Alle berichten van Erik van Huizen

Onverwacht sterkere stroming op Maas

UTRECHT De forse neerslag die 22 juni 2023 voorspeld wordt in België kan 24 uur lang leiden tot een onverwacht sterke stroming van de Maas. Rijkswaterstaat waarschuwt met name de recreatievaart in Limburg daar extra alert op te zijn en de actuele afvoer van de Maas en de weersomstandigheden goed in de gaten te houden.

Op 22 juni trekt er een actieve storing over het stroomgebied van de Maas. Met name in België wordt in korte tijd een flinke hoeveelheid neerslag verwacht. Er zijn nog veel onzekerheden, maar de afvoer van de Maas kan daardoor de komende 24 uur in relatief korte tijd snel stijgen. Daardoor wordt de stroming op de Maas veel sterker dan de afgelopen weken het geval was. Er wordt geen extreem hoogwater verwacht.

De verwachte afvoer is niet alarmerend, maar vraagt wel om extra alertheid. Ook is er kans dat uiterwaarden deels onderlopen, onder meer bij Roermond waar de stuw door werkzaamheden niet maximaal kan worden ingezet. Rijkswaterstaat houdt de situatie nauwlettend in de gaten en neemt waar nodig preventief maatregelen. (Foto RWS)

Start aanleg nieuw terrein op Maasvlakte 2

ROTTERDAM Havenbedrijf Rotterdam heeft een contract getekend met Boskalis voor de aanleg van circa 40 hectare nieuw terrein in de noordwesthoek van de Prinses Alexiahaven. Het terrein is eind 2023 gereed.

Naast het aanleggen van het terrein legt Boskalis ook twee zanddammen aan. Achter deze zanddammen kan zand dat de komende jaren vrijkomt bij het verdiepen van havenbassins, worden gestort en hergebruikt om zo op een efficiënte manier nieuw terrein aan te leggen.

Veel vraag
Door de energietransitie is er veel vraag naar terreinen in het havengebied. Het aantal uitgeefbare terreinen in het bestaande havengebied wordt echter schaarser en daarom start het havenbedrijf nu met de aanleg van nieuwe terreinen op Maasvlakte 2. Voor deze nieuwe terreinen bestaat inmiddels concrete belangstelling.

De aanleg van nieuwe terreinen loopt altijd een aantal jaar voor op de vestiging van de bedrijven. Die tijd is nodig om de terreinen aan te leggen en te laten inklinken. Daarnaast moeten ook nieuwe wegen en andere infrastructuur, zoals nutsvoorzieningen en transportleidingen naar deze terreinen worden aangelegd.
Zanddammen

Hergebruik
Binnenkort zal aannemerscombinatie HBV (HOCHTIEF, Ballast Nedam en Van Oord) starten met het verdiepen van de Prinses Amaliahaven. Het vrijkomende goede zand zal in de Prinses Alexiahaven worden gebruikt voor de aanleg van nieuwe terreinen, waarvoor ook weer zanddammen worden gemaakt. Opgebaggerd materiaal dat niet geschikt is voor het maken van nieuwe terreinen wordt naar zee gebracht. Op de terugweg nemen de baggerschepen vervolgens zand mee. Door hergebruik van zand en het voorkomen dat baggerschepen leeg varen, beperkt het havenbedrijf de milieukosten van de aanleg van nieuwe terreinen. Op deze manier wordt in de loop van dit jaar en volgend jaar al circa 45 hectare terrein aangelegd in de zuidoosthoek van de Alexiahaven. (Foto Jerry Lampen)

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

PortLiner bouwt twee 135 meter schepen met flowbatterij

HUISSEN PortLiner gaat twee elektrische aangedreven schepen laten bouwen die varen op flowbatterijen. Om de schepen te kunnen voorzien van energie, gaat PortLiner een zogenoemd E-storage ponton bouwen. Dit drijvende bunkerstation heeft een capaciteit voor 40 schepen die varen met flowbatterijen.

Al in september 2019 maakte Van Meegen bekend dat de elektrische schepen van PortLiner de flowbatterij zouden krijgen. Het eerste schip zou in 2020 in de vaart komen. De overige schepen zouden worden gebouwd op de werf van Gelria in Millingen aan de Rijn (Shipyard Millingen). Dat kwam er echter niet van. Volgens Van Meegen is de afgelopen drie jaar hard gewerkt ‘aan een totale infrastructuur’. ‘Daar zijn verschillende instellingen bij betrokken. Wat betreft de vergunning, daar hebben we bijna twee jaar over gedaan.’

1.500 KW
De twee schepen die PortLiner nu onder classificatie van Lloyds gaat laten bouwen, worden 135 lang en 14,50 meter breed. De diepgang bedraagt 3,75 meter. In vijf lagen kan het schip 429 teu meenemen. Op de eerste laag kan 73 teu, op de tweede 75, op de derde en vierde 93 teu en op de vijfde laag 95 teu.
De elektrische voortstuwing bestaat uit drie E-thrusters van 500 KW elk en twee boegschroeven van elk 420 KW. De PortLiners krijgen zo leeg een maximale snelheid van 23 kilometer per uur, bij zestig procent belading loopt de snelheid terug naar 18 kilometer per uur.
Voor de energievoorziening krijgen de schepen flowbatterijen van de Oostenrijkse fabrikant Cellcube-Enerox.

32 uur varen
Dat de schepen op flowbatterijen gaan varen is volgens Van Meegen een primeur in de scheepvaart. Bij flowbatterijen wordt de energie (elektriciteit) opgeslagen in elektrolyt. Aan boord van het schip wordt positief en negatief elektrolyt langs de stack (conversiecellen) gevoerd. Hierdoor kan elektriciteit worden opgenomen en afgegeven. Het elektrolyt is een vaste hoeveelheid die steeds hergebruikt kan worden. Zo kan na gebruik het lege (ontladen) elektrolyt op het oplaad- en opslagponton worden omgewisseld. Het omwisselen van het elektrolyt duurt een uur.
De flowbatterijen op de PortLiner schepen krijgen een capaciteit van 10.000 KWh. Dat moet genoeg zijn om de schepen 32 uur te kunnen varen.

Onbekend
Hoewel de tekeningen van de nieuwe schepen volgens PortLiner inmiddels op de werven liggen, wil Van Meegen nog niet zeggen waar de schepen met de flowbatterij precies gebouwd gaan worden. ‘In ieder geval in Zuid-Holland’, geeft Van Meegen aan. Wanneer de schepen in de vaart moeten komen, wil Van Meegen eveneens niet kwijt.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

Minister verdubbelt subsidie modal shift

DEN HAAG Vanwege de vele subsidieaanvragen voor het verplaatsen van lading van de weg naar water of spoor heeft Minister Harbers besloten om het bestaande subsidieplafond 2023 van de modal shift regeling te verdubbelen naar 15 miljoen euro. Aanvullend wordt dit jaar een tweede Europese aanbesteding voor barge lijndiensten gepubliceerd met als doel EUR 2,5 miljoen extra te kunnen besteden aan het vergroten van het aanbod van vervoer over het water.

De ‘Modal Shift’-regeling is opgezet om de verplaatsing van het goederenvervoer van de weg naar de binnenvaart of het spoor te versterken. Modal shift is de term voor verandering van vervoerwijze, bijvoorbeeld van vervoer over de weg naar vervoer per spoor of per schip. Met de modal shift regeling kiest het kabinet voor het stimuleren van de verplaatsing van doorgaand goederenvervoer van de weg naar de binnenvaart en het spoor. Dat doet het kabinet, met het oog op de grootschalige vervangings- en renovatieopgave van Rijkswaterstaat, om de weg te ontlasten en verkeersopstopping op de belangrijkste doorgaansroutes voor het goederenvervoer terug te dringen en daarmee bij te dragen aan vergroening van het vrachtvervoer.

Bereikbaarheid en veiligheid
De regeling draagt bij aan het bereikbaar houden van steden en industriehaven-complexen in de Randstad. Door het verruimen van de mogelijkheden door aanbesteding van nieuwe lijndiensten in de binnenvaart en het stimuleren van de keuze om vrachten via de binnenvaart en het spoor te vervoeren door een subsidieregeling. De druk op het wegennet neemt daardoor af en de verkeersveiligheid neemt toe. Het doel van de modal shift regeling is expliciet om additionele lading van de weg af te halen, niet om een verschuiving binnen de reeds bestaande stroom over water of spoor te realiseren.

Grootschalige opgave
Naast het ontlasten van de weg en het verminderen van verkeersopstopping, is vervoer van goederen via water en spoor in plaats van de weg ook belangrijk vanwege de grootschalige vervangings- en renovatieopgave van Rijkswaterstaat. Daardoor neemt de druk op het wegennet fors toe. Rijkswaterstaat vervangt of renoveert de komende jaren meer dan 100 bruggen, tunnels, sluizen en viaducten. Met dagelijks meer dan duizend vrachtwagens minder op de weg, neemt die druk op het wegennet af en neemt de verkeersveiligheid toe.

A0-emissielabel voor H2 BARGE 1

ROTTERDAM Minister van Infrastructuur en Waterstaat Mark Harbers heeft donderdag het eerste A0-emissielabel uitgereikt aan een binnenvaartschip dat op waterstof vaart. Het bedrijf Future Proof Shipping (FPS) liet het schip de Maas, dat op diesel voer, ombouwen tot een schip met een waterstofvoortstuwing, de H2 BARGE 1.

Het schip maakte donderdag zijn eerste reis, van Alblasserdam naar Rotterdam. De komende jaren wordt het gecharterd door Nike, dat wekelijks honderden containers klimaatneutraal en emissieloos gaat vervoeren tussen Rotterdam en Meerhout.

Ontheffing
In brandstofcellen aan boord van de H2 BARGE 1 wordt waterstof omgezet in elektriciteit. Naast de brandstofcellen heeft het schip ook accu’s aan boord. FPS heeft vorig jaar nog twee schepen gekocht, die worden omgebouwd tot waterstofschepen.

Regels voor varen op waterstof zijn er nog niet, daarom heeft de H2 BARGE 1 een ontheffing gekregen om de komende vijf jaar te kunnen varen. Het doel is om in 2026 de regels voor varen op waterstof rond te hebben.

Mijlpaal
‘Het is mij een waar genoegen om vandaag het eerste A0-emissielabel uit te reiken’, zei minister Mark Harbers. ‘Dat de H2 BARGE 1 vandaag zijn maiden voyage heeft gehad, is een absolute mijlpaal voor de binnenvaart. Ons doel is om in 2030 ten minste 150 emissieloze binnenvaartschepen te hebben, en in die opgave zijn alternatieve brandstoffen, zoals waterstof, onmisbaar. Ik wil de eigenaar van dit bijzondere schip, Future Proof Shipping, dan ook feliciteren met deze primeur.’

Convenant
Het emissielabel voor binnenvaartschepen is ontwikkeld door het Ministerie van IenW en het Expertise en Innovatie Centrum Binnenvaart. Schippers kunnen hiermee laten zien hoe goed ze presteren op CO2-uitstoot en luchtkwaliteit. Het ministerie verwacht deze zomer met een aantal stakeholders uit de binnenvaartsector een convenant af te sluiten over brede toepassing van het emissielabel. Het label kan richting de toekomst voordelen opleveren voor schippers, bij bijvoorbeeld de toegang tot havens of financiering.

De overheid wil de sector ondersteunen om de transitie naar waterstofschepen de komende jaren te stimuleren. Uit het klimaatfonds is € 178 miljoen beschikbaar om waterstof te introduceren in de binnenvaart en het zware wegtransport. (Foto Future Proof Shipping)

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

‘Meerderheid kan niet voldoen aan CCR/CESNI technische eisen’

DEN HAAG Een meerderheid van de binnenschippers kan niet voldoen aan de nieuwe CCR/CESNI technische eisen. Dat blijkt uit de enquête ‘Europa, red de binnenvaart!’ van schippersvereniging ASV over de effecten van het aflopen van de langlopende overgangsbepalingen in ES-TRIN.

In de enquête vertellen 162 schippers zelf hoe zij de regelgeving ervaren. Het zijn de scheepseigenaren die aangeven waar wat hen betreft de pijn zit aangaande de gevolgen van de CCR/CESNI technische eisen, nu en in de toekomst. De enquête vloeit voort uit een gesprek dat het bedrijfsleven heeft gevoerd met de Europese Commissie Transport en Mobiliteit (DG MOVE), een directoraat-generaal van de Europese Commissie dat verantwoordelijk is voor vervoer binnen de Europese Unie. Het bedrijfsleven werd daarbij vertegenwoordigd door binnenvaartbrancheorganisatie ASV, de vertegenwoordigende organisatie van de verladers: evofenedex en scheepsverzekering EOC, waarvan de experts regelmatig de keuringen aan schepen verrichten.

‘Niet uit te voeren’
De enquête richtte zich volgens de ASV op de complete problematiek met de bedoeling dat er een eerlijk en volledig beeld van de situatie wordt geschetst. Ongeveer 90% van de geënquêteerden bleek niet aan de eisen te kunnen voldoen. ‘In grote lijnen kun je concluderen dat de eisen voor bijna geen enkel binnenvaartschip uit te voeren zijn, bij sommige schepen door enkele onoverkomelijke zaken, bij de meeste schepen door een groot aantal technische eisen waar men niet aan kan voldoen. Waarbij de optelsom van eisen uiteindelijk de meeste scheepseigenaren de das om doet. De scheepseigenaren, verladers en bevrachters ondervinden er tenslotte al vanaf 2010 de gevolgen van, met een enorme daling van het aantal schepen tot 1.000 ton als resultaat.’

Onderbouwing
De gegevens uit de enquête zijn bedoeld om de door het Ministerie I&W gevraagde onderbouwing, die noodzakelijk is om Europa te overtuigen dat er een noodzaak is om in te grijpen in de CCR/CESNI technische regelgeving voor de binnenvaart, in handen te geven. Dit betreft de zogenaamde ‘langlopende overgangsbepalingen’ in de ES-TRIN. ES-TRIN staat voor ‘Europese Standaard tot vaststelling van de technische voorschriften voor binnenschepen’, waarin de technische voorschriften voor binnenschepen opgenomen zijn waar overgangstermijnen aan zijn verbonden.

Periskal en Captain AI gaan samenwerken

WUUSTWEZEL Periskal en Captain AI, een pionier in autonome scheepvaarttechnologie gaan samenwerken. Ze komen met een innovatieve radar tracker, gebaseerd op kunstmatige intelligentie. Het betekent volgens de bedrijven ‘een belangrijke stap voorwaarts in het verbeteren van de veiligheid en efficiëntie van de Europese binnenscheepvaart’. ‘Het is tevens een belangrijke stap in de verdere evolutie naar (semi)-autonoom varen.’

De AI-gestuurde radar tracker van Captain AI kan eenvoudig worden geïntegreerd in de bestaande navigatiesystemen van Periskal, zoals de Periskal Inland ECDIS Viewer. Het biedt geavanceerde aanvaringsdetectie en verbeterde waarschuwingen voor schippers, zodat ze tijdig en nauwkeurig kunnen reageren op gevaarlijke situaties rondom het schip. Dit is mogelijk door het klassieke radarbeeld om te zetten naar een synthetische variant waarbij artificiële intelligentie voor de vertaling zorgt naar herkenbare objecten zoals schepen met koers en voorligging.

Aanbevelingen
Marc Persoons, directeur van Periskal, benadrukt de voordelen van deze samenwerking: ‘De integratie van de AI-gedreven radar tracker in onze bestaande navigatiesystemen stelt ons in staat systemen aan te bieden die een verdere vorm van automatisering in de scheepvaart mogelijk maken inclusief het voorstellen van koerswijzigingen aan een (Argonics/Alphatron) Trackpilot. In eerste fase zal het om aanbevelingen gaan die in de toekomst kunnen leiden tot autonome vaart, al dan niet onder controle van een scheepvaartbegeleider aan de wal. Deze samenwerking met Captain AI stelt ons in staat om onze klanten de meest geavanceerde technologieën aan te bieden aan de binnenvaart.’

‘Revolutionair’
Vincent Wegener, directeur van Captain AI, spreekt van ‘een revolutionaire oplossing’. ‘Onze radar tracker maakt gebruik van geavanceerde AI-technologie om de navigatie-ervaring voor schippers te verbeteren. Door onze krachten te bundelen met Periskal Group, een gevestigde marktleider in navigatiesoftware, zijn we ervan overtuigd dat we de Europese binnenvaartsector een revolutionaire oplossing bieden voor veiliger en efficiënter varen.’

Verbod varend ontgassen gaat 1 juli 2024 in

DEN HAAG Het verbod op varend ontgassen gaat op 1 juli 2024 in. Dat heeft minister Harbers bekendgemaakt in een brief aan de Tweede Kamer. Inmiddels heeft Frankrijk de ratificatieprocedure bijna afgerond, de verwachting is dat Zwitserland voor het einde van dit jaar de ratificatie afrondt.

Het varend ontgassen wordt internationaal verboden door middel van een wijziging van het Verdrag inzake de verzameling, afgifte en inname van afval in de Rijn- en binnenvaart (CDNI). De verdragswijziging is reeds internationaal aangenomen. Het verbod is inmiddels ook opgenomen in het Nederlandse Scheepsafvalstoffenbesluit en ligt klaar om inwerking te treden door middel van een koninklijk besluit. Voorwaarde voor inwerkingtreding is dat alle zes Verdragsstaten de verdragswijziging hebben geratificeerd.

Handhaven
Vanaf het moment van inwerkingtreding op 1 juli 2024 gaat de ILT handhaven op het verbod. De ILT zal hiertoe een handhavingsplan opstellen. De periode tot aan 1 juli 2024 of zoveel eerder (zes maanden na de ratificatie door Zwitserland) moet voor vergunningverleners en de verladers voldoende tijd geven om de benodigde ontgassingsinfrastructuur op orde te krijgen. (Foto Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat / Valerie Kuypers)

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

Condor H2 voor emissievrije binnen- en kustvaart

ROTTERDAM Het Havenbedrijf Rotterdam lanceert samen met de Provincie Zuid-Holland en ruim 40 partners een ambitieus project voor emissievrije binnenvaart en kustvaart op waterstof. Dankzij Condor H2 moeten in 2030 vijftig emissievrije schepen kunnen varen, waarmee een CO2-reductie van 100.000 ton per jaar gerealiseerd kan worden.

Condor H2 zal waterstofopslag en brandstofcellen met een batterijpakket leveren op basis van pay-per-use, zodat schepen emissievrij gemaakt kunnen worden met beperkte investeringen vooraf voor scheepseigenaren. De waterstof wordt geleverd in ‘tanktainers’ die makkelijk aan boord gebracht en snel gewisseld kunnen worden, waarmee ook langere vaarten goed mogelijk blijven.

Om dit te realiseren brengt het project 6 havens en meer dan 40 partners samen, verspreid over de hele waardeketen van waterstofleveranciers en distributeurs tot technologieleveranciers en scheepseigenaren. Het doel is om in 2025 de eerste schepen met het Condor H2-systeem op de route te laten varen.

‘Actie nodig’
‘Waterstof wordt al getest in de scheepvaart, maar de tijd is gekomen om actie te ondernemen richting grootschalige implementatie’, zegt Nico van Dooren, Director New Business van het Havenbedrijf Rotterdam. ‘Door een modulaire, schaalbare en betaalbare oplossing aan te bieden, maakt Condor H2 het technisch en economisch haalbaar om over te stappen op emissievrije scheepvaart op de belangrijkste routes in Noordwest-Europa.’

Het Condor H2 project maakt deel uit van het RH2INE-netwerk, een samenwerking tussen havens, regionale overheden en marktpartijen langs de Rijn, van België en Nederland tot aan Zwitserland.

‘Veelbelovend’
‘Het is veelbelovend om de voortgang te zien die RH2INE-partners nu maken binnen dit doelgerichte netwerk van gelijkgestemde partners. Condor bevindt zich in een netwerk van koplopers die willen en kunnen opschalen’, zegt Jeannette Baljeu gedeputeerde van de Provincie Zuid Holland.

De Stuurgroep van Condor H2 bestaat uit Provincie Zuid Holland, Havenbedrijf Rotterdam, WaterstofNet en Rabobank. Het project wordt daarnaast ondersteund door een reeks partners uit de industrie en de scheepvaart.

Overnachtingshaven Spijk na drie jaar van vertraging vrijwel gereed

SPIJK De binnenvaart kan naar verwachting de nieuwe overnachtingshaven Spijk aan het einde van dit jaar in gebruik nemen. Het is drie jaar later dan in eerste instantie op de planning stond. De komende maanden van het jaar legt aannemer Boskalis de laatste hand aan de haven.

Op de Boven-Rijn en Waal tussen de Duitse grens en Tiel is groot een tekort aan overnachtingsplaatsen voor de beroepsscheepvaart. Binnenvaartschippers kunnen daardoor niet voldoen aan de wettelijke vaar- en rusttijden. In de nieuwe haven komen daarom 50 ligplaatsen voor schepen tot 135 meter. Ook worden twee ligplaatsen voor koppelverbanden tot 190 meter aangelegd en ligplaatsen voor een tot twee kegelschepen. De nieuwe autosteiger moet ook dienst doet als ligplaats voor schepen met gevaarlijke stoffen, een zogenoemde faciliteitensteiger. Tevens krijgt Rijkswaterstaat een steiger voor haar eigen patrouilleboten.

Stikstof
Als de overnachtingshaven eind van dit jaar gereed is, heeft het acht jaar geduurd voordat het zover was. Voormalig voorzitter Rob van Reem van de afdeling ZON van Koninklijke BLN-Schuttevaer zei zelfs al sinds zijn aantreden in 2004 met de aanleg van de overnachtingshaven bezig te zijn geweest.

De provincie Gelderland gaf in 2016 uiteindelijk groen licht voor de aanleg van de nieuwe overnachtingshaven bij Spijk. In het provinciaal inpassingsplan zou ook de benodigde natuurcompensatie goed geregeld zijn. Daarvoor werd de oostzijde van de overnachtingshaven en de overige resterende ruimte in de uiterwaarden gebruikt. De aanleg stond gepland voor 2020. Maar het Hof van Justitie van de Europese Unie in Luxemburg floot Nederland terug. Het Hof vond dat de compensatie van de natuur onvoldoende was gewaarborgd en dat het plan moest worden aangepast. De openstelling van de haven stond inmiddels gepland voor 2021.

In juli 2019 komt het provinciebestuur van Gelderland met het benodigde aanvullende onderzoek. De aanleg van de haven zou een beperkte toename van stikstofneerslag veroorzaken, maar dit zou niet van merkbare invloed zijn op de kwaliteit van de natuurwaarden in de gebieden. Het gebruik van de havens zou eveneens niet tot extra stikstofneerslag leiden. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State concludeerde uiteindelijk in maart 2020 dat het provinciebestuur van Gelderland haar werk goed had gedaan en dat de nieuwe overnachtingshaven de natuur in de omgeving niet zou aantasten.

Dode bomen
In november 2020 gunt Rijkswaterstaat de opdracht voor de aanleg van de overnachtingshaven in de Beijenwaard bij Spijk definitief aan Boskalis. In februari 2021 begint de aannemer met de voorbereidingen voor de aanleg van de overnachtingshaven Spijk. Rijkswaterstaat moet nog wel 15 bomen in de Rijn aanbrengen als compenserende maatregel vanuit de Kaderrichtlijn Water (KRW). Dit is nodig omdat bij de aanleg van de haven een oppervlakte van ongeveer 15.000 m2 bodem voor meer dan 75% uit grind bestaat. Voor de rest bestaat het uit grof zand, bedekt met stenen. Soorten die voordeel hebben bij een zandige ondergrond hebben hierdoor te maken met een verlies aan een geschikte leefomgeving. Door het aanbrengen van rivierhout in de vorm van dode bomen, nemen de natuurwaarden toe.

En voordat de aannemer echt kan beginnen, moet ook nog eerst archeologisch onderzoek worden gedaan. Er worden onder meer restanten van een legerkamp gevonden en een zogeheten circumvallatielinie (omsingelingslinie) uit de Tachtigjarige Oorlog.

Bijna klaar
Na alle voorbereidingen kan de aannemer uiteindelijk aan het werk. In 2022 wordt vooral grond verzet. Alle niet herbruikbaar materiaal, zoals overtollige grond en zand, wordt afgevoerd. Inmiddels is Boskalis na de hoogwaterperiode weer begonnen met de werkzaamheden. In deze periode mogen van het waterschap namelijk geen werkzaamheden rondom de dijk gebeuren. De afvoer van zand ging wel gewoon door. De afvoer duurt nog tot augustus.
Inmiddels krijgt de haven steeds meer haar uiteindelijke vorm. Zo werd onlangs nog het eerste stuk damwand voor steiger 5 aangebracht en is de onbemande radarpost aangelegd. In de tweede week van mei begint Boskalis met het installeren van de laatste palen van de haveninvaart. Daarna volgen de buispalen voor de steigers en dobbers, en worden de steigers ingevaren. Deze werkzaamheden duren tot midden juli.

Vanaf midden juli moet de haven zo goed als compleet ingericht zijn. Daarna volgt de afwerking zoals het plaatsen van vuilnisbakken, (picknick)banken, verkeersborden, lichtmasten en de aansluiting van de stroomvoorziening zodat de schepen in de haven gebruik kunnen maken van walstroom.
Vanaf juli gaat de aannemer alles uitgebreid testen. Naar verwachting kan de overnachtingshaven dan eind 2023 in gebruik genomen worden. (Foto Rijkswaterstaat)