kunnen terugdringen naar 1,5 graad, zoals bepaald is in het Parijse klimaatakkoord, zullen de periodes van droogte drie tot vier keer zo lang duren dan in het verleden.’

Mocht de temperatuur met gemiddeld drie graden gaat stijgen, dan komen de langere en grotere periodes van droogte ook nog eens tweemaal zoveel voor, droogte wordt dan in veel delen van Europa de normale gang van zaken. Een temperatuurstijging van drie graden betekent dan ook dat het grondwater 35 millimeter lager komt te staan, tot een diepte van twee meter. Dat betekent dat per vierkante kilometer land 35.000 kubieke meter minder water beschikbaar is.

Beter voorspellen
Inmiddels hebben we een droogte achter de rug die eens in de honderd jaar voorkomt. Het is sinds de metingen van de KNMI begonnen namelijk niet zo droog geweest. Naar aanleiding van deze aanhoudende droogte besloot Wanders opnieuw onderzoek te doen. Dat deed hij samen met wetenschappers uit Duitsland, de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk. Uit het onderzoek blijkt dat door gebruik te maken van nieuwe rekenmodellen in de toekomst al twee maanden van tevoren kan worden ingeschat of er meer of minder water door de Rijn gaat stromen. Hierdoor kunnen eerder maatregelen worden genomen tegen de gevolgen van droogte. ‘Voor de Rijn kunnen we betrouwbare voorspellingen doen met behulp van informatie uit Duitsland en Zwitserland’, vertelt Wanders. ‘Ook de temperatuur van de zee kunnen we hiervoor gebruiken, al is het moeilijk om het weer meer dan veertien dagen vooruit te voorspellen. Maar door te kijken hoeveel water er in de bodem zit en hoe warm de zee is, kunnen we inschatten of er meer of minder water door de Rijn gaat stromen in de komende maanden. We zien dat deze voorspellingen nu zo betrouwbaar zijn geworden dat we ook maatregelen kunnen nemen om de effecten van droogte te verminderen. De vraag is nu niet meer of we droogte kunnen voorspellen, maar hoe we gebruik gaan maken van deze voorspellingen. Alle beetjes helpen zodat we hopelijk in de toekomst minder last krijgen van droogte.’

Slecht voorbereid
Dat Nederland slecht is voorbereid op periodes van droogte, komt volgens Wanders vooral omdat de prioriteit in Nederland altijd heeft gelegen op het voorkomen van overstromingen. ‘En daar hebben we nu last van. Het IJsselmeer is een van onze belangrijkste waterreservoirs voor zoetwater. Met het waterpeil van het IJsselmeer kunnen we spelen, maar dat houden we traditiegetrouw vrij laag. Als we dat hoger hadden gehouden toen er genoeg water was, dan hadden we daar nu profijt van gehad. Hetzelfde geldt voor polders die we preventief onder water kunnen zetten, dat extra water zou ons nu geholpen helpen om de gevolgen van de droogte te beperken.’

Anticiperen
Wanders benadrukt nog wel dat de maatschappij kan anticiperen op de naderende droogte. ‘Het effect van klimaatopwarming kan met technische aanpassingen deels worden beperkt. Maar dat is kostbaar. Een waarschijnlijkere manier is om de klimaatdoelstelllingen uit het Parijse klimaatakkoord na te streven, om op die manier de verregaande gevolgen van droogte in Europa, en dus in Nederland, in te perken.’ (Illustratie Universiteit van Utrecht)

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

Verbod varend ontgassen Waal is niet aan de orde

DEN HAAG Alle ophef ten spijt, maar op de Waal geldt toch echt geen verbod op varend ontgassen van benzeen. Het provinciale verbod geldt alleen voor provinciale rivieren en kanalen, en niet voor Rijkswateren. Minister Cora van Nieuwenhuizen antwoordt dit op Kamervragen op het bericht dat ‘het extreem giftige en kankerverwekkende benzeen honderden keren per jaar illegaal in de provincie Gelderland wordt geloosd’. Er zou zelfs sprake zijn milieucriminaliteit.

Het uitstoten van ladingdampen in de atmosfeer door schepen in Nederland is alleen voor benzine (UN 1203) verboden. Rijkswaterstaat, de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT), de havendiensten en de politie handhaven hierop. Er worden volgens de minister weinig overtredingen geconstateerd. Voor het varend ontgassen van benzeen bestaat nog geen nationaal verbod. Op Rijkswateren is dit dus niet verboden. Voor de Rijkswateren Rijn, Lek en Waal is de Akte van Mannheim van toepassing waarvoor de minister het bevoegd gezag is. Nieuwe regels maken de lidstaten van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart (CCR) gezamenlijk, en dus niet de provincie. De provincies zijn verantwoordelijk voor de handhaving van hun eigen milieuregelgeving en zijn het bevoegde gezag voor activiteiten op provinciale vaarwateren. Er is dus ook geen sprake van een gedoogsituatie door de provincie op de Waal.

Geen aanwijzingen
In het artikel in dagblad De Gelderlander werd ook gesuggereerd dat bij het lozen van benzeen de toegestane maximumnorm met een factor 200.000 wordt overschreden. Maar de minister meldt dat het haar niet bekend is op welke wijze deze overschrijding is vastgesteld. ‘Het ontgassen door tankers is een geleidelijk proces. Om de concentraties relatief laag te laten zijn mag alleen varend worden ontgast.’ Ook de mening van de hoogleraar van de Erasmus Universiteit dat het varend ontgassen ‘één van de grootste milieuproblemen van ons land’ is, deelt de minister niet. ‘Het is mij niet duidelijk op basis van welke criteria hij deze bewering doet.’ Voor de bewering dat schepen speciaal uit Duitsland naar Nederland komen om te ontgassen, meldt de minister ook geen aanwijzingen te hebben.

Verbod in 2020
Van Nieuwenhuizen geeft wel aan zo snel mogelijk het varend ontgassen van alle gevaarlijke stoffen te willen verbieden. Daarvoor werd in juni 2017 al het Afvalstoffenverdrag gewijzigd. Volgens de minister hebben de provinciale ontgassingsverboden daarbij wel geholpen. ‘Door te wijzen op deze verboden kon Nederland hameren op de urgentie om te komen tot internationale regelgeving. Dit heeft de totstandkoming van de verdragswijziging bespoedigd.’
Na ratificatie en implementatie van deze verdragswijziging wordt het varend ontgassen niet alleen in Nederland verboden, maar ook in de vijf andere verdragsstaten. In Frankrijk geldt het verbod alleen op enkele waterwegen waaronder de Rijn. Daarmee wordt volgens de minister uiteindelijk 95% van alle ontgassingen voorkomen. De minister verwacht dat op zijn vroegst in 2020 de ontgassingsverboden in de lidstaten van het Scheepsafvalstoffenverdrag in werking treden.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

Gratis tanktijd bij MARIN voor Maritieme MKB’ers

WAGENINGEN MARIN biedt ook in 2019 weer gratis testtijd aan voor maritieme MKB’ers. Het aanbod is bedoeld voor MKB’ers die een nieuw maritiem concept willen onderzoeken: om te kijken of het werkt, om het te verbeteren of om het te demonstreren. Inschrijven kan tot en met 31 december 2018.

Het gaat om nieuwe ideeën en concepten, niet om optimalisatie van bestaande ontwerpen en ontwerptesten; daar zijn MARIN’s normale projecten en tarieven voor. De mogelijke projecten zijn divers: van drijvende windturbines en zonnepanelen tot grote vliegers voor het opwekken van windenergie.

Twee weken tanktijd
De nieuw geselecteerde projecten voor 2019 krijgen allemaal twee weken tanktijd (inclusief voorbereidingen en testtijd) in het MARIN Concept Basin of het MARIN Shallow Water Basin. Deze twee weken is inclusief een ervaren experimentator, die de systemen bedient en de klanten helpt bij het uitvoeren van de proeven. Ook inbegrepen is een voorbereidende dag voor inhoudelijk overleg met een ervaren MARIN Project Manager en een MARIN Project Engineer. Met elkaar bespreken ze het concept, de beste aanpak van de proeven en de benodigde ondersteuning door MARIN. Het totale aanbod van MARIN is ruwweg 40.000 euro waard per project. Klanten kunnen hun eigen modellen meenemen en zelf meewerken bij de proefuitvoering. MARIN kan de modellen natuurlijk ook maken, en zal daarvoor dan kosten in rekening brengen. Datzelfde geldt voor analyses en rapportage door MARIN. Ervaring uit voorgaande jaren leert dat deelnemers zelf nog zo’n 20.000 tot 30.000 euro investeren in deze proeven. MARIN’s aanbod voor gratis testtijd helpt de MKB-klant om deze belangrijke stap in de verdere ontwikkeling van hun concept makkelijker te maken.

Vertrouwelijk
Alles gebeurt confidentieel en de kennis die wordt opgedaan tijdens de proeven is geheel van de MKB’er zelf. Het MARIN-aanbod is ook geen overheidssubsidie. MARIN ziet het als haar bijdrage aan Nederlandse maritieme innovatie.
MARIN heeft moderne faciliteiten en is het grootste onafhankelijke maritieme testinstituut in de wereld. MARIN werkt voor grote reders, werven en energiemaatschappijen. De faciliteiten en ervaring wil MARIN graag inzetten om Nederlandse maritieme MKB’ers vooruit te helpen. (Foto MARIN)

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

Goedkoper bellen

BRUSSEL Bellen naar andere EU-landen wordt binnenkort goedkoper. Vanaf 15 mei 2019 mogen telecombedrijven niet meer dan 19 cent berekenen voor oproepen tussen EU-landen, tekstberichten (SMS) mogen maximaal 6 cent per stuk kosten.

Over de maximumtarieven werd binnen de Europese Unie in juni van dit jaar al een akkoord bereikt, maar woensdag 14 november stemde een meerderheid van het Europees Parlement hier ook voor. En de telecommunicatie wordt niet alleen goedkoper, maar ook sneller. Zo bevat het pakket ook maatregelen zodat in Europese steden tegen 2020 het nieuwe 5G netwerk beschikbaar is. Ook moeten alle Europese landen verplicht met een 112-waarschuwingssysteem komen om burgers via sms te waarschuwen in het geval van dreigende grote noodsituaties en rampen, zoals een terroristische aanslag of een natuurramp.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

Motoren en kaaisjouwers op ledenvergadering

ARNHEM Hoe staat het met het aanbod van motoren voor de binnenvaart die voldoen aan de nieuwe strenge Europese emissie-eisen Stage V en wie waren toch die kaaisjouwers die aan de Nijmeegse Waalkade de lading van boord van de schepen haalden? De leden die onlangs op de jaarlijkse ledenvergadering van Aqualink waren, kregen daar zo goed mogelijk antwoord op.

De leden van Aqualink waren te gast bij Misti in Arnhem, waar Jan Fransen ze ontving. Khalid Tachi was als directeur van het Expertise- en InnovatieCentrum Binnenvaart (EICB) naar Arnhem gekomen om de leden voor te lichten over de komende strengere eisen voor de motoren in de binnenvaart. Zo moet volgens Tachi de uitstoot van NOx en fijnstof met 80% worden verminderd. Voor de grotere vermogens moet het fijnstof zelfs met 97% worden verminderd in vergelijking met CCR I motoren. Ook geldt een limiet aan het aantal deeltjes roet.
De nieuwe eisen gelden overigens alleen voor nieuwe motoren, bestaande binnenvaartmotoren kunnen tot in het oneindige worden gereviseerd. Maar Tachi hoopt niet dat de binnenvaart nu nog massaal CCR II motoren gaat plaatsen. ‘Want dan raken we als binnenvaart echt op achterstand in vergelijking met het wegtransport.’

Greendeal
In de Greendeal waarover de brancheorganisaties in de binnenvaart nu in overleg zijn met de overheid, ligt de focus volgens Tachi op een aantal zaken. Het gaat hierbij om het bijmengen van biobrandstof, dit is volgens Tachi vergelijkbaar met het gebruik van GTL. Alleen wordt GTL gemaakt van aardgas en HVO uit biomassa. Het gebruik van biobrandstoffen verminderd de uitstoot direct en is makkelijk te implementeren. Verder moet worden gekeken hoe de bestaande vloot aan de nieuwe eisen kan voldoen en moet een financieringsinstrument worden opgezet. Voor de hele Europese binnenvaart zouden de kosten voor de vergroening een kleine vier miljard euro bedragen en dat kan de sector niet allemaal zelf betalen. Ook moet worden gekeken naar alternatieven zoals batterijen en waterstof.

Certificering
Een van de mogelijkheden om te kunnen voldoen aan de nieuwe eisen is het plaatsen van Euro VI truckmotoren. Maar deze moeten dan wel eerst geschikt worden gemaakt voor het gebruik aan boord van een binnenvaartschip, het mariniseren. Een van de uitdagingen na het mariniseren blijft echter de certificering van de motor. Hetzelfde geldt voor het mariniseren van Non Road Engines (NRE), motoren uit bijvoorbeeld graafmachines. Ook bij het gebruik van nabehandelingstechnieken voor bestaande motoren blijft de certificering volgens de nieuwe Stage V normen een probleem. Hetzelfde geldt voor LNG. Voor het gebruik van methanol in de binnenvaart is de kennis volgens Tachi nog te gering, wat ook geldt voor waterstof en batterijen.

Kaaisjouwers
De Nijmeegse schrijver Frank Antonie van Alphen gooide het met zijn verhaal over de Nijmeegse kaaisjouwers over een hele andere boeg. De 20 tot 30 kaaisjouwers die in Nijmegen actief waren ‘sjouwden’ de lading uit de binnenvaartschepen de Waalkade op. Vaak gebeurde dat met zakken steenkool die 50 tot 80 kilo wogen. Omdat de handelaren vaak te beroerd waren om paard en wagen in te zetten, sjouwden ze hiermee vaak ook nog eens drie kwartier door de stad. Het werk was zo zwaar, dat de kaaisjouwers niet ouder werden dan een jaar of 40. De arme kaaisjouwers brachten Nijmegen welvaart, maar bleven onbekend, er werd zelfs op ze neergekeken…

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

Klasse Vb schepen pas in 2023 over ruimere Maasroute

DEN HAAG De verruiming van de Maasroute is vertraagd, hierdoor is de vaarweg op zijn vroegst pas eind 2023 geschikt voor Klasse Vb schepen, vijf jaar later dan gepland. Oorzaak is de onvoorziene grondwaterstijging in het Julianakanaal. Rijkswaterstaat wist er met de aannemer niet uit te komen, waardoor het werk opnieuw Europees moet worden aanbesteed.

In eerste instantie zou de Maasroute al een het einde van dit jaar worden opengesteld voor de grotere schepen. Maar minister Cora van Nieuwenhuizen meldde vorig jaar al dat de verruiming vanwege de onvoorziene grondwaterstijging in ieder geval werd vertraagd tot eind 2020. De aannemer heeft vervolgens gezocht naar de oorzaken die zorgden voor de vernatting van de omgeving. Hij probeerde een oplossing voor het probleem te vinden en te bepalen wat de consequenties hiervan zijn voor de uitvoering van de werkzaamheden. De vertraging liep hiermee gedurende dit jaar verder op.

‘Met grote spijt’
Minister Van Nieuwenhuizen meldt nu dat de openstelling voor Klasse Vb schepen nog verder moet worden uitgesteld, minstens tot eind 2023. ‘Rijkswaterstaat heeft gedurende ruim een jaar alles op alles gezet om de samenwerking met de marktpartij aan wie dit werk is opgedragen te kunnen continueren. Het is echter gebleken dat de samenwerking met deze marktpartij in dit contract, ondanks de vele inspanningen, niet tot afronding van de werkzaamheden gaat leiden. Daarom heeft Rijkswaterstaat tot haar grote spijt het besluit moeten nemen om de resterende werkzaamheden, voor rekening en risico van de betreffende marktpartij, aan derden op te dragen om afronding van het werk te bereiken. Conform de Europese regels voor aanbesteding van werken moeten de resterende werkzaamheden opnieuw worden aanbesteed. Dit leidt tot deze vertraging.’

Passervakken
Met de verruiming wordt de Maasroute volgens Rijkswaterstaat geschikt voor schepen van 190 meter lang, 11,4 meter breed en 3,5 meter diep, de tweebaksduwvaart. Hiervoor moet de Maas worden verdiept, bochten worden verruimd, de bruggen worden verhoogd en het Julianakanaal worden verbreed. Het verruimen van het Julianakanaal bestaat uit verschillende deelprojecten. Zo worden ter hoogte van Kasteel Elsloo en ter hoogte van Itteren passeervakken aangelegd. Deze één kilometer lange passervakken zorgen ervoor dat de Vb-schepen en andere scheepvaart elkaar veilig kunnen passeren. Ook wordt het Julianakanaal op bepaalde plekken verbreed.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

 

Politiek moet bezuinigingen binnenvaart terugdraaien

DEN HAAG Om de binnenvaart beter te faciliteren zijn extra investeringen in bediening van sluizen en bruggen noodzakelijk. Verladersorganisatie evofenedex en de brancheverenigingen Koninklijke BLN-Schuttevaer, CBRB en de ASV verzoeken de Tweede Kamer daarom bij het begrotingsdebat Infrastructuur en Waterstaat extra budget vrij te maken voor betere bediening.

Betrouwbare en efficiënte bediening van binnenvaart is cruciaal om de sector aantrekkelijker te maken voor bedrijven, maar de forse bezuinigingen van de afgelopen jaren eisen hun tol eisen. Op verschillende plaatsen loopt Rijkwaterstaat tegen de grenzen van haar capaciteit aan. Hoewel de inzet van Rijkswaterstaat groot is, kampt de organisatie met onvoldoende personeel om het netwerk soepel draaiend te houden. Er is sprake van personele onderbezetting op verkeersposten, bruggen en sluizen.

Problemen merkbaar
De problemen zijn in het hele land merkbaar, zelfs op zeer drukke corridors. Zo loopt de binnenvaart bij de Kreekraksluizen in Zeeland tegen problemen aan. De sluizen worden door camera’s op afstand bediend maar bij slecht zicht en/of harde wind wordt er niet meer bediend. Hetzelfde geldt voor de Volkeraksluizen en de sluizen bij Hansweert, waar bij slecht weer de bediening helemaal stil komt te liggen. Op de Hollandsche IJssel is de aanmeldprocedure van de Algerabrug onvoldoende afgestemd. Containerschepen die vanuit Rotterdam naar Alphen aan den Rijn varen, moeten vier uur van te voren een opening bestellen bij de Algerabrug. Dit is langer dan de benodigde vaartijd naar de betreffende terminals.

De binnenvaartsector en handels- en productiebedrijven zien graag dat de Tweede Kamer extra budget vrijmaakt voor de bediening. Hiermee kan Rijkswaterstaat de bediening verbeteren en extra personeel inzetten tijdens drukke periodes of wanneer bediening op afstand niet mogelijk is. De Tweede Kamer debatteert morgen over de begroting voor Infrastructuur en Waterstaat.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

BLN draagt Dominic Schrijer voor als nieuwe voorzitter

ROTTERDAM Het Algemeen bestuur van Koninklijke BLN-Schuttevaer heeft Dominic Schrijer voorgedragen als nieuwe voorzitter. Schrijers kandidatuur volgt op een proces waarin een commissie op zoek ging naar het ‘schaap met vijf poten’ als opvolger van vertrekkend voorzitter Roland Kortenhorst die eerder dit jaar had aangegeven zich niet herkiesbaar te stellen.

De voordacht van Dominic Schrijer als nieuwe voorzitter past in het streven van Koninklijke BLN-Schuttevaer om het bestuur van de vereniging te versterken met brede maatschappelijke en bestuurlijke ervaring. ‘Dominic Schrijer past naadloos in het profiel vanwege onder andere zijn uitgebreide bestuurlijke ervaring, zijn netwerk en een succesvol track record als het gaat om het verenigen van mensen en partijen met een grote diversiteit aan belangen. Zijn affiniteit met de binnenvaartsector was daarnaast een pre.’

Schrijer is verheugd over zijn kandidatuur. ‘De binnenvaart is een prachtige sector met enorm veel potentie. Ik kijk ernaar uit om mijn kennis en ervaring in te zetten om een daadkrachtige bijdrage te leveren aan belangrijke thema’s als het creëren van een aantrekkelijke arbeidsmarkt, het maken van een serieuze vergroeningsslag en het bouwen aan een imago dat de sector verdient.’

Stemmen
Het Algemeen Bestuur van BLN-Schuttevaer, dat bestaat uit afgevaardigden uit alle ledengroepen die de branchevereniging rijk is, heeft met enthousiasme ingestemd met het advies van de commissie om Schrijer voor te stellen aan de leden.

De voordacht van Schrijer wordt tijdens de Algemene Ledenvergadering (ALV) van 16 november aan de leden voorgelegd. Bij een meerderheid aan positieve stemmen van de aanwezige stemgerechtigde leden gaat Schrijer, nu nog burgemeester van Zwijndrecht, vanaf 1 februari 2019 aan de slag in zijn nieuwe functie.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

RWS mag binnenvaart bij extreem weer niet stilleggen

DEN HAAG Minister Cora van Nieuwenhuizen van Infrastructuur en Waterstaat is niet van plan om Rijkswaterstaat als vaarwegbeheerder de wettelijke bevoegdheid te geven om bij extreme weersomstandigheden, de binnenvaart plaatselijk, geheel of gedeeltelijk, stil te leggen. De minister reageert hiermee op een van de aanbevelingen van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) naar aanleiding van de aanvaring met de stuw van Grave. Ook ziet de minister niets in een ‘zwarte doos’ aan boord van binnenvaartschepen die gevaarlijke stoffen vervoeren.

Volgens de minister gaat de regelgeving er vanuit dat de verantwoordelijkheid voor de veiligheid aan boord te allen tijde bij de schipper ligt. ‘De vaarwegbeheerder heeft weliswaar op grond van de Scheepvaartverkeerswet de bevoegdheid om aanwijzingen aan individuele schippers te geven, maar maakt daar, juist omwille van die verantwoordelijkheidsverdeling, zeer terughoudend gebruik van. Een algemene aanwijzing van de vaarwegbeheerder, zoals de OVV voorstelt, zou dit uitgangspunt doorbreken en daarmee ongewenste onduidelijkheid over verantwoordelijkheden creëren. Daarnaast zou een dergelijk verbod ook praktische problemen met zich meebrengen. Zo kunnen weersomstandigheden als mist lokaal soms sterk verschillen, waardoor het lastig is om het gebied en de duur van het verbod adequaat te bepalen. Tot slot is het de vraag, wat verstaan moet worden onder extreme omstandigheden en of dit voor ieder schip gelijk is.’

To a Sustainable Crewing System
Aan andere aanbeveling van de OVV was om het ongeval bij Grave te betrekken bij het onderzoek naar de taakbelasting van bemanningsleden in de binnenvaart, dat in EU-verband plaatsvindt. De Onderzoeksraad vond dat in het onderzoek ook moet worden gekeken naar het langdurig navigeren in omstandigheden van mist of slecht zicht, wat volgens de OVV ‘de taakuitoefening van de roerganger nadelig kan beïnvloeden’. De OVV vroeg zich welke gevolgen dit dient te hebben voor de huidige arbeids- en rusttijden van bemanningsleden in de binnenvaart en de eisen die gesteld worden aan andere bemanningsleden dan de schipper voor de besturing van het schip.

Volgens minister Van Nieuwenhuizen is in het onderzoek dat momenteel plaatsvindt naar de taakbelasting van bemanningsleden in de binnenvaart TASCS (To a Sustainable Crewing System) het weer en de vaarcondities, maar ook andere parameters, onderdeel van de observaties en de analyses. Dit heeft ook betrekking op het navigeren bij mist of slecht zicht, en de navigatie op radar. ‘De planning is dat de resultaten van TASCS in december 2018 worden gepresenteerd. Op basis daarvan zal ik, in overleg met vertegenwoordigers van de EU-binnenvaartbranche en van de betrokken EU-lidstaten, bezien of er wijzigingen nodig zijn van de huidige arbeids- en rusttijden van bemanningsleden in de binnenvaart en de eisen die gesteld worden aan andere bemanningseden dan de schipper voor de besturing van het schip.’
Mochten de resultaten van TASCS niet voldoende handvatten bieden om een en ander te beoordelen, dan gaat de minister in overleg met de EU-binnenvaartbranche en de betrokken EU-lidstaten na of nader onderzoek nodig is.

Geen zwarte doos
De OVV vroeg de minister ook om het initiatief te nemen om bindende afspraken te maken met de binnenvaart- en chemiesector over de omstandigheden waaronder wel of niet wordt doorgevaren met gevaarlijke stoffen op de binnenwateren en over contact met de verlader in geval van incidenten of andere bijzondere omstandigheden. De OVV adviseerde ook schepen die gevaarlijke stoffen vervoeren over de binnenwateren uit te rusten met een registratiesysteem dat handelingen en gesprekken in het stuurhuis vastlegt, een zogenoemde Voyage Data Recorder.

De minister meldt dat inmiddels vanuit het ministerie van I en W het initiatief is genomen om afspraken te maken met de binnenvaart- en chemiesector. ‘Ten aanzien van de omstandigheden waaronder wel of niet wordt doorgevaren met gevaarlijke stoffen op de binnenwateren en over contact met de verlader in geval van incidenten of andere bijzondere omstandigheden wil ik bindende afspraken met de betrokken sectoren maken. De minister wijst er hierbij wel op een eventueel te nemen maatregel niet mag leiden tot hinder of problemen voor andere EU-landen.

De aanbeveling om schepen die gevaarlijke stoffen vervoeren uit te rusten met een voyage data recorder neem de minister niet over. ‘Preventieve maatregelen zoals bijvoorbeeld het verplicht dubbelwandig zijn van tankers en de toepassing van explosievrije materialen in de ladingzone hebben mijn voorkeur. Dit sluit ook aan bij de internationale inzet. Een voyage data recorder kan niet als zodanig worden beschouwd omdat de waarde van vastgelegde gesprekken en handelingen pas blijkt in onderzoek dat plaatsvindt na een ongeval. Daar komt bij dat gesprekken in het stuurhuis van een binnenschip van een andere aard zijn dan gesprekken in de cockpit van een vliegtuig. Een vliegtuig wordt door twee personen bestuurd. Daarom is hun onderlinge mondelinge communicatie een essentieel onderdeel van hun taak. Een binnenschip wordt door één persoon bestuurd. Communicatie met anderen in het stuurhuis is geen essentieel onderdeel van de taak van de schipper. Er ontstaat dan ook snel spanning in verband met de privacy van de bewoners van het schip.’

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

 

Franssen Groep verhuisd

BENEDEN-LEEUWEN De Franssen Groep is verhuisd van Druten naar Beneden-Leeuwen. In een oude meubelfabriek heeft het bedrijf nu de beschikking over ruim 15.000 vierkante meter, dat is meer dan drie keer zoveel als in het oude pand in Druten. ‘Ik ga hier de komende 20 jaar niet meer weg’, zegt directeur en eigenaar Remon Franssen dan ook.

In het pand in Druten kon de Franssen Groep , dat bestaat uit een bedrijf in isolatie en een steigerbouwbedrijf, niet meer uitbreiden. En dat terwijl er steeds meer werk komt. Ook in de scheepvaart. ‘Nu zijn we met de steigerbouw nog voornamelijk actief in de bouw en industrie, bijvoorbeeld voor grote opslagtanks, maar ik zie ook wel een markt in de scheepsbouw. Daar wordt nog wel eens onveilig gewerkt. Ik denk dat dit in de toekomst door strengere regels wel gaat veranderen. Ik verwacht dus dat dit een belangrijke groeimarkt voor ons kan zijn.’

120 kilometer leiding
Maar ook in de isolatie krijgt de Franssen Groep steeds meer werk. En met het ruimere pand kunnen nu ook grotere opdrachten worden aangenomen. Zo is het bedrijf inmiddels aan het werk bij de bouwer van superjachten Oceanco en op de Meyer Werf in Papenburg. Op de Duitse werf heeft Franssen nu de opdracht om het leidingwerk van een cruiseschip van 250 meter te isoleren. ‘Het gaat op zo’n schip dan toch al gauw om zo’n 120 kilometer aan leidingen. Medio 2019 moet het schip klaar zijn. Als het van beide kanten goed is bevallen, dan gaan we ook met een tweede en derde schip bezig.’

De trend in isolatie is volgens Franssen toch wel het gebruik van lichtere materialen. Vooral in de jachtbouw. ‘De binnenvaart vind deze materialen vaak nog te duur en daarom worden daar meestal traditionele materialen gebruikt, zoals steenwol. We verkopen de lichtere isolatie dan ook vooral aan de jachtbouw. Het neemt niet alleen minder ruimte in beslag, maar zorgt ook nog eens voor een lager brandstofverbruik.’

Op zoek
Inmiddels heeft Franssen 120 man aan het werk, 85 voor het isoleren en 35 in de steigerbouw. En vaklui kan het bedrijf altijd gebruiken. ‘We zijn onder meer op zoek naar plaatwerkers en isoleerders. Dat is wel een vak apart, dus meestal laten we jonge mensen meelopen en leiden we ze zelf op.’

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook