DEN HAAG Indien alle potenties voor een modal shift van containers van de weg naar het water worden benut, zijn in Nederland meer containerterminals nodig. Een en ander blijkt uit een inventarisatie van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM).
Een belangrijk deel van containeroverslagfaciliteiten is te vinden in de zeehavengebieden Rijnmond, IJmond, Moerdijk en Vlissingen-Gent-Terneuzen. Buiten de zeehavengebieden zijn 39 terminallocaties, waarvan 31 voor de binnenvaart en 5 voor het spoor. In Venlo, Veendam en Tilburg staan trimodale terminals, een vierde wordt gerealiseerd in Oss.
Modal shift
Een verschuiving van containers van de weg naar de binnenvaart of het spoor is vanwege milieuoverwegingen of congestie op de wegen denkbaar. Het gaat hierbij om containerstromen tussen de regio’s en Rijnmond of van en naar regio’s in het buitenland die per binnenvaart zijn te bereiken. Op dit moment is er, met uitzondering van de regio Rijnmond en de regio’s zonder terminal, voldoende overslagcapaciteit aanwezig om een verschuiving te accommoderen van containers over de weg naar het spoor en de binnenvaart. Als alle potenties voor een modal shift worden benut, dan ontstaat in de meeste regio’s een tekort. Deze conclusie geldt nog in sterkere mate voor 2030 en 2040. Maar in de praktijk laten terminaloperators het niet tot een tekort aan overslagcapaciteit komen. Zij zullen, indien mogelijk, hun overslagfaciliteiten beter gaan benutten of uitbreiden.
Voldoende capaciteit
Op dit moment is er, over geheel Nederland gerekend, voldoende overslagcapaciteit bij de containerterminals in het achterland om aan de vraag naar overslag te voldoen. De totale beschikbare overslagcapaciteit in 2018 was 8,7 miljoen TEU voor de binnenvaart. In Nederland werd in 2018 ongeveer 6,5 miljoen TEU op of van de binnenvaart overgeslagen. Uit de regionale analyse van de beschikbare capaciteit en de gerealiseerde overslag van de binnenvaart en het spoorvervoer samen blijkt dat er in 2018 op regioniveau zich geen structureel tekort aan overslagcapaciteit voordeed. In de regio Groot-Rijnmond is er voldoende capaciteit voor het spoor, maar een tekort aan overslagcapaciteit voor de binnenvaart op de piekmomenten.
Tekort Rijnmond
In 2030 is er bij ongewijzigd beleid in bijna alle regio’s nog steeds voldoende overslagcapaciteit van spoor en binnenvaart samen om de te verwachten groei van de overslag aan te kunnen. De uitzonderingen zijn de regio’s Oost-Zuid-Holland, Overig Groningen en bij een hoge economische groei de regio’s Zuidoost-Zuid-Holland, Zuid-Limburg en Flevoland. Maar het gaat hierbij om bescheiden tekorten. Voor 2040 komt daar bij hoge economische groei de regio Rijnmond bij, als na 2030 de overslagcapaciteit niet verder wordt uitgebreid (ongeveer 1 miljoen TEU). In Rijnmond geldt voor de binnenvaart dat in 2030 bij hoge economische groei er een tekort zal zijn.
Op basis van de huidige plannen en de beschikbare uitbreidingscapaciteit bedraagt de totale beschikbare overslagcapaciteit in 2030 naar verwachting 4,6 miljoen TEU voor het spoor en 10,8 miljoen TEU voor de binnenvaart. Voor het spoor ligt de vraag naar containeroverslag in 2030 tussen de 2,7 en 3,1 miljoen TEU en voor de binnenvaart tussen de 8,2 en 9,2 miljoen TEU, afhankelijk van of een lage of een hoge economische groei wordt gerealiseerd. In 2040 ligt deze bandbreedte voor het spoor tussen de 3,2 en 3,9 miljoen TEU en voor de binnenvaart tussen de 8,7 en 10,2 miljoen TEU.
Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.