Modal shift moet verkeersinfarct voorkomen

DEN HAAG Het goederenvervoer in Nederland moet volgens het kabinet drastisch veranderen. Alleen door veel meer over water en spoor te vervoeren kan een verkeersinfarct worden voorkomen. Om de beoogde modal shift nu eindelijk in gang te zetten, trekt minister Cora van Nieuwenhuizen 40 miljoen euro uit.

De minister meldt dit in de Goederenvervoeragenda, die ze onlangs naar de Tweede Kamer stuurde. De overheid wil al jaren dat meer goederen over water worden vervoerd, maar een grote verschuiving naar het water bleef tot nu toe uit. Dat kwam onder meer omdat alle modaliteiten de overheid even lief bleven. Met de nieuwe Goederenvervoeragenda moet daarin verandering komen, waarbij nu echt een substantieel volume goederen van de weg naar de scheepvaart (binnenvaart en shortsea) en het spoor moeten worden overgeheveld. Maar daar is wel een betrouwbare vaarweg- infrastructuur voor nodig. De minister geeft aan dat zij in de begroting van 2020 daarvoor met maatregelen komt.

Beleidswijziging
Om de goederen van de weg te krijgen, slaat het ministerie de komende jaren volgens eigen zeggen een nieuwe weg in, waarbij ‘het perspectief verschuift van modaliteitsgericht beleid naar integraal en multimodaal mobiliteitsgericht beleid’. ‘Dit beleid richt zich op de samenhang tussen verschillende vervoerswijzen, zoals auto, schip en trein’, verduidelijkt woordvoerder Joris Drost van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. ‘Mobiliteit en de aanpak van knelpunten staan hierin centraal om ervoor te zorgen dat ons gehele mobiliteitssysteem optimaal wordt benut. Dit verschilt van het modaliteitsbeleid wat zich richt op de afzonderlijke vervoerswijzen. We geven met de Goederenvervoeragenda de komende jaren een extra boost aan de modal shift door vooral in te zetten op verbetering van de aansluitingen op multimodale knooppunten. Zo kunnen goederen eenvoudiger en efficiënter worden overgeladen van vrachtwagen naar binnenvaartschip of goederentrein.’

Voortrekkersrol
Concreet gaat het ministerie kijken naar de mogelijkheid van een voortrekkersrol voor de overheid, ofwel ‘launching customer’. Genoemd wordt het vervoer van gemeentelijk restafval naar de afvalverwerkingsbedrijven, dat nu veelal over de weg gaat, maar beter per schip zou kunnen. Onderzocht wordt of dit transport over water kostenefficiënt is te krijgen ten opzichte van het huidige wegtransport. Zo nodig moeten belemmeringen worden weggenomen.
Tevens laat het ministerie een verkenning uitvoeren voor een stimuleringsregeling voor verplaatsing van containertransport naar de binnenvaart en shortsea-sector.

Overvolle A15
Een probleem wat volgens de minister moet worden opgelost is de drukte op de A15, waarvan het beginpunt mainport Rotterdam is. Met het aantrekken van de economie is de drukte op de wegen van en naar de zeehaven sterk toegenomen. Op de A15 leidt dit tot stevige opstoppingen. De komende jaren neemt deze druk nog verder toe. Niet alleen vanwege de autonome groei van het goederenvervoer, maar ook vanwege geplande grote infrastructurele werken. Met een financiële stimuleringsregeling voor modal shift van weg naar binnenvaart en shortsea verwacht Van Nieuwenhuizen dat de extra verkeersdruk op de weg kan worden beperkt. ‘Tegelijkertijd kan een structurele verschuiving van weg naar water worden geïnitieerd. In het tweede deel van 2019 worden de mogelijkheden voor deze regeling verkend.’

Programma
Om de modal shift op gang te brengen gaat het ministerie in samenwerking met de Logistieke Alliantie, de Topsector Logistiek en andere overheden, een ‘hands-on programma’ ontwikkelen met de belangrijkste kansen, belemmeringen en benodigde maatregelen. Hierbij moet worden gedacht aan praktische oplossingen, zoals het wegnemen van knelpunten op het terrein van wet-en regelgeving, infrastructurele voorzieningen en advisering van ondernemers over de keuze van de transportmodaliteit of een mix van modaliteiten. Ook zet de minister in op het realiseren van ‘good practices’ bij een modal shift van weg naar water en spoor en vermindering van de congestie bij de afhandeling van inland-transporten in de Rotterdamse haven. Hiervoor wil de minister, naast het bundelen van containers richting het achterland, eenduidige definities van venster- en wachttijden, een dashboard van key performance indicatoren, het dynamisch toewijzen van kadecapaciteit via NextLogic en de aanleg van de Container Exchange Route (CER). De CER moet in 2020 worden opgeleverd. Next-Logic verwacht in november van dit jaar met de planningstool live te gaan.

Positief
Bij de 18 partijen die samen de Logistieke Alliantie vormen – voor de binnenvaart onder meer CBRB en Koninklijke BLN-Schuttevaer – valt de Goederenvervoeragenda in goede aarde. ‘Met deze agenda heeft het kabinet de richting bepaald hoe we samen het logistieke systeem klaarmaken voor de toekomst’, schrijft voorzitter Steven Lak van de Logistieke Alliantie. ‘Het opslaan en vervoeren van goederen gaan we met behulp van innovatie nog veiliger, efficiënter en duurzamer maken. En dat gaat ieders leven raken, want logistieke vragen spelen overal. Bij leveringen aan huis, het bevoorraden van ziekenhuizen en zorginstellingen tot aan- de afvoer van producten van en naar onze MKB’ers en industriële complexen. Of dat nu over de weg, het water, het spoor of door de lucht is. Nu komt het in de verdere uitvoering aan op goede samenwerking tussen het bedrijfsleven en de betrokken overheden. De uitwerking van deze agenda in gezamenlijke programma’s met voldoende middelen en in samenwerking met de Topsector Logistiek, heeft nu de hoogste prioriteit. Zo houden we samen Nederland sterk en welvarend.’

Alliantie
De Logistieke Alliantie bestaat, naast het CBRB en Koninklijke BLN-Schuttevaer, uit evofenedex, TLN, VNO-NCW, MKB Nederland, Havenbedrijf Rotterdam, Havenbedrijf Amsterdam, ProRail, KNV, NVB, ORAM, Vereniging van Waterbouwers, Bouwend Nederland, VRC, Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reders, Air Cargo Netherlands en Deltalinqs.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.