Minister verdubbelt subsidie modal shift

DEN HAAG Vanwege de vele subsidieaanvragen voor het verplaatsen van lading van de weg naar water of spoor heeft Minister Harbers besloten om het bestaande subsidieplafond 2023 van de modal shift regeling te verdubbelen naar 15 miljoen euro. Aanvullend wordt dit jaar een tweede Europese aanbesteding voor barge lijndiensten gepubliceerd met als doel EUR 2,5 miljoen extra te kunnen besteden aan het vergroten van het aanbod van vervoer over het water.

De ‘Modal Shift’-regeling is opgezet om de verplaatsing van het goederenvervoer van de weg naar de binnenvaart of het spoor te versterken. Modal shift is de term voor verandering van vervoerwijze, bijvoorbeeld van vervoer over de weg naar vervoer per spoor of per schip. Met de modal shift regeling kiest het kabinet voor het stimuleren van de verplaatsing van doorgaand goederenvervoer van de weg naar de binnenvaart en het spoor. Dat doet het kabinet, met het oog op de grootschalige vervangings- en renovatieopgave van Rijkswaterstaat, om de weg te ontlasten en verkeersopstopping op de belangrijkste doorgaansroutes voor het goederenvervoer terug te dringen en daarmee bij te dragen aan vergroening van het vrachtvervoer.

Bereikbaarheid en veiligheid
De regeling draagt bij aan het bereikbaar houden van steden en industriehaven-complexen in de Randstad. Door het verruimen van de mogelijkheden door aanbesteding van nieuwe lijndiensten in de binnenvaart en het stimuleren van de keuze om vrachten via de binnenvaart en het spoor te vervoeren door een subsidieregeling. De druk op het wegennet neemt daardoor af en de verkeersveiligheid neemt toe. Het doel van de modal shift regeling is expliciet om additionele lading van de weg af te halen, niet om een verschuiving binnen de reeds bestaande stroom over water of spoor te realiseren.

Grootschalige opgave
Naast het ontlasten van de weg en het verminderen van verkeersopstopping, is vervoer van goederen via water en spoor in plaats van de weg ook belangrijk vanwege de grootschalige vervangings- en renovatieopgave van Rijkswaterstaat. Daardoor neemt de druk op het wegennet fors toe. Rijkswaterstaat vervangt of renoveert de komende jaren meer dan 100 bruggen, tunnels, sluizen en viaducten. Met dagelijks meer dan duizend vrachtwagens minder op de weg, neemt die druk op het wegennet af en neemt de verkeersveiligheid toe.

A0-emissielabel voor H2 BARGE 1

ROTTERDAM Minister van Infrastructuur en Waterstaat Mark Harbers heeft donderdag het eerste A0-emissielabel uitgereikt aan een binnenvaartschip dat op waterstof vaart. Het bedrijf Future Proof Shipping (FPS) liet het schip de Maas, dat op diesel voer, ombouwen tot een schip met een waterstofvoortstuwing, de H2 BARGE 1.

Het schip maakte donderdag zijn eerste reis, van Alblasserdam naar Rotterdam. De komende jaren wordt het gecharterd door Nike, dat wekelijks honderden containers klimaatneutraal en emissieloos gaat vervoeren tussen Rotterdam en Meerhout.

Ontheffing
In brandstofcellen aan boord van de H2 BARGE 1 wordt waterstof omgezet in elektriciteit. Naast de brandstofcellen heeft het schip ook accu’s aan boord. FPS heeft vorig jaar nog twee schepen gekocht, die worden omgebouwd tot waterstofschepen.

Regels voor varen op waterstof zijn er nog niet, daarom heeft de H2 BARGE 1 een ontheffing gekregen om de komende vijf jaar te kunnen varen. Het doel is om in 2026 de regels voor varen op waterstof rond te hebben.

Mijlpaal
‘Het is mij een waar genoegen om vandaag het eerste A0-emissielabel uit te reiken’, zei minister Mark Harbers. ‘Dat de H2 BARGE 1 vandaag zijn maiden voyage heeft gehad, is een absolute mijlpaal voor de binnenvaart. Ons doel is om in 2030 ten minste 150 emissieloze binnenvaartschepen te hebben, en in die opgave zijn alternatieve brandstoffen, zoals waterstof, onmisbaar. Ik wil de eigenaar van dit bijzondere schip, Future Proof Shipping, dan ook feliciteren met deze primeur.’

Convenant
Het emissielabel voor binnenvaartschepen is ontwikkeld door het Ministerie van IenW en het Expertise en Innovatie Centrum Binnenvaart. Schippers kunnen hiermee laten zien hoe goed ze presteren op CO2-uitstoot en luchtkwaliteit. Het ministerie verwacht deze zomer met een aantal stakeholders uit de binnenvaartsector een convenant af te sluiten over brede toepassing van het emissielabel. Het label kan richting de toekomst voordelen opleveren voor schippers, bij bijvoorbeeld de toegang tot havens of financiering.

De overheid wil de sector ondersteunen om de transitie naar waterstofschepen de komende jaren te stimuleren. Uit het klimaatfonds is € 178 miljoen beschikbaar om waterstof te introduceren in de binnenvaart en het zware wegtransport. (Foto Future Proof Shipping)

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

‘Meerderheid kan niet voldoen aan CCR/CESNI technische eisen’

DEN HAAG Een meerderheid van de binnenschippers kan niet voldoen aan de nieuwe CCR/CESNI technische eisen. Dat blijkt uit de enquête ‘Europa, red de binnenvaart!’ van schippersvereniging ASV over de effecten van het aflopen van de langlopende overgangsbepalingen in ES-TRIN.

In de enquête vertellen 162 schippers zelf hoe zij de regelgeving ervaren. Het zijn de scheepseigenaren die aangeven waar wat hen betreft de pijn zit aangaande de gevolgen van de CCR/CESNI technische eisen, nu en in de toekomst. De enquête vloeit voort uit een gesprek dat het bedrijfsleven heeft gevoerd met de Europese Commissie Transport en Mobiliteit (DG MOVE), een directoraat-generaal van de Europese Commissie dat verantwoordelijk is voor vervoer binnen de Europese Unie. Het bedrijfsleven werd daarbij vertegenwoordigd door binnenvaartbrancheorganisatie ASV, de vertegenwoordigende organisatie van de verladers: evofenedex en scheepsverzekering EOC, waarvan de experts regelmatig de keuringen aan schepen verrichten.

‘Niet uit te voeren’
De enquête richtte zich volgens de ASV op de complete problematiek met de bedoeling dat er een eerlijk en volledig beeld van de situatie wordt geschetst. Ongeveer 90% van de geënquêteerden bleek niet aan de eisen te kunnen voldoen. ‘In grote lijnen kun je concluderen dat de eisen voor bijna geen enkel binnenvaartschip uit te voeren zijn, bij sommige schepen door enkele onoverkomelijke zaken, bij de meeste schepen door een groot aantal technische eisen waar men niet aan kan voldoen. Waarbij de optelsom van eisen uiteindelijk de meeste scheepseigenaren de das om doet. De scheepseigenaren, verladers en bevrachters ondervinden er tenslotte al vanaf 2010 de gevolgen van, met een enorme daling van het aantal schepen tot 1.000 ton als resultaat.’

Onderbouwing
De gegevens uit de enquête zijn bedoeld om de door het Ministerie I&W gevraagde onderbouwing, die noodzakelijk is om Europa te overtuigen dat er een noodzaak is om in te grijpen in de CCR/CESNI technische regelgeving voor de binnenvaart, in handen te geven. Dit betreft de zogenaamde ‘langlopende overgangsbepalingen’ in de ES-TRIN. ES-TRIN staat voor ‘Europese Standaard tot vaststelling van de technische voorschriften voor binnenschepen’, waarin de technische voorschriften voor binnenschepen opgenomen zijn waar overgangstermijnen aan zijn verbonden.

Periskal en Captain AI gaan samenwerken

WUUSTWEZEL Periskal en Captain AI, een pionier in autonome scheepvaarttechnologie gaan samenwerken. Ze komen met een innovatieve radar tracker, gebaseerd op kunstmatige intelligentie. Het betekent volgens de bedrijven ‘een belangrijke stap voorwaarts in het verbeteren van de veiligheid en efficiëntie van de Europese binnenscheepvaart’. ‘Het is tevens een belangrijke stap in de verdere evolutie naar (semi)-autonoom varen.’

De AI-gestuurde radar tracker van Captain AI kan eenvoudig worden geïntegreerd in de bestaande navigatiesystemen van Periskal, zoals de Periskal Inland ECDIS Viewer. Het biedt geavanceerde aanvaringsdetectie en verbeterde waarschuwingen voor schippers, zodat ze tijdig en nauwkeurig kunnen reageren op gevaarlijke situaties rondom het schip. Dit is mogelijk door het klassieke radarbeeld om te zetten naar een synthetische variant waarbij artificiële intelligentie voor de vertaling zorgt naar herkenbare objecten zoals schepen met koers en voorligging.

Aanbevelingen
Marc Persoons, directeur van Periskal, benadrukt de voordelen van deze samenwerking: ‘De integratie van de AI-gedreven radar tracker in onze bestaande navigatiesystemen stelt ons in staat systemen aan te bieden die een verdere vorm van automatisering in de scheepvaart mogelijk maken inclusief het voorstellen van koerswijzigingen aan een (Argonics/Alphatron) Trackpilot. In eerste fase zal het om aanbevelingen gaan die in de toekomst kunnen leiden tot autonome vaart, al dan niet onder controle van een scheepvaartbegeleider aan de wal. Deze samenwerking met Captain AI stelt ons in staat om onze klanten de meest geavanceerde technologieën aan te bieden aan de binnenvaart.’

‘Revolutionair’
Vincent Wegener, directeur van Captain AI, spreekt van ‘een revolutionaire oplossing’. ‘Onze radar tracker maakt gebruik van geavanceerde AI-technologie om de navigatie-ervaring voor schippers te verbeteren. Door onze krachten te bundelen met Periskal Group, een gevestigde marktleider in navigatiesoftware, zijn we ervan overtuigd dat we de Europese binnenvaartsector een revolutionaire oplossing bieden voor veiliger en efficiënter varen.’

Verbod varend ontgassen gaat 1 juli 2024 in

DEN HAAG Het verbod op varend ontgassen gaat op 1 juli 2024 in. Dat heeft minister Harbers bekendgemaakt in een brief aan de Tweede Kamer. Inmiddels heeft Frankrijk de ratificatieprocedure bijna afgerond, de verwachting is dat Zwitserland voor het einde van dit jaar de ratificatie afrondt.

Het varend ontgassen wordt internationaal verboden door middel van een wijziging van het Verdrag inzake de verzameling, afgifte en inname van afval in de Rijn- en binnenvaart (CDNI). De verdragswijziging is reeds internationaal aangenomen. Het verbod is inmiddels ook opgenomen in het Nederlandse Scheepsafvalstoffenbesluit en ligt klaar om inwerking te treden door middel van een koninklijk besluit. Voorwaarde voor inwerkingtreding is dat alle zes Verdragsstaten de verdragswijziging hebben geratificeerd.

Handhaven
Vanaf het moment van inwerkingtreding op 1 juli 2024 gaat de ILT handhaven op het verbod. De ILT zal hiertoe een handhavingsplan opstellen. De periode tot aan 1 juli 2024 of zoveel eerder (zes maanden na de ratificatie door Zwitserland) moet voor vergunningverleners en de verladers voldoende tijd geven om de benodigde ontgassingsinfrastructuur op orde te krijgen. (Foto Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat / Valerie Kuypers)

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

Condor H2 voor emissievrije binnen- en kustvaart

ROTTERDAM Het Havenbedrijf Rotterdam lanceert samen met de Provincie Zuid-Holland en ruim 40 partners een ambitieus project voor emissievrije binnenvaart en kustvaart op waterstof. Dankzij Condor H2 moeten in 2030 vijftig emissievrije schepen kunnen varen, waarmee een CO2-reductie van 100.000 ton per jaar gerealiseerd kan worden.

Condor H2 zal waterstofopslag en brandstofcellen met een batterijpakket leveren op basis van pay-per-use, zodat schepen emissievrij gemaakt kunnen worden met beperkte investeringen vooraf voor scheepseigenaren. De waterstof wordt geleverd in ‘tanktainers’ die makkelijk aan boord gebracht en snel gewisseld kunnen worden, waarmee ook langere vaarten goed mogelijk blijven.

Om dit te realiseren brengt het project 6 havens en meer dan 40 partners samen, verspreid over de hele waardeketen van waterstofleveranciers en distributeurs tot technologieleveranciers en scheepseigenaren. Het doel is om in 2025 de eerste schepen met het Condor H2-systeem op de route te laten varen.

‘Actie nodig’
‘Waterstof wordt al getest in de scheepvaart, maar de tijd is gekomen om actie te ondernemen richting grootschalige implementatie’, zegt Nico van Dooren, Director New Business van het Havenbedrijf Rotterdam. ‘Door een modulaire, schaalbare en betaalbare oplossing aan te bieden, maakt Condor H2 het technisch en economisch haalbaar om over te stappen op emissievrije scheepvaart op de belangrijkste routes in Noordwest-Europa.’

Het Condor H2 project maakt deel uit van het RH2INE-netwerk, een samenwerking tussen havens, regionale overheden en marktpartijen langs de Rijn, van België en Nederland tot aan Zwitserland.

‘Veelbelovend’
‘Het is veelbelovend om de voortgang te zien die RH2INE-partners nu maken binnen dit doelgerichte netwerk van gelijkgestemde partners. Condor bevindt zich in een netwerk van koplopers die willen en kunnen opschalen’, zegt Jeannette Baljeu gedeputeerde van de Provincie Zuid Holland.

De Stuurgroep van Condor H2 bestaat uit Provincie Zuid Holland, Havenbedrijf Rotterdam, WaterstofNet en Rabobank. Het project wordt daarnaast ondersteund door een reeks partners uit de industrie en de scheepvaart.

Overnachtingshaven Spijk na drie jaar van vertraging vrijwel gereed

SPIJK De binnenvaart kan naar verwachting de nieuwe overnachtingshaven Spijk aan het einde van dit jaar in gebruik nemen. Het is drie jaar later dan in eerste instantie op de planning stond. De komende maanden van het jaar legt aannemer Boskalis de laatste hand aan de haven.

Op de Boven-Rijn en Waal tussen de Duitse grens en Tiel is groot een tekort aan overnachtingsplaatsen voor de beroepsscheepvaart. Binnenvaartschippers kunnen daardoor niet voldoen aan de wettelijke vaar- en rusttijden. In de nieuwe haven komen daarom 50 ligplaatsen voor schepen tot 135 meter. Ook worden twee ligplaatsen voor koppelverbanden tot 190 meter aangelegd en ligplaatsen voor een tot twee kegelschepen. De nieuwe autosteiger moet ook dienst doet als ligplaats voor schepen met gevaarlijke stoffen, een zogenoemde faciliteitensteiger. Tevens krijgt Rijkswaterstaat een steiger voor haar eigen patrouilleboten.

Stikstof
Als de overnachtingshaven eind van dit jaar gereed is, heeft het acht jaar geduurd voordat het zover was. Voormalig voorzitter Rob van Reem van de afdeling ZON van Koninklijke BLN-Schuttevaer zei zelfs al sinds zijn aantreden in 2004 met de aanleg van de overnachtingshaven bezig te zijn geweest.

De provincie Gelderland gaf in 2016 uiteindelijk groen licht voor de aanleg van de nieuwe overnachtingshaven bij Spijk. In het provinciaal inpassingsplan zou ook de benodigde natuurcompensatie goed geregeld zijn. Daarvoor werd de oostzijde van de overnachtingshaven en de overige resterende ruimte in de uiterwaarden gebruikt. De aanleg stond gepland voor 2020. Maar het Hof van Justitie van de Europese Unie in Luxemburg floot Nederland terug. Het Hof vond dat de compensatie van de natuur onvoldoende was gewaarborgd en dat het plan moest worden aangepast. De openstelling van de haven stond inmiddels gepland voor 2021.

In juli 2019 komt het provinciebestuur van Gelderland met het benodigde aanvullende onderzoek. De aanleg van de haven zou een beperkte toename van stikstofneerslag veroorzaken, maar dit zou niet van merkbare invloed zijn op de kwaliteit van de natuurwaarden in de gebieden. Het gebruik van de havens zou eveneens niet tot extra stikstofneerslag leiden. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State concludeerde uiteindelijk in maart 2020 dat het provinciebestuur van Gelderland haar werk goed had gedaan en dat de nieuwe overnachtingshaven de natuur in de omgeving niet zou aantasten.

Dode bomen
In november 2020 gunt Rijkswaterstaat de opdracht voor de aanleg van de overnachtingshaven in de Beijenwaard bij Spijk definitief aan Boskalis. In februari 2021 begint de aannemer met de voorbereidingen voor de aanleg van de overnachtingshaven Spijk. Rijkswaterstaat moet nog wel 15 bomen in de Rijn aanbrengen als compenserende maatregel vanuit de Kaderrichtlijn Water (KRW). Dit is nodig omdat bij de aanleg van de haven een oppervlakte van ongeveer 15.000 m2 bodem voor meer dan 75% uit grind bestaat. Voor de rest bestaat het uit grof zand, bedekt met stenen. Soorten die voordeel hebben bij een zandige ondergrond hebben hierdoor te maken met een verlies aan een geschikte leefomgeving. Door het aanbrengen van rivierhout in de vorm van dode bomen, nemen de natuurwaarden toe.

En voordat de aannemer echt kan beginnen, moet ook nog eerst archeologisch onderzoek worden gedaan. Er worden onder meer restanten van een legerkamp gevonden en een zogeheten circumvallatielinie (omsingelingslinie) uit de Tachtigjarige Oorlog.

Bijna klaar
Na alle voorbereidingen kan de aannemer uiteindelijk aan het werk. In 2022 wordt vooral grond verzet. Alle niet herbruikbaar materiaal, zoals overtollige grond en zand, wordt afgevoerd. Inmiddels is Boskalis na de hoogwaterperiode weer begonnen met de werkzaamheden. In deze periode mogen van het waterschap namelijk geen werkzaamheden rondom de dijk gebeuren. De afvoer van zand ging wel gewoon door. De afvoer duurt nog tot augustus.
Inmiddels krijgt de haven steeds meer haar uiteindelijke vorm. Zo werd onlangs nog het eerste stuk damwand voor steiger 5 aangebracht en is de onbemande radarpost aangelegd. In de tweede week van mei begint Boskalis met het installeren van de laatste palen van de haveninvaart. Daarna volgen de buispalen voor de steigers en dobbers, en worden de steigers ingevaren. Deze werkzaamheden duren tot midden juli.

Vanaf midden juli moet de haven zo goed als compleet ingericht zijn. Daarna volgt de afwerking zoals het plaatsen van vuilnisbakken, (picknick)banken, verkeersborden, lichtmasten en de aansluiting van de stroomvoorziening zodat de schepen in de haven gebruik kunnen maken van walstroom.
Vanaf juli gaat de aannemer alles uitgebreid testen. Naar verwachting kan de overnachtingshaven dan eind 2023 in gebruik genomen worden. (Foto Rijkswaterstaat)

Lichte daling goederenoverslag haven Rotterdam

ROTTERDAM In de Rotterdamse haven is in het eerste kwartaal van 2023 1,5% minder overgeslagen dan in dezelfde periode vorig jaar. In totaal is 111,7 miljoen ton overgeslagen tegen 113,4 miljoen ton in dezelfde periode in 2022. De daling betrof vooral de overslag van containers en goederen in het breakbulk-segment (Roll-on/Roll-off en overig stukgoed). De overslag in de segmenten minerale olieproducten, ruwe olie, LNG, ijzererts & schroot, agribulk en kolen nam toe.

Allard Castelein, CEO Havenbedrijf Rotterdam: ‘Het jaar 2023 is zoals verwacht begonnen met lichte daling van de overslag. Vooral in het containersegment hadden we te maken met een terugval in volumes als gevolg van hoge inflatie en een afzwakkende economie. De resultaten in de overige segmenten laten vooral groei zien en bevestigen dat de Russische energiestromen verder zijn afgebouwd in lijn met de sancties. Voor de rest van het jaar verwachten we een beperkte daling van de overslagvolumes als gevolg van de onzekerheden die de huidige geopolitieke situatie en de hoge inflatie met zich meebrengen.’

Nat massagoed
In het eerste kwartaal nam de overslag van het segment nat massagoed toe met 5,6% naar 54,3 miljoen ton. Binnen dit marktsegment werd 0,8 miljoen ton meer ruwe olie (+3,2% naar 26,3 miljoen ton) aangevoerd. Als vervanging van Russische olie werd er meer ruwe olie aangevoerd uit de Verenigde Staten, West-Afrika en het Midden-Oosten. Aangezien deze olie over grotere afstanden wordt vervoerd, wordt er meer gebruik gemaakt van VLCC’s (Very Large Crude Carriers). In het eerste kwartaal hebben al twee keer zoveel VLCC’s (50) ruwe olie gelost als vorig jaar. Ook zijn er 30% meer aanlopen geweest van Suezmax-tankers. De overslag van minerale olieproducten nam in het eerste kwartaal toe met 1,6 miljoen ton naar 15,1 miljoen ton (12%). Deze toename is vooral veroorzaakt door meer overslag van diesel bij onafhankelijke terminals en aan de palen. Dit is vooral ter vervanging van de import van de gesanctioneerde Russische diesel. Ook de overslag van LNG is in het eerste kwartaal gestegen met 14,3% naar 3 miljoen ton. Dit komt door de hoge Europese gasprijs en er meer spotlading is verscheept. De groei in de aanvoer van LNG komt vooral uit de Verenigde Staten als alternatief voor de verminderde Europese import van Russisch gas per pijpleiding.

Droog massagoed
Het marktsegment droog massagoed liet in het eerste kwartaal een lichte groei zien van 0,2% naar 17,9 miljoen ton. In dit segment zijn ijzererts & schroot en kolen de belangrijkste goederensoorten. Beide goederensoorten lieten een stijging zien. De overslag van ijzererts & schroot steeg met 10,1% naar 6,2 miljoen ton. Als gevolg van het tijdelijk uitvallen van hoogovens in Duinkerken, Gijón en IJmuiden draaiden de fabrieken in het achterland van Rotterdam intensiever. Hierdoor steeg ook de vraag naar cokeskolen voor de staalproductie. De totale overslag van kolen steeg in het eerste kwartaal met 26,3% naar 7,4 miljoen ton.

Containers
De overslag van containers nam in gewicht af met 11,5%, in tonnen tot 31,5 miljoen ton en in volume met 11,6% tot 3,2 miljoen TEU (standaardmaat voor containers). Deze daling was in de loop 2022 al ingezet door het wegvallen van volumes van en naar Rusland. Omdat de oorlog in Oekraïne pas eind februari begon, was de invloed op de overslagvolumes in het eerste kwartaal van vorig jaar nog beperkt. Deze volumes waren in het verleden goed voor 8% van de totale container overslag. Ook de daling van import uit Azië (-14,2% in TEU) als gevolg van minder vraag naar fysieke goederen door de opgebouwde voorraden en inflatie was terug te zien in de overslagcijfers. Ondanks de sterke verbetering van de keten-performance is er nog geen transhipment teruggekomen in het eerste kwartaal. Deze volumes zijn als gevolg van de congestie tijdens de pandemie naar kleinere havens verplaatst.

RoRo en overig stukgoed
De totale overslag van het marktsegment breakbulk (Roll-on/Roll-off en overig stukgoed) daalde met 6,0% naar 7,9 miljoen ton. Het RoRo-verkeer is gedaald met 2,2% naar 6,6 miljoen ton ten opzichte van het eerste kwartaal van vorig jaar. Dit als gevolg van minder vraag uit het Verenigd Koninkrijk door een matig presterende economie. De overslag van overig stukgoed daalde met 20,9% naar 1,4 miljoen ton. Dit werd vooral veroorzaakt door het terug verschuiven van lading naar het containersegment door lagere containertarieven.

Kabinet en maritieme maakindustrie gaan samen sectoragenda opstellen

DEN HAAG Het kabinet en de maritieme maakindustrie gaan dit jaar samen een sectoragenda opstellen. Minister Micky Adriaansens (Economische Zaken en Klimaat) heeft Marja van Bijsterveldt-Vliegenthart gevraagd om dit omvangrijke traject als gezant te begeleiden.

Nederland is van oudsher een sterke internationale speler in de maritieme maakindustrie. Om dit zo te houden en uitdagingen op het gebied van verduurzaming, digitalisering, veiligheid en verdienvermogen aan te kunnen, wordt nog dit jaar een sectoragenda opgesteld. ‘Om de kansen voor de maritieme maakindustrie te verzilveren en dreigingen het hoofd te bieden, is het van belang dat overheid en sector de handen ineen slaan. Zo hebben partijen uit de maritieme sector al gezamenlijk een voorstel voor het Nationaal Groeifonds ingediend: het Maritiem Masterplan. Dit plan heeft tot doel om in Nederland klimaatneutrale en innovatieve schepen te ontwikkelen, te bouwen en te gebruiken.’

Gezant
De gezant maritieme maakindustrie heeft een belangrijke rol bij de totstandkoming van de sectoragenda. Van Bijsterveldt-Vliegenthart vervult deze rol tot 15 september van dit jaar. Zij doet dit naast haar reguliere werk als burgemeester van de gemeente Delft.

Rondetafel
Als start van het traject dat moet leiden tot de sectoragenda houdt het kabinet op dinsdag 14 maart een rondetafelbijeenkomst. Hierin spreken ministers Adriaansens (Economische Zaken en Klimaat), Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) en staatssecretaris Van der Maat van Defensie met mkb’ers en grotere bedrijven, kennisinstituten en branchevertegenwoordigers. (Foto Rijksoverheid / Olivier Middendorp)

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

Reparaties aan sluis Heel afgerond

HEEL Rijkswaterstaat heeft de reparaties aan de oostkolk van sluis Heel afgerond. De verwachting was dat de werkzaamheden eind maart klaar zouden zijn, maar sinds 7 maart 2023 is de grote kolk weer actief.

Sinds 8 februari 2023 was de kolk afgesloten vanwege een stuk hout dat tussen de sluisdeur en de deurkas terecht was gekomen.
De westkolk van sluis Heel was tijdens de stremming van de oostkolk wel in gebruik. Ook konden schippers omvaren via de sluizen Linne en Roermond.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

Dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland.