Tag archieven: milieu

Refit Alliantie onderzoekt elektrificatie binnenvaart

NIJMEGEN De Refit Alliantie gaat onderzoeken welke relevante psychologische factoren voor schippers belangrijk zijn in de keuze tot verduurzaming, en dan met name de elektrificatie van de binnenvaart.

Mirte Nederlof voert het onderzoek uit voor haar master scriptie binnen de master gedragsverandering aan de Radboud Universiteit. Dit is onderdeel van haar afstudeerstage bij de Provincie Zuid-Holland en dit onderzoek wordt uitgevoerd vanuit de Refit Alliantie. Sven van As van de Radboud Universiteit begeleidt het onderzoek.

Schippers die meedoen aan het onderzoek krijgen vragen gesteld over verschillende aspecten in de vorm van stellingen. Voor elke stelling kunt u aangeven hoe erg u het eens of oneens bent met de stelling. Er worden vragen gesteld over uw huidige vaarmethodes en schip en over verschillende psychologische concepten. Het invullen van deze vragenlijst duurt ongeveer tien minuten.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

 

NPRC steekt drie miljoen euro in verduurzaming vloot

ROTTERDAM De NPRC, de grootste coöperatie van binnenvaartondernemers in Europa, gaat drie miljoen euro investeren in de verduurzaming van haar vloot. Een collectieve stap voorwaarts van 150 verenigde ondernemers om emissies van de vloot en in de keten te verlagen. Nog niet eerder is op een dergelijke schaal ingezet op verduurzaming in de droge bulk binnenvaart.

De binnenvaartcoöperatie benadrukt hiermee de keuze voor innovatie, digitalisering en duurzaamheid. Ze geeft hiermee een signaal af. ‘Verduurzaming van de logistieke sector is een must’, meldt CEO Femke Brenninkmeijer. ‘We zien dat verduurzaming inmiddels op alle bestuurlijke en strategische agenda’s staat. Dit is een zeer belangrijk thema voor onszelf maar zeker ook voor onze klanten. Hier willen wij als collectief het voortouw in nemen.’

BigMile
Met de investering draagt NPRC volgens Brenninkmeijer concreet bij aan een brede ontwikkeling in de maatschappij en industrie om de CO2 en stikstof- footprint te verlagen. ‘In nauwe samenwerking tussen de klant, medewerkers van de coöperatie, en de individuele binnenvaartondernemer is het doel om stap voor stap de CO2 en stikstof-uitstoot van NPRC in 2025 met 20% teruggebracht te hebben ten opzichte van 2022. Zo bereiken we een substantiële verbetering van de uitstoot in de keten. In samenwerking met BigMile hebben we een betrouwbare CO2-rapportage gerealiseerd. Zo kunnen we onze doelstellingen monitoren en zijn we onze klanten van dienst door inzicht te verschaffen in de uitstoot in de keten. Op weg naar verduurzaming zal een goede rapportage steeds belangrijker worden’.

Collectief investeren
De investering van drie miljoen euro creëert volgens CFO Arno Treur van NPRC de mogelijkheid voor de leden om te investeren in hun eigen verduurzaming, specifiek in het verlagen van CO2 en stikstof-emissies. ‘Ons boekjaar 22/23 was, net als voor vele partijen, een uitzonderlijk jaar in allerlei opzichten: economisch, geopolitiek, logistiek en financieel. We hebben ons in een markt waar veel vraag was naar vervoerscapaciteit niet laten leiden door korte termijn winstmaximalisatie, maar de focus gehouden op de kern: continuïteit en betrouwbaarheid van dienstverlening.’

‘Meer nodig’
Brenninkmeijer wijst er nog op dat ‘Vervoer over water sowieso een duurzame manier is om de supply chain in te richten en te besparen op de uitstoot van CO2. ‘Maar er is meer mogelijk en nodig. We deden al veel op dit gebied, van varen op biobrandstof tot waterstof. Het WeVa-project (Waterstof Elektrisch Vrachtschip Antonie) met het eerste nieuwbouw waterstofschip dat ons lid Harm Lenten heeft gebouwd is hiervan een mooi voorbeeld. Tegelijkertijd zien we verschillende ontwikkelingen, waaronder de Corporate Sustainable Reporting Directive, ook wel de ‘CSRD-regelgeving’, die aanleiding geven meer focus te richten op de verduurzaming van onze hele vloot en ons bedrijf. Met een concreet plan van aanpak en onder meer met deze investering kunnen we hier uitvoering aan geven.’

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

Overheid wil emissielabel binnenvaart verplichten

DEN HAAG De overheid wil het emissielabel voor de binnenvaart verplicht stellen voor alle scheepseigenaren. Dat moet in 2030 leiden tot een gemiddeld label B van de binnenvaartvloot. Dat heeft staatssecretaris Vivianne Heijnen van Infrastructuur en Waterstaat onlangs bekendgemaakt in een brief aan de Tweed Kamer.

Het emissielabel voor de binnenvaart werd twee jaar geleden geïntroduceerd. Het label geeft de emissieprestatie van het schip weer voor broeikasgassen en milieuverontreinigende stoffen zoals stikstof. Maar het label heeft nog steeds geen wettelijke basis. Scheepseigenaren kunnen het vrijwillig aanvragen. Dat gaat veranderen. Heijnen wil dat alle schepen een label krijgen. Het label kent daarvoor de categorieën A tot en met E, waarbij A staat voor klimaatneutraal en E voor het meest vervuilende.

Stapsgewijs
In eerste instantie wil de overheid scheepseigenaren verplichten een label aan te vragen. Later wordt van de scheepseigenaren stapsgewijs verlangd dat zij in een betere labelcategorie terechtkomen. Dat ze verduurzamen.
Welke schepen welke categorie moeten halen, wordt nog onderzocht. In een zogenoemde impact assessment wordt nagegaan aan welke scheepscategorie op welk moment een bepaald label kan worden opgelegd. Maar het doel staat al wel vast, een gemiddeld label B van de binnenvaartvloot in 2030. In het onderzoek wordt rekening gehouden met de specifieke kenmerken en eigenschappen van de schepen en nationale en internationale regelgeving.
Heijnen meldt dat de resultaten van het onderzoek in het laatste kwartaal van dit jaar bekend zijn.

Waterstof in binnenvaart
Naast het verplichten van het emissielabel wil de overheid het verduurzamen ook verder gaan stimuleren. Zo moet er in 2025 een subsidieregeling komen voor het gebruik van waterstof in de binnenvaart. Want hoewel het eerste waterstof aangedreven binnenvaartschip in mei van dit jaar al in de vaart kwam, is de onrendabele top nog te groot om dergelijke schepen op waterstof grootschalig uit te rollen. Dit bleek onder meer uit onderzoek van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart. Daarin werd geconcludeerd dat ‘waterstof essentieel is in de energietransitie voor de binnenvaart, maar dat dit zonder publieke financiering niet van de grond komt’.

De subsidie moet uiteindelijk leiden tot het bereiken van een omslagpunt waarna het aantal schepen verder kan groeien zonder subsidie. Dat zou volgens de staatssecretaris kunnen via pay-per-use oplossingen. Dit houdt in dat binnenvaartschepen worden uitgerust met een elektrische aandrijflijn die wordt aangedreven door een brandstofcel. De voor de brandstofcel benodigde waterstof wordt opgeslagen in een container. Via het ‘pay per use’-systeem kan varen op waterstof betaalbaar worden gemaakt voor binnenvaartschippers. Met als doel emissieloos varen.

Emissierechten
Naast de twee eerder genoemde maatregelen, wil de overheid vanaf 2027 de binnenvaart ook onder het nieuwe Europese emissiehandelssysteem ETS2 laten vallen. ‘Dit betekent dat ook voor brandstof die wordt uitgeslagen tot verbruik in de binnenvaartsector, emissierechten dienen te worden afgedragen’, schrijft Heijnen. ‘Deze maatregel komt de uitvoerbaarheid ten goede en kan een belangrijke rol spelen bij het verduurzamen.’
Omdat de impact van de maatregel op de binnenvaartsector nog onzeker is, gaat de ministerie dit laten onderzoeken. (Foto Infrastructuur en Waterstaat / Martijn Beekman)

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

ZES kiest Ebusco energiecontainers voor verduurzaming binnenvaart

ROTTERDAM ZES heeft bij Ebusco 20 batterijcontainers besteld om meer binnenvaartschepen elektrisch te kunnen laten varen. De eerste 9 containers worden eind 2023 geleverd, terwijl de overige 11 containers uiterlijk in 2024 worden geleverd. De levering van de 11 containers kan worden versneld afhankelijk van de uitrol van ZES.

Na een commerciële aanbesteding heeft ZES aan Ebusco een contract gegund voor zogenaamde ZESpacks. ZESpacks zijn specifiek ontwikkeld voor gebruik in (hybride) elektrische binnenschepen en dragen zo bij aan het recent genomen besluit van de Europese Commissie om de CO2-uitstoot in de maritieme sector tegen 2050 met 80% te verminderen. ZESpacks zijn een speciaal gebouwde oplossing die Ebusco aanbiedt op basis van zijn jarenlange ervaring met batterijen voor zwaar gebruik en batterij management systemen. Elke ZESpack kan in totaal 2,9 MWh energie opslaan, wat de totale capaciteit van deze bestelling op 58 MWh brengt.

Docking stations
Na levering van de ZESpacks zal ZES deze nieuwe units inzetten bij zowel bestaande als nieuw op te richten docking stations in heel Nederland. Wanneer de containers niet op een schip worden ingezet, kunnen ze worden gebruikt om het elektriciteitsnet in balans te houden. Het balanceren van vraag en aanbod van elektriciteit is essentieel om de veerkracht van het elektriciteitsnet te vergroten naarmate het aandeel van hernieuwbare energiebronnen, met een meer variabele output, toeneemt.

Versnelde opschaling
Bart Hoevenaars, CEO van Zero Emission Services, spreekt ven een versnelde opschaling. ‘In de afgelopen jaren hebben we veel ervaring opgedaan met onze eerste ZESpacks en docking station. Met de aankoop van deze 20 ZESpacks gaan we nu voor een versnelde opschaling van onze innovatieve systeemoplossing voor de binnenvaart. Met Ebusco kiezen we voor een ervaren, slimme en Europese partner met duurzame en veilige LFP-batterijsystemen en samen zorgen we voor een positief effect op het klimaat en dragen we bij aan oplossingen voor de huidige uitdagingen op energiegebied.’

Verheugd
CEO Peter Bijvelds is verheugd om dit contract met ZES te tekenen na de uitgevoerde aanbesteding te kunnen tekenen. ‘We zien dit als een belangrijke stap voorwaarts in onze Energy Storage Systems business die we de afgelopen jaren gestaag hebben uitgebouwd. We zijn er trots op om samen met het ZES-team de binnenvaartsector te helpen zijn CO2-uitstoot te verminderen.’

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

FincoEnergies levert biomethanol aan de maritieme sector

AMSTERDAM De maritieme sector is weer een stap dichterbij een schone, emissievrije scheepvaart. Een samenwerking tussen FincoEnergies en Port of Amsterdam heeft geresulteerd in een vergunning voor FincoEnergies om binnen het Amsterdamse havengebied biomethanol te leveren aan maritieme klanten.

FincoEnergies is de eerste operationele aanbieder van dit specifieke product in Nederland. Dankzij een volledig duurzaam productieproces (well-to-wheel) kan met biomethanol een gecertificeerde CO2-reductie van 92,4% kan worden behaald ten opzichte van gangbare fossiele brandstoffen. FincoEnergies zal biomethanol aanbieden onder het GoodFuels brand.

Vergunning
De afgelopen maanden heeft een speciaal projectteam hard gewerkt aan het beschikbaar maken van biomethanol voor gebruik op het water. FincoEnergies heeft zijn hele logistieke infrastructuur aangepast, om het product snel en effectief te kunnen aanbieden. Port of Amsterdam en Port of Rotterdam hebben vervolgens een veiligheidsaudit uitgevoerd, waarna de vergunning voor het leveren van biomethanol aan FincoEnergies is verleend.

‘FincoEnergies zoekt continu naar verschillende duurzame energiedragers die inzetbaar zijn op het land en het water. Alles is erop gericht om klanten zo optimaal mogelijk te ondersteunen in het bereiken van hun duurzaamheidsdoelstellingen’, zegt Daan Faber, Project Manager Business Innovation. ‘We zien in biomethanol een effectieve en schaalbare manier om de uitstoot van de maritieme sector op korte termijn te verlagen. Het is waardevol om te zien dat deze visie ook bij onze partners leeft. Middels de goede samenwerking met Port of Amsterdam kunnen wij nu starten met het leveren van deze duurzame brandstof.’

Uitbreiding
FincoEnergies en Port of Amsterdam streven naar de uitbreiding van de inzet van biomethanol binnen de maritieme industrie. Door samenwerkingen met reders, exploitanten en andere havens willen zij de beschikbaarheid en het gebruik van deze duurzame brandstof vergroten.

‘Wij feliciteren FincoEnergies met deze belangrijke nieuwe stap in hun missie om klanten te helpen in hun energietransitie’, zegt Roon van Maanen, Directeur Energy & Circular Industry van Port of Amsterdam. ‘Het kunnen aanbieden van biomethanol in het Amsterdamse havengebied sluit aan bij de visie van Port of Amsterdam om een voorloper te zijn in de energietransitie. Dankzij onze samenwerking met FincoEnergies zijn we weer dichterbij een groenere haven en een krachtige, bestendige maritieme industrie.’

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

A0-emissielabel voor H2 BARGE 1

ROTTERDAM Minister van Infrastructuur en Waterstaat Mark Harbers heeft donderdag het eerste A0-emissielabel uitgereikt aan een binnenvaartschip dat op waterstof vaart. Het bedrijf Future Proof Shipping (FPS) liet het schip de Maas, dat op diesel voer, ombouwen tot een schip met een waterstofvoortstuwing, de H2 BARGE 1.

Het schip maakte donderdag zijn eerste reis, van Alblasserdam naar Rotterdam. De komende jaren wordt het gecharterd door Nike, dat wekelijks honderden containers klimaatneutraal en emissieloos gaat vervoeren tussen Rotterdam en Meerhout.

Ontheffing
In brandstofcellen aan boord van de H2 BARGE 1 wordt waterstof omgezet in elektriciteit. Naast de brandstofcellen heeft het schip ook accu’s aan boord. FPS heeft vorig jaar nog twee schepen gekocht, die worden omgebouwd tot waterstofschepen.

Regels voor varen op waterstof zijn er nog niet, daarom heeft de H2 BARGE 1 een ontheffing gekregen om de komende vijf jaar te kunnen varen. Het doel is om in 2026 de regels voor varen op waterstof rond te hebben.

Mijlpaal
‘Het is mij een waar genoegen om vandaag het eerste A0-emissielabel uit te reiken’, zei minister Mark Harbers. ‘Dat de H2 BARGE 1 vandaag zijn maiden voyage heeft gehad, is een absolute mijlpaal voor de binnenvaart. Ons doel is om in 2030 ten minste 150 emissieloze binnenvaartschepen te hebben, en in die opgave zijn alternatieve brandstoffen, zoals waterstof, onmisbaar. Ik wil de eigenaar van dit bijzondere schip, Future Proof Shipping, dan ook feliciteren met deze primeur.’

Convenant
Het emissielabel voor binnenvaartschepen is ontwikkeld door het Ministerie van IenW en het Expertise en Innovatie Centrum Binnenvaart. Schippers kunnen hiermee laten zien hoe goed ze presteren op CO2-uitstoot en luchtkwaliteit. Het ministerie verwacht deze zomer met een aantal stakeholders uit de binnenvaartsector een convenant af te sluiten over brede toepassing van het emissielabel. Het label kan richting de toekomst voordelen opleveren voor schippers, bij bijvoorbeeld de toegang tot havens of financiering.

De overheid wil de sector ondersteunen om de transitie naar waterstofschepen de komende jaren te stimuleren. Uit het klimaatfonds is € 178 miljoen beschikbaar om waterstof te introduceren in de binnenvaart en het zware wegtransport. (Foto Future Proof Shipping)

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

Verbod varend ontgassen gaat 1 juli 2024 in

DEN HAAG Het verbod op varend ontgassen gaat op 1 juli 2024 in. Dat heeft minister Harbers bekendgemaakt in een brief aan de Tweede Kamer. Inmiddels heeft Frankrijk de ratificatieprocedure bijna afgerond, de verwachting is dat Zwitserland voor het einde van dit jaar de ratificatie afrondt.

Het varend ontgassen wordt internationaal verboden door middel van een wijziging van het Verdrag inzake de verzameling, afgifte en inname van afval in de Rijn- en binnenvaart (CDNI). De verdragswijziging is reeds internationaal aangenomen. Het verbod is inmiddels ook opgenomen in het Nederlandse Scheepsafvalstoffenbesluit en ligt klaar om inwerking te treden door middel van een koninklijk besluit. Voorwaarde voor inwerkingtreding is dat alle zes Verdragsstaten de verdragswijziging hebben geratificeerd.

Handhaven
Vanaf het moment van inwerkingtreding op 1 juli 2024 gaat de ILT handhaven op het verbod. De ILT zal hiertoe een handhavingsplan opstellen. De periode tot aan 1 juli 2024 of zoveel eerder (zes maanden na de ratificatie door Zwitserland) moet voor vergunningverleners en de verladers voldoende tijd geven om de benodigde ontgassingsinfrastructuur op orde te krijgen. (Foto Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat / Valerie Kuypers)

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

IVR ontwikkelt Emissie Calculatie Tool

ROTTERDAM Om inzicht te krijgen in de emissies van de binnenvaart, heeft IVR de Emissie Calculatie Tool ontwikkeld. Deze tool geeft een indicatie van de huidige emissies van een binnenvaartschip en geeft daarmee tevens inzicht in de efficiëntie van een schip. De tool is nu live.

De binnenvaart is volgens het IVR al de meest groene en efficiëntste vervoersmodaliteit voor het transport van goederen. Maar met het oog op de energietransitie zal de binnenvaart nog groener worden. Doel is om in 2050 nagenoeg emissieloos te zijn. ‘Tot die tijd is verdere vergroening nodig om de hoeveelheid emissies zoveel mogelijk terug te dringen.’

De berekening
De emissies worden berekend per kilowattuur (kWh) en per tonkilometer (tkm). De emissies per kWh sluiten aan bij de eisen bij het verstrekken van emissielabels en voor het aanduiden van emissiestandaarden (bijv. Stage-V). De emissies per tkm geven een nauwkeuriger beeld, onder meer omdat het rekening houdt met de afstand en de vervoerde lading. De tool berekent de meest relevante emissies van de voortstuwingsmotor binnen de huidige en toekomstige wet- en regelgeving: koolstofdioxide (CO2), stikstof (NOx) en fijnstof (PM).

Er wordt een aantal indicatoren gebruikt voor het maken van de berekening, onder meer bouwjaar van de motor, scheeps- en motortype, laadvermogen, SCR-katalysator, roetfilter, vermogen en het type waterweg.

WTT en TTW
De totale emissies worden opgesplitst in Well-to-Tank (WTT) emissies en Tank-to-Wake (TTW) emissies. WTT emissies ontstaan tijdens de productie en het vervoer van de brandstof naar het schip, en TTW emissies ontstaan bij het gebruik van de brandstof aan boord van het schip.

Nauwkeurigheid
Over het algemeen geldt dat uitkomsten betrouwbaarder zijn naarmate de ingevoerde gegevens ook betrouwbaarder zijn. Scheepseigenaren kunnen via de database zelf hun scheepsgegevens aanvullen of aanpassen. Om de werkelijke emissies van een schip te weten, dient er meetapparatuur geïnstalleerd te worden. Voor de berekening van de emissies per tonkilometer dienen bovendien de afgelegde afstand en de vervoerde lading bijgehouden te worden. Het installeren van meetapparatuur en het verkrijgen van alle informatie over afstanden en lading kosten veel tijd, moeite en geld. De Emissie Calculatie Tool probeert daarom een schatting te maken van de emissies op basis van gegevens die direct paraat zijn of waarvan een schatting gemaakt kan worden. Een aantal gegevens van het schip worden direct uit de database opgehaald. Andere velden in de berekeningstool dienen nog ingevuld te worden.

Duurzame investeringen
IVR hoopt met de ontwikkeling van deze tool de inzichtelijkheid te vergroten. Zo is het bijvoorbeeld voor gebruikers van de tool mogelijk om voorafgaand aan duurzame investeringen een beeld te krijgen wat de invloed van deze investering is op de uitstoot. Wat is bijvoorbeeld het gevolg als er een Stage-V motor, roetfilter of SCR-katalysator wordt geïnstalleerd, of als er gevaren wordt met een andere duurzamere brandstof.

Toegang tot de Tool
De emissie calculatie tool is geïntegreerd in het IVR Schepen Informatie Systeem. Scheepseigenaren hebben altijd kosteloos toegang tot de eigen (scheeps)gegevens en kunnen daarmee tevens kosteloos gebruik maken van de Emissie Calculatie Tool. Voor toegang kunnen zij contact opnemen met het secretariaat van IVR of naar de IVR website gaan.

Op dit moment is de Emissie Calculatie Tool beschikbaar in de Nederlandse taal, maar op korte termijn zal deze ook in andere talen beschikbaar komen. Voor vragen over de IVR Emissie Calculatie Tool kan contact opgenomen worden met het IVR secretariaat via info@ivr-eu.com of telefoonnummer +31(0)10 – 411 60 70.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

Minister blijft bij internationaal verbod varend ontgassen

DEN HAAG Minister Harbers van Infrastructuur en Waterstaat ziet niets in een nationaal verbod varend ontgassen. Ondanks de conclusie van de Erasmus Universiteit Rotterdam dat er vanuit het internationaal juridisch kader geen belemmering is om nationaal maatregelen te nemen om varend ontgassen te verbieden.

Het ministerie blijft bij het uitgangspunt dat een dergelijke maatregel in strijd is met doel en voorwerp van het verdrag en daarom niet mogelijk is. Artikel 18 van het Verdrag van Wenen inzake het verdragenrecht bepaalt dat na ondertekening van een verdrag de ondertekenaar dient te handelen in lijn met voorwerp en doel van het verdrag. Omdat de verplichting voor het aanleggen van ontgassingsinstallaties is opgenomen in dit verdrag, zou een nationaal verbod zonder het aanleggen van ontgassingsinstallaties volgens de minister in strijd zijn met de bepalingen uit het verdrag.

‘Bovendien moet voorlopige toepassing van het ontgassingsverbod door een verdragsstaat in de wijziging van het Scheepsafvalstoffenverdrag zelf zijn geregeld. Daar is nu geen sprake van. Dat is ook een aanwijzing dat een vooruitlopende regeling onder dit verdrag niet mogelijk is. Als dit alsnog mogelijk moet worden gemaakt, dan moet het verdrag opnieuw worden aangepast en ondertekend. Hier besteedt het Erasmus-onderzoek geen aandacht aan.’

Niet doeltreffend
Daarnaast zou wat betreft Harbers een nationaal verbod niet doeltreffend zijn. ‘Omdat er nog onvoldoende ontgassingsinstallaties zijn in Nederland en de verdragsstaten, zou dit praktisch neerkomen op het stilleggen van de tankervaart in Nederland of de sector voor hoge kosten stellen.’

Ook is in de wijziging van het Scheepsafvalstoffenverdrag opgenomen dat de verlader verantwoordelijk is voor het bekostigen van de ontgassingen. Een nationaal verbod zou de rekening bij de schipper leggen omdat hierin de kostenverdeling niet kan worden geregeld.

Het ministerie blijft daarom van mening dat een internationaal verbod op grond van het CDNI-verdrag de beste manier blijft om het varend ontgassen aan banden te leggen. Ik zeg u toe dat zo snel als de ratificatie een feit er zal worden gehandhaafd op het ontgassingsverbod.

Provincies
De provincies staan in het kader van de verdragswijziging nu aan de lat voor de vergunningverlening van de ontgassingsinstallaties. Deze installaties moeten voldoen aan de geldende wet- en regelgeving wat betreft de aard van de dampen die worden opgevangen en de mogelijke emissie eisen.

De vraag is of het Rijk nu gaat meehelpen in het handhaven van de provinciale ontgassingsverboden. De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) benut in haar handhaving van de verboden op varend ontgassen nu al de e-nosenetwerken van de omgevingsdiensten van een aantal provincies. Daarbij handhaaft de ILT vanuit de eigen rol primair de regelgeving uit de Europese overeenkomst voor het internationale vervoer van gevaarlijke goederen over de binnenwateren (ADN).
Als de ILT bij de handhaving een overtreding constateert van een provinciaal ontgassingsverbod op basis van een e-nosemelding of door bijvoorbeeld drone-inzet, dan stelt de ILT deze gegevens aan de provincie ter beschikking voor handhaving. Dit geldt ook voor burgermeldingen van ontgassingen die bij de ILT binnenkomen. Daarnaast is de ILT bezig te bezien hoe het toezicht op de niet door e-noses gedekte vaarwegen structureel aangepakt kan worden. Daarbij spelen technische innovaties (drones, mobiele e-noses, drijvende e-noses) een rol.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

Wegvervoer vergroent sneller dan de binnenvaart

DEN HAAG De binnenvaart loopt het risico op de lange termijn niet meer de duurzaamste modaliteit te zijn. De binnenvaart scoort in vergelijk met het wegvervoer nu nog goed op de uitstoot van CO2, maar dit kan veranderen. Want de verwachting is dat het wegvervoer sneller vergroent.

Momenteel geniet de binnenvaart een voordeel ten aanzien van de CO2-emissie. Dit voordeel is groot. Met vervoer over water bespaart men gemiddeld 60% ten aanzien van het wegvervoer. Dit voordeel ontstaat volgens onderzoeksbureau Panteia door de schaalgrootte van binnenvaartondernemingen en de relatief geringe benodigde energie voor voortstuwing. Maar de binnenvaart scoort momenteel aanmerkelijk slechter dan het wegvervoer daar waar het gaat om emissies van stikstof en fijnstof. ‘Dit gat lijkt slechts op zeer lange termijn weer te dichten.’

De binnenvaart blijft het energetisch voordeel genieten, maar het veronderstelde verduurzamingstempo van het wegvervoer is sneller. Er bestaat een kans dat het wegvervoer de binnenvaart ook qua CO2-emissie inhaalt, zo tegen 2045. Dit hangt samen met een snellere uitfasering van verbrandingsmotoren in het wegvervoer dan in de binnenvaart. ‘Geen van de modaliteiten kan het spoorvervoer inhalen qua duurzaamheid’, concludeert Panteia verder.

Korte termijn
Voor de korte termijn (2028) stelt de Green Deal Zeevaart, Binnenvaart en Havens een emissiereductie voor van 20% voor CO2 en 10% voor luchtverontreinigende stoffen per 2024. Inmiddels is volgens Panteia nu al duidelijk dat de CO2-reductie niet gehaald gaat worden. Het verplicht bijmengen van biobrandstoffen had de belangrijkste pijler moeten zijn onder de afname. Deze verplichting wordt nu waarschijnlijk pas in 2025 ingevoerd.

Tegen 2030 stelt de Green Deal dat de CO2-emissie van de binnenvaartsector met 40 tot 50% moet zijn teruggebracht. Hiertoe moeten 150 zero-emissie schepen in de vaart
gebracht worden. Met het huidige tempo verwacht Panteia dat in 2028 ongeveer 75 zero-emissie schepen varen. Daarvoor is vanuit het nationaal groeifonds geld vrijgemaakt om 45 schepen te kunnen laten varen met batterij-containers.

De introductie van Stage 5 motoren laat volgens de onderzoekers zien dat met een reductie van luchtvervuilende stoffen een versnelde vergroening mogelijk is. Tegen 2028 lijkt een reductie van 22% mogelijk voor de stikstofemissie en 39% voor wat betreft fijnstof. De subsidieregeling Duurzame Binnenvaart (SRVB) helpt hierbij. De Centrale Rijnvaartcommissie verwacht per 2028 een aandeel van Stage 5 motoren in de binnenvaart van ongeveer 30%.

Langere termijn
Voor de langere termijn (2050) verwacht de Centrale Rijnvaartcommissie (CCR) dat de binnenvaart zonder aanvullend beleid vanwege autonome ontwikkelingen haar emissie weet te reduceren met 22% voor CO2, 76% voor stikstof en met 83% ten aanzien van fijnstof. De CCR stelt bovendien twee transitiepaden voor naar zero-emissie per 2050:
conservatief en innovatief. Deze leiden tot een CO2-reductie van 91%, een stikstofreductie van 90% tot 94% en een fijnstofreductie van 96% tot 98% ten opzichte van 2015.

Richting 2050 worden alternatieve aandrijflijnen steeds belangrijker. Circa 1.200 tot 2.900 schepen worden door batterijen aangedreven (14-35% van de vloot), waterstof wordt voor 1.350 tot 3.200 schepen de oplossing (16-38% van de vloot) en ook methanol lijkt een rol te krijgen in de energiemix (500 à 1000 schepen, 6 tot 11% van de vloot).

Wegvervoer
Voor het wegvervoer is de doelstelling vanuit de Europese Commissie dat tegen 2050 bijna alle auto’s, bestelwagens, bussen en nieuwe zware bedrijfsvoertuigen emissievrij zijn.

De verwachtingen van McKinsey zijn dat tegen 2050 in Europa maximaal 800.000 waterstof trucks rijden en maximaal 9,1 miljoen batterij-elektrische trucks. Er zijn tegen die tijd nauwelijks nog vrachtauto’s met verbrandingsmotoren. ‘Met deze getallen wordt zero-emissie door de road freight sector bijna bereikt.’

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.