Binnenvaart kent komende jaren de hoogste groei

DEN HAAG De binnenvaart groeit de komende jaren van alle modaliteiten het hardst. Met een groei van gemiddeld 2,1% per jaar vervoert de binnenvaart in 2021 355  miljoen ton. Dit blijkt uit recent onderzoek van Panteia in opdracht van het KiM.

De binnenvaart kent met 6,1% per jaar vooral een sterke groei bij het vervoer van ‘metalen en metaalproducten’, en bij ‘secundaire grondstoffen, afval’ (+ 7,8%). Het vervoer van containers stijgt, mede door de groei van het aantal inlandcontainerterminals, met gemiddeld 4,8% per jaar. In het vervoer van  voedingsmiddelen (+ 0,3%) krijgt de binnenvaart sterke concurrentie van het wegvervoer. panteia1Productielocaties aan kleiner vaarwater worden in de toekomst vaker per truck bevoorraad. Dit drukt het groeicijfer van de binnenvaart ten gunste van het wegvervoer.
Het vervoer van ijzererts blijft vrijwel constant. De volumes in de bouw trekken met name aan in 2017 als gevolg van grondverzet bij IJmuiden. Nadien dalen de volumes weer; het betreft een afvoerstroom van vervuild slib.

Kolencentrales
In de binnenvaart wordt een afname (-2,3%) verwacht in het vervoer van steenkolen. Een van de belangrijkste vervoersstromen per binnenvaart betreft het vervoer van kolen naar Duitse hoogovens en kolencentrales. Ook worden er vanuit Nederland energiekolen getransporteerd naar energiecentrales in het binnenland, in België en Frankrijk. In 2015 betrof 9,8% van het vervoerde tonnage in Nederland (alle richtingen) het vervoer van kolen en dit betrof 10,4% van de vervoersprestatie.

nijmegen2In de afgelopen jaren zijn er in Nederland diverse kolencentrales gesloten die per binnenvaartschip werden bevoorraad. Het betreft:
De GDF/Suez centrale in Nijmegen. Deze centrale voerde circa 700.000 ton aan kolen per jaar aan met duwstellen en 400.000 ton aan biomassa als bijstook.
De Amer 8 centrale in Geertruidenberg. Het gaat hier om een volume van 300.000 ton en circa 100.000 ton aan biomassa.
Ook de kolencentrale in Vlissingen is dichtgegaan eind 2015, maar deze werd vrijwel alleen door zeevaart bevoorraad.

Aan de Franse Moezel zijn alle kolencentrales gesloten. Hierdoor is de binnenvaart circa twee miljoen ton aan kolenvervoer verloren. Het zorgde ervoor dat de vervoersvolumes op de Moezel in 2015 het laagste ooit waren sinds de openstelling van de zijrivier Saar voor grote schepen in 1987.

Duitsland
Ook in Duitsland zijn diverse kolencentrales gesloten. In het Ruhrgebied betreft dit de centrales bij Gelsenkirchen, Datteln, Dortmund, Duisburg en Hamm-Uentrop. Hier tegenover hebben echter openstellingen van nieuwe centrales gestaan, waardoor netto de kolenimport van Duitsland min of meer gelijk gebleven is. In de toekomst sluiten de volgende kolencentrales:
– Chemiepark Marl (2017)
Hier levert de binnenvaart op jaarbasis zo’n 200.000 ton kolen aan voor verbranding.
– Chemiepark Krefeld-Uerdingen (2016-2018)
De omvang van deze stroom is zeer beperkt met circa 20.000 ton aan kolen per jaar die per binnenvaartschip naar Krefeld gebracht worden.
– Kolencentrale voor stadsverwarming Duisburg (2018-2020)
Ook dit is een zeer kleine kolencentrale (95 MW) die voornamelijk bevoorraad wordt vanaf Kohleninsel in Duisburg. De meest recente berichten gaan uit van sluiting per 1 januari 2018. Dit betekent voor de binnenvaart een verlies van 240.000 ton kolen.
– De kolencentrale bij Voerde sluit gedeeltelijk
Relevant voor de binnenvaart is dat circa 75% van het importvolume van deze centrale afkomstig is van het zogenaamde Kohleninsel in Duisburg (Hafenbecken A) en dit eiland wordt door de binnenvaart bevoorraad. Het gaat hierbij om ongeveer drie miljoen ton kolen per jaar.

België
In België is steenkolencentrale van Genk-Langerlo per april 2016 gesloten. De centrale wordt momenteel omgebouwd tot een biomassa centrale. Deze centrale heeft een capaciteit van 656 MW en zal bij vollast 1,8 miljoen ton aan houtpellets per jaar verbranden. Naar verwachting wordt de centrale eind 2018 operationeel. Voorheen werd deze centrale (vooral) vanuit de Antwerpse haven bevoorraad, onduidelijk is hoe de bevoorrading eruit komt te zien na de ombouw. Duidelijk is wel dat de binnenvaart een rol zal gaan spelen.

liobaDe haven van Rotterdam heeft echter de ambitie om een Europese ‘pellet-hub’ te worden.Hier staat de opening van nieuwe kolencentrales tegenover op de Maasvlakte in de Rotterdamse haven. Ook in de Eemshaven is een grote centrale geopend die bij de opstart tijdelijk van kolen is voorzien uit Rotterdam. Dit leverde de binnenvaart een stroom op van één miljoen ton in het jaar 2014, maar nadien is deze stroom verdwenen. Momenteel wordt de Eemshavencentrale bevoorraad door zeeschepen en dit zal de komende jaren zo blijven, zeker nadat de vaargeul tot de Eemshaven verruimd is tot de (oude) Panamax-maat.
Ook in Duitsland en in het bijzonder in Nordrhein-Westfalen worden diverse centrales nieuw geopend. Naar verwachting zal in 2018 of 2019 de Kolencentrale in Datteln op het net komen. Dit is een grote centrale, met een capaciteit van 1,055 MW. Bij vollast zal deze centrale circa 2 miljoen ton steenkolen per jaar verbranden. De centrale beschikt over een laad/loskade aan het Dortmund-Emskanal en zal volledig per binnenvaart worden worden bevoorraad.
Ook in Frankfurt wordt ten behoeve van de industrie een nieuwe centrale geopend. Mainova neemt in 2016 een kleine centrale in gebruik die op jaarbasis circa 100.000 ton steenkolen gaat verbruiken.

Grote projecten
De zand- en grindsector van de binnenvaart is voor een groot gedeelte afhankelijk van grote infrastructurele projecten. Binnen Nederland vinden de komende jaren dergelijke projecten plaats, doordat zowel bij IJmuiden als bij Terneuzen nieuwe zeesluizen aangelegd moeten worden. Bij IJmuiden betekent dit een toelevering van minimaal 600.000 ton zand en grind en een afvoervolume van circa 8 miljoen ton aan vervuilende grond. Voor Terneuzen kan, bij gebrek aan gedetailleerdere informatie op dit moment, ongeveer een zelfde verwachting gegeven worden.

Cementproductie
De belangrijkste productielocatie voor cement is gelegen in Maastricht. Hier wordt Portlandcement gemaakt. Andere productielocaties zijn gelegen in het Rotterdamse havengebied (Rozenburg) en bij IJmuiden. Hier wordt echter hoogovencement
gemaakt.
De productielocatie voor cement is gunstig gelegen in Maastricht, doordat er op het terrein ook winning van kalksteen (mergel) mogelijk is. Dit is een belangrijk basisproduct voor cement. Via cementklinker kan uiteindelijk cement verkregen worden, een uiterst belangrijk bestandsdeel van beton. De mergelgroeve bij Maastricht blijft operationeel tot en met 2019. Daarna moet de mergelgroeve gesloten worden.
Na 2019 zal de productielocatie in Maastricht blijven bestaan. Echter, men zal niet meer in staat zijn om op locatie kalksteen (mergel) te winnen. Om toch cement te blijven produceren, zal cementklinker geïmporteerd worden. De meest waarschijnlijke optie is dat import zal plaatsvinden vanuit Antoing (België, Henegouwen). Jaarlijks zal er een stroom gaan lopen met een omvang tussen de 500.000 – 1.000.000 ton aan cementklinker.

Weg en spoor
Naar 2021 zal het volume van het wegvervoer geleidelijk aan stijgen met gemiddeld 1,7% per jaar. In 2021 wordt een totaal volume van 761 miljoen ton verwacht. Vrijwel van alle goederensoorten zal het volume stijgen, behalve voor ‘‘Steenkolen’’ (-7,8%) en “Cokes en geraffineerde aardolieproducten” (-1,2%). De grootste groei wordt verwacht bij het vervoer van “Machines en apparaten, consumentengoederen voor langdurig gebruik”. Hier ontstaat een gemiddelde groei van 3,2% per jaar.

Het spoorvervoer daalt licht in 2017, maar groeit daarna weer. Naar 2021 zal het volume geleidelijk aan stijgen met gemiddeld 1,2% per jaar. Het volume zal in 2021 43 miljoen ton bedragen. De groei zal vooral te merken zijn bij het vervoer van ‘‘overige producten’’ waar een groei van 2,9% per jaar is voorspeld. Een afname van het volume wordt verwacht bij het vervoer van steenkolen” (-1,8%), “overige ruwe mineralen” (-11,4%), “landbouwgoederen” (-3,0%), “Cokes en geraffineerde aardolieproducten” (-3,6%), “secundaire grondstoffen en afval” (-1,9%) en “Machines en apparaten, consumentengoederen voor langdurig gebruik” (-10,4%).

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook