Tag archieven: havens

Overslag in Rotterdam groeit met 5,1%

ROTTERDAM In de Rotterdamse haven zijn in het eerste kwartaal van dit jaar 5,1% meer goederen overgeslagen dan in dezelfde periode vorig jaar. In totaal is 123,9 miljoen ton overgeslagen tegen 117,8 miljoen ton in dezelfde periode in 2018. De toename betrof vooral de overslag van containers (+7,3% in TEU, +5,9% in tonnen) en brandstoffen. De overslag van minerale olieproducten, ijzererts en schroot nam af.

De overslag van containers nam in gewicht met 5,9% toe tot 38,0 miljoen ton en in volume met 7,3% tot 3,7 miljoen TEU. Deze groei is vooral het gevolg van een sterke stijging van de transhipment-volumes afkomstig uit Azië met een bestemming elders in Europa. De rederijen die in drie grote allianties varen zien Rotterdam als een belangrijke draaischijf in hun netwerken waardoor steeds meer ladingoverslag wordt geconcentreerd in Rotterdam. De toename van feeder tonnage bleef hierdoor sterk stijgen met 15,1% naar 7,3 miljoen ton.
Ook vindt in Rotterdam steeds meer uitwisseling tussen deepsea diensten plaats, waarmee rederijen meer combinaties tussen laad- en loshavens in Azië en in Europa kunnen aanbieden aan hun klanten. Shortsea overslag, het intra-Europese vervoer, daalde met 7,8% naar 6,9 miljoen ton door minder handel met Rusland en in januari-februari door lagere volumes naar het Verenigd Koninkrijk. Een vergrote onbalans tussen Azië en Europa zorgt voor veel meer lege-containeroverslag waardoor de groei in TEU fors hoger ligt dan die in ton.

Nat massagoed
In totaal nam de overslag van nat massagoed toe met 4,6% naar 58,5 miljoen ton. Binnen dit marktsegment werd meer ruwe olie (+10,4% naar 28,1 miljoen ton) aangevoerd dan in het eerste kwartaal vorig jaar. Dit verschil betrof meer aanvoer van olie uit de VS. Deze olie is relatief goedkoop en levert hogere marges op voor de raffinaderijen. De overslag van minerale olieproducten liet in het voorbije kwartaal een daling zien (-7,4%) doordat er minder handel in stookolie is tussen Rusland en Azië. Wederom is in het eerste kwartaal veel meer LNG overgeslagen dan vorig jaar (+143% naar 1,8 miljoen ton), met een recordvolume van ruim 500.000 ton in februari. Deze groei betreft zowel aanvoer als afvoer van LNG. Dit bevestigt het belang van Rotterdam als trading hub voor LNG.

Droog massagoed
Binnen het marktsegment droog massagoed zijn ijzererts & schroot en kolen de belangrijkste goederensoorten. Waar de overslag van ijzererts & schroot daalde met 17,9% naar 5,9 miljoen ton als gevolg van een 5% lagere staalproductie in Duitsland, steeg de overslag van kolen met 15,7% naar 7,5 miljoen ton. De lage kolenprijzen leidden tot meer inkoop en voorraadvorming.
De overslag van agribulk bleef vrijwel gelijk op 2,6 miljoen ton. De overslag van overig droog massagoed steeg aanzienlijk met 38,8% tot 3,3 miljoen ton. Alles bij elkaar steeg de overslag van droog massagoed met 3,7% naar 19,4 miljoen ton.

RoRo en overig stukgoed
De totale overslag van het marktsegment breakbulk (Roll on Roll off en overig stukgoed) steeg met 9,2% naar 7,9 miljoen ton. Het RoRo verkeer is gestegen met 10,7% naar 6,4 miljoen ton ten opzichte van het eerste kwartaal van vorig jaar. Vooral in maart stegen de volumes sterk door het inslaan van voorraden in verband met een mogelijke harde Brexit. De overslag van overig stukgoed won 3,1% naar 1,5 miljoen ton.

Lichte groei
Allard Castelein, CEO Havenbedrijf Rotterdam: ‘Het jaar 2019 is uitstekend begonnen met een record overslagvolume in het eerste kwartaal. De kwartaalcijfers bevestigen bovendien dat Rotterdam wederom zijn knooppuntpositie versterkt in de opslag en doorvoer van containers en LNG. Voor het hele jaar houden we vast aan onze prognose dat het overslagvolume in 2019 licht zal groeien.’

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

Kamervragen over situatie op zeehaventerminals

DEN HAAG Tweede Kamerlid Remco Dijkstra (VVD) heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat Cora van Nieuwenhuizen vragen gesteld over de slechte afhandeling van de binnenvaart op de zeehaventerminals. In een artikel in Weekblad Schuttevaer van vorige week deed de Bargeterminal in het Limburgse Born uit de doeken wat de vertragingen voor hen betekenen.

Dijkstra wil van de minister weten in hoeverre ook andere containerterminals in de rest van het land, zoals in Nijmegen of Hengelo hier last van hebben. De maatregelen van de afgelopen twee jaar hebben dus blijkbaar niet tot verbetering geleid. Waarom denkt u dat het zo lastig is om hier oplossingen voor te vinden?’ Dijkstra wil van de minister horen of dit het gevolg is van tegenstrijdige belangen en wat eraan gedaan kan worden om beide partijen nader tot elkaar te brengen. ‘Hoe worden de belangen van de binnenvaart versus de belangen van de grote zeevaart gewogen? Is het waar dat de binnenvaart achteraan hobbelt?’ Het Tweede Kamerlid wil van de minister weten welke maatregelen ze ziet u om de service voor de binnenvaartschippers te verbeteren. ‘En wie is dan per maatregel daarvoor verantwoordelijk?’

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

Terminals krijgen miljoenen voor verbeteren overslag

BRUSSEL De terminal van Rotterdam World Gateway, het Rail Service Center aan de Eemhaven en Havenbedrijf Moerdijk krijgen samen zo’n 10 miljoen om de overslag van goederen naar binnenvaart en spoor te verbeteren. Met het geld worden onder meer twee containerkranen gebouwd. Minister Cora van Nieuwenhuizen van Infrastructuur en Waterstaat maakte vorig jaar al bekend dat zij zich in zou zetten om de spoorgoederensector verder te versterken, onder meer door het werven van Europese subsidies.

Het geld voor de terminals komt uit het Europese programma voor het Trans-Europese Vervoersnetwerk (TEN-T). Dit programma heeft als doel om binnen de Europese Unie tot één grensoverschrijdend hoofdnetwerk voor het vervoer over land, water en door de lucht te komen. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat droeg de projecten voor. Zo gaat er naast de 10 miljoen euro voor de terminals, 3 miljoen euro naar 75.000 fietsparkeerplekken in Amsterdam, Rotterdam en Utrecht en 4 miljoen euro naar truckparkeerplaatsen in Zuid-Holland, Brabant en Limburg. De beveiligde private truckparkings komen in de omgeving van de belangrijke snelwegen voor transport van en naar de haven van Rotterdam. In totaal komen er 800 parkeerplekken voor langparkeren bij op al bestaande truckparkeerplaatsen in Rotterdam, Asten en Venlo en op de nieuwe truckparking de Kilt bij Dordrecht. Onderdeel van het project is dat de parkeerplaatsen worden aangesloten op een systeem dat digitaal real-time inzicht geeft in beschikbare plekken op de private truckparkings. Daarnaast krijgt Havenbedrijf North Sea Ports 800.000 euro voor een beveiligde truckparking voor 250 trucks bij Borsele.

Blij
Minister van Nieuwenhuizen is blij met de bijdrage van de Europese Commissie. ‘We hebben in de buurt van onze grote transportcorridors van en naar de Rotterdamse haven veel behoefte aan extra plaatsen op beveiligde truckparkings met voorzieningen. We ontlasten daarmee de overvolle verzorgingsplaatsen direct aan de snelwegen die alleen bedoeld zijn om kort te parkeren. Het helpt ook om de problemen aan te pakken met vrachtwagens die nu op de vluchtstrook langs de snelweg worden geparkeerd.’

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

Containers stuwen overslag Rotterdam naar nieuw record

ROTTERDAM Met 469,0 miljoen ton is het totale overslagvolume van de Rotterdamse haven in 2018 nipt hoger geëindigd dan in het recordjaar ervoor. De containeroverslag was wederom de stuwende kracht met 4,5% meer volume in tonnen. Gemeten in TEU, de standaardmaat voor containers, bedroeg de aanwas 5,7% en kwam het jaartotaal uit op 14,5 miljoen TEU; opnieuw een record.

Waar de overslag van containers doorgroeide, daalde de overslag van ruwe olie, minerale olieproducten en agribulk. De overslag van LNG (+163,6%) en biomassa (+31,6%) groeiden vorig jaar opnieuw spectaculair.

Containers
De containeroverslag liet in 2018 wederom een sterke stijging zien waardoor marktaandeel werd gewonnen in de Hamburg-Le Havre range. Een drijvende kracht achter de stijging in 2018 was de toename van transhipment en volle import-containers. De containerexport ontwikkelde zich minder sterk, onder andere door Chinese importbeperkingen op afvalstromen. Het shortsea segment ondervond last van groeivertragingen in de Britse en Russische economieën.
Ook in RoRo-overslag, die uitkwam op een lichte plus, gaf de Britse RoRo handel minder groei te zien, waarschijnlijk door de gevolgen van Brexit-onzekerheid op de Britse economie.
De overslag van overig stukgoed was vrijwel gelijk aan het volume van 2017.

Nat massagoed
Met uitzondering van LNG liet nat massagoed vorig jaar dalingen in overslagvolumes per subcategorie zien. De overslag van ruwe olie daalde gering, mede als gevolg van iets lagere raffinagemarges. Opmerkelijk is dat desondanks de overslag voor het vierde jaar op rij boven 100 miljoen ton uitkwam. De overslag van minerale olieproducten daalde vooral als gevolg van minder aan- en afvoer van stookolie. De enorme toename van LNG-overslag (+163,6%) werd vooral veroorzaakt door transhipments van LNG afkomstig uit Yamal-veld (Noord-Rusland) van ijsklasse-LNG-tankers naar ‘normale’ LNG-tankers, die de lading verder vervoerden, onder andere naar Azië.

Droog massagoed
Ondanks een sterk onder druk staande markt liet het segment droge bulk slechts een geringe overslagdaling zien (-3%). In de subcategorie kolen lijkt de ingezette consolidatiestrategie goed uit te pakken voor Rotterdam: de overslag steeg met 2,3%. Energiekolen lagen op hetzelfde niveau als vorig jaar.
De cokeskolenoverslag steeg door aantrekken van ladingpakketten voor Duitsland. De ijzerertsoverslag daalde in 2018, onder andere als gevolg van renovatie van een hoogoven en vanwege stagnerende vraag vanuit de staalindustrie. De daling van agribulk overslag in Rotterdam werd mede veroorzaakt door het verschuiven van ladingpakketten naar Amsterdam.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

 

Vervoer over korte afstanden moet in 2040 emissieloos

ROTTERDAM De logistieke sector wil dat tegen 2040 het vervoer over korte afstanden op weg en binnenwateren emissievrij is. Deze en andere voornemens staan in de ‘Visie handel en logistiek 2040’, een gezamenlijke langetermijnvisie van 19 organisaties uit de logistieke sector om het logistieke systeem in Nederland klaar te stomen voor de toekomst.

De ‘Visie Handel en logistiek 2040’ dient voor het bedrijfsleven als uitgangspunt voor gesprekken met het kabinet over de goederenvervoeragenda, arbeidsmarktbeleid en het topsectorenbeleid. Zo streven de ondernemers er bijvoorbeeld samen naar dat in 2040 al het vervoer over korte afstanden via de weg en het binnenwater emissievrij en dus duurzaam is. Ook willen de bedrijven samen werken aan een werkbare maar sterke veiligheidscultuur in de keten en hebben zij afgesproken dat duurzame inzetbaarheid van personeel in logistiek de norm wordt.

Omarmd
De visie wordt door vertegenwoordigers van het bedrijfsleven dan ook van harte omarmd. ‘Ons logistieke systeem is feitelijke de bloedsomloop van de economie en van veel kleine en grote bedrijven’, aldus VNO-NCW voorzitter Hans de Boer. We moeten daarbij blijven bouwen aan een sterk competitief maar veel ook duurzamer en innovatiever logistiek systeem en aan maatschappelijk draagvlak. Dat is belangrijk voor de welvaart en vooral ook voor ons welzijn. Daar willen we met deze visie een bijdrage aan leveren.’

‘De bij ons aangesloten handels- en productiebedrijven zijn afhankelijk van tijdige en betaalbare levering van hun goederen bij andere bedrijven en consumenten’, meldt algemeen directeur evofenedex Machiel van der Kuijl. ‘Om internationaal te overleven en Nederland met draagvlak welvarend te houden, moeten we de handen met de logistieke sector ineenslaan en het systeem toekomst-klaar maken.’

‘Fantastisch werk’
TLN-directeur Jan Boeve vindt het ‘fantastisch dat we als logistieke sector elkaar met deze toekomstvisie gevonden hebben’. ‘Wij als wegvervoerders, samen met zeevaart, binnenvaart, expediteurs, cargadoors, stuwadoors, spooroperators en de luchtvrachtsector. Samen zorgen we ervoor dat het logistieke systeem de economie in ons land ook in 2040 nog steeds volop draaiende houdt. Met wereldklasse mainports, een ijzersterke infrastructuur en schone en veilige voertuigen.’

Naast VNO-NCW, Evofenedex, MKB-Nederland, TLN is Havenbedrijf Rotterdam één van de ondertekenaars. ‘Alleen door fantastisch werk van logistiek dienstverleners in het achterland en vanaf de zeezijde, gecombineerd met een kwalitatief hoogwaardige spoor-, water en weginfrastructuur kan de Rotterdamse haven floreren’, aldus de COO van het havenbedrijf Ronald Paul. ‘En dat moeten we zo houd.’

De 19 partijen die ondertekenden zijn: evofenedex, VNO-NCW, TLN, havenbedrijf Rotterdam, havenbedrijf Amsterdam, Schiphol, ProRail, ACN, MKB Nederland, KNV, KVNR, CBRB, BLN-Schuttevaer, NVB, Vereniging van Waterbouwers, ORAM, Deltalinqs, KLM Cargo, VRC.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

Havenbedrijf op zoek naar frontrunners

ROTTERDAM Het Havenbedrijf Rotterdam is voor verbeteren van de afhandeling van containers in de Rotterdamse haven op zoek naar front runners. Bedrijven die het voortouw willen nemen in het oplossen van de congestie in de haven.

Volgens Matthijs van Doorn directeur logistics van het Havenbedrijf Rotterdam is er het afgelopen jaar ‘een grote inspanning geleverd’ voor het verminderen van de congestie. Zo gingen de verschillende actoren in de logistieke keten in gesprek met elkaar, werden containers gebundeld in het achterland, kregen de hubs meer body en maakten bargeoperators niet alleen afspraken onderling, maar ook met de containerterminals. En dat is hard nodig, want ook het achterland moet volgens Van Doorn mee veranderen. Hij wil dan ook dat meer frontrunners zoals Danser, Contargo en BCTN zich melden. Zo begon Danser dit jaar samen met European Gateway Services (EGS) de Intercity Barge. Intercity Barge richt zich met name op het bundelen van lading om zo met grote call-sizes direct van en naar de Maasvlakte te kunnen varen. De binnenvaartdienst verbindt de terminals van ECT op de Maasvlakte met terminals en depots in het Waal- en het Eemhavengebied, het Botlekgebied, de Merwehaven, Ridderkerk en Alblasserdam. Intercity Barge is één van de deelnemers aan de fixed window pilot van ECT.

‘Al meer dan tien jaar’
Ook de deelnemers van het Rotterdamse Havendebat waren het er over eens dat er nog wel het een en andere moet gebeuren. Want op de stelling dat de ‘congestieproblematiek al stukken beter is dan vorig jaar’, werd verdeeld gereageerd. Zo vond de een dat ook distributiecentra 24 uur per dag en zeven dagen in de week moeten gaan werken, de ander vond de congestie een positief punt, want dat betekent dat er veel lading naar de haven komt. Maar directeur Ben Maelissa van Danser vond congestie ‘geen luxe’. Hij wilde wel graag afscheid nemen van het woord congestie en in het vervolg spreken over ‘pieken’. ‘Congestie speelt namelijk al meer dan tien jaar. Het is nu wel bekend dat we het alleen samen kunnen oplossen. En daarvoor moeten we als containerbinnenvaart in gesprek gaan. Maar ik mis hier wel de rest van de keten.’

Woordvoerder van Rob Bagchus van ECT ziet als een van de oplossingen voor de congestie het beter benutten van de capaciteit op de terminals. ‘De call sizes moeten groter en wij gaan fees vragen voor fixed windows. Want er wordt te weinig betaald.’ Van Doorn noemde deze toeslagen de groeipijnen van het systeem, maar Bagchus wilde niets weten van het woord toeslag. ‘Het is een fee voor zekerheid, voor een premium service die wij bieden.’

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

Binnenvaart voorlopig nog vast in haven Deventer

DEVENTER De vijf binnenvaartondernemers die vastzitten in de haven van Deventer kunnen voorlopig nog niet weg. Uit onderzoek van de gemeente Deventer, onder meer door de constructeur van de sluisdeuren, blijkt dat het schutten van de sluis in Deventer pas verantwoord is bij een waterstand van 1.22 +NAP. Op dit moment is de waterstand rond de 0.90 +NAP.

De huidige ondergrens volgens de vergunning die aan de gemeente is afgegeven door het Waterschap is 1.47 +NAP. De gemeente vraagt het waterschap toestemming om bij de lagere waterstand van 1.22 +NAP, toch eenmalig te schutten om de schepen die nu vastliggen in de haven naar buiten te kunnen laten. Dat onder de omstandigheid dat er geen vaarverkeer over de IJssel gaat tijdens het schutten.

‘Gevolgen niet te overzien’
Op basis van de resultaten van het onderzoek, waarvan de resultaten volgens de gemeente zijn doorgerekend door een onafhankelijk adviesbureau, acht de gemeente het niet verantwoord om te schutten bij een lagere waterstand dan 1.22 +NAP. ‘Alhoewel de kans klein lijkt, zijn de gevolgen als het onverhoopt fout gaat niet te overzien. De schade loopt dan in de vele miljoenen. Het Overijssels kanaal en de daarop aangesloten waterwegen lopen dan leeg. Dat risico kan de gemeente niet dragen.’
Loco burgemeester Carlo Verhaar vindt het ‘echt heel naar voor de betrokken schippers’. ‘Natuurlijk hadden zij op een ander bericht van ons gehoopt. Zij zijn dan ook als eerste door ons geïnformeerd. We blijven contact met ze onderhouden om er voor te zorgen dat ze de komende periode zo goed mogelijk door komen. Ook met de in de haven gevestigde bedrijven onderhouden we contact.’

‘Snellere oplossing’
Koninklijke BLN-Schuttevaer had gehoopt op een snellere oplossing. Erik Schultz, voorzitter van ledengroep Schuttevaer heeft inmiddels contact gehad met schipper Kleine van Ms Zuiderzee om de huidige situatie te bespreken. Kleine is één van de vijf binnenvaartondernemers die vastzitten in de haven van Deventer. De schipper treedt op als vertegenwoordiger van de gedupeerde schippers.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

Overslag Amsterdam daalt

AMSTERDAM De Amsterdamse haven heeft in de eerste zes maanden van dit jaar de overslag zien dalen met 4,8% tot 40,2 miljoen ton. De overslag in het Noordzeekanaalgebied van de zeehavens Amsterdam, IJmuiden (-4,4%), Beverwijk (-18,6%) en Zaanstad (-59,3%) daalde in die periode met 5,1% tot 49,4 miljoen ton.

De daling in Amsterdam werd veroorzaakt door een afname in de overslag van steenkool en olieproducten. De overslag van steenkool daalde met 25,5% tot 6,4 miljoen ton. De overslag van olieproducten met 6,7% tot 22,1 miljoen ton. Die laatste daling wordt verklaard door onder meer onderhoud aan één van de terminals en minder handel op de termijnmarkt in met name diesel.

De import in de Amsterdamse haven daalde de eerste zes maanden met 7,8% tot 24,2 miljoen ton. De export steeg juist met 0,1% naar 16 miljoen ton. Het aantal zeeschepen dat het Noordzeekanaalgebied bezocht, steeg naar 3.938 (+6,2%).

Stijfers
Tegenover de daling van deze ladingstromen, staan echter ookstijgers. Zo steeg de overslag van overige droge bulk in Amsterdam met 16,8% naar 5,2 miljoen ton door sterk gestegen import van bouwmaterialen als zand en grind. De overslag van agribulk steeg met 18,5% naar 3,9 miljoen ton. Van overig stukgoed, waaronder RoRo, daalde de overslag met 1,6% naar 889.000 ton.

De containeroverslag steeg met 29,6% naar 45.457 teu (454.000 ton), onder meer door de komst van Samskip die een lijndienst onderhoudt met Engeland. De stijging van de containeroverslag is ook terug te zien in het aantal scheepsbezoeken. Dat steeg naar 2514 (+4,4%).

Cruisevaart
Het aantal zeecruiseschepen dat Amsterdam in het eerste halfjaar bezocht, bedroeg 74 (tegen 53 vorig jaar). Het aantal riviercruiseschepen steeg in het eerste halfjaar van 2018 naar 1.272 (+25%). Dit waren er vorig jaar in dezelfde periode 1.015. (Foto Havenbedrijf Amsterdam/Vollers)

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

Rotterdam slaat minder over, toekomst onzeker

ROTTERDAM De haven van Rotterdam heeft in de eerste zes maanden van dit jaar 232,8 miljoen ton overgeslagen. Dat is 2,2% minder dan in het eerste halfjaar van 2017. De groei van de containeroverslag steeg met 5,9% in tonnen en met 6,2% in TEU. In mei was er nog sprake van een nieuw overslagrecord.

De groei in containeroverslag heeft echter de daling in de overslag van nat en droog massagoed niet kunnen compenseren. De teruggang bij massagoed zat vooral in de overslag van kolen, ruwe olie en minerale olieproducten zoals stookolie. De kolenoverslag is gedaald onder andere als gevolg van het sluiten van kolengestookte energiecentrales, lagere energieproductie van nog operationele centrales en minder aanvoer van cokeskolen voor de staalindustrie. Opvallende groeisegmenten waren LNG en biomassa met ruime verdubbelingen ten opzichte van overslagvolumes in dezelfde periode vorig jaar.

Vooruitzichten onzeker
De wereldeconomie is volgens het Havenbedrijf Rotterdam gebaat bij vrije handel en maatregelen die vrije handel bevorderen. ‘Importtarieven en handelsquota belemmeren de wereldhandel en zijn daardoor slecht voor de wereldeconomie. De relaties tussen grote handelsblokken in de wereld zijn momenteel gespannen. Daarnaast is onzeker of de onderhandelingen tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk leiden tot een nieuw handelsakkoord na de Brexit. Beide ontwikkelingen dragen ertoe bij dat de vooruitzichten voor verdere groei van de wereldhandel onzeker zijn. De volumebewegingen in de Rotterdamse haven lijken vooralsnog niet het gevolg te zijn van de recente handel-belemmerende maatregelen aangezien het effect daarvan pas na enige tijd zal doorwerken. Het Havenbedrijf Rotterdam blijft de ontwikkelingen nauwlettend volgen.’

Energietransitie
Op het terrein van de Energietransitie zijn in het voorbije halfjaar belangrijke stappen vooruit gezet. Zo werd in de Tweede Kamer een Klimaatwet aangenomen. Ter invulling van de daarin neergelegde ambitie werden aan de Industrietafel Rotterdam-Moerdijk een groot aantal maatregelen geïdentificeerd die de CO2-uitstoot met 10 miljoen ton kan reduceren. Het Havenbedrijf neemt niet uitsluitend op nationaal niveau zijn verantwoordelijkheid om een bijdrage te leveren aan de noodzakelijke energietransitie. Ook in internationaal verband zoekt het Havenbedrijf Rotterdam de samenwerking met andere havens die toonaangevend willen zijn in duurzaamheid en efficiency. Zo werkt het Havenbedrijf, voortbordurend op de aanbevelingen in het Wuppertal 2 rapport, met leidende havens ter wereld aan de ontwikkeling van een gezamenlijk programma om de efficiency te vergroten zodat er minder CO2 wordt uitgestoten en het gebruik van schone brandstoffen en schone technieken te bevorderen in de scheepvaart.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

Kolenaanvoer daalt

DEN HAAG De aanvoer van kolen in de Nederlandse zeehavens daalde in 2017 met bijna 7 procent naar 50 miljoen ton. De kolenoverslag nam voor het derde jaar op rij af. De binnenvaart is met een aandeel van 78% de belangrijkste speler in het internationale kolentransport.

Het aandeel van de trein in het internationale kolentransport daalde vorig jaar tot 22 procent. In 2016 ging nog meer dan een kwart van de uitgevoerde kolen via het spoor.
Van al het internationale goederenvervoer via de binnenvaart bestaat 20 procent uit het transport van kolen. Bij het spoor is het aandeel kolen 30 procent van het totaal vervoerde gewicht met het buitenland als bestemming. In 2016 lag dit aandeel nog op ruim 34 procent.
Voor de Nederlandse markt hoeft maar een klein deel van de aangevoerde kolen verder te worden getransporteerd, aangezien de staalindustrie en de meeste kolencentrales in de havengebieden liggen. Alleen de kolencentrale in Geertruidenberg wordt via de binnenvaart bevoorraad.

Belangrijk
Voor de Nederlandse havens vormen kolen een belangrijk deel van de totale jaarlijkse goederenaanvoer. Van de totale goederenaanvoer via zee is een achtste deel kolen. In de haven van Amsterdam was de aanvoer van kolen in 2017 bijna 30 procent van de hoeveelheid geloste goederen. Een kwart van de hier aangevoerde kolen is bestemd voor Velsen en IJmuiden.
In Rotterdam bestaat 8 procent van de totale aanvoer van goederen uit kolen. De kolenoverslag in Rotterdam is in 2017 met 11 procent afgenomen vergeleken met een jaar eerder.

Van alle in Nederlandse havens aangevoerde kolen is het grootste deel bestemd voor doorvoer naar Duitsland. In 2017 was ongeveer 30 procent bestemd voor de Nederlandse kolencentrales en staalindustrie. Het verbruik van kolen is in deze industrieën in 2017 met 10 procent gedaald. Op de Rotterdamse Maasvlakte werden in 2017 twee kolencentrales gesloten.

Herkomst
In 2017 werd ruim 50 miljoen ton kolen aangevoerd in Nederlandse havens. De grootste leveranciers zijn Rusland, de Verenigde Staten, Colombia en Australië, samen goed voor 80 procent van alle aangevoerde kolen. In 2017 heeft Rusland de plaats van Colombia als grootste leverancier van steenkolen overgenomen. In vergelijking met 2016 daalde de aanvoer uit Colombia vorig jaar met bijna 43 procent, sinds 2011 is de aanvoer met bijna 10 miljoen ton afgenomen. De import van kolen uit Rusland steeg in die periode juist met 350 procent. De hoeveelheid kolen uit de Verenigde Staten en Australië bleef vrij constant in de afgelopen jaren. De kolenaanvoer uit Zuid-Afrika piekte in 2014 met een aandeel van 17 procent en ligt nu met 7 procent weer op het niveau van 2011.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook