‘Het beest’ bootst 20 jaar varen na in vier weken

DELFT De TU Delft heeft de Hexapod in gebruik genomen. Het apparaat kan onder meer in vier weken de vermoeiing in gelaste scheepsstukken nabootsen van 20 jaar varen op zee. Met een gewicht van 60 ton en afmetingen van zes bij vijf bij drie meter wordt de Hexapod ook wel ‘het beest’ van de TU Delft genoemd.

Mirek Kaminski, hoogleraar scheeps- en offshore constructies aan de TU Delft, denkt met de Hexapod het ontwerpen van schepen te kunnen verbeteren. Schepen zouden daardoor duurzamer, effectiever en goedkoper moeten worden. ‘Onderhoudskosten zijn een nachtmerrie voor elke scheepseigenaar’, zegt Kaminski die stukken van schepen tussen de Hexapod gaat leggen van maximaal één kubieke meter waar lassen in zitten. Op zo’n proefstuk brengt Kaminski vervolgens de werkelijke krachten aan waarmee een schip te maken krijgt. Hij wil uiteindelijk alle karakteristieke gelaste verbindingen in een schip een maand lang testen, waarmee hij een levensduur van twintig jaar kan simuleren. Dat komt doordat hij de krachten met een hogere frequentie kan aanbrengen dan in werkelijkheid (30 Hz). ‘Bij vermoeiing van schepen gaat het altijd over gelast materiaal, want lassen zorgt voor microscheurtjes waardoor de verbinding tussen twee gelaste constructie-elementen minder sterk wordt.’

De Hexapod kan krachten van 100 ton in alle zes richtingen aanbrengen, omhoog en omlaag, links en rechts, voor en achter. Het is volgens Kaminski het eerste apparaat ter wereld dat een constructie met zes krachten tegelijkertijd kan belasten. (Foto TU Delft)

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

Strengere regels nodig voor vervoer gevaarlijke stoffen over water

DEN HAAG Binnenvaartschippers die gevaarlijke stoffen vervoeren moeten bij dichte mist extra veiligheidsmaatregelen treffen. Bijvoorbeeld de vaartijd verkorten of de schipper eerder aflossen. Daarnaast moet Rijkswaterstaat de bevoegdheid krijgen om bij extreme weersomstandigheden het scheepvaartverkeer plaatselijk stil te leggen. Ook dienen de crisisbeheersing en hulpverlening in grensgebieden van verschillende regio’s beter te worden gecoördineerd.

Dat stelt de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) in het rapport ‘Stuwaanvaring door benzeentanker bij Grave’. Bij varen in dichte mist gelden volgens de OVV nauwelijks specifieke regels voor de binnenvaart. Het bevreemdt de Onderzoeksraad dat een schipper van een tanker met 2000 ton benzeen ook in dichte mist tot 14 uur aaneengesloten mag varen zonder aflossing. De Raad wijst erop dat behalve de schipper ook de vaarwegbeheerder en de chemiebedrijven als opdrachtgevers voor het transport een verantwoordelijkheid hebben.

Aanvaring
De binnenvaarttanker Maria Valentine voer op 29 december 2016 met 2000 ton benzeen via de Maas richting Rotterdam. Vanwege dichte mist voer de schipper voornamelijk op radar, wat de OVV kwalificeert als zeer inspannend en specifieke training en ervaring vereisend. Na 13 uur varen naderde het schip de stuw bij Grave en voer daar vervolgens dwars doorheen, viel door het hoogteverschil drie meter omlaag en dreef nog 600 meter door. Ruim een uur na de aanvaring informeerde Rijkswaterstaat de hulpdiensten over het voorval en het feit dat er gevaarlijke stoffen bij betrokken zijn. Mede als gevolg van de mist hadden de hulpdiensten grote moeite de volle omvang van het incident te overzien. De locatie van het ongeval blijkt bovendien precies op de grens te liggen van twee gemeenten en drie veiligheidsregio’s. Het lukte de verschillende partijen niet om een gezamenlijk beeld te vormen en hun acties op elkaar af te stemmen. Het bleef tot diep in de nacht onduidelijk of de lading benzeen gevaar gaf en de bemanning werd pas na drie uur geëvacueerd van het schip. Het waterpeil tussen Grave en Sambeek daalde de daaropvolgende dagen met drie meter, wat grote schade veroorzaakte bij de scheepvaart en woonboten in de omgeving.

Scheepvaart stilleggen
Gemiddeld zijn er 15 dagen per jaar met dichte mist op en rond de Nederlandse binnenwateren. Dat maakt niet alleen het varen risicovoller, maar hindert ook de hulpverlening na een ongeval. De Onderzoeksraad beveelt partijen daarom aan om bindende afspraken te maken over het varen met gevaarlijke stoffen in (dichte) mist. ‘Vervoersbedrijven, chemiebedrijven en vaarwegbeheerders zijn hierbij primair verantwoordelijk voor de risicobeheersing van het transport van gevaarlijke stoffen. Verder pleit de Raad voor een wettelijke bevoegdheid voor Rijkswaterstaat om bij extreme weersomstandigheden het scheepvaartverkeer stil te leggen.’

Volgsysteem
De aanvaring van de stuw betreft volgens de OVV een dubbel ongeval: zowel een voorval met een schip beladen met gevaarlijke stoffen als de beschadiging van een stuw met grote gevolgen voor de waterstand in de Maas. Bij de afhandeling en crisisbeheersing in Grave heeft de veelheid aan partijen in dit grensgebied van verschillende regio’s en het ontbreken van een gezamenlijk incidentbestrijdingsplan de aanpak ernstig bemoeilijkt. De dichte mist vormde daarbij slechts een complicerende factor. De Onderzoeksraad beveelt de gemeenten, veiligheidsregio’s en Rijkswaterstaat aan om al in de planvorming duidelijke afspraken te maken over samenwerking en coördinatie en hiermee te oefenen. De minister van Infrastructuur en Waterstaat moet een analyse maken van het aanvaarrisico van bruggen, sluizen en stuwen in Nederland en waar nodig maatregelen treffen om het effect daarvan te minimaliseren. Verder dient de minister het – verouderde – informatie- en volgsysteem voor de scheepvaart te vervangen en te voorzien van een alarmeringsfunctie bij incidenten met schepen met gevaarlijke lading.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

Pleidooi voor vrijstelling energiebelasting walstroom

ROTTERDAM D66 in Rotterdam wil dat het gebruik van walstroom wordt vrijgesteld van energiebelasting. Gemeenteraadslid Chantal Zeegers verwacht hiermee walstroom aantrekkelijker te maken voor zowel de binnen- als de zeevaart om zo de luchtkwaliteit in Rotterdam verder te verbeteren.

Zeegers stelde samen met raadsleden van NIDA, ChristenUnie-SGP, GroenLinks en SP schriftelijke vragen aan het Rotterdamse College over aanvullende maatregelen voor het verbeteren van de luchtkwaliteit. Met de vragen wil zij aandringen op een nieuwe lobby richting Den Haag voor een vrijstelling op de energiebelasting voor walstroom. Een eerdere lobby en een motie van D66 leverde nog geen resultaat op. ‘Omdat D66 staatssecretaris Stientje van Veldhoven eind maart aanvullende maatregelen ter verbetering van de luchtkwaliteit in samenwerking met gemeenten en provincies voorstelde, zien wij dit als een goed moment om hier opnieuw aandacht voor te vragen’, meldt Zeegers. ‘De lucht in Rotterdam moet schoner worden voor onze gezondheid. Als grote havenstad kan de scheepvaartsector hier een belangrijke bijdrage aan leveren door helemaal over te stappen op walstroom. Dit zullen we nu aantrekkelijk moeten maken.’

Zeeschepen
Zeegers hoopt met de belastingvrijstelling dat walstroom ook aantrekkelijker wordt voor de zeevaart. ‘In tegenstelling tot binnenvaartschepen is er voor zeeschepen, waaronder cruiseschepen, geen verplichting om walstroom te gebruiken indien aanwezig. Hierdoor laten zij vaak hun zeer vervuilende generatoren draaien, wat tot sterke vervuiling van de lucht leidt. Het gebruik van walstroom moet wat ons betreft daarom aantrekkelijk gemaakt worden. Dit kan middels een vrijstelling op de energiebelasting die nu nog over deze walstroom wordt geheven. De Europese Commissie heeft eerder aangegeven dat een dergelijke vrijstelling te verdedigen is gezien het belang van de luchtkwaliteit. Denemarken, Duitsland en Zweden hebben eerder al zo’n vrijstelling aangevraagd en gekregen.’

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

 

Europese binnenvaart pleit voor meer transportbudget

LJUBLJANA De European Barge Union (EBU) heeft tijdens de TENT-dagen 2018 in Ljubljana samen met meer dan 40 transportorganisaties gepleit voor meer transportbudget in het nieuwe meerjarenplan van de EU. Ze overhandigden de ministers en de Europese begrotingscommissaris Günther Oettinger daarvoor een ‘Ljubljana declaration’.

De transportcoalitie roept op om onder het nieuwe financiële kader van de EU voor de periode 2021-2027 meer middelen beschikbaar te stellen voor transport. Met name wordt gevraagd voor een versteviging van het financieringsvehicle voor infrastructuur, de zogenoemde Connecting Europe Facility (CEF).

Miljoenen
De CEF was volgens de EBU in de afgelopen jaren een belangrijke stimulans voor de financiering van grensoverschrijdende infrastructuurprojecten in het TEN-T net. ‘Voor de binnenvaartinfrastructuur heeft dit in de afgelopen CEF-periode tussen 2014-2017 geleid tot het toekenning van cofinanciering uit het CEF fonds van 52 projecten ter waarde van 1.658,4 miljoen euro. Daartoe behoren onder andere projecten zoals de Seine-Nord, belangrijke knelpunten op de Donau en de verbetering van het Twente kanaal.’

Binnenvaart speelt in het transportbeleid een belangrijke rol, hetgeen gedurende de TEN-T dagen in Ljubljana volgens secretaris-generaal Theresia Hacksteiner van de EBU opnieuw duidelijk werd. ‘Met onze declaraties, zowel in het kader van de transportcoalitie, als ook onze Visie 2030 bieden wij aan de onderhandelende EU instituties onderbouwing voor een goede besteding van EU middelen. Want investeringen in transportinfrastructuur komt ten goede aan de hele maatschappij.’

Besluiten
Op 2 mei publiceert de Europese Commissie het MFF voorstel, het voorstel voor het EU budget voor de komende financiële periode 2021-2027 met onder andere het aandeel van CEF daarin. Op 29 mei wordt vervolgens het CEF II voorstel verwacht. Beide voorstellen worden behandeld en besloten door het Europese Parlement en de Raad.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

Twee keer winst voor CoVadem

AMSTERDAM CoVadem heeft in april twee keer winst behaald. Op 12 April won het team bij het acceleratorprogramma Climate KIC toegang tot de tweede fase. Op 20 April wonnen ze editie 2018 van het Investment Ready Programma.

CoVadem realiseert actuele en voorspelde waterdiepte informatie voor de grote rivieren. Dit gebeurt door ieder schip de mogelijkheid te bieden een realtime en historisch inzicht te geven in zijn prestaties, gerelateerd aan de conditie van de vaarweg. Zo wordt de ladingomzet verhoogd, de brandstofkosten verlaagd en wordt de uitstoot van CO2 verminderd. Ook wordt de basis gelegd voor effectief verder innoveren op basis van gemeten prestatie-indicatoren.

Coaching
Om deze missie goed te kunnen starten werd eind 2017 de innovatieve start-up CoVadem BV opgestart. Het team schreef schreef zich in in voor twee accelerators, Cimate KIC en het Investment Ready Programma bij Impact Hub in Amsterdam. Het doel was het krijgen van gerichte coaching op het sterker maken van de propositie en een goed onderbouwde investeringsvraag voor het businessplan van CoVadem. Na een strenge selectie werd het team begin 2018 tot beide programma’s toegelaten.
Eind april werden beide programma’s afgesloten met een pitch. Bij Climate KIC werd toegang toegang tot fase 2 gewonnen en bij Investment Ready aanvullende support van De Brauw Blackstone Westbroek, BCG en ING.

Verandering
Het team van CoVadem is er van overtuigd met CoVadem de missie te kunnen realiseren, en dat ze met dank aan genoemde accelerators ook de benodigde investering kunnen gaan realiseren. ‘Zo kunnen we samen met alle betrokkenen een systeemverandering kunnen introduceren die niet alleen belangrijk is voor de binnenvaart, maar tevens bijdraagt aan ons klimaat, de kennispositie op het gebied van watermanagement (Deltares), de inzichten voor optimalisatie van scheepshydrodynamica (MARIN), vaarwegbeheer en -onderhoud (Rijkswaterstaat, Port of Rotterdam, baggeraars) en meer.’

(Op de foto het CoVadem team met v.l.n.r Henk van Laar, Hans Westerhof (Climate KIC), Meeuwis van Wirdum en Desiré Savelkoul)

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

Tweede ronde proef duurzame binnenvaart

DEN HAAG Binnenvaartschippers of reders die willen investeren in de verduurzaming van hun schip of vloot kunnen zich nu inschrijven voor deelname aan de praktijkproef van het project CLean INland SHipping (CLINSH).

CLINSH is een demonstratieproject dat de effectiviteit en kosten van emissiereducerende technieken en alternatieve brandstoffen vanuit de praktijk in kaart brengt. CLINSH ging op 1 september 2016 van start. De totale projectkosten zijn ruim € 8,5 miljoen, waarmee 17 partners samen met het Europese LIFE-fonds investeren in diverse projecten die bijdragen aan een duurzame binnenvaart.

Continu meten
Op alle schepen die deelnemen aan de praktijkproef van CLINSH wordt meetapparatuur geplaatst, waarna gedurende één tot twee jaar continu de uitstoot aan boord gemeten wordt. Dit levert waardevolle informatie op over de milieuprestaties en operationele kosten bij toepassing van de verschillende technieken.

De eerste 26 deelnemende schepen zijn in het najaar van 2017 al geselecteerd. Ongeveer de helft van deze schepen wordt uitgerust met emissiereducerende technologie of alternatieve brandstof. Voorbeelden hiervan zijn nabehandelingssysteem SCR-DPF, Fuel Water Emulsion, hybride installatie of Gas to Liquid Fuel. De andere schepen varen nu al met een emissiereducerende technologie of alternatieve brandstof en dienen als controlegroep.

Vanuit het project CLINSH ontvangen schippers die zijn geselecteerd na de aanbesteding een financiële compensatie voor deelname aan het project. Daarnaast levert deelname aan het project kennis op over de verschillende technieken en bereikte milieuvoordelen, en een koplopersrol binnen de sector. Goede milieuprestaties kunnen in het voordeel van de schipper werken bij het verkrijgen van lading of toegang tot een haven. En schippers kunnen nu een vergoeding krijgen voor aanpassingen die in de toekomst verplicht worden.

Welke schepen
Aan de tweede ronde van CLINSH kunnen maximaal 21 schepen deelnemen, verdeeld over de volgende technieken en brandstoffen:

  • Reeds omgebouwd schip op LNG (vloeibaar aardgas) en vergelijkbaar zusterschip op reguliere brandstof
  • Reeds omgebouwd hybride schip en vergelijkbaar zusterschip op reguliere brandstof
  • LNG-schepen die gedurende een bepaalde periode op diesel varen
  • Schepen die tijdelijk op de nieuwe generatie HVO biodiesel varen
  • Schepen waarin een ‘gemariniseerde’ (geschikt gemaakt voor gebruik in een schip) euro VI motor wordt ingebouwd
  • Fuel Water Emulsion in combinatie met installeren van een zogenoemde SCR nabehandeling
  • Fuel Water Emulsion in combinatie met Gas to Liquid
  • SCR nabehandeling in combinatie met Gas to Liquid
  • Schepen op LNG, CNG (aardgas onder druk), SCR (DPF) en hybride techniek, in te zetten als controlegroep.

Deze tweede Europese aanbesteding voor CLINSH loopt tot en met 28 mei 2018, 14:00 uur.

 

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

Overslag Rotterdam daalt, maar wel meer containers

ROTTERDAM In de Rotterdamse haven zijn in het eerste kwartaal van dit jaar 1,2% minder goederen overgeslagen dan in dezelfde periode vorig jaar. In totaal is 117,8 miljoen ton overgeslagen. De daling betrof vooral de overslag van kolen, ijzererts, schroot en ruwe olie. De containeroverslag steeg met 6,1% tot 3,5 miljoen TEU. De overslag van minerale olieproducten nam toe, evenals de overslag van biomassa en LNG.

De overslag van containers nam in gewicht met 4,6% toe tot 35,9 miljoen. Deze groei is vooral het gevolg van toenemende overslagprestaties van de grote containerterminals in de haven. Dit is ook noodzakelijk omdat de rederijen die in drie grote allianties varen Rotterdam als een belangrijke draaischijf in hun netwerken beschouwen waardoor steeds meer ladingoverslag wordt geconcentreerd in Rotterdam. De toename van feeder volume bleef hierdoor sterk stijgen met 7,5% naar 0,6 miljoen TEU. Feederschepen vervoeren containers met intercontinentale lading naar en van andere havens die niet rechtstreeks worden aangelopen door de intercontinentale, zogenoemde deepsea diensten. Ook vindt in Rotterdam steeds meer uitwisseling tussen deepsea diensten plaats, waarmee rederijen meer combinaties tussen laad- en loshavens in Azië en in Europa kunnen aanbieden aan hun klanten. Verder hebben de nieuwe verbindingen met het oostelijk deel van de Middellandse zee geleid tot een toename van shortsea overslag met 6,9% naar 0,7 miljoen TEU.

Nat massagoed
De overslag van nat massagoed bleef vrijwel constant met een lichte groei van 0,5% tot 55,9 miljoen ton. Binnen dit marktsegment werd minder ruwe olie (-4,5%; 25,4 miljoen ton) aangevoerd dan in het eerste kwartaal vorig jaar. Dit verschil betrof met name januari vanwege een uitzonderlijk hoge overslag vorig jaar. De overslag van minerale olieproducten, die gedurende vorig jaar structureel daalde, laat in het voorbije kwartaal weer een opgaande lijn zien (+4,8%). De daling in aan- en afvoer van stookolie is tot stilstand gekomen. Ook is in het eerste kwartaal veel meer LNG overgeslagen dan vorig jaar (+210%; 0,7 miljoen ton), met een record volume van ruim 500.000 ton in februari. Deze groei betreft zowel aanvoer als afvoer van LNG. Dit bevestigt het belang van Rotterdam als trading hub voor LNG.

19% minder kolen
Binnen het marktsegment droog massagoed zijn ijzererts en schroot en kolen de belangrijkste goederensoorten. De overslag van beide daalde aanzienlijk: de overslag van ijzererts & schroot met 9,3% tot 7,1 miljoen ton, de overslag van kolen met 19,0% tot 6,5 miljoen ton. De daling van ijzererts trad vooral op in januari, ten opzichte van een hoog overslagvolume vorig jaar. Het volume in de overige twee maanden van het eerste kwartaal ligt in lijn met dat van vorig jaar. De daling bij kolen betreft met name de afname van aanvoer voor energiecentrales als gevolg van sluiting vorig jaar van oudere centrales in Duitsland en Nederland. De overslag van agribulk daalde met 8,2% tot 2,6 miljoen ton als gevolg van een slechte sojaoogst in Argentinië. Ook het overig droog massagoed daalde aanzienlijk met 20,4% tot 2,4 miljoen ton. Deze daling wordt met name veroorzaakt door een verlaagde productie bij afnemers van mineralen. Alles bij elkaar nam de overslag van droog massagoed met 13,6% af tot 18,8 miljoen ton.

RoRo en overig stukgoed
De totale overslag in de breakbulk daalde met 4,7% tot 7,2 miljoen ton. Het RoRo verkeer is licht gestegen met 0,8% naar 5,8 miljoen ton ten opzichte van het eerste kwartaal van vorig jaar, mede door uitbreiding van de afhandelingscapaciteit van RoRo schepen op één van de terminals in Rotterdam. De overslag van overig stukgoed lag een stuk lager dan het hoge niveau van het eerste kwartaal van 2017 (-22,2% naar 1,4 mln ton), omdat dit jaar de extra overslag van staal in de vorm van brammen weer is gestopt. Deze stroom was vorig jaar het gevolg van renovaties van hoogovens in Duitsland, waardoor de staalproductie tijdelijk was teruggebracht. Ook zijn in de afgelopen periode vrijwel geen windturbinefunderingen geladen voor positionering in de offshore windparken. Dit zal naar verwachting in het tweede kwartaal weer toenemen.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

Binnenvaart wist niets van Verklaring van Nijmegen

NIJMEGEN Het bericht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat dat de binnenvaartsector vorige week samen met minister Van Nieuwenhuizen de Verklaring van de Nijmegen heeft getekend om te komen tot minder broeikasgassen in de binnenvaart, klopt volgens de binnenvaartorganisaties niet.

Koninklijke BLN-Schuttevaer en de andere brancheorganisaties zijn niet benaderd om er over mee te denken of gevraagd te ondertekenen. Ook het EICB heeft niet namens de sector getekend, maar als kennis- en expertise centrum. Het volgens brancheorganisaties niet duidelijk waarom ze niet zijn benaderd. BLN-Schuttevaer heeft daarover samen met CBRB een brief geschreven aan de minister.

Meer dan containers
De binnenvaartorganisaties maken duidelijk dat de binnenvaart naast de containervaart ook uit schepen bestaat die droge bulklading vervoeren, uit tankvaart en naast rederijen ook uit particuliere scheepseigenaren, operators en bevrachters. ‘Akkoorden over doelstellingen op deze gebieden met de overheid dienen naar onze mening dan ook met de gehele sector te worden overeengekomen. Wij zullen de minister dan ook voorstellen om de reeds bestaande gesprekken over de Green Deal en de klimaatdoelstelling namens de binnenvaartsector te continueren langs de daarvoor recent gemaakte en bestaande afspraken. Dus sectorbreed, gedragen en daarom mede gevoerd door de brancheorganisaties die de gehele sector vertegenwoordigen.’ (Foto Erik van Huizen)

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

‘Stapjes voorwaarts’ in oplossen congestie

ROTTERDAM Het door Havenbedrijf gefaciliteerde Sectoroverleg Containerbinnenvaart heeft tastbare resultaten opgeleverd. ‘De deelnemers hebben ontegenzeglijk stapjes voorwaarts gezet, maar we zijn er nog niet’, meldt CEO Allard Castelein van het Havenbedrijf Rotterdam. ‘Daarom zetten we er een tandje bij.’

‘Het is goed dat we de knelpunten helder in beeld hebben en dat de deelnemende partijen elkaar inmiddels beter begrijpen. Het sectoroverleg heeft goede oplossingsrichtingen geïdentificeerd. Nu is het zaak dat we die handen en voeten gaan geven in de praktijk. Dat betekent concreet dat het in ontwikkeling zijnde keten-performance dashboard deze zomer gereed moet zijn. Tevens dienen er tegen die tijd meer proefprojecten te lopen zodat oplossingen getest worden in de dagelijkse praktijk. Alle betrokken partijen moeten meer initiatieven ontplooien.’

Opzet van het overleg
Negentien partijen uit binnen- en buitenland nemen deel aan het Sectoroverleg Containerbinnenvaart. In de periode van september 2017 tot vandaag zijn vier plenaire bijeenkomsten geweest. Daar is de voortgang besproken van drie werkgroepen die elk een specifieke opdracht hadden meegekregen. Een werkgroep heeft een feitenonderzoek gedaan naar de krachten en relaties in de logistieke keten van de containerbinnenvaart. Een andere werkgroep had als opdracht om quick wins in de operationele planning te identificeren. De derde werkgroep was verantwoordelijk voor het definiëren van prestatie-indicatoren voor een ketenbreed inzicht in de performance van de containerbinnenvaartketen en daarmee voor cruciale overdrachtmomenten tussen opeenvolgende schakels daarbinnen.

Resultaten
Het Sectoroverleg Containerbinnenvaart heeft de volgende concrete resultaten opgeleverd:

(1) Verbetering van de slot-aanvraagprocedure voor binnenvaartschepen die containers komen brengen of halen bij de terminals. Tevens worden voortaan alle opeenvolgende wijzigingen in de oorspronkelijke slot-aanvraag, bijvoorbeeld veranderingen in call sizes, opgeslagen in het Port Community systeem Portbase. Dit alles leidt ertoe dat terminal én barge operators beter kunnen plannen en beter inzicht hebben in de actuele status van de afhandeling.

(2) Het Havenbedrijf heeft in de afgelopen maanden twee initiatieven beloond waarin deepsea terminals, binnenvaartrederijen en inland terminals samenwerken om containervracht te bundelen en volgens een vast vaarschema te vervoeren op belangrijke vaarroutes tussen Rotterdam en het achterland. Eerder deze week heeft het Havenbedrijf bekendgemaakt dat het de samenwerking ondersteunt tussen HTS Intermodaal, deepsea terminal RWG en inland terminal D3T in Duisburg voor een nieuw vast vaarschema tussen Duisburg, Gorinchem en Rotterdam. Eerder dit jaar kondigde het Havenbedrijf ondersteuning van een vergelijkbaar project aan op de zogeheten West-Brabant Corridor (Rotterdam-Moerdijk-Tilburg). Door bundeling van lading zijn er minder schepen nodig, hetgeen filevorming vermindert in de haven. In de eerste maanden heeft dit vaste vaarschema geresulteerd in grotere calls per terminal, meer containervervoer per binnenvaart en minder gebruik van vervoer via de weg.

(3) Ontwikkelen van een ketenperformance dashboard door het Havenbedrijf Rotterdam met commitment van individuele ketenpartijen om een eenduidig en feitelijk beeld te krijgen van de prestatie-indicatoren op cruciale overdracht momenten tussen opeenvolgende schakels in de containerbinnenvaartketen. Het verbeterde inzicht in de performance van de keten dat dit dashboard oplevert, moet partijen in staat stellen om de bron van de congestieproblemen sneller te identificeren en gezamenlijk op te lossen.

(4) Er is een analyse uitgevoerd naar de oorzaken van congestie in de containerbinnenvaartketen. Een van de uitkomsten van die analyse is een groot aantal oplossingsrichtingen waar onder leiding van het Havenbedrijf de ketenpartijen op basis van een verdiepingsslag prioriteiten zullen stellen voor lange termijn oplossingen. Deze prioriteiten zullen in de komende tijd uitgewerkt worden.

(5) Een merkbare toename in de bilaterale afspraken tussen ketenpartijen om beschikbare capaciteit in te zetten en de betrouwbaarheid in de keten te verbeteren. Dit gebeurt onder andere door het reduceren van zogenaamde “no shows” en het invullen van vrijgevallen afhandelcapaciteit.

Additionele investeringen
Parallel aan de geboekte resultaten van het Sectoroverleg Containerbinnenvaart blijven het Havenbedrijf Rotterdam en het bedrijfsleven investeren in verbetering van de doorstroming van containers via de haven van Rotterdam.

Zo heeft het Havenbedrijf in maart 2018 het startschot gegeven voor de aanleg van de Container Exchange Route. In diezelfde maand heeft de Kramer Group het aantal dedicated binnenvaartshuttles tussen haar terminal in de Eemhaven en de deepsea containerterminals van APMT en RWG op de Maasvlakte flink uitgebreid.
ECT werkt sinds begin dit jaar samen met een drietal binnenvaartcombinaties in een pilot met zogenaamde ‘fixed windows’ voor binnenvaartschepen met grote call sizes. Ook heeft ECT aangekondigd dat het extra operationele medewerkers werft, net als APMT.
Het Havenbedrijf blijft investeren in Nextlogic, de digitale tool waarmee barge operators en terminalbedrijven informatie kunnen uitwisselen voor de afhandeling van containers. We verwachten dat meer partijen zich de komende aansluiten op dit informatieplatform. BREIN, de centrale planningstool van Nextlogic wordt naar verwachting eind 2018 opgeleverd.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

Luchtkwaliteit Nijmeegse Waalkade live te volgen

NIJMEGEN De luchtkwaliteit aan de Nijmeegse Waalkade is sinds kort live te volgen op internet. Op de website van Luchtmeetnet is onder meer de uitstoot van fijnstof (PM 10 en PM 2.5) te volgen.

Om de luchtkwaliteit te kunnen meten, heeft de gemeente Nijmegen acht zogenoemde snuffelpalen langs de Waalkade geplaatst. Het moet de gemeente onder meer inzicht geven in de uitstoot van emissies door de binnenvaart.

Milieuzone
In december vorig jaar kwam de gemeente Nijmegen met het nieuws dat het onderzoek heeft gedaan naar het instellen van een milieuzone voor het wegverkeer in de hele gemeente. In de meeste steden geldt een dergelijke milieuzone alleen in het centrum. Maar zelfs een gemeentebrede milieuzone bleek niet voldoende. Ook de scheepvaart op de Waal moest schoner om de luchtkwaliteit in de stad te verbeteren en aan de doelstellingen te kunnen voldoen om de hoeveelheid roet in de lucht te verminderen. Want de Waal bij Nijmegen levert als een van de drukst bevaren stukken rivier van Europa volgens de gemeente Nijmegen veel luchtverontreiniging op.
Uit het onderzoek bleek dat de uitstoot van roet in het wegverkeer de komende vijf jaar met zo’n 60% daalt, maar de verwachting is dat de uitstoot in de binnenvaart amper vermindert. En qua uitstoot van roet is de binnenvaart inmiddels verantwoordelijk voor een hoeveelheid die vergelijkbaar is met de totale uitstoot van het wegverkeer in heel Nijmegen. De gemeente concludeerde dan ook dat alle vervuilende bronnen, dus ook de scheepvaart, moeten worden aangepakt.

Verborgen vervuiler
In de keizerstad langs de Waal woedde al menig discussie over de vervuilende scheepvaart op de rivier. De uitstoot van roet zou de luchtkwaliteit in de stad geen goed doen. Eind september stond de binnenvaart in het Duurzaamheidscafé zelfs als een van de ‘verborgen vervuilers’ als thema op de agenda. Maar op de bijeenkomsten werden appels met peren vergeleken. De op gasolie varende binnenvaart, werd vergeleken met de op zware stookolie varende zeevaart. Voorzitter Rob van Reem van de afdeling ZON van Koninklijke BLN-Schuttevaer trad uiteindelijk ten strijde en schoof aan om ‘het gegoochel met cijfers’ te ontkrachten.

Kijk live mee op de website

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

Dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland.