Tag archieven: veiligheid

MARIN bouwt meest realistische maritiem simulatorcentrum

WAGENINGEN Minister Adriaansens van Economische Zaken en Klimaat startte gisteren met een virtuele druk op de knop de nieuwbouw van MARIN’s Seven Oceans Simulatorcentrum (SOSc). Met deze nieuwe onderzoeksfaciliteit wil MARIN maritieme operaties veiliger en efficiënter maken door de meest realistische simulatie van het gedrag van en de interactie tussen maritieme constructies, schepen, de omgeving en de mens. Begin 2024 is het SOSc operationeel.

Het onderzoekscentrum krijgt bolvormige en bewegende simulatoren, een virtual / augmented reality experimenteerruimte en human factor meet- en observatietechnieken die flexibel ingezet kunnen worden voor het simuleren van complexe maritieme operaties. Arno Bons, manager Simulation & Visualization: ‘De bolvormige simulatoren met bewegende brug worden wereldwijd uniek omdat de omgevingsprojectie niet alleen rondom is, maar ook naar boven en beneden. In het Maritime eXperience Lab onderzoeken we de nieuwste VR/AR-systemen en passen die toe voor maritieme systemen en operaties, zowel boven als onder water. Alle simulatoren kunnen we bovendien aan elkaar koppelen om complexe multi-ship en multi-tool operaties te simuleren.’

Nieuwe oplossingen nodig
‘De veiligheid van scheepvaart vraagt volgens de minister om nieuwe oplossingen. ‘De containerschepen worden groter, de drukte op zee neemt toe en de weersomstandigheden veranderen. Deze unieke simulator speelt bij die noodzakelijke innovaties een belangrijke rol. Het nabootsen van moeilijke situaties op zee en de reactie daarop van mens en machine leveren waardevolle informatie waarmee we de scheepvaart veiliger en slimmer maken. Een indrukwekkend voorbeeld van de passie waarmee bij MARIN wordt gewerkt aan innovaties die bijdragen aan maatschappelijke en economische uitdagingen voor de maritieme sector.’

Impuls
Het SOSc betekent een belangrijke impuls voor de missie van MARIN: schone, slimme en veilige scheepvaart en duurzaam gebruik van de zee. Bas Buchner, algemeen directeur MARIN: ‘Naast onderzoek naar scheepvaartveiligheid maakt deze nieuwe virtuele testfaciliteit het mogelijk om het gedrag van toekomstige schepen al tijdens het ontwerp te ervaren, waarbij de rol van de bemanning en samenwerking aan boord centraal staan. Het geeft de nationale en internationale maritieme sector, inclusief de Koninklijke Marine en de Rijksrederij, de mogelijkheid innovatieve schepen te ontwikkelen met veilige en maximale operationele inzet onder de meest moeilijke omstandigheden op zee.’

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

Uitbreiding elektronisch melden 1 december met gedoogperiode

STRAATSBURG De uitbreiding van de elektronische meldplicht gaat per 1 december in. Wel stelt de Centrale Commissie voor de Rijnvaart (CCR) de nationale politieautoriteiten voor om een gedoogperiode toe te passen.

Omdat het Comité Politiereglement van de CCR zich bewust is van de technische moeilijkheden die sommige schippers zouden kunnen ondervinden om te voldoen aan de nieuwe voorschriften, beveelt het de nationale politieautoriteiten aan om vanaf de datum waarop de elektronische meldplicht ingaat, een gedoogperiode te hanteren van drie maanden. Deze gedoogperiode is bedoeld als een periode waarin de bevoegde autoriteit alle schepen en bijzondere transporten die zich nog niet elektronisch melden, rechtstreeks benadert en kan afzien van een boete wanneer hiervoor goede redenen bestaan. De bevoegde autoriteiten kunnen volgens de CCR ‘een zekere tolerantie tonen’.

Informatie betrouwbaarder
Tot nu toe geldt de verplichting tot elektronisch melden alleen voor samenstellen, schepen die containers vervoer en schepen met vast ingebouwde tanks. De CCR breidt de elektronische meldplicht uit tot alle schepen en bijzondere transporten die vallen onder artikel 12.01, eerste lid, van het Rijnvaartpolitiereglement (RPR). Door deze uitbreiding moeten nu ook schepen die goederen aan boord hebben waarvan het vervoer onder het ADN valt, schepen langer dan 110 meter, hotelschepen, zeeschepen, schepen met een LNG-installatie aan boord en bijzondere transporten zoals bedoeld in artikel 1.21. voldoen aan de elektronische meldplicht.

De schipper moet een aantal gegevens met betrekking tot het schip of het samenstel, de vervoerde goederen en de reis aan de bevoegde autoriteiten opgeven. Deze melding verschaft de autoriteiten met name alle informatie die nodig is voor een goede aanpak in geval van een calamiteit. Ook zorgt het elektronisch melden volgens de CCR voor minder administratieve lasten, omdat er veel minder gebruik zal worden gemaakt van de marifoon. ‘Bij de bevoegde instanties valt het handmatig invoeren van gegevens die vandaag de dag via de marifoon worden doorgegeven, weg. Dit besluit zal bovendien de veiligheid in de Rijnvaart verder verhogen, aangezien het melden van de informatie betrouwbaarder zal worden.’

EDI-account
Het feit dat de CCR voor drie maanden een gedoogregeling aanbeveelt, wijzigt overigens niets aan de datum waarop de elektronische meldplicht gaat gelden. Deze verplichting gaat onverminderd in op 1 december. De CCR wijst daarom alle schepen en bijzondere transporten waarvoor deze regeling gaat gelden erop dat men voor 30 november alle vereiste maatregelen moet treffen om de elektronische meldingen te kunnen versturen. Hiervoor moet zo snel mogelijk bij Rijkswaterstaat een aanvraag worden ingediend voor het aanmaken van een EDI-account.

De CCR heeft een webpagina ontwikkeld met de naam ‘Elektronisch melden (ERI)’. Deze webpage bevat alle documenten. Op de website staat eveneens een document met vaak gestelde vragen (FAQ) in de drie werktalen van de CCR, om het bedrijfsleven zo veel mogelijk ondersteuning hierbij te bieden. De website is te vinden op https:// eri.ccr-zkr.org/.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Ook Willems is lid van Aqualink. Meld u nu ook aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

MKB moet zich beter wapenen tegen internetcriminaliteit

DEN HAAG Internetcriminelen hebben in 2018 bij ruim de helft (52%) van de kleine bedrijven geprobeerd geld of gegevens buit te maken. Dit blijkt uit het Alert Online-onderzoek onder mkb’ers. Phishing en acquisitiefraude zijn hierbij de meest gebruikte methodes. En hoewel de dreiging bij kleine bedrijven toeneemt, maken zij zich juist steeds minder zorgen over hun digitale veiligheid. Daarom roept minister Grapperhaus van het ministerie van Justitie en Veiligheid bij de start van de Week van de Veiligheid kleine bedrijven op zich beter te wapenen tegen internetcriminaliteit.

In 2017 maakt 65% van de kleine bedrijven met één tot negen werknemers zich nog weinig zorgen over de digitale veiligheid op de zaak. In 2018 is dit percentage gestegen naar 75%. De onbezorgdheid is onterecht. ‘Steeds meer kleine bedrijven werken ook digitaal; bestellingen en betalingen worden online gedaan, bedrijfsprocessen worden aangestuurd door computers’, zegt minister Grapperhaus. ‘Dat biedt kansen om makkelijker en sneller het werk te doen, maar maakt een bedrijf ook kwetsbaar. Er hoeft maar één medewerker op een verkeerde link te klikken en het bedrijf ligt stil. Met grote financiële schade en een deuk in de reputatie tot gevolg. Daarom trek ik nog dit jaar 1,2 miljoen euro uit voor trainingen en voorlichting aan mkb’ers. Het is belangrijk dat ondernemers goede informatie krijgen welke risico’s er zijn, zodat ze weten welke maatregelen ze zelf kunnen nemen.’

Niet op orde
De digitale weerbaarheid van het mkb is volgens Rutger Leukfeldt, lector cybersecurity in het mkb bij De Haagse Hogeschool en senioronderzoeker cybercrime bij het NSCR, niet goed op orde. ‘Eén op de vijf mkb-bedrijven is al slachtoffer geworden van internetcriminaliteit. We zien dat met name kleinere bedrijven minder vaak technische en organisatorische maatregelen treffen. Hierdoor neemt niet alleen de kans toe dat zij slachtoffer worden, maar is ook de impact groot als het mis gaat.’

Phishing en acquisitiefraude zijn de meest voorkomende vormen van internetcriminaliteit in het bedrijfsleven. Met name kleine bedrijven zijn kwetsbaar hiervoor. Ruim een derde (37%) van de kleine bedrijven kampte met phishingmails, waarbij de ontvanger wordt verleid op een valse link of bijlage te klikken. Eén op de vijf deed dat ook daadwerkelijk. Een kwart (23%) had te maken met acquisitiefraude, ook wel bekend als spookfacturen voor diensten of producten die niet zijn geleverd.
Opvallend is dat 56% van de kleine bedrijven die is geconfronteerd met internetcriminaliteit geen extra beveiligingsmaatregelen heeft getroffen, zoals virussoftware of firewall installeren of updaten, wachtwoorden complexer maken, back-ups maken of het voorval rapporteren.

‘Die mail zag er zo echt uit…’
Arjan de Pee, eigenaar van Autobedrijf de Pee uit Krimpen aan den IJssel, trapte in een phishingmail: ‘De mail zag er zo echt uit. Na de klik ging mijn scherm direct op zwart. Al onze computerbestanden waren gegijzeld. Mijn autobedrijf lag plat. Wij konden niet meer bij onze programma’s en documenten. Alleen als wij een flink bedrag in bitcoins zouden betalen, zouden de internetcriminelen onze gegevens weer vrijgeven.’

Arjan de Pee won advies in bij zijn IT-adviseur. Hij kreeg het dringende advies niet te betalen. Want wie dat wel doet, houdt deze vorm van internetcriminaliteit in stand. ‘Gelukkig maakten we van sommige werkplaatsprogramma’s zoals de planning en klantendatabase, dagelijks back-ups. PDF’s, Word- en Exceldocumenten waren we kwijt. Ik grijp nog vaak mis.’

Arjan de Pee had nooit verwacht dat hij slachtoffer zou worden van internetcriminaliteit en dat de impact zo groot zou zijn. ‘Ik heb mijn les geleerd. Mijn IT-bedrijf heeft online monitoringsoftware voor ons geïnstalleerd met onder andere een goede virusscanner en firewall. Daarnaast maken we nu dagelijks automatisch back-ups die we bij meerdere online aanbieders opslaan. Dat kost niet veel, maar geeft zo’n veilig gevoel. Ik raad andere ondernemers aan dat ook te doen.’

Tips
Met de volgende tips zetten mkb’ers de eerste stappen om zich beter te beschermen tegen internetcriminelen:

  •  Maak back-ups. En doe dit regelmatig. Bewaar de back-up op een veilige plek. Zo beperk je de schade als bijvoorbeeld door ransomware je bedrijfsdata gegijzeld wordt.
  • Draai updates direct. Van al je software en op alle apparaten die je werknemers voor het werk gebruiken. Zo voorkom je dat virussen gebruikmaken van kwetsbaarheden in oude versies van programma’s. Het helpt om hiervoor automatisch updaten in te stellen.
  • Klik niet zomaar op bijlagen of links in e-mails. Leer jezelf en ook je medewerkers valse e-mails te herkennen. Daarmee proberen criminelen zakelijke informatie te ontfutselen of malware op je computer en bedrijfsnetwerk te installeren.
  • Gebruik niet zomaar openbare wifi-netwerken. Hoe handig ook, openbare wifi is niet veilig. Laat je werknemers onderweg alleen 4G gebruiken of verbinding maken via een beveiligde VPN-verbinding.
  • Maak afspraken en train je medewerkers. Zorg dat zij weten wat zij moeten doen en hoe zij dat moeten doen om internetcriminaliteit te voorkomen.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

Werkstraf voor dodelijk ongeval op de Maas

ARNHEM De rechtbank in Arnhem heeft een 27-jarige man uit Brakel een werkstraf van 240 uur opgelegd vanwege het veroorzaken van een dodelijk ongeval op de Maas bij Well. Ook werd hem een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden opgelegd en mag de man drie jaar lang geen vaartuig besturen. Het OM had een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden geëist.

De rechtbank stelde vast dat de man uit Brakel op die 27ste mei van vorig jaar binnen een afstand van 20 meter van de oever met zijn waterscooter minimaal 40 kilometer per uur voer. Hier is slechts een snelheid van 20 kilometer uur toegestaan. Dit deed de man volgens de rechter ondanks het feit dat het die dag enorm druk was op de Maas en wist dat er zwemmers in het water aanwezig konden zijn. Vlakbij een van de kribben kwam hij in aanvaring met de 14-jarige Levi uit Helmond die in de rivier aan het zwemmen was. Als gevolg van deze aanvaring is de jongen onder water verdwenen en uiteindelijk verdronken.

Ernstig verwijt
De rechtbank oordeelt dat de man zeer onvoorzichtig heeft gevaren en het aan zijn schuld te wijten is dat de jongen is overleden. Volgens de rechtbank heeft de man onvoldoende mate rekening gehouden met zwemmers die in het water aanwezig waren. Hij had zich de risico’s van zijn gedrag voor anderen moeten realiseren, zeker omdat een aanvaring op het water gevaar voor verdrinking kan opleveren.
Maar ondanks het feit dat de man schuldig is aan een dodelijk ongeval, vindt de rechtbank in dit geval een onvoorwaardelijke gevangenisstraf niet op zijn plaats. ‘Dat de man schuldig is aan het ongeval, betekent niet dat hij het ongeval heeft willen veroorzaken. Hij heeft de dood van de jongen niet gewild.’ Maar het betekent volgens de rechtbank wel dat hem dat ongeval kan worden verweten. ‘Hij had anders kunnen en moeten handelen. Dit is een ernstig verwijt, omdat sprake is geweest van zeer onvoorzichtig handelen. Dit is niet de zwaarste vorm van schuld die de wet kent.’ Verder is geen sprake van strafverzwarende omstandigheden. Ook heeft de man uit Brakel na het ongeval samen met zijn vrienden meehelpen zoeken naar Levi en dus in zoverre wel betrokkenheid en verantwoordelijkheid getoond.

Omstandigheden
De rechtbank houdt ook rekening met de persoonlijke omstandigheden van de man. Zo heeft de man een baan. Verder zal hij moeten leven in het besef dat hij schuldig is aan een dodelijk ongeval. ‘Uiteraard is het ongeval het allerergste voor de nabestaanden van de jongen, maar ook voor de man zal dat besef zwaar zijn. Naar zijn zeggen heeft hij kort na het ongeval de hulp van een psycholoog gezocht, omdat hij zich toen al veroordeeld voelde door de (sociale) media.’
Verder let de rechtbank op het feit dat de man nooit eerder schuldig is bevonden aan een misdrijf. De rechtbank realiseert zich overigens heel goed dat een op te leggen straf in zaken als deze nooit het verlies en verdriet van de nabestaanden kan goedmaken.

Naast de werkstraf moet de man ook schadevergoedingen aan de vader en moeder van het slachtoffer betalen van respectievelijk bijna 16.000 en 4.400 euro.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

Extra controle dragen reddingsvest in binnenvaart

DEN HAAG De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) gaat de controles op het dragen van een reddingsvest in de binnenvaart intensiveren. Uit controles blijkt dat nog steeds 10% van de opvarenden geen reddingsvest draagt.

reddingsvest2Het dragen van een reddingsvest is vanaf 1 januari van dit jaar verplicht op binnenvaartschepen indien er gevaar is voor overboord vallen. Dat geldt overigens ook voor toeleveranciers aan de binnenvaart. Monteurs of verkopers die aan boord gaan van een binnenschip moeten dus ook een reddingsvest dragen. Aqualinklid  Scheepvaartwinkel levert hiervoor speciale werkjassen met een reddingsvest.

Achterstallig onderhoud
De inspectie gaat de komende tijd ook extra letten op achterstallig scheepsonderhoud. Volgens de inspectie schort het hier en daar aan onderhoud als gevolg van de economische crisis.
De inspectie waarschuwt in zijn meerjarenplan ook voor oplopende wachttijden voor certificeringen en voor scheepsmetingen. Voornaamste oorzaak is de uitstroom van certificerende inspecteurs en metingsdeskundigen. Door de beperkte capaciteit bedraagt de gemiddelde doorlooptijd tussen indiening van een aanvraag en verstrekking van een certificaat intussen ruim vier maanden.

Heeft uw schip ook onderhoud nodig? Kijk dan eens op de website van scheepswerf Gelria.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

Beunschepen verladen op open water groot risico

DEN HAAG Binnenvaartschepen die gebruikt worden voor het vervoer van vloeibaar zand (beunschepen) lopen het risico om te slaan tijdens het verladen op open water. Dit komt doordat bij de ombouw van binnenvaartschepen tot beunschepen onvoldoende aandacht wordt besteed aan de stabiliteit en sterkte van deze schepen. De certificaten die de Inspectie Leefomgeving en Transport afgeeft aan eigenaren van beunschepen om te mogen varen, zijn geen garantie dat het schip veilig is om te werken op open water. Dat concludeert de Onderzoeksraad voor Veiligheid in het vandaag verschenen rapport Kapseizen beunschepen.

beunschipAanleiding voor het onderzoek was het kapseizen van twee beunschepen kort na elkaar. In de nacht van 5 op 6 februari 2015 kapseisde het beunschip Rick op de Westerschelde. Dit gebeurde tijdens het overladen van spuitzand vanaf de zandzuiger Interballast I. De schipper kwam hierbij om het leven. Twee andere opvarenden werden gered. Ongeveer twee maanden later, op 30 maart 2015, vond in de avond een ogenschijnlijk vergelijkbaar ongeval plaats. Het beunschip Willem kapseisde, ook op de Westerschelde tijdens het verladen van spuitzand. De twee opvarenden van de Willem konden zich tijdig in veiligheid brengen.

Onvoldoende stabiliteit
De Onderzoeksraad onderzocht of zich structurele problemen met de veiligheid voordoen bij het overslaan van spuitzand op open water. Uit het onderzoek blijkt dat de stabiliteit van de schepen onvoldoende was voor de activiteiten waar deze schepen voor werden ingezet. Daarnaast was één van deze schepen niet sterk genoeg voor het varen op open water. Volgens de Onderzoeksraad speelt een aantal factoren hierbij een rol. ‘Het gevoerde overheidsbeleid in de binnenvaartsector is gericht op de eigen verantwoordelijkheid van ondernemers. In de huidige wet- en regelgeving staat weliswaar dat de stabiliteit van binnenvaartschepen in overeenstemming moet zijn met het doel waarvoor schepen bestemd zijn, maar dit is niet vertaald naar expliciete eisen. Eigenaren van beunschepen en certificeerders worden onvoldoende geprikkeld om ook daadwerkelijk invulling te geven aan die open norm.’

beunschip2Certificering
De certificaten die de Inspectie Leefomgeving en Transport afgeeft, blijken volgens de Onderzoeksraad geen garantie te zijn voor de veiligheid van beunschepen bij het varen en verladen van spuitzand op open water. ‘Bij de certificering, die de Inspectie uitbesteedt aan commerciële certificeerders, wordt alleen gekeken naar die onderwerpen die zijn uitgewerkt in wet- en regelgeving. Hierdoor is voor beunschepen die spuitzand laden op open water stabiliteit geen onderwerp van onderzoek en wordt de sterkte onvoldoende gecontroleerd.’

Aanbeveling
Om de veiligheid in de beunschepensector te verbeteren, is het volgens de Onderzoeksraad van belang dat er bij het toezicht ook gekeken wordt naar veiligheidsrisico’s en niet alleen naar de naleving van wet- en regelgeving. De Raad beveelt de minister van Infrastructuur en Milieu aan om een proces op gang te brengen waarin de Inspectie Leefomgeving en Transport, in samenwerking met eigenaren van schepen, verzekeringsmaatschappijen en brancheverenigingen in de binnenvaart, de veiligheid van beunschepen die spuitzand verladen op open water waarborgt door ervoor te zorgen dat bij de verbouw aan of ombouw tot een beunschip de stabiliteit en sterkte gecontroleerd worden en er rekening gehouden wordt met het gebruik op open water.
De Raad merkt daarbij op dat controle van de stabiliteit en sterkte ook relevant is voor bestaande, tot beunschip verbouwde schepen die op open water varen. De Raad verwacht dan ook dat de betrokken partijen de eigenaren van deze schepen informeren over de mogelijke risico’s die zij lopen bij het verladen van spuitzand op open water. (Foto’s Onderzoeksraad voor Veiligheid)

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

bannermarindu

In heel Europa zelfde technische eisen voor de binnenvaart

BRUSSEL De technische eisen voor binnenvaartschepen worden binnenkort voor heel Europa gelijk. Daarmee komt voor binnenvaartschippers in de EU een einde aan de rechtsongelijkheid als gevolg van afwijkende technische standaarden op de Rijn.

De Raad heeft onder Nederlands EU Voorzitterschap op 17 maart een informeel akkoord met het Europees Parlement bereikt over de herziening van de richtlijn inzake technische voorschriften voor binnenvaartschepen. De herziene richtlijn maakt het mogelijk dat voortaan direct wordt verwezen naar technische standaarden ontwikkeld door het zogenaamde CESNI Comité, dat op 3 juni 2015 onder de auspiciën van de Centrale Rijnvaart Commissie (CCR) is opgericht. Binnenvaartschepen die een communautair binnenvaartcertificaat willen verkrijgen en op de binnenwateren van de Unie willen varen, moeten aan deze technische eisen voldoen.

Ook op de Rijn
De technische standaarden van CESNI zullen niet enkel worden overgenomen door de EU, maar ook van toepassing worden verklaard op de Rijn, en zo leiden tot harmonisatie van technische voorschriften voor binnenvaartschepen in Europa. Op dit moment is het nog zo dat de EU en de CCR ieder eigen technische reglementen hebben die inhoudelijk nagenoeg identiek zijn maar op onderdelen van elkaar afwijken, hetgeen leidt tot rechtsonzekerheid voor de binnenvaartsector. CESNI heeft een eerste versie van de technische standaard op 26 november 2015 vastgesteld. De standaard bevat bepalingen omtrent het bouwen van schepen en apparatuur, maar stelt ook regels aan vaartuigen die gebruik maken van vloeibaar aardgas (LNG). Deze regels voor het gebruik van LNG bestonden eerder nog niet en zullen het gebruik van deze alternatieve brandstof bij de binnenvaart naar verwachting faciliteren.

Binnenvaart promoten
De herziene technische richtlijn is onderdeel van een breder pakket (NAIADES II) dat verschillende maatregelen bevat om het gebruik van de binnenvaart in Europa te promoten. Het Nederlandse EU Voorzitterschap zal het bereikte akkoord 23 maart ter instemming aan de Raad (COREPER) voorleggen.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

E-ticket Maritime Industry aanvragen.

Drenkelingtrappen Waalkade niet voor bezoek aan schepen

NIJMEGEN De drenkelingtrappen in de Nijmeegse Waalkade zijn niet bedoeld voor het aan en van boord gaan van binnenvaartschepen die daar liggen afgemeerd. Dat kreeg Frits Hardeman van het Nijmeegse FKH Accu’s te horen van de gemeente Nijmegen.

Hardeman liep vrijdag 22 januari negen gebroken ribben en één gebroken schouder op toen hij van een dergelijk trapje in de Nijmeegse Waalkade viel en zes meter naar beneden stortte in het ruim van het schip wat hij zou gaan bezoeken. Om dit in de toekomst te voorkomen gaat de gemeente Nijmegen pictogrammen plaatsen over het gebruik van de drenkelingtrappen. Deze moeten zowel vanaf de kade als vanaf het water zichtbaar zijn.

De Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid ziet geen aanleiding tot het instellen van een volledig onderzoek of het opstellen van een rapport. De reden daarvoor is dat Hardeman zelfstandige is en geen werknemer. Daardoor is geen sprake van  een arbeidsongeval als bedoeld in de Arbeidsomstandighedenwet.

Lees het volledige verhaal over het ongeval van Hardeman op de website van Weekblad Schuttevaer.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

E-ticket Maritime Industry aanvragen.

Cybercriminaliteit belangrijkste lange termijnrisico voor bedrijven

MUNCHEN – Bedrijven maken zich steeds meer zorgen over cybercriminaliteit zoals aanvallen van hackers. In de Allianz Risk Barometer komen cybercriminaliteit, inbreuk op data en technisch IT falen dit jaar voor het eerst de top drie binnen. Cyberincidenten worden dan ook gezien als de belangrijkste lange termijnrisico voor bedrijven in de komende tien jaar. Ook de scheepvaart loopt door verregaande automatisering en het verbonden zijn met internet steeds meer risico.

Dit jaar geeft 28% van de respondenten aan zich zorgen te maken over cyberincidenten. Dat is 11% meer dan vorig jaar.  Bij de eerste Allianz Risk Barometer vijf jaar geleden werden cyberincidenten slechts door 1% van de ondervraagden gezien als een risico. Volgens de respondenten is reputatieschade (69%) de voornaamste oorzaak van financiële schade voor bedrijven na een cyberincident, gevolgd door bedrijfsonderbreking (60%) en aansprakelijkheid na een data-breuk (52%).

‘Niet onderschatten’
Volgens de Barometer zijn bedrijven in toenemende mate bezorgd om de steeds geavanceerder wordende cyberaanvallen. ‘Aanvallen door hackers worden doelgerichter, duren langer en kunnen Klik voor vergrotingononderbroken doordringen’, verklaart Jens Krickhahn van Allianz Global Corporate & Specialty (AGCS). ‘Terwijl cyberaanvallen toenemen in zowel frequentie als omvang, zouden bedrijven de impact van een operationele uitval in de hedendaagse digitale en onderling verbonden bedrijfstakken niet moeten onderschatten. Een eenvoudige technische storing of gebruiksfout kan resulteren in een grote uitval van de IT systemen met Business Interruption als gevolg. Tijdige waarschuwingen en betere monitoring zijn nodig om omvangrijke cyber BI schades te voorkomen.’

Ontwrichtende krachten
Business Interruption (BI) blijft voor het vierde jaar op rij, met 38% van de respondenten, het belangrijkste gevaar. En inderdaad stijgen de BI schades voor bedrijven, waarbij het typerend is dat over het algemeen BI schades een veel grote aandeel hebben dan tien jaar geleden en waarbij het vaak de directe materiële schade overschrijdt, zoals de AGCS analyse van verzekeringsclaims aantoont. Volgens de respondenten zijn natuurrampen (51%) de grootste oorzaken van BI en het meest gevreesd door bedrijven op de voet gevolgd door brand/explosie (46%).
Daarnaast tonen de onderzoeksresultaten aan dat er binnen multinationals toenemende zorgen zijn over de vergaande impact van geopolitieke instabiliteit. Hierbij moet men denken aan oorlogen of andere politieke onrusten die van invloed kunnen zijn op de toevoer van goederen. Dit geldt ook voor terrorisme, wat weer zijn weerslag kan hebben op personeel, gebouwen of andere bezittingen.  ‘Bedrijven moeten zich voorbereiden op een groter scala van ontwrichtende krachten in 2016 en daarna’, verklaart Axel Theis van Allianz SE. ‘De toenemende impact van globalisering, digitalisering en technologische innovatie zet ons voor fundamentele uitdagingen.’

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Klik voor vergroting

AIS en reddingsvest verplicht in binnenvaart

DEN HAAG – Het dragen van een reddingsvest is vanaf 1 januari van dit jaar verplicht op binnenvaartschepen indien er gevaar is voor overboord vallen. Ook moet de binnenvaart een AIS Transponder aan boord hebben en gebruiken.

Met de nieuwe regels worden de richtlijnen van het Rijnvaartpolitiereglement (RPR) en het Binnenvaartpolitiereglement (BPR) beter op elkaar afgestemd. Zo mag het Handboek voor Marifonie in de binnenvaart nu ook in digitale vorm aan boord zijn. Mits op ieder moment te raadplegen. De AIS-plicht geldt voor alle niet kleine schepen die varen op CEMT I klasse vaarwegen of hoger. Kleine schepen die AIS gebruiken mogen alleen een daarvoor goedgekeurd systeem gebruiken.
Verder wordt het gebruik van spudpalen geregeld en staan er nadere bepalingen over de stabiliteit van binnenvaartschepen.

Ook monteurs en verkopers
Toeleveranciers aan de binnenvaart hebben overigens ook de plicht tot het dragen van reddingsvest. Monteurs of verkopers die aan boord gaan van een binnenschip moeten dus ook een reddingsvest dragen. De Scheepvaartwinkel levert hiervoor speciale werkjassen met een reddingsvest.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.