Scheepsinterieur is voor Willemsen core business

HUISSEN In de grote hal van Willemsen Interieurbouw in Huissen zijn tientallen meubelmakers in de weer om de interieurs van hotelpassagiersschepen en binnenvaartschepen op tijd af te krijgen. Want de interieurbouwer heeft het druk, en de deadlines moeten altijd worden gehaald. De uitdaging is nu het aantrekken van personeel, want vakmensen zijn erg moeilijk te krijgen. ‘Als ik deze maand 25 man kon aannemen, zou ik het zo doen’, vertelt directeur eigenaar Toine Willemsen.

De geschiedenis van Willemsen Interieurbouw gaat terug tot 1938. De opa van Willemsen, die drie zoons had, begon toen in het Gelderse Hulhuizen aan de Waal bij Gendt een timmerbedrijf. Dat was toen nog op het terrein van scheepswerf Vahali. Een paar jaar later verhuisde het bedrijf naar Gendt, ongeveer twee kilometer verderop. ‘Het is al die tijd een kleinschalig scheepstimmerbedrijf gebleven, met in de goede tijden maximaal tien medewerkers’, vertelt Willemsen die op de MTS de opleiding scheepsbeschieter volgde en zeven jaar lang in de avonduren een opleiding binnenhuisarchitectuur deed. Begin jaren tachtig kwam hij in het bedrijf. ‘Toen was er eigenlijk bijna niets te doen. De drie broers waren daar samen met twee medewerkers aan het werk in een halletje van 13 x 18 meter. Ze hadden twee opdrachtgevers. Ze werkten voor scheepswerf Gelria in Nijmegen en deden onderhoudswerk aan schepen van Rijkswaterstaat in Oosterbeek.’

Weer te krap
Om meer werk te krijgen en de mensen aan de gang te houden, belde Willemsen een interieurbouwer die destijds veel werk had. ‘Zo kregen we onze eerste interieurklus, dat was de Rabobank in Doetinchem. Omdat het best wel goed ging, heb ik in 1985 een halletje bijgebouwd. In 1988 kocht ik de aandelen van mijn vader over, de andere twee broers waren inmiddels uitgekocht. Met de scheepsbetimmering en de interieurbouw ging het zo goed, dat ik twee jaar later alles heb afgebroken en een nieuwe hal heb gebouwd van 1500 vierkante meter. We gingen zo langzamerhand ook steeds meer landelijk werken. Want in die tijd had elke scheepswerf nog een timmerwerkplaats, maar de werven stootten deze vanwege het gebrek aan continuïteit steeds vaker af. Wij namen dat werk dan van de werf over. Mijn vader keek nog wel een tijd mee, maar hij overleed in 1991 op jonge leeftijd. Vanaf die tijd stond ik er alleen voor en moest ik het allemaal in mijn eentje zien te redden. Uiteindelijk ging dat goed.’

De omzet van Willemsen Interieurbouw bestaat voor 70% uit het maken van interieurs voor hotelpassagiersschepen. (Foto Erik van Huizen)

In 2003 verhuisde Willemsen met het bedrijf naar Bemmel. Het betimmeren van schepen breidde steeds verder uit en de interieurbouw stabiliseerde zich. ‘In die tijd deden we voor 70% aan scheepsbetimmering en 30% aan interieurbouw. Op de locatie in Bemmel hebben we weer uitgebreid tot 3500 vierkante meter. In 2007 bleek dat ook te krap. Ik heb toen onze huidige bestaande hal in Huissen gekocht. In de loop van de jaren hebben we ook hier uitgebreid, zodat de totale grootte van het bedrijf nu 20.000 vierkante meter is.’

Schepen is core business
Inmiddels telt het bedrijf van Willemsen ruim 130 medewerkers. Voor de buitendienst leent Willemsen afhankelijk van de behoefte, nog eens 50 tot 100 man in. Van het werk bestaat 90% uit het betimmeren van schepen. En van de omzet bestaat 70% uit het maken van interieurs voor hotelpassagiersschepen. Ieder jaar wordt voor zeven tot acht van deze schepen het complete interieur gemaakt. Daarnaast maakt Willemsen ieder jaar voor 25 tot 30 binnenvaartschepen het interieur, en in mindere mate voor de jachtbouw en speciale vaartuigen zoals veerponten.
Onlangs haalde Willemsen nog het contract binnen om het interieur te verzorgen voor de woning en de stuurhut van de nieuwe elektrische containerschepen van Port Liner. In eerste instantie gaat het om vijf schepen, met een optie op nog eens vijf van deze schepen.

Willemsen ziet weinig verschil tussen het leveren van een interieur voor de binnenvaart of de cruisevaart. ‘Het verschil is de massa. Op een binnenvaartschip maak je vier tot vijf slaapkamers, op een hotelpassagiersschip maak je ongeveer 100 hotelkamers. En het interieur is in de riviercruisevaart misschien nog wel belangrijker dan in de binnenvaart. Want aan boord van de hotelpassagiersschepen zijn twee dingen heel erg belangrijk. Dat is het interieur waarin de gasten vertoeven en de service aan boord. Die zaken bepalen de sfeer aan boord.’

Mock-ups
Voor de hotelpassagiersschepen verzorgt Willemsen het interieur door het project compleet aan te nemen. Subcontractors leveren de zaken die de interieurbouwer zelf niet doet, zoals de isolatie, egalisatievloeren, tegelwerk, behang, systeemwanden, plafonds en stoffering. ‘Eigenlijk regelen we alles voor de werf, maar we doen geen techniek. We zorgen wel voor alle voorzieningen daarvoor, bijvoorbeeld de uitsparingen die nodig zijn in het interieur. Ook ontwerpen we niet. Dat doen de architecten van de rederijen. We werken voor de scheepswerf, maar hebben een nauw contact met de rederijen. Zo krijgen wij de ontwerptekeningen van de architect van de rederij. Onze werkvoorbereiders werken deze tekeningen technisch uit, zij maken de productietekeningen. We produceren in eigen huis alle meubels en betimmeringen en onze eigen mensen monteren dit dan vervolgens aan boord.’

Rederijen kunnen mock-ups van hun cabines live bekijken in Huissen. (Foto Erik van Huizen)

Een van de trends in de riviercruisevaart is dat de cabines steeds groter en luxer worden. Dat is ook te zien in de zogenoemde mock-ups die Willemsen van iedere hotelkamer van een project maakt. Deze modellen worden specifiek voor de klanten gemaakt en de verscheidenheid is dan ook groot. Van druk tot rustig, van pasteltinten tot felle kleuren. ‘Wij hebben wereldwijde klanten. Deze komen bijvoorbeeld uit Azië, Rusland of de Verenigde Staten naar Huissen om de cabines te bekijken. Ze maken dan veelal ook alvast foto’s voor in de brochures.’

Deadline is heilig
Een van de belangrijkste zaken in de interieurbouw voor schepen is het halen van de deadline. ‘Niet alleen de prijs en de kwaliteit zijn belangrijk, maar wij moeten een schip echt op tijd opleveren. In het hele proces kan er van alles gebeuren, het casco kan te laat komen of de techniek levert vertraging op, maar de einddatum blijft gewoon staan. Omdat wij aan het einde zitten, levert dat best wel een druk op, ook op onze subcontractors. Het spant er echt wel eens om. Daarom werken we ook met een vast team van subcontractors die weliswaar al het werk krijgen, maar er ook voor moeten zorgen dat het werk op tijd klaar is. Daarvoor moeten we de planning heel erg goed in de gaten blijven houden en zonodig bijsturen. Omdat we al jaren voor dezelfde scheepswerven werken, hebben we een naam opgebouwd als betrouwbare partner en die moeten we hoog zien te houden.’

In de eigen spuiterij zijn medewerkers bezig met de laatste handelingen aan onderdelen van een nieuw interieur. (Foto Erik van Huizen)

Het halen voor de deadline is voor zowel de binnenvaart als de riviercruisevaart belangrijk. ‘In de binnenvaart is het belangrijk omdat diegene die veel heeft geïnvesteerd, ook snel wil gaan varen. Maar als het één of twee weken later wordt, dan zij het zo. Dat is anders voor de hotelpassagiersschepen. Daar zijn vaak al reizen voor geboekt. De gasten staan gewoon op die datum op de wal en moeten aan boord. Daarom zitten er flinke claims op als we niet op tijd leveren.’

Vakmensen tekort
Net als andere bedrijven waar vakmensen werken, is het ook voor Willemsen moeilijk om aan voldoende personeel te komen. In de crisistijd lukte dat nog wel. Het bedrijf had geen last van de slechte economische omstandigheden en bleef groeien. En ook de komende jaren zien er volgens Willemsen rooskleurig uit. ‘Het grootste probleem hadden we de afgelopen twee jaar. Er zijn toen vijftien medewerkers vertrokken, vijf door natuurlijk verloop en tien zijn vertrokken naar andere bedrijven. Veel van deze werknemers waren in de crisistijd bij ons komen werken. Ze kwamen toen vanuit een veel grotere regio naar ons toe en hebben nu besloten dichter bij huis te gaan werken. Daar kan je zelfs met goede condities in je bedrijf niet tegenop. We hebben inmiddels vijf van deze vacatures opgevuld, maar we staan er dus nog steeds tien in de min. We zoeken daarom nog steeds meubelmakers, montagemedewerkers, spuiters en mensen voor de werkvoorbereiding.’

Veel werk in de interieurbouw is nog steeds handwerk en volgens Willemsen blijft dat ook wel zo. (Foto Erik van Huizen)

Willemsen zegt er van alles aan te doen om nieuwe mensen binnen te halen en doet zijn uiterste best om de bestaande medewerkers te behouden. ‘Behalve in Nederland zijn we nu ook net over de Duitse grens mensen aan het werven. Ook leiden we zelf mensen op en hopen dan dat ze bij ons blijven werken. Verder hebben we op eigen initiatief de salarisschalen aangepast. We betaalden al ver boven de CAO, maar hiermee proberen we te voorkomen dat mensen verdwijnen naar andere bedrijven. Maar je moet er ook mee oppassen. Want het tekort aan vakmensen drijft de prijs op en maakt je product uiteindelijk toch weer een beetje duurder.’

En dat de vakmensen ook in de toekomst nodig blijven, daarvan is Willemsen overtuigd. ‘We zijn al redelijk geautomatiseerd, de standaard kasten worden al automatisch gemaakt, maar het werk van de meubelmaker blijft bestaan. Er blijft toch veel handwerk. En dat is over 25 jaar nog steeds zo.’

De producten die gereed zijn, staan in een nieuwe hal te wachten op transport. Eigen medewerkers installeren vervolgens de interieurs. (Foto Erik van Huizen)

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

CCR vraagt tankvaart snel EDI account aan te maken

STRAATSBURG De Centrale Commissie voor de Rijnvaart (CCR) vraagt de tankvaart zo spoedig mogelijk een EDI account aan te maken om met ingang van 1 december te kunnen voldoen aan de elektronische meldplicht. Momenteel hebben 500
van de 1600 tankschepen die in het stroomgebied van de Rijn varen zich geregistreerd.

Haast is geboden omdat Rijkswaterstaat per maand maximaal 200 nieuwe aanvragen in behandeling kan nemen. ‘We nodig de 1100 tankschepen die deze formaliteit nog niet hebben vervuld zo spoedig mogelijk hiertoe over te gaan’, meldt de CCR. ‘Bij voorkeur ruim voor de deadline van 1 december. Alleen op deze wijze kan worden gewaarborgd dat elke aanvraag binnen de gestelde tijd en zonder last-minute bottlenecks kan worden verwerkt.’

EDI-account
De CCR besloot vorig jaar mei dat alle schepen en samenstellen waarvan ten minste één schip is bestemd voor het vervoer van goederen in vaste tanks, met ingang van 1 december 2018 onder de elektronische meldplicht vallen. De betrokken schepen moeten voor die datum van inwerkingtreding een EDI-account aanmaken bij de Rijkswaterstaat. Dit account is nodig om vanaf een applicatie elektronische rapporten te kunnen sturen naar de ERINOT-server. Het account is gratis en kan worden aangevraagd op de website www.bics.nl.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

COV vraagt minister vele stremmingen Weurt snel op te lossen

NIJMEGEN Het Centraal Overleg Vaarwegen (COV) heeft bij minister Cora van Nieuwenhuizen van Infrastructuur en Waterstaat haar ernstige zorgen geuit over de situatie bij Weurt. Sinds enkele jaren ondervindt de binnenvaart regelmatig hinder van herstelwerkzaamheden door achterstallig onderhoud aan de sluizen bij Weurt.

In de eerste vier maanden van dit jaar zijn er al tientallen stremmingen en/of beperkingen bij het sluizencomplex geweest. De sluis verkeert in zijn geheel in slechte staat en er spelen tal van problemen. Het COV, waarin evofenedex, de Vereniging van Waterbouwers, het CBRB en Koninklijke BLN-Schuttevaer op het gebied van infrastructuur samenwerken, vraagt de minister de situatie in Weurt grondig te onderzoeken, de problemen te inventariseren en deze vervolgens op zo kort mogelijke termijn op te lossen.

Onder druk
Jaarlijks passeren rond de 30.000 vrachtschepen het sluizencomplex. Weurt is een belangrijk knooppunt richting het zuidelijk deel van de Maas. Wordt de doorvaart belemmerd, dan moeten schepen fors omvaren. ‘De bereikbaarheid van de Maasbestemmingen en robuustheid van het systeem staat onder druk door het vele oponthoud’, meldt het COV. ‘Daardoor lopen de binnenvaart en de logistiek economische schade op. Wij vertrouwen erop dat de minister het belang van vervoer over water richting Zuid-Nederland onderkent en voldoende budget heeft gereserveerd om dit soort onverwachte maar urgente situaties aan te pakken, zodat een adequaat vaarwegennetwerk gewaarborgd blijft.’ (Foto Beeldbank Rijkswaterstaat)

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

ECT breidt pilot fixed windows binnenvaart uit

ROTTERDAM ECT breidt de pilot fixed windows voor binnenvaartcontainerschepen met grote call-sizes uit. Volgens de terminaloperator is de in januari van dit jaar gestarte pilot zo succesvol, dat nu een volgende stap wordt gezet.

De fixed windows zijn bedoeld voor binnenvaartoperators die, zelfstandig of gezamenlijk, in staat zijn om met een grote hoeveelheid te lossen en te laden containers direct één van ECT-terminals aan te lopen.

Uitbreiden
In deze tweede fase wil ECT het huidige aantal van zes deelnemers, alsmede de spelregels voor een fixed window, verder uitbreiden. Het gaat hierbij met name om de vraag hoe goed partijen in staat zijn om gedurende een langere tijd te voldoen aan de vooraf gemaakte afspraken en hoe met afwijkingen wordt omgegaan. Ook wordt bekeken of een meer commerciële relatie bijdraagt aan het verbeteren van het containervervoer via de binnenvaart.

Uiteindelijk wil ECT deze fixed windows pilot omzetten in een premium service, waarbij fixed windows worden afgegeven tegen een vaste vergoeding.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

Binnenvaart Centre of Excellence opent in Zwijndrecht

ZWIJNDRECHT Binnenvaartondernemers die meer willen weten over duurzaamheid, automatisering en scholing kunnen sinds 7 mei terecht in het Binnenvaart Centre of Excellence. Burgemeester Schrijer en wethouder Kreukniet van Zwijndrecht overhandigden hiervoor symbolisch de sleutel aan enkele prominente binnenvaartondernemers.

Volgens Gerard Deen (Deen Shipping) en Ben Maelissa (Danser Group) voorziet het centrum in een duidelijke behoefte. ‘Wij willen als ondernemers op informele wijze kennis uitwisselen over zaken die ons in de dagelijkse praktijk bezighouden. Over de beslissing welke brandstof we gaan gebruiken. Over de automatisering van schip en ladingdata. Over technische regelgeving en de consequenties voor onze bedrijfsvoering. En over het personeel van de toekomst. Dat dit in onze eigen binnenvaartregio plaatsvindt is een belangrijke plus, want hier gebeurt het.’

Eerste projecten
In samenspraak met regio en Havenbedrijf Rotterdam is de vlag van het Centre of Excellence geplant in Zwijndrecht. In het centrum aan de Lindtsedijk in Zwijndrecht bundelen ondernemers hun kennis. Concrete projecten worden door teams van ondernemers opgepakt. Zij werken nauw samen met kennisinstellingen, innovatiecentra en branchestructuren. Het Binnenvaart Centre of Excellence verkleint zo de afstand naar kennisinstellingen en overheden.
De eerste drie projecten hebben zich reeds aangediend. Cofano, STC, Deen Shipping en Universe Shipping presenteerden hun ideeën tijdens de openingsbijeenkomst. Momenteel werken ondernemers nieuwe ideeën uit die zijn verankerd in de regio Drechtsteden en de provincie Zuid-Holland. (Foto Erik van Huizen)

Met vragen en ideeën over projecten kunt u terecht bij manager Cees-Willem Koorneef via koorneef@edbdrechtcities.nl of 06-23693774.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

‘Het beest’ bootst 20 jaar varen na in vier weken

DELFT De TU Delft heeft de Hexapod in gebruik genomen. Het apparaat kan onder meer in vier weken de vermoeiing in gelaste scheepsstukken nabootsen van 20 jaar varen op zee. Met een gewicht van 60 ton en afmetingen van zes bij vijf bij drie meter wordt de Hexapod ook wel ‘het beest’ van de TU Delft genoemd.

Mirek Kaminski, hoogleraar scheeps- en offshore constructies aan de TU Delft, denkt met de Hexapod het ontwerpen van schepen te kunnen verbeteren. Schepen zouden daardoor duurzamer, effectiever en goedkoper moeten worden. ‘Onderhoudskosten zijn een nachtmerrie voor elke scheepseigenaar’, zegt Kaminski die stukken van schepen tussen de Hexapod gaat leggen van maximaal één kubieke meter waar lassen in zitten. Op zo’n proefstuk brengt Kaminski vervolgens de werkelijke krachten aan waarmee een schip te maken krijgt. Hij wil uiteindelijk alle karakteristieke gelaste verbindingen in een schip een maand lang testen, waarmee hij een levensduur van twintig jaar kan simuleren. Dat komt doordat hij de krachten met een hogere frequentie kan aanbrengen dan in werkelijkheid (30 Hz). ‘Bij vermoeiing van schepen gaat het altijd over gelast materiaal, want lassen zorgt voor microscheurtjes waardoor de verbinding tussen twee gelaste constructie-elementen minder sterk wordt.’

De Hexapod kan krachten van 100 ton in alle zes richtingen aanbrengen, omhoog en omlaag, links en rechts, voor en achter. Het is volgens Kaminski het eerste apparaat ter wereld dat een constructie met zes krachten tegelijkertijd kan belasten. (Foto TU Delft)

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

Strengere regels nodig voor vervoer gevaarlijke stoffen over water

DEN HAAG Binnenvaartschippers die gevaarlijke stoffen vervoeren moeten bij dichte mist extra veiligheidsmaatregelen treffen. Bijvoorbeeld de vaartijd verkorten of de schipper eerder aflossen. Daarnaast moet Rijkswaterstaat de bevoegdheid krijgen om bij extreme weersomstandigheden het scheepvaartverkeer plaatselijk stil te leggen. Ook dienen de crisisbeheersing en hulpverlening in grensgebieden van verschillende regio’s beter te worden gecoördineerd.

Dat stelt de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) in het rapport ‘Stuwaanvaring door benzeentanker bij Grave’. Bij varen in dichte mist gelden volgens de OVV nauwelijks specifieke regels voor de binnenvaart. Het bevreemdt de Onderzoeksraad dat een schipper van een tanker met 2000 ton benzeen ook in dichte mist tot 14 uur aaneengesloten mag varen zonder aflossing. De Raad wijst erop dat behalve de schipper ook de vaarwegbeheerder en de chemiebedrijven als opdrachtgevers voor het transport een verantwoordelijkheid hebben.

Aanvaring
De binnenvaarttanker Maria Valentine voer op 29 december 2016 met 2000 ton benzeen via de Maas richting Rotterdam. Vanwege dichte mist voer de schipper voornamelijk op radar, wat de OVV kwalificeert als zeer inspannend en specifieke training en ervaring vereisend. Na 13 uur varen naderde het schip de stuw bij Grave en voer daar vervolgens dwars doorheen, viel door het hoogteverschil drie meter omlaag en dreef nog 600 meter door. Ruim een uur na de aanvaring informeerde Rijkswaterstaat de hulpdiensten over het voorval en het feit dat er gevaarlijke stoffen bij betrokken zijn. Mede als gevolg van de mist hadden de hulpdiensten grote moeite de volle omvang van het incident te overzien. De locatie van het ongeval blijkt bovendien precies op de grens te liggen van twee gemeenten en drie veiligheidsregio’s. Het lukte de verschillende partijen niet om een gezamenlijk beeld te vormen en hun acties op elkaar af te stemmen. Het bleef tot diep in de nacht onduidelijk of de lading benzeen gevaar gaf en de bemanning werd pas na drie uur geëvacueerd van het schip. Het waterpeil tussen Grave en Sambeek daalde de daaropvolgende dagen met drie meter, wat grote schade veroorzaakte bij de scheepvaart en woonboten in de omgeving.

Scheepvaart stilleggen
Gemiddeld zijn er 15 dagen per jaar met dichte mist op en rond de Nederlandse binnenwateren. Dat maakt niet alleen het varen risicovoller, maar hindert ook de hulpverlening na een ongeval. De Onderzoeksraad beveelt partijen daarom aan om bindende afspraken te maken over het varen met gevaarlijke stoffen in (dichte) mist. ‘Vervoersbedrijven, chemiebedrijven en vaarwegbeheerders zijn hierbij primair verantwoordelijk voor de risicobeheersing van het transport van gevaarlijke stoffen. Verder pleit de Raad voor een wettelijke bevoegdheid voor Rijkswaterstaat om bij extreme weersomstandigheden het scheepvaartverkeer stil te leggen.’

Volgsysteem
De aanvaring van de stuw betreft volgens de OVV een dubbel ongeval: zowel een voorval met een schip beladen met gevaarlijke stoffen als de beschadiging van een stuw met grote gevolgen voor de waterstand in de Maas. Bij de afhandeling en crisisbeheersing in Grave heeft de veelheid aan partijen in dit grensgebied van verschillende regio’s en het ontbreken van een gezamenlijk incidentbestrijdingsplan de aanpak ernstig bemoeilijkt. De dichte mist vormde daarbij slechts een complicerende factor. De Onderzoeksraad beveelt de gemeenten, veiligheidsregio’s en Rijkswaterstaat aan om al in de planvorming duidelijke afspraken te maken over samenwerking en coördinatie en hiermee te oefenen. De minister van Infrastructuur en Waterstaat moet een analyse maken van het aanvaarrisico van bruggen, sluizen en stuwen in Nederland en waar nodig maatregelen treffen om het effect daarvan te minimaliseren. Verder dient de minister het – verouderde – informatie- en volgsysteem voor de scheepvaart te vervangen en te voorzien van een alarmeringsfunctie bij incidenten met schepen met gevaarlijke lading.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

Pleidooi voor vrijstelling energiebelasting walstroom

ROTTERDAM D66 in Rotterdam wil dat het gebruik van walstroom wordt vrijgesteld van energiebelasting. Gemeenteraadslid Chantal Zeegers verwacht hiermee walstroom aantrekkelijker te maken voor zowel de binnen- als de zeevaart om zo de luchtkwaliteit in Rotterdam verder te verbeteren.

Zeegers stelde samen met raadsleden van NIDA, ChristenUnie-SGP, GroenLinks en SP schriftelijke vragen aan het Rotterdamse College over aanvullende maatregelen voor het verbeteren van de luchtkwaliteit. Met de vragen wil zij aandringen op een nieuwe lobby richting Den Haag voor een vrijstelling op de energiebelasting voor walstroom. Een eerdere lobby en een motie van D66 leverde nog geen resultaat op. ‘Omdat D66 staatssecretaris Stientje van Veldhoven eind maart aanvullende maatregelen ter verbetering van de luchtkwaliteit in samenwerking met gemeenten en provincies voorstelde, zien wij dit als een goed moment om hier opnieuw aandacht voor te vragen’, meldt Zeegers. ‘De lucht in Rotterdam moet schoner worden voor onze gezondheid. Als grote havenstad kan de scheepvaartsector hier een belangrijke bijdrage aan leveren door helemaal over te stappen op walstroom. Dit zullen we nu aantrekkelijk moeten maken.’

Zeeschepen
Zeegers hoopt met de belastingvrijstelling dat walstroom ook aantrekkelijker wordt voor de zeevaart. ‘In tegenstelling tot binnenvaartschepen is er voor zeeschepen, waaronder cruiseschepen, geen verplichting om walstroom te gebruiken indien aanwezig. Hierdoor laten zij vaak hun zeer vervuilende generatoren draaien, wat tot sterke vervuiling van de lucht leidt. Het gebruik van walstroom moet wat ons betreft daarom aantrekkelijk gemaakt worden. Dit kan middels een vrijstelling op de energiebelasting die nu nog over deze walstroom wordt geheven. De Europese Commissie heeft eerder aangegeven dat een dergelijke vrijstelling te verdedigen is gezien het belang van de luchtkwaliteit. Denemarken, Duitsland en Zweden hebben eerder al zo’n vrijstelling aangevraagd en gekregen.’

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

 

Europese binnenvaart pleit voor meer transportbudget

LJUBLJANA De European Barge Union (EBU) heeft tijdens de TENT-dagen 2018 in Ljubljana samen met meer dan 40 transportorganisaties gepleit voor meer transportbudget in het nieuwe meerjarenplan van de EU. Ze overhandigden de ministers en de Europese begrotingscommissaris Günther Oettinger daarvoor een ‘Ljubljana declaration’.

De transportcoalitie roept op om onder het nieuwe financiële kader van de EU voor de periode 2021-2027 meer middelen beschikbaar te stellen voor transport. Met name wordt gevraagd voor een versteviging van het financieringsvehicle voor infrastructuur, de zogenoemde Connecting Europe Facility (CEF).

Miljoenen
De CEF was volgens de EBU in de afgelopen jaren een belangrijke stimulans voor de financiering van grensoverschrijdende infrastructuurprojecten in het TEN-T net. ‘Voor de binnenvaartinfrastructuur heeft dit in de afgelopen CEF-periode tussen 2014-2017 geleid tot het toekenning van cofinanciering uit het CEF fonds van 52 projecten ter waarde van 1.658,4 miljoen euro. Daartoe behoren onder andere projecten zoals de Seine-Nord, belangrijke knelpunten op de Donau en de verbetering van het Twente kanaal.’

Binnenvaart speelt in het transportbeleid een belangrijke rol, hetgeen gedurende de TEN-T dagen in Ljubljana volgens secretaris-generaal Theresia Hacksteiner van de EBU opnieuw duidelijk werd. ‘Met onze declaraties, zowel in het kader van de transportcoalitie, als ook onze Visie 2030 bieden wij aan de onderhandelende EU instituties onderbouwing voor een goede besteding van EU middelen. Want investeringen in transportinfrastructuur komt ten goede aan de hele maatschappij.’

Besluiten
Op 2 mei publiceert de Europese Commissie het MFF voorstel, het voorstel voor het EU budget voor de komende financiële periode 2021-2027 met onder andere het aandeel van CEF daarin. Op 29 mei wordt vervolgens het CEF II voorstel verwacht. Beide voorstellen worden behandeld en besloten door het Europese Parlement en de Raad.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

Twee keer winst voor CoVadem

AMSTERDAM CoVadem heeft in april twee keer winst behaald. Op 12 April won het team bij het acceleratorprogramma Climate KIC toegang tot de tweede fase. Op 20 April wonnen ze editie 2018 van het Investment Ready Programma.

CoVadem realiseert actuele en voorspelde waterdiepte informatie voor de grote rivieren. Dit gebeurt door ieder schip de mogelijkheid te bieden een realtime en historisch inzicht te geven in zijn prestaties, gerelateerd aan de conditie van de vaarweg. Zo wordt de ladingomzet verhoogd, de brandstofkosten verlaagd en wordt de uitstoot van CO2 verminderd. Ook wordt de basis gelegd voor effectief verder innoveren op basis van gemeten prestatie-indicatoren.

Coaching
Om deze missie goed te kunnen starten werd eind 2017 de innovatieve start-up CoVadem BV opgestart. Het team schreef schreef zich in in voor twee accelerators, Cimate KIC en het Investment Ready Programma bij Impact Hub in Amsterdam. Het doel was het krijgen van gerichte coaching op het sterker maken van de propositie en een goed onderbouwde investeringsvraag voor het businessplan van CoVadem. Na een strenge selectie werd het team begin 2018 tot beide programma’s toegelaten.
Eind april werden beide programma’s afgesloten met een pitch. Bij Climate KIC werd toegang toegang tot fase 2 gewonnen en bij Investment Ready aanvullende support van De Brauw Blackstone Westbroek, BCG en ING.

Verandering
Het team van CoVadem is er van overtuigd met CoVadem de missie te kunnen realiseren, en dat ze met dank aan genoemde accelerators ook de benodigde investering kunnen gaan realiseren. ‘Zo kunnen we samen met alle betrokkenen een systeemverandering kunnen introduceren die niet alleen belangrijk is voor de binnenvaart, maar tevens bijdraagt aan ons klimaat, de kennispositie op het gebied van watermanagement (Deltares), de inzichten voor optimalisatie van scheepshydrodynamica (MARIN), vaarwegbeheer en -onderhoud (Rijkswaterstaat, Port of Rotterdam, baggeraars) en meer.’

(Op de foto het CoVadem team met v.l.n.r Henk van Laar, Hans Westerhof (Climate KIC), Meeuwis van Wirdum en Desiré Savelkoul)

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

Dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland.