Alle berichten van Erik van Huizen

Telematica Award 2023 voor de NPRC

NIJMEGEN De NPRC heeft de Telematica Award van dit jaar gewonnen. Volgens de jury speelt de coöperatie de laatste jaren een belangrijke voortrekkersrol in de digitalisering van de binnenvaart. Zo stelde de NPRC zelfs een manager digitalisering aan.

CEO Femke Brenninkmeijer van de NPRC nam de Telematica Award 2023 in ontvangst van voorzitter Eric van Viersen van Bureau Telematica Binnenvaart (BTB). Dat gebeurde tijdens de Telematicadag op het KSCC in de Nijmeegse Waalhaven. Het was voor het eerst in het 13-jarig bestaan dat niet een persoon de Telematica Award kreeg overhandigd, maar een organisatie. Van Viersen roemde vooral het lef van de NPRC. Onder meer door de in huis ontwikkelde iBarge app ook aan anderen ter beschikking te stellen.

Informatie delen
Samenwerking en vertrouwen, het zijn twee woorden die Brenninkmeijer zegt te koesteren in de digitalisering van de binnenvaart. ‘Op dit vlak willen wij als NPRC vooral transparantie creëren. Wij delen veel van onze informatie met onze klanten en krijgen daar vertrouwen voor terug. De klant deelt daardoor ook zijn informatie met ons. Zo hebben we een module voor voorraadmanagement opgezet. Hierin delen wij als NPRC en klant onze gegevens. Wij acteren in dit geval alsof wij één bedrijf zijn. Want duurzaamheid betekent niet alleen maar een schone motor. Het is ook het optimaliseren van de logistiek. Het beperken van het leegvaren bijvoorbeeld.’

Grotere plaatje
Om de CO2 footprint van en schip te berekenen, geven de leden van de NPRC ook het gasolieverbruik van het schip door. Daar is volgens Brenninkmeijer veel behoefte aan bij de klanten. ‘Het is nog geen verplichting, maar dat wordt het wel. Dan kan je maar beter een frontrunner zijn dan afwachten. De vraag is natuurlijk altijd wel of de leden het willen. We hebben wel beloofd dat de bevrachters op kantoor niet bij de data kunnen. Maar het is voor het individuele lid van de NPRC wel een benchmark hoe hij het doet ten opzichte van de anderen.’
Digitalisering is volgens Brenninkmeijer vooral een kwestie van ‘durf, lef en doorzettingsvermogen’. ‘De vraag hoe je anderen meeneemt in iets waarin jezelf gelooft. Hoe lang houd je iets voor jezelf? Want uiteindelijk moet het grotere plaatje gewoon kloppen.’ (Foto Erik van Huizen)

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

Nieuwjaarsreceptie

De traditionele nieuwjaarsreceptie van Aqualink wordt op donderdag 18 januari 2024 gehouden op het Landgoed De Westerbouwing in Oosterbeek. Hier genieten we in informele stijl van heerlijke dranken en verschillende gerechten.

Wij zijn 18 januari vanaf 18 uur welkom op het Landgoed De Westerbouwing, in de locatie Kabels, welke gevestigd is aan de Westerbouwing 1, 6862VV Oosterbeek. Voor het aanmelden voor de nieuwjaarsreceptie komt secretaris Desiré Savelkoul in het nieuwe jaar bij jullie terug.

Voor nu wenst het bestuur jullie allemaal heel erg fijne Kerstdagen en een goed begin van het nieuwe jaar. Blijf gezond.

Rivierafvoeren lager in de zomer en hoger in winter

DEN HAAG De afvoer van water in de rivieren Rijn en Maas word in de toekomst lager in de zomer en hoger in de winter. Omdat deze afvoeren elkaar uitmiddelen, is er op jaarbasis gemiddeld vrijwel geen verandering te zien in de afvoer. Maar de afvoeren worden dus wel extremer.

Een en ander blijkt uit de vertaling van de nieuwe klimaatscenario’s voor Nederland van het KNMI, naar het afvoerregime van de Rijn en Maas. Deze klimaatscenario’s lieten zien dat we in de toekomst te maken krijgen met een versnelling van de zeespiegelstijging, een toename van de gemiddelde temperatuur, drogere zomers en nattere winters. Tegelijkertijd nemen de weersextremen toe en kunnen er in de zomer zwaardere buien voorkomen.

Nieuwe inzichten
Deltares, Rijkswaterstaat en het KNMI maakten de vertaalslag naar de afvoerscenario’s voor Rijn en Maas in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Deze leidt tot nieuwe inzichten voor toekomstige afvoeren. Zo leidt de klimaatverandering tot een verdere temperatuurstijging in beide stroomgebieden. Deze kan volgens de scenario’s in 2150 met wel gemiddeld zes graden oplopen. De temperatuurstijging leidt tot een toename in waterverliezen door verdamping. Daarnaast voorziende klimaatscenario’s ook veranderingen in neerslag. Door minder neerslag en hogere verdamping in de stroomgebieden van Rijn en Maas dalen de gemiddelde afvoeren, door stijgende temperaturen in maart tot en met augustus neemt de afvoer van water dan juist toe .

De Rijn
De Rijn wordt deels gevoed uit neerslag die over het gehele stroomgebied valt. Daarnaast is sneeuwsmelt in de Alpen een belangrijke bron. In de wintermaanden wordt de neerslag in de Alpen tijdelijk opgeslagen als sneeuw die vervolgens in het voorjaar en begin van de zomer tot afvoer komt. Met de stijgende temperatuur wordt het sneeuwpak steeds minder dik en minder uitgestrekt. Er komt dan meer neerslag in de winter direct tot afvoer wat op jaarbasis tot hogere winterafvoeren leidt. Ook is er minder aanvoer van smeltwater van sneeuw in het begin van de zomer waardoor de afvoer in de zomer juist afneemt. De gletsjers vormen met name aan het eind van de zomer een bron van water voor de Rijn. De gletsjers nemen echter snel af in volume en zullen tegen het eind van de eeuw nagenoeg verdwenen zijn.

De prognose van alle gematigde en hoge scenario’s wijzen op een toename van de maximale jaarafvoeren van 5% tot 25% in het jaar 2100. Ook de minimale afvoer over zeven dagen, een indicator voor periodes van droogte, zal verder afnemen. De afname varieert tussen de 10% en 30% voor 2100.

De Maas
De Maas wordt grotendeels direct gevoed door neerslag. Enkele weken per jaar ligt er met name in het hogere deel van het stroomgebied (Ardennen) sneeuw. De sneeuw kan voor een tijdelijke verhoging van de afvoer zorgen, maar de invloed is veel geringer dan in de Rijn.

Voor de Maas laten de meeste scenario’s een toename van de jaarlijkse winterafvoer zien. Alle scenario’s tonen een afname van de jaarlijkse zomerafvoer. Dit geldt ook voor de minimale zevendaagse afvoer. De grootste afname van 30% wordt voorzien in 2150.

Grotere opgave
Met het toenemen van variaties en het groter worden van extremen, neemt de opgave voor waterbeheerders toe, zowel in Nederland als in onze buurlanden. Daarom is meer onderzoek nodig. Zo worden begin 2024 de Deltascenario’s gepubliceerd. Hierin worden de Klimaat- en afvoerscenario’s gecombineerd met de sociaal-economische ontwikkelingen die de watervraag en de bovenstroomse afvoeren beïnvloeden.

In de loop van 2024 brengt Deltares in samenwerking met Rijkswaterstaat en het KNMI in navolging van de huidige studie, een rapport uit dat ingaat op de toekomstige verandering in hoge en extreem hoge afvoeren. (Foto Erik van Huizen)

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

Duitsland wil belasting heffen op diesel

BERLIJN De Duitse federale overheid is van plan extra belastinginkomsten te genereren door de ‘klimaatschadelijke subsidies’ te verminderen om zo haar begroting voor 2024 te kunnen financieren. Brandstof in de binnenvaart, die in grote delen van Europa al zeventig jaar vrijgesteld is van energiebelasting, komt nu ook in beeld. De huidige plannen zorgen voor een prijsstijging tot 48% in dieselkosten.

Het Bundesverband der Deutschen Binnenschifffahrt (BDB), BDS-Binnenschiffahrt en het Deutsche Fährverband zijn het niet eens met de intenties van federaal minister van Financiën Christian Lindner om deze belastingvrijstelling af te schaffen. Volgens de organisaties genereert de afschaffing op de korte termijn ‘geen relevante extra belastinginkomsten’.

Binnenvaart ontlast
Ook zou de belastingvrijstelling geen ‘klimaatschadelijke subsidie’ zijn. ‘In plaats daarvan zou een brandstofbelasting aanzienlijke concurrentieverstoringen op de Europese binnenvaartmarkt veroorzaken. Het grootste deel van het binnenvaartverkeer is grensoverschrijdend. Het bunkeren zal dan in de toekomst plaatsvinden in de buurlanden waar brandstof het goedkoopst is.’

Verder vinden de organisaties dat de belastingvrijstelling bijdraagt aan het behoud van het aandeel van de bijzonder milieuvriendelijke binnenvaart in de totale vervoersprestatie. ‘Aan het ontlasten van het spoor en het terugdringen van de uitstoot in het vrachtvervoer. En voor grote vrachtschepen, vooral in de Rijnvaart, zijn er nog steeds geen andere brandstoffen dan diesel beschikbaar. De situatie is dus vergelijkbaar met de zogenaamde landbouwdiesel voor zware bedrijfsvoertuigen in de land- en bosbouw.’

‘In bestaan bedreigd’
Ook zouden diegenen die geen grensoverschrijdend vervoer in de vracht- en passagiersvaart verrichten, te maken krijgen met extra kosten die hun bestaan bedreigen. Zij kunnen de kosten slechts in beperkte mate doorberekenen. ‘Bovendien zal de afschaffing tot enorme tariefstijgingen leiden. Het moeizaam op gang gebrachte proces van kostenintensieve modernisering en vernieuwing van de vloot wordt letterlijk tot stilstand gebracht door deze extra kosten. In het midden- en kleinbedrijf is geen kapitaal meer over voor investeringen.

Rookgordijn
De drie organisaties vinden dat minister Lindner een rookgordijn opsteekt als hij de indruk wil wekken dat de toekomstige belastingheffing op brandstoffen in de binnenvaart financiering voor de begroting van 2024 kan opleveren. ‘Het is waar dat de Bondsrepubliek zich in 1952 in een internationaal verdrag met de buurlanden heeft gecommitteerd aan deze belastingvrijstelling voor de scheepvaart op de Rijn, waar 80% van het goederenvervoer plaatsvindt. Zelfs als dit contract nu zou worden opgezegd, zouden er in 2024 geen belastinginkomsten kunnen worden gegenereerd vanwege de lange opzegtermijn in dit contract. Voor de andere rivieren en kanalen buiten de Rijn zijn de belastinginkomsten die theoretisch zouden kunnen worden behaald door wetswijzigingen vrijwel irrelevant.’

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

Xeamos verhuist vanwege groei naar nieuw pand

WIJCHEN Xeamos verhuist in maart 2024 naar een groter pand in Wijchen. Daarvoor wordt het huidige gebouw van Diesel Equipment Trading, een ander lid van de Lumipol-bedrijvenfamilie, uitgebreid met nieuwe kantoorruimte van zo’n 900 vierkante meter. De verhuizing moet Xeamos in staat stellen de productie van nabehandelingssystemen binnen drie jaar te verdubbelen.

Xeamos begon 25 jaar geleden begonnen als een kleine start-up. Nu wordt het bedrijf beschouwd als marktleider op het gebied van nabehandelingssystemen. En Xeamos ziet de vraag naar de producten alleen maar toenemen. ‘Ik ben trots op de vooruitgang die Xeamos de afgelopen 25 jaar heeft geboekt’, zegt oprichter Alwin de Kock. Als technisch directeur richt De Kock zich nu op de verdere ontwikkeling van het Xeamos-productportfolio. Bertil Breijnaerts nam in februari 2023 de rol van algemeen directeur op zich. ‘Clean Air Engineering is onze bijdrage aan een duurzamere wereld’, vult Breijnaerts aan.

Werkplaats en magazijn
Naast de nieuwe kantoorruimte van 900 vierkante meter, krijgt Xeamos in het nieuwe pand ook nog 800 vierkante meter aan ultramoderne werkplaats- en magazijnruimte. Inmiddels wordt in de bouw de laatste hand gelegd aan de bovenste verdieping en het dak van het gebouw. Het gebouw wordt straks verwarmd door middel van een warmtepomp. De benodigde energie hiervoor wordt opgewekt via zonnepanelen.
Volgens Breijnaerts kijkt ‘iedereen bij Xeamos uit naar de verhuizing en wat de toekomst zal brengen.’

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

Telematicadag op 29 december in teken van cybersecurity

NIJMEGEN Bureau Telematica Binnenvaart (BTB) organiseert 29 december de 26e Telematicadag op het KSCC centrum in de Nijmeegse Waalhaven. Dit jaar staat het overgrote deel van het programma in het teken van cybersecurity. Daarnaast is er ook aandacht voor duurzaamheid, digitalisering en het digitaliseren van papieren documenten.

Het gebruik van digitale techniek neemt een grote vlucht, ook in de binnenvaart. Smartphone, elektronische kaart en diverse computers in de stuurhut zijn niet meer weg te denken. Ook de ‘connectivity’ tussen wal en schip neemt toe, bijvoorbeeld door het binnenhalen van updates maar ook door track pilots en besturing vanaf de wal. Daarmee nemen volgens het BTB ook de risico’s toe als het gaat om cybersecurity en het gevaar om gehackt te worden. ‘De vraag of we hier wel voldoende van bewust zijn staat centraal op de Telematicadag.’ Daarom nemen sprekers vanuit onder meer het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC), Rijkswaterstaat en de Centrale Commissie voor de Rijnvaart (CCR) de bezoekers mee ‘in de wereld van digitale criminaliteit en de mogelijke gevaren die op ons afkomen’.

Telematica Award
Tijdens de Telematicadag wordt ook de Telematica Award 2023 uitgereikt. Deze award is voor iemand die een meer dan gemiddelde bijdrage heeft geleverd aan de toepassing van telematica in de binnenvaart en op de vaarwegen. Vorig jaar ging de Award naar Ivo ten Broeke. Hij is Rijnvaartcommissaris en Projectmanager RIS. Hij kreeg de Award onder meer omdat hij zeer bepalend is geweest voor de RIS-directive, de jury kwalificeerde hem zelfs als de nestor van RIS. Ook speelde hij een grote rol bij de invoering van AIS. (Foto Erik van Huizen)

De Telematicadag wordt gehouden op het KSCC, Waalhaven 1K, 6541 AG Nijmegen, (navigatie: Havenweg).
Tijd: vanaf 09:30 uur inloop, start programma om 10:00 uur.

Download dagprogramma

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

Overnachtingshaven Spijk vanaf 1 februari open

SPIJK De nieuwe overnachtingshaven in de Boven-Rijn bij het Gelderse Spijk is vanaf 1 februari 2024 toegankelijk voor het scheepvaartverkeer. Dit betekent dat, in tegenstelling tot eerdere berichtgeving, de overnachtingshaven niet eind december 2023 klaar is.

Reden voor de vertraging is volgens Rijkswaterstaat dat het zorgvuldig uitvoeren van de veiligheidstesten meer tijd kost dan aanvankelijk voorzien. ‘Zo worden de walstroomvoorzieningen en beveiligingscamera’s nog uitgebreid getest en wordt er een brandweeroefening gehouden.’

De komende periode worden de laatste werkzaamheden afgerond en veiligheidstesten uitgevoerd. Tot de daadwerkelijke openstelling blijft de overnachtingshaven gesloten en is het niet toegestaan om de haven in te varen.

Overnachtingshaven
In de nieuwe overnachtingshaven in de Beijenwaard komen naast 50 reguliere ligplaatsen ook twee ligplaatsen voor duwschepen met duwbakken en speciale ligplaatsen voor schepen met gevaarlijke ladingen.
Ook zijn er voorzieningen voor de scheepvaart, zoals een auto-afzetsteiger, parkeerplaatsen en walstroom. (Foto Rijkswaterstaat)

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

Container Exchange Route officieel in gebruik

ROTTERDAM Havenbedrijf Rotterdam heeft onlangs de Container Exchange Route (CER) op de Maasvlakte officieel in gebruik genomen.

Het 17 kilometer lange gesloten wegennetwerk verbindt op dit moment de containerterminals van Rotterdam World Gateway (RWG), de Delta terminal van Hutchison Ports ECT Rotterdam (ECT), de terminals en depots van QTerminals Kramer Rotterdam (KDD, RCT en DCS) en de Rijksinspectie Terminal van de Douane met elkaar. De aangesloten partijen zullen via verschillende vervoerders gebruikmaken van de CER. Waarbij diverse vormen van vervoer toegestaan zijn, zoals Multi Trailer Systems (MTS), Terminal Trekkers met chassis (TT) en normale vrachtwagens.

Containerhub
Boudewijn Siemons, CEO a.i. & COO Havenbedrijf Rotterdam, is ‘verheugd dat de ingebruikname van de Container Exchange Route nu een feit is’. ‘Havenbedrijf Rotterdam wil de positie van de Rotterdamse haven als containerhub verder versterken, maar dit kan alleen als de toenemende containervolumes op een veilige, efficiënte en duurzame manier worden afgehandeld. Het uitwisselen van containers via de CER levert daar een grote bijdrage aan. De samenwerking tussen de aangesloten partijen is daarbij uniek voor de haven van Rotterdam en in de wereld.’

Uniek in zijn soort
De baan bestaat uit ongeveer 17 kilometer verharde baan, 3 gelijkvloerse wegkruisingen, 5 spoorkruisingen en verschillende installaties, zoals verlichting, kabels en leidingen, verkeerslichten en slagbomen. Met de CER introduceert het Havenbedrijf samen met de aangesloten partijen en vervoerders een uniek systeem, wat in geen enkele haven ter wereld op deze schaal bestaat. De samenwerking vraagt van partijen dat zij informatie uitwisselen en samenwerken in het belang van de Rotterdamse haven.
Ingebruikname Container Exchange Route

Integer vervoer
Het wegennetwerk van de CER vormt een ‘gesloten’ transportroute en is niet openbaar toegankelijk. Alleen transportbedrijven met een Authorised Economic Operator (AEO) vergunning van de Douane, kunnen er containers van de ene naar de andere locatie over vervoeren. De CER sluit daarom naadloos aan bij de wens van de Douane om in het kader van de strijd tegen de drugshandel en ondermijning extra maatregelen te treffen in de Rotterdamse haven.

Het transport tussen de terminals en de Rijksinspectieterminal zal in principe volledig over de CER worden gerouteerd, zodat dit vervoer in een gecontroleerde en gesloten omgeving plaatsvindt. Alleen bij hoge uitzondering mogen deze containers nog via de openbare weg. De CER-baan draagt zo niet alleen bij aan betere bereikbaarheid, maar ook aan de versterking van de veiligheid en integriteit van de logistieke keten.

Verdere samenwerking
Nu de eerste partijen gebruik gaan maken van de CER zullen de volumes stapsgewijs toenemen. In de nabije toekomst worden nieuwe aansluitingen van terminals, depots en distributiecentra verwacht. Het Havenbedrijf wil zoveel mogelijk containerbedrijven, die de mogelijkheid hebben tot een fysieke aansluiting, verbinden via de CER.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

Vervoerde vrachtvolume binnenvaart zakt in 2023 verder terug

AMSTERDAM Het vervoerde vrachtvolume van de binnenvaart is na de opleving in 2021 en begin 2022 dit jaar verder teruggezakt. In de eerste negen maanden kwam het totale volume 4,5% lager uit dan een jaar eerder, ondanks dat er dit jaar geen grote beperkingen op de Rijn waren. De vervoersprestatie liep nog wat verder terug (-6%). Dit wijst er volgens ING economen op dat er vooral voor de lange internationale reizen minder vracht was.

De krimp zat vooral bij containers en het vervoer van droge bulk. De laatste is met onder meer agribulk, bouwstoffen, ertsen, kolen, reststoffen de grootste markt. Voornaamste oorzaak voor de krimp is de teruggevallen vraag vanuit Duitsland.
Zo maakte het vervoer van kolen vanwege de energiecrisis in Europa en de druk om Russisch gas structureel te vervangen, een comeback in 2022. Dit was echter van korte duur. De kolenvraag is nu al weer op zijn retour. En het verbruik zal richting 2030 verder teruglopen. Ook al omdat het verbruik van kolen en cokes in de staalindustrie op termijn gaat afnemen. Hoewel de volledige uitfasering nog wel even zal duren zijn er zowel in Duitsland (Thyssen Krupp) als Frankrijk (Arcelor Mittal) forse subsidies verleend om de transitie te kunnen maken naar staalproductie met behulp van waterstof. Dit vermindert de vraag naar kolen.

Natte bulk
Het vervoer van natte bulk bleef goed overeind, vooral in het ARA-gebied. Ook het vervoer van chemische producten houdt goed stand en heeft ook nog groeipotentieel. Hier zijn wel specialistische tankers (RVS) voor nodig. In de tankvaart zorgden laag water en een lagere beladingsgraad wel voor een minder efficiënte inzet van schepen en dus schaarste. In de tankvaart speelt dit ook vanwege de introductie van meerdere producten (alternatieve) brandstoffen, waaronder biobrandstoffen, die vaak niet tegelijk kunnen worden vervoerd. De flexibiliteit neemt hierdoor af.
Een andere relevante ontwikkeling in de tankvaart is het verbod op varend ontgassen. Dat gaat medio 2024 in. Dit betekent dat schepen of wel ‘dedicated’ op een vaste ladingstroom moeten gaan varen, of gebruik moeten maken van een installatie aan de wal. Naar verluidt duurt het ontgassen van een schip van 3.000 ton zo’n 15 uur, waarbij de schepen dus niet onderweg zijn naar een nieuwe vracht. In Nederland gaat het om zo’n 5.000 ontgassingen per jaar. 

Binnenland kansrijk
Het binnenlands vervoer van goederen door de binnenvaart is kansrijk. Zelfs nu het vrachtvolume dit jaar verder is teruggezakt, gaat het binnenlands vervoer volgens de economen van de ING ook op de lange termijn een goede toekomst tegemoet.
De binnenvaart is voor ruim 70% afhankelijk van vervoer van en naar het buitenland. Toch wint het binnenlands vervoer de laatste jaren aan belang. Sinds 2010 nam het aandeel in de vervoersprestatie toe van 25% tot bijna 30%. Voor de middellange termijn verwacht Panteia zelfs dat de groei de komende jaren uitsluitend uit het binnenland komt. Zo wordt de zogenoemde ‘Blue Road’ gestimuleerd als alternatief voor de weg, en voor verladers die de shift naar het water willen maken, is subsidie beschikbaar. Zo werkt BTT Multimodal via terminals in Eindhoven, Tilburg en Bergen op Zoom verder aan de intensivering van containervervoer van en naar de zeehavens over water.

Weinig nieuwe schepen
Er komen dus naar verwachting meer tankers in de vaart. Maar dat zal de markt volgens de ING economen niet overspoelen. Anders dan na 2008 ontstaat er dus geen grote overcapaciteit door een golf aan bestellingen. Marktwaardes van schepen, zeker die van tankers, blijven hierdoor relatief goed op peil.
In de droge ladingvaart zijn de afgelopen tien jaar jaarlijks slechts enkele tientallen nieuwe schepen in de vaart gekomen. De afgelopen vijf jaar gemiddeld ruim 30 per jaar op een Rijnvloot van rond de 7.300 schepen. Deze schepen zijn wel groter dan gemiddeld, maar er zijn ook steeds meer kleine schepen uit de vaart genomen. Per saldo is er geen capaciteit bijgekomen. Hierdoor veroudert de vloot en tegelijkertijd is de inzetbaarheid, op het kanalennetwerk, afgenomen.

Oorlog
Minder schepen in de West-Europese vloot is eveneens een gevolg van de oorlog in Oekraïne. Hierdoor nam de vraag naar binnenvaartschepen in het Donaugebied in 2022 sterk toe. Door de blokkering van Zwarte zeehavens werd er via grenssteden als Izmajil, Reni en Galati lading over de rivier naar de Zwarte zeehavens en verder het Europese binnenland in vervoerd. Dit effect is in 2023 afgenomen doordat er weer meer zeeschepen kunnen vertrekken, maar het speelt in mindere mate nog steeds. In de tussentijd zijn er naar schatting enkele honderden schepen (met een capaciteit van veelal 1.000-2.000 ton) naar de Donau verkocht. Deze schepen komen naar verwachting niet meer terug.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

 

Minister komt met actieagenda Toekomst binnenvaart

DEN HAAG Minister Mark Harbers heeft samen met de binnenvaartsector een actieagenda Toekomst binnenvaart uitgewerkt. Ook heeft hij de Tweede Kamer de oprichting van een Binnenvaarttafel voorgelegd.

De actieagenda toekomst binnenvaart bevat doelen, acties en maatregelen op het gebied van verduurzaming, toekomstbestendige vaarwegen, ketenoptimalisatie en digitalisering. Ook gaat de actieagenda in op de governancestructuur die nodig is om de acties en maatregelen in goede banen te leiden. De oprichting van de Binnenvaarttafel, een voor de binnenvaartsector representatief gremium dat op strategisch niveau sturing geeft aan de uitwerking van de actieagenda, speelt daarbij een prominente rol.

Volgens de minister is het duidelijk dat voor de uitvoering van deze actieagenda samenwerking en een transparante houding tussen alle betrokken partijen noodzakelijk is om de ambities en doelen tijdig te realiseren. ‘Van betrokken partijen wordt verwacht dat zij verantwoordelijkheid nemen en commitment tonen voor de acties die worden afgesproken.’

Energietransitie
Het langetermijndoel van de energietransitie is een klimaatneutrale en nagenoeg zero-emissie binnenvaart in 2050. Met de huidige beleidsinzet is er onvoldoende garantie dat dit doel tijdig wordt gehaald. Daarom wordt de beleidsinzet geïntensiveerd met op onderdelen een meer verplichtend karakter. Zo zet het kabinet in op verduurzaming van de binnenvaart door de introductie van een verplicht emissielabel en beprijzing van brandstoffen.

Het emissielabel is in november 2021 geïntroduceerd. Het heeft nog geen wettelijke basis en scheepseigenaren kunnen het vrijwillig aanvragen. Het emissielabel geeft de emissieprestatie van het schip weer voor broeikasgassen en milieuverontreinigende stoffen, zoals stikstof.

In het kader van de verplichtstelling van het label wordt een onderzoek uitgevoerd om de gevolgen voor de binnenvaartsector vast te stellen. Daarbij zal onder meer worden nagegaan aan welke scheepscategorie een bepaald label kan worden opgelegd op welk moment in de tijd, met als doel een gemiddeld label B in 2030.
Ook voor de Rijn (CCR) en op Europees niveau wordt gesproken over de invoering van een emissielabel voor de binnenvaart. De inzet van Nederland is er daarbij op gericht om een zo eenduidig mogelijk internationaal systeem te krijgen dat aansluit bij de nationale systematiek.

Vaarwegen
Het langetermijndoel voor de vaarwegen richt zich op een klimaatadaptief en toekomstbestendig vaarwegennetwerk. Specifiek voor het hoofdvaarwegennet is het doel om ook op lange termijn de betrouwbaarheid van het netwerk op orde te houden. Maar door veroudering en slijtage ontstaan er vaker storingen en zijn er vaker defecten te verwachten aan onze wegen, bruggen, viaducten en sluizen. Dit kan ertoe leiden dat er minder gebruik van kan worden gemaakt, of dat een weg, brug, viaduct of sluis zelfs afgesloten moet worden voor de veiligheid van de gebruikers. In het coalitieakkoord zijn extra middelen vrijgemaakt voor de instandhouding. ‘Dat stelt ons in staat om aan de slag te gaan met de grootste onderhoudsbeurt van onze infrastructuur ooit.’, schrijft Harbers.

De ambitie is verder dat het hoofdvaarwegennet in 2050 waterrobuust en klimaatadaptief is. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat identificeert de noodzakelijke inspanning en maatregelen en bepaalt welke risico’s acceptabel zijn, welke prestatieniveaus en betrouwbaarheid daar tegenover staan en hoe, samen met de binnenvaartsector en verladers, de binnenvaartlogistiek toekomstbestendig kan worden ingericht.

Ketenoptimalisatie
Beoogd wordt dat in het goederenvervoer een benutting van het transportsysteem ontstaat waarin wisselende combinaties van modaliteiten worden ingezet voor de dienstverlening aan de opdrachtgever: ‘kiezen voor de juiste modaliteit op de juiste plaats en tijd’. Hiervoor is het nodig om elke modaliteit optimaal te benutten, ook in verband met de stijgende schaarste aan ruimte. Samenwerking in de keten is daarvoor essentieel, evenals modaliteit overstijgend denken. Belangrijk daarbij is ook dat de binnenvaart in een grensoverschrijdende geliberaliseerde Europese markt opereert, wat een internationale blik vergt. De binnenvaart kan vanuit haar kracht (grote ladingcapaciteit, duurzaam, ontlastend voor het wegennet) bijdragen aan een robuust en veerkrachtig goederenvervoersysteem.

De partijen waarmee overlegd is bij het opstellen van deze actieagenda , zijn het erover eens dat de volgende twee onderwerpen hoog op de agenda moeten staan: de bijdrage die de binnenvaart kan leveren aan het transportsysteem en de toekomst van kleinschalig vervoer over de binnenwateren, mede in verband met de steeds vaker voorkomende periodes van langdurig lage waterstanden.

Digitalisering
Het langetermijndoel voor digitalisering in de binnenvaart richt zich op het realiseren van een ‘digital by default’ systematiek en aanpak. Dit betekent dat bij het opzetten en onderhouden van binnenvaarttransport bedrijfsprocessen maximaal digitaal worden aangestuurd. Het is de inschatting van veel stakeholders dat digitalisering de binnenvaart op verschillende niveaus structureel zal veranderen en efficiënter kan maken. Er liggen kansen voor schepen zelf (zoals geautomatiseerd varende schepen), in logistieke/administratieve processen (logistieke planning en lading- en vervoersdocumenten) en in de infrastructuur (verkeersmanagement, dataverzameling en dataverwerking voor efficiënt en veilig varen). Deze kansen om de binnenvaart (verder) te moderniseren en versterken moeten dan wel door alle betrokkenen samen benut worden.

Een belangrijke uitwerking in de digitalisering is het Digitaal Stelsel Binnenvaart. Hiermee wordt een (deels) autonome binnenvaartsector bedoeld met real time inzicht in ladingstromen, digitale aansluitingen tussen havens, terminals, schepen en het achterland, alsmede een efficiënte samenwerking tussen de verschillende transportmodaliteiten.

Via het programma Digitale Infrastructuur Logistiek worden de komende twee jaar de ‘digital readiness’ en de digitale vaardigheden van sectorpartijen en werknemers verhoogd.

Smart shipping
Ook de ontwikkeling van geautomatiseerd varen krijgt op korte termijn extra aandacht. Via aanpassing van de regelgeving worden de ontheffingsmogelijkheden voor geheel of gedeeltelijk geautomatiseerd varen gerealiseerd. Dit biedt kansen voor veilige, duurzame en vlotte doorstroming van het scheepvaartverkeer op de vaarwegen. Daarnaast kan (geheel of gedeeltelijk) geautomatiseerd varen bijdragen aan oplossingen voor het personeelstekort in de binnenvaart en -al dan niet gedeeltelijk- een oplossing bieden voor de afname van het aantal kleine schepen.

Door technologische ontwikkelingen als smart shipping en verdergaande digitalisering hoeft mogelijk een deel van de informatieverstrekking en verkeersbegeleiding in de toekomst minder te worden aangeboden. Aanpassingen worden afgestemd op de snelheid van de technologische ontwikkeling en de implementatie ervan bij de gebruikers. De komende periode wordt in kaart gebracht hoe snel de aanpassingen naar verwachting zullen plaatsvinden, zodat daarbij rekening kan worden gehouden bij het vaststellen van het serviceniveau voor de vaarweggebruikers.

Binnenvaarttafel
De partijen waarmee overlegd is bij het opstellen van deze actieagenda zijn het erover eens dat voor de uitwerking hiervan samenwerking tussen alle betrokken partijen noodzakelijk is. Op dit moment bestaat er geen gremium waar alle relevante binnenvaartbelangen samenkomen en waar een integraal overzicht beschikbaar is van de uitdagingen waar de binnenvaart voor staat. Daarom wordt een Binnenvaarttafel opgericht.

Met de Binnenvaarttafel wordt beoogd gezamenlijk verantwoordelijkheid te nemen voor de uitvoering van deze actieagenda en de samenwerking tussen de verschillende ketenpartners te versterken. Doordat de actieagenda een integraal karakter heeft, is het ook mogelijk om via de Binnenvaarttafel overzicht en samenhang te bewaren op vrijwel alle relevante binnenvaart thema’s. De Binnenvaarttafel komt daarmee tegemoet aan een breed gedragen behoefte in de binnenvaartsector en wordt ingericht met de gedachte om meerjarig met elkaar samen te werken.

Aan de Binnenvaarttafel neemt een representatieve vertegenwoordiging van de binnenvaartsector deel. Het gaat daarbij om vertegenwoordigers van brancheorganisaties voor respectievelijk de binnenvaart, het verladend bedrijfsleven, inland terminals en zee- en binnenhavens. Daarnaast nemen ook regionale overheden, het Rijk en andere relevante partijen zoals financiële- en kennisinstellingen deel. Vertegenwoordiging vindt plaats op directeursniveau.

De eerste bijeenkomst van de Binnenvaarttafel wordt gepland voor eind januari 2024. De werkzaamheden moet leiden tot concrete afspraken over de vier grote thema’s die in de binnenvaartvisie en deze actieagenda aan de orde komen: de energietransitie, toekomstbestendige vaarwegen, ketenoptimalisatie en digitalisering. (Foto Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat / Valerie Kuypers)

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.