Focus Arnhemse Nieuwe Haven ligt op maritieme industrie en energie

ARNHEM De Nieuwe Haven in Arnhem moet in de toekomst een duurzame haven worden waarin uitsluitend plek is voor de maritieme maakindustrie en de energietransitie. ‘De haven biedt in de toekomst uitsluitend plek aan watergebonden en -verbonden bedrijven die hieraan een bijdrage leveren’, schrijft het Arnhemse college van B&W. Een containerterminal of een distributiecentra in de haven vindt het college taboe.

De Nieuwe Haven is toegankelijk voor klasse V schepen. De overslag bestaat uit 1,5 miljoen ton aan olieproducten en 150.000 ton per jaar zand en grind per jaar. Nu al is de maritieme sector met scheepsbouw en maritieme toeleveringsbedrijven zoals Pasman, Helldörfer, Misti, Open Shipyard, Kees van Drie scheepsreparatie, Scheepswerkerij De Hoop en Silmark sterk vertegenwoordigd in de haven.

Visie
De Arnhemse gemeenteraad stelde in juli 2020 al de Visie Nieuwe Haven vast. Daarmee werd de koers bepaald voor de toekomst van de Nieuwe Haven, namelijk een duurzame bedrijfshaven. In het implementatieplan Nieuwe Haven wat het Arnhemse college onlangs naar de gemeenteraad stuurde, wordt hier invulling aan gegeven. Het plan werd geschreven in samenwerking met Aqualink, Stichting Arnhemse Bedrijventerreinen, Industriepark Kleefse Waard (IPKW), Logistic Valley, Hogeschool Arnhem Nijmegen en provincie Gelderland. Om de herontwikkeling van de haven te markeren hebben ondernemers in de haven inmiddels onder leiding van StAB het initiatief genomen voor een kunstwerk aan de entree van de haven.

Duurzame binnenvaart
B&W ziet dat voor de Arnhemse haven in de toekomst een belangrijke rol weggelegd kan zijn voor de verduurzaming van de maritieme sector. ‘Denk aan het ombouwen van cruiseschepen en vrachtschepen naar duurzame (emissieloze) aandrijving. In de verdere toekomst zullen scheepswerven aangepast worden aan de vergrote uniformiteit van schepen. Automatisering is door het gebrek aan specialisten een noodzaak. Opleidingen en innovatie zijn dus erg belangrijk.’

Jan Fransen van Open Shipyard is een van de ondernemers die kansen ziet in de Nieuwe Haven. Fransen verwacht dat met de verduurzaming van de binnenvaart veel werk afkomt op de Nederlandse scheepswerven. Hij wil daar zo snel mogelijk mee aan de slag. Daarvoor wil hij voor zijn werf plek tien plekken voor binnenvaartschepen. Maar ondanks de mooie woorden van de gemeente Arnhem in het plan, ‘het ombouwen of ontwikkelen van nieuwe duurzaam aangedreven vaartuigen kan worden versneld door bedrijven in de Nieuwe Haven’, lijkt dat niet op korte termijn geregeld te kunnen worden. ‘Er wordt al jaren gesteggeld over uitbreiding van de Nieuwe haven, maar een plan voor ombouw en onderhoud van schepen is tot nu toe steeds geweigerd.’ Desondanks meldt B&W in het plan ‘de ondernemingen en de ondernemers die de drijvende kracht zijn van ideëen en uitvoering te willen koesteren. ‘Vaak zijn het één of enkele personen die “willing and able” zijn en de motivatie hebben om dat hier in Arnhem te willen doen.’

Te weinig ruimte
Een van de problemen in de haven is dat de vraag van ondernemers naar ruimte groter is dan de huidige beschikbare ruimte. Dat de ruimte nog niet altijd beschikbaar is, komt mede doordat nog steeds niet alle woonboten uit de Nieuwe Haven weg zijn. Ook is pas op de lange termijn, ongeveer in 2040, uitbreidingsruimte denkbaar voor watergebonden en -verbonden kavels op Koningspley Noord. Dit betekent volgens Arnhem dat tot die periode de huidige ruimte in de haven ‘zoveel mogelijk flexibel en zo efficiënt moet worden benut’.

Voor de ondernemers is het verder van belang dat wordt geïnvesteerd in de haven. Zo moeten drinkwatervoorzieningen voor schepen en openbare verlichting worden aangelegd. De gemeente ziet mogelijkheden in het vergaren van subsidies, maar ondernemers moeten volgens het plan ook samen met de gemeente in de haven investeren. De komende twee jaar moet duidelijk worden welke middelen noodzakelijk zijn. Voor dit jaar trekt het college € 75.000 uit voor investeringen in de Nieuwe Haven.

Energieneutraal
Naast de maritieme maakindustrie ziet het Arnhemse college voor de haven ook een grote rol weggelegd in de energietransitie. Zo moet de Nieuwe Haven in 2040 energieneutraal zijn. De watergebonden bedrijven die in de haven zijn gevestigd leveren dan producten of diensten die bijdragen aan de energietransitie. De Nieuwe Haven moet ook een belangrijke testomgeving worden voor door batterij of waterstof aangedreven vaartuigen en de benodigde infrastructuur om te kunnen laden of tanken.

Verder ziet het college veel in energiebesparing en CO2-reductie door modal shift. ‘In plaats van vervoer over de weg stappen we zoveel mogelijk over op vervoer over het water’. Hierbij valt te denken aan meer overslag van speciaal transport of pallets en overslag van vloeibare bulkgoederen via gesloten overslagsystemen.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.