ANTWERPEN De haven van Antwerpen heeft in mei één miljoen teu behandeld. Dat was een nieuw record in de overslag van containers. Volgens het Antwerpse Havenbedrijf stevent de haven hiermee in een recordtempo af op haar maximale containercapaciteit.
De haven van Antwerpen groeit nu al vijf jaar op rij. In het eerste kwartaal van 2018 steeg de containertrafiek met 9,5% ten opzichte van de eerste drie maanden van 2017. Na dit recordkwartaal noteert het Havenbedrijf nu een recordmaand met een groei van 9,6%.
Capaciteitstekort
Volgens CEO Jacques Vandermeiren van het Havenbedrijf bevestigt het nieuwe record de prognoses dat de haven binnen afzienbare tijd met een capaciteitstekort te maken krijgt. ‘De vraag naar extra capaciteit wordt steeds dringender. Een strakke timing is nu echt noodzakelijk. Dat is van essentieel belang om in de toekomst onze internationale leiderspositie te kunnen behouden en onze belangrijke rol van motor voor de Belgische economie te blijven waarmaken.’
Ook Marc Van Peel, schepen voor haven, dringt aan op een snelle beslissing van de Vlaamse Regering om te bepalen waar de nodige extra containercapaciteit in de haven van Antwerpen gerealiseerd wordt. ‘Zij kunnen op ons rekenen om samen met alle betrokken partijen te bouwen aan de duurzame ontwikkeling van de haven, waarbij de economische, ecologische en sociale factoren in balans zijn. Enkel samen kunnen we de vooropgestelde duurzame groei van onze haven realiseren.’
Motor van België
De groei is volgens het Havenbedrijf nodig om de directe en indirecte tewerkstelling te garanderen. ‘Recente cijfers van de Nationale Bank bevestigen de rol van de haven als krachtigste economische motor van België. De haven van Antwerpen levert 10,8 miljard euro directe toegevoegde waarde en 9,4 miljard indirecte toegevoegde waarde en geeft daarmee werk (direct en indirect) aan zo’n 143.000 werknemers. Eén op de zestien Belgen werkt in of voor de haven van Antwerpen.’
Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.
MOERDIJK Combined Cargo Terminals (CCT) neemt Nedcargo Multimodal over. De overname betreft Alpherium, de binnenvaartcontainerterminal in Alphen aan den Rijn, de binnenvaartschepen For Ever, Gouwenaar2 en Gouwenaar3 en Nedcargo Container Barging (NCCB).
Als onderdeel van CCT blijft Alpherium zich volledig richten op het aanbieden van betrouwbare en duurzame transportoplossingen van en naar de zeehavens van Rotterdam en Antwerpen via de binnenvaart.
Met een overslagcapaciteit van 200.000 TEU en een oppervlakte van 54.000 m2 is Alpherium uitgegroeid tot een van de grootste binnenvaartcontainerterminals in Nederland. Alpherium verzorgt voor Heineken de complete logistiek van export containers vanaf de brouwerij in Zoeterwoude naar de zeehavens.
NCCB verzorgt containerbinnenvaartdiensten binnen de Rotterdamse haven, en tussen Rotterdam en Antwerpen en verschillende binnenvaartterminals in Nederland. In 2017 vervoerde NCCB ruim 284.000 TEU.
Core business
Diederik Antvelink, directeur van de Nedcargo Group, staat CCT als adviseur bij na de overname. ‘De verkoop van de Nedcargo Multimodal activiteiten aan CCT biedt ons de mogelijkheid om ons volledig te richten op onze core business van logistiek en forwarding voor de markt van voedingsmiddelen, dranken en retailgoederen in de Benelux. Het huidige managementteam dat verantwoordelijk is voor de Multimodal activiteiten zal meegaan in de overname en zo zorgdragen voor een naadloze overgang zonder negatieve impact voor onze klanten.’
Heel blij
Directeur Luc Smits van CCT meldt ‘heel blij’ te zijn met de overname van Alpherium en Nedcargo Container Barging. ‘Deze overname draagt bij aan onze strategie om CCT te laten uitgroeien tot een leidende inland terminal speler op meerdere locaties in Nederland. We zijn opgetogen over de mogelijkheden die dit biedt om onze klanten nog meer flexibiliteit en duurzame transportoplossingen te bieden.’ (Op de foto Diederik Antvelink/Foto Erik van Huizen)
Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.
ROTTERDAM De Subsidieregeling Duurzame Scheepsbouw (SDS) voor 2018 is onlangs gepubliceerd in de Staatscourant. Aanvragen kunnen vanaf 4 juni worden ingediend. De regeling is met één jaar verlengd, over een langjarige voortzetting is brancheorganisatie Netherlands Maritime Technology (NMT) nog steeds in gesprek met het ministerie van Economische Zaken en Klimaat.
De SDS is bedoeld om de introductie van vernieuwende duurzame technologieën in de scheepsnieuwbouw en -ombouw mogelijk te maken. Technologieën die bedoeld zijn voor de structurele verlaging van CO2-uitstoot en andere schadelijke emissies aan boord van verschillende scheepstypen voor zee en binnenwateren. Andere oplossingen, die bijdragen aan de duurzame inzet van het schip gedurende de levensduur, vallen tevens onder de regeling.
Risico’s ondervangen
Volgens NMT gaat de Nederlandse scheepsbouw de regeling de komende jaren benutten om ontwikkelingsrisico’s bij duurzaamheidsinnovaties te ondervangen. ‘Deze ontwikkelingsrisico’s ontstaan doordat bij toepassing van nieuwe technologieën in schepen een sterke afhankelijkheid is van alle aspecten van het scheepsontwerp, terwijl de prestatie van het geheel pas na oplevering daadwerkelijk getest kan worden. Dit geldt zowel voor unieke schepen of eerste schepen van een serie, die daarmee prototypes zijn. Om deze reden is de subsidie ordergebonden en bedoeld om de scheepswerven te stimuleren een extra stap voorwaarts te maken in het verder verduurzamen van schepen.’
De effecten van de subsidie reiken verder dan de schepen waarop de innovaties als eerste zijn toegepast, omdat de daaraan verbonden risico’s beheersbaar zijn in de doorontwikkeling voor meerdere toepassingen en vervolgorders. Daarmee biedt de SDS een oplossing voor het knelpunt, dat investeringen in schone technologie vanwege de moeilijke marktomstandigheden en de zware internationale concurrentie veel te traag op gang komen.
Voorwaarden en aanvragen
Een volledig overzicht van de voorwaarden en het aanvraagproces is te vinden op www.rvo.nl/sds. Aanvragen kunnen tussen 4 juni (9.00 uur) en 14 september 2018 (00.00 uur) worden ingediend via mijn.rvo.nl.
Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.
ROTTERDAM De nieuwbouw van het aantal lading vervoerende binnenvaartschepen is vorig jaar met ruim 30 procent gestegen. In 2016 werden nog 35 schepen gebouwd, vorig jaar waren dat er 46. Het aantal contracten voor nieuwe schepen steeg van 33 naar 76 stuks. Dit blijkt uit het sectorjaarverslag 2017 van Netherlands Maritime Technology (NMT).
Van het totaal aantal nieuw gebouwde binnenvaartschepen, ligt het aandeel nieuwbouw tankers op zo’n 60 procent. De tankvaart blijft hiermee volgens NMT de toon zetten. ‘En bij alle nieuwbouwschepen worden volop innovatieve technieken toegepast zodat er steeds efficiënter gevaren kan worden met zo min mogelijk brandstof en uitstoot. De technische ontwikkelingen gaan erg snel, er komen zelfs binnenvaartschepen aan die volledig elektrisch gaan varen.’
Het stijgende aantal nieuwe binnenvaartschepen leidde overigens wel tot oplopende levertijden van casco’s uit Oost Europa waardoor volgens NMT nu zelfs weer binnenvaartcasco’s in Nederland worden gebouwd.
Reparatie
De binnenvaart liet vorig jaar ook weer volop repareren. Tijdens de reguliere werfbeurten wordt weer wat meer onderhoudswerk verricht dan een paar jaar geleden. Het is dus over de hele linie te merken dat het weer beter gaat in de binnenvaart. In de binnenvaart heerst wel veel onzekerheid over de aankomende strenge emissie-eisen en de sector beraadt zich dan ook over welke maatregelen ze moet nemen om de positie van meest duurzame vervoersmodaliteit te behouden. Er staat volgens NMT daardoor veel te gebeuren de komende jaren.
Passagiersvaart
Bij de passagiersschepen steeg het aantal opgeleverde schepen licht van 11 stuks in 2016 naar 15 stuks in 2017. De orderintake daalde daarentegen van 16 schepen in 2016 naar slechts 5 schepen in 2017. NMT maakt hier wel een kanttekening bij. ‘De vooruitzichten in het segment van de rivercruises zijn wat positiever dan de orderintake aangeeft. Dat geldt met name voor het luxe type schepen dat in Nederland wordt gebouwd.
De bouw van veerboten laat een stabiele ontwikkeling zien van vijf opgeleverde schepen en een orderintake van zes stuks in 2017.
Overige vaartuigen
In het segment van de niet-ladingvervoerende schepen, zoals werkschepen, sleep- en duwboten, patrouilleboten, pontons en klein baggermaterieel, werden vorig jaar 84 schepen opgeleverd, 20 meer dan in 2016. Dit wordt veroorzaakt door een opleving van de bouw van klein baggermaterieel. Daarvan werden er 54 opgeleverd, tegenover 20 in 2016.
Ook de orderintake van klein baggermaterieel is goed te noemen met 58 stuks, een fors aandeel in het totale aantal van 93 schepen in dit segment. De totale orderintake van 93 schepen in 2017 ligt ruim boven de 65 stuks van 2016. Binnen dit segment zitten de sleep- en duwboten in de hoek waar de klappen vallen met slechts 4 opleveringen in 2017 en geen nieuwe orders. De breder inzetbare bedrijfsvaartuigen laten met 26 opleveringen en een orderintake van 34 schepen in 2017 betere getallen zien. In zijn totaliteit heeft dit segment een goed jaar gehad in 2017. (Illustratie: Omega Design Druten)
Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.
DEN HAAG Er komt een landelijk ontgassingsverbod voor binnenvaarttankers. Minister Cora van Nieuwenhuizen van Infrastructuur en Waterstaat wil dat de internationale afspraken hiervoor halverwege 2020 in Nederland zijn ingevoerd. Het verbod op varend ontgassen moet in 2023 zorgen voor ongeveer 95 procent minder uitstoot van schadelijke vluchtige stoffen. Dit heeft de minister afgesproken met provincies en vertegenwoordigers van verladers, industrie, opslagbedrijven en binnenvaartschippers.
De invoering begint met een verbod op het ontgassen van motorbrandstoffen en benzeen in 2020, gevolgd door meer dan tien procent benzeenhoudende vloeistoffen in 2022 en ten slotte in 2023 een verbod op de 25 meest vervoerde gevaarlijke stoffen. Het is de bedoeling dat de dampen van de vloeibare ladingen ter hergebruik worden afgegeven bij een ontvangstinstallatie. Teruggewonnen stoffen kunnen dan gebruikt worden als grondstof, zodat een milieuvriendelijke kringloop ontstaat. Als dat niet mogelijk is, kunnen schepen terecht bij een verwerkingsinstallatie die de dampen onschadelijk maakt.
Taskforce
Om het nationale ontgassingverbod soepel te laten verlopen, wordt een taskforce opgericht. In de taskforce werken verladers, industriepartijen, opslagbedrijven en vervoerders mee aan een efficiënte invoering van het ontgassingsverbod voor binnenvaarttankschepen.
Partijen die betrokken zijn bij de taskforce zijn de Rijksoverheid, havenbedrijven, de provincies Noord-Holland, Noord-Brabant, Zuid-Holland, Utrecht, Overijssel, Gelderland, Flevoland en Zeeland, en Shell Nederland. In deze provincies geldt al een provinciaal verbod op het varend ontgassen van benzeen en meer dan tien procent benzeenhoudende mengsels. (Foto Ministerie Infrastructuur en Waterstaat)
Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.
HUISSEN In de grote hal van Willemsen Interieurbouw in Huissen zijn tientallen meubelmakers in de weer om de interieurs van hotelpassagiersschepen en binnenvaartschepen op tijd af te krijgen. Want de interieurbouwer heeft het druk, en de deadlines moeten altijd worden gehaald. De uitdaging is nu het aantrekken van personeel, want vakmensen zijn erg moeilijk te krijgen. ‘Als ik deze maand 25 man kon aannemen, zou ik het zo doen’, vertelt directeur eigenaar Toine Willemsen.
De geschiedenis van Willemsen Interieurbouw gaat terug tot 1938. De opa van Willemsen, die drie zoons had, begon toen in het Gelderse Hulhuizen aan de Waal bij Gendt een timmerbedrijf. Dat was toen nog op het terrein van scheepswerf Vahali. Een paar jaar later verhuisde het bedrijf naar Gendt, ongeveer twee kilometer verderop. ‘Het is al die tijd een kleinschalig scheepstimmerbedrijf gebleven, met in de goede tijden maximaal tien medewerkers’, vertelt Willemsen die op de MTS de opleiding scheepsbeschieter volgde en zeven jaar lang in de avonduren een opleiding binnenhuisarchitectuur deed. Begin jaren tachtig kwam hij in het bedrijf. ‘Toen was er eigenlijk bijna niets te doen. De drie broers waren daar samen met twee medewerkers aan het werk in een halletje van 13 x 18 meter. Ze hadden twee opdrachtgevers. Ze werkten voor scheepswerf Gelria in Nijmegen en deden onderhoudswerk aan schepen van Rijkswaterstaat in Oosterbeek.’
Weer te krap
Om meer werk te krijgen en de mensen aan de gang te houden, belde Willemsen een interieurbouwer die destijds veel werk had. ‘Zo kregen we onze eerste interieurklus, dat was de Rabobank in Doetinchem. Omdat het best wel goed ging, heb ik in 1985 een halletje bijgebouwd. In 1988 kocht ik de aandelen van mijn vader over, de andere twee broers waren inmiddels uitgekocht. Met de scheepsbetimmering en de interieurbouw ging het zo goed, dat ik twee jaar later alles heb afgebroken en een nieuwe hal heb gebouwd van 1500 vierkante meter. We gingen zo langzamerhand ook steeds meer landelijk werken. Want in die tijd had elke scheepswerf nog een timmerwerkplaats, maar de werven stootten deze vanwege het gebrek aan continuïteit steeds vaker af. Wij namen dat werk dan van de werf over. Mijn vader keek nog wel een tijd mee, maar hij overleed in 1991 op jonge leeftijd. Vanaf die tijd stond ik er alleen voor en moest ik het allemaal in mijn eentje zien te redden. Uiteindelijk ging dat goed.’
De omzet van Willemsen Interieurbouw bestaat voor 70% uit het maken van interieurs voor hotelpassagiersschepen. (Foto Erik van Huizen)
In 2003 verhuisde Willemsen met het bedrijf naar Bemmel. Het betimmeren van schepen breidde steeds verder uit en de interieurbouw stabiliseerde zich. ‘In die tijd deden we voor 70% aan scheepsbetimmering en 30% aan interieurbouw. Op de locatie in Bemmel hebben we weer uitgebreid tot 3500 vierkante meter. In 2007 bleek dat ook te krap. Ik heb toen onze huidige bestaande hal in Huissen gekocht. In de loop van de jaren hebben we ook hier uitgebreid, zodat de totale grootte van het bedrijf nu 20.000 vierkante meter is.’
Schepen is core business
Inmiddels telt het bedrijf van Willemsen ruim 130 medewerkers. Voor de buitendienst leent Willemsen afhankelijk van de behoefte, nog eens 50 tot 100 man in. Van het werk bestaat 90% uit het betimmeren van schepen. En van de omzet bestaat 70% uit het maken van interieurs voor hotelpassagiersschepen. Ieder jaar wordt voor zeven tot acht van deze schepen het complete interieur gemaakt. Daarnaast maakt Willemsen ieder jaar voor 25 tot 30 binnenvaartschepen het interieur, en in mindere mate voor de jachtbouw en speciale vaartuigen zoals veerponten.
Onlangs haalde Willemsen nog het contract binnen om het interieur te verzorgen voor de woning en de stuurhut van de nieuwe elektrische containerschepen van Port Liner. In eerste instantie gaat het om vijf schepen, met een optie op nog eens vijf van deze schepen.
Willemsen ziet weinig verschil tussen het leveren van een interieur voor de binnenvaart of de cruisevaart. ‘Het verschil is de massa. Op een binnenvaartschip maak je vier tot vijf slaapkamers, op een hotelpassagiersschip maak je ongeveer 100 hotelkamers. En het interieur is in de riviercruisevaart misschien nog wel belangrijker dan in de binnenvaart. Want aan boord van de hotelpassagiersschepen zijn twee dingen heel erg belangrijk. Dat is het interieur waarin de gasten vertoeven en de service aan boord. Die zaken bepalen de sfeer aan boord.’
Mock-ups
Voor de hotelpassagiersschepen verzorgt Willemsen het interieur door het project compleet aan te nemen. Subcontractors leveren de zaken die de interieurbouwer zelf niet doet, zoals de isolatie, egalisatievloeren, tegelwerk, behang, systeemwanden, plafonds en stoffering. ‘Eigenlijk regelen we alles voor de werf, maar we doen geen techniek. We zorgen wel voor alle voorzieningen daarvoor, bijvoorbeeld de uitsparingen die nodig zijn in het interieur. Ook ontwerpen we niet. Dat doen de architecten van de rederijen. We werken voor de scheepswerf, maar hebben een nauw contact met de rederijen. Zo krijgen wij de ontwerptekeningen van de architect van de rederij. Onze werkvoorbereiders werken deze tekeningen technisch uit, zij maken de productietekeningen. We produceren in eigen huis alle meubels en betimmeringen en onze eigen mensen monteren dit dan vervolgens aan boord.’
Rederijen kunnen mock-ups van hun cabines live bekijken in Huissen. (Foto Erik van Huizen)
Een van de trends in de riviercruisevaart is dat de cabines steeds groter en luxer worden. Dat is ook te zien in de zogenoemde mock-ups die Willemsen van iedere hotelkamer van een project maakt. Deze modellen worden specifiek voor de klanten gemaakt en de verscheidenheid is dan ook groot. Van druk tot rustig, van pasteltinten tot felle kleuren. ‘Wij hebben wereldwijde klanten. Deze komen bijvoorbeeld uit Azië, Rusland of de Verenigde Staten naar Huissen om de cabines te bekijken. Ze maken dan veelal ook alvast foto’s voor in de brochures.’
Deadline is heilig
Een van de belangrijkste zaken in de interieurbouw voor schepen is het halen van de deadline. ‘Niet alleen de prijs en de kwaliteit zijn belangrijk, maar wij moeten een schip echt op tijd opleveren. In het hele proces kan er van alles gebeuren, het casco kan te laat komen of de techniek levert vertraging op, maar de einddatum blijft gewoon staan. Omdat wij aan het einde zitten, levert dat best wel een druk op, ook op onze subcontractors. Het spant er echt wel eens om. Daarom werken we ook met een vast team van subcontractors die weliswaar al het werk krijgen, maar er ook voor moeten zorgen dat het werk op tijd klaar is. Daarvoor moeten we de planning heel erg goed in de gaten blijven houden en zonodig bijsturen. Omdat we al jaren voor dezelfde scheepswerven werken, hebben we een naam opgebouwd als betrouwbare partner en die moeten we hoog zien te houden.’
In de eigen spuiterij zijn medewerkers bezig met de laatste handelingen aan onderdelen van een nieuw interieur. (Foto Erik van Huizen)
Het halen voor de deadline is voor zowel de binnenvaart als de riviercruisevaart belangrijk. ‘In de binnenvaart is het belangrijk omdat diegene die veel heeft geïnvesteerd, ook snel wil gaan varen. Maar als het één of twee weken later wordt, dan zij het zo. Dat is anders voor de hotelpassagiersschepen. Daar zijn vaak al reizen voor geboekt. De gasten staan gewoon op die datum op de wal en moeten aan boord. Daarom zitten er flinke claims op als we niet op tijd leveren.’
Vakmensen tekort
Net als andere bedrijven waar vakmensen werken, is het ook voor Willemsen moeilijk om aan voldoende personeel te komen. In de crisistijd lukte dat nog wel. Het bedrijf had geen last van de slechte economische omstandigheden en bleef groeien. En ook de komende jaren zien er volgens Willemsen rooskleurig uit. ‘Het grootste probleem hadden we de afgelopen twee jaar. Er zijn toen vijftien medewerkers vertrokken, vijf door natuurlijk verloop en tien zijn vertrokken naar andere bedrijven. Veel van deze werknemers waren in de crisistijd bij ons komen werken. Ze kwamen toen vanuit een veel grotere regio naar ons toe en hebben nu besloten dichter bij huis te gaan werken. Daar kan je zelfs met goede condities in je bedrijf niet tegenop. We hebben inmiddels vijf van deze vacatures opgevuld, maar we staan er dus nog steeds tien in de min. We zoeken daarom nog steeds meubelmakers, montagemedewerkers, spuiters en mensen voor de werkvoorbereiding.’
Veel werk in de interieurbouw is nog steeds handwerk en volgens Willemsen blijft dat ook wel zo. (Foto Erik van Huizen)
Willemsen zegt er van alles aan te doen om nieuwe mensen binnen te halen en doet zijn uiterste best om de bestaande medewerkers te behouden. ‘Behalve in Nederland zijn we nu ook net over de Duitse grens mensen aan het werven. Ook leiden we zelf mensen op en hopen dan dat ze bij ons blijven werken. Verder hebben we op eigen initiatief de salarisschalen aangepast. We betaalden al ver boven de CAO, maar hiermee proberen we te voorkomen dat mensen verdwijnen naar andere bedrijven. Maar je moet er ook mee oppassen. Want het tekort aan vakmensen drijft de prijs op en maakt je product uiteindelijk toch weer een beetje duurder.’
En dat de vakmensen ook in de toekomst nodig blijven, daarvan is Willemsen overtuigd. ‘We zijn al redelijk geautomatiseerd, de standaard kasten worden al automatisch gemaakt, maar het werk van de meubelmaker blijft bestaan. Er blijft toch veel handwerk. En dat is over 25 jaar nog steeds zo.’
De producten die gereed zijn, staan in een nieuwe hal te wachten op transport. Eigen medewerkers installeren vervolgens de interieurs. (Foto Erik van Huizen)
Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.
STRAATSBURG De Centrale Commissie voor de Rijnvaart (CCR) vraagt de tankvaart zo spoedig mogelijk een EDI account aan te maken om met ingang van 1 december te kunnen voldoen aan de elektronische meldplicht. Momenteel hebben 500 van de 1600 tankschepen die in het stroomgebied van de Rijn varen zich geregistreerd.
Haast is geboden omdat Rijkswaterstaat per maand maximaal 200 nieuwe aanvragen in behandeling kan nemen. ‘We nodig de 1100 tankschepen die deze formaliteit nog niet hebben vervuld zo spoedig mogelijk hiertoe over te gaan’, meldt de CCR. ‘Bij voorkeur ruim voor de deadline van 1 december. Alleen op deze wijze kan worden gewaarborgd dat elke aanvraag binnen de gestelde tijd en zonder last-minute bottlenecks kan worden verwerkt.’
EDI-account
De CCR besloot vorig jaar mei dat alle schepen en samenstellen waarvan ten minste één schip is bestemd voor het vervoer van goederen in vaste tanks, met ingang van 1 december 2018 onder de elektronische meldplicht vallen. De betrokken schepen moeten voor die datum van inwerkingtreding een EDI-account aanmaken bij de Rijkswaterstaat. Dit account is nodig om vanaf een applicatie elektronische rapporten te kunnen sturen naar de ERINOT-server. Het account is gratis en kan worden aangevraagd op de website www.bics.nl.
Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.
NIJMEGEN Het Centraal Overleg Vaarwegen (COV) heeft bij minister Cora van Nieuwenhuizen van Infrastructuur en Waterstaat haar ernstige zorgen geuit over de situatie bij Weurt. Sinds enkele jaren ondervindt de binnenvaart regelmatig hinder van herstelwerkzaamheden door achterstallig onderhoud aan de sluizen bij Weurt.
In de eerste vier maanden van dit jaar zijn er al tientallen stremmingen en/of beperkingen bij het sluizencomplex geweest. De sluis verkeert in zijn geheel in slechte staat en er spelen tal van problemen. Het COV, waarin evofenedex, de Vereniging van Waterbouwers, het CBRB en Koninklijke BLN-Schuttevaer op het gebied van infrastructuur samenwerken, vraagt de minister de situatie in Weurt grondig te onderzoeken, de problemen te inventariseren en deze vervolgens op zo kort mogelijke termijn op te lossen.
Onder druk
Jaarlijks passeren rond de 30.000 vrachtschepen het sluizencomplex. Weurt is een belangrijk knooppunt richting het zuidelijk deel van de Maas. Wordt de doorvaart belemmerd, dan moeten schepen fors omvaren. ‘De bereikbaarheid van de Maasbestemmingen en robuustheid van het systeem staat onder druk door het vele oponthoud’, meldt het COV. ‘Daardoor lopen de binnenvaart en de logistiek economische schade op. Wij vertrouwen erop dat de minister het belang van vervoer over water richting Zuid-Nederland onderkent en voldoende budget heeft gereserveerd om dit soort onverwachte maar urgente situaties aan te pakken, zodat een adequaat vaarwegennetwerk gewaarborgd blijft.’ (Foto Beeldbank Rijkswaterstaat)
Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.
ROTTERDAM ECT breidt de pilot fixed windows voor binnenvaartcontainerschepen met grote call-sizes uit. Volgens de terminaloperator is de in januari van dit jaar gestarte pilot zo succesvol, dat nu een volgende stap wordt gezet.
De fixed windows zijn bedoeld voor binnenvaartoperators die, zelfstandig of gezamenlijk, in staat zijn om met een grote hoeveelheid te lossen en te laden containers direct één van ECT-terminals aan te lopen.
Uitbreiden
In deze tweede fase wil ECT het huidige aantal van zes deelnemers, alsmede de spelregels voor een fixed window, verder uitbreiden. Het gaat hierbij met name om de vraag hoe goed partijen in staat zijn om gedurende een langere tijd te voldoen aan de vooraf gemaakte afspraken en hoe met afwijkingen wordt omgegaan. Ook wordt bekeken of een meer commerciële relatie bijdraagt aan het verbeteren van het containervervoer via de binnenvaart.
Uiteindelijk wil ECT deze fixed windows pilot omzetten in een premium service, waarbij fixed windows worden afgegeven tegen een vaste vergoeding.
Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.
ZWIJNDRECHT Binnenvaartondernemers die meer willen weten over duurzaamheid, automatisering en scholing kunnen sinds 7 mei terecht in het Binnenvaart Centre of Excellence. Burgemeester Schrijer en wethouder Kreukniet van Zwijndrecht overhandigden hiervoor symbolisch de sleutel aan enkele prominente binnenvaartondernemers.
Volgens Gerard Deen (Deen Shipping) en Ben Maelissa (Danser Group) voorziet het centrum in een duidelijke behoefte. ‘Wij willen als ondernemers op informele wijze kennis uitwisselen over zaken die ons in de dagelijkse praktijk bezighouden. Over de beslissing welke brandstof we gaan gebruiken. Over de automatisering van schip en ladingdata. Over technische regelgeving en de consequenties voor onze bedrijfsvoering. En over het personeel van de toekomst. Dat dit in onze eigen binnenvaartregio plaatsvindt is een belangrijke plus, want hier gebeurt het.’
Eerste projecten
In samenspraak met regio en Havenbedrijf Rotterdam is de vlag van het Centre of Excellence geplant in Zwijndrecht. In het centrum aan de Lindtsedijk in Zwijndrecht bundelen ondernemers hun kennis. Concrete projecten worden door teams van ondernemers opgepakt. Zij werken nauw samen met kennisinstellingen, innovatiecentra en branchestructuren. Het Binnenvaart Centre of Excellence verkleint zo de afstand naar kennisinstellingen en overheden.
De eerste drie projecten hebben zich reeds aangediend. Cofano, STC, Deen Shipping en Universe Shipping presenteerden hun ideeën tijdens de openingsbijeenkomst. Momenteel werken ondernemers nieuwe ideeën uit die zijn verankerd in de regio Drechtsteden en de provincie Zuid-Holland. (Foto Erik van Huizen)
Met vragen en ideeën over projecten kunt u terecht bij manager Cees-Willem Koorneef via koorneef@edbdrechtcities.nl of 06-23693774.
Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.