VENLO De binnenvaart moet op de Maas rekening houden met meer periodes van hoog en laagwater en minder ijsgang. De laatste keer dat er sprake was van ijsgang, was in 1997. Toen gingen bijna alle stuwen in de Maas eruit. Enkele schepen kwamen toen nog vast te zitten in kruiend ijs.
Rijkswaterstaat gaf onlangs op een winter- en hoogwatercollege in Venlo aan wat de vaarwegbeheerder allemaal doet in geval van ijsgang en hoog en laagwater. Van laagwater was zelfs dit jaar nog sprake toen het water vanuit de Ardennen de Maas met nog maar 16 kuub water per seconde voedde, maar voor serieuze ijsgang moet 22 jaar terug worden gegaan.
Rijkswaterstaat komt in actie als de temperatuur van het water in de Maas onder de één graad celcius daalt, maar echt spannend wordt het pas als de temperatuur onder de 0,5 graad daalt. Dan treedt het draaiboek ijsgang van de operationeel leider in werking, voor de Maas is dat sr. adviseur verkeersmanagement Water en Scheepvaart Jean Buschgens. En werd in vroegere tijden nog met de hand gemeten, dat gebeurde op een diepte van 1,5 meter, nu heeft Rijkswaterstaat daar meetsystemen voor. Deze meten zo nauwkeurig bij elke stuw dat ijsgang niet automatisch betekent dat alle stuwen moeten worden gestreken.
Kanalen
De Brabantse kanalen vriezen volgens Buschgens als eerste dicht. Om te voorkomen dat de sluisdeuren bij het draaien kapot gaan, zijn de sluizen voorzien van een bellensysteem dat ervoor zorgt dat het water in beweging blijft en het ijs langzaam tussen de deurkassen van de sluizen weg drijft. Maar wanneer het ijs te dik wordt, komt daar ook een einde aan en kan de sluis niet meer worden bediend.
IJsbreken gebeurt maar mondjesmaat op de Limburgse en Brabantse vaarwegen, niet alleen omdat het duur is, maar ook omdat de ijsbrekers de oevers kunnen beschadigen. Daarom wordt alleen op de drukke hoofdvaarwegen tussen Oosterhout en Tilburg en Den Bosch en Veghel het ijs gebroken. Op de overige vaarwegen wordt alleen in noodzaak en op verzoek van het bedrijfsleven het ijs gebroken. Maar sinds 1997 is dit dus niet meer gebeurd.
Maas
De stromende Maas vriest veel minder snel dicht. Het is inmiddels al ruim 22 jaar geleden dat voor het laatst de stuwen op de Maas, uitgezonderd die van Borgharen, werden gestreken vanwege ijsgang. Dat is nodig omdat zich voor de stuw zacht grondijs gaat ophopen.
Op de plassen langs de Maas wordt het ijs niet gebroken. Wel doet Rijkswaterstaat ieder jaar een brief uit naar de jachthavens met de boodschap om een veilig plekje te zoeken voor de boten. Maar volgens Buschgens doet 99% dit niet. Hierdoor liepen de boten in 1997 veel schade op. Een oplossing is er echter wel. Maasbracht is een veilige haven, en ook in de rijksvluchthaven in Heijen kunnen de boten terecht.
Waterstand
Hoog- en laagwater komt tegenwoordig meer voor dan ijsgang. Het laatste echte hoge water was in 1993. Toen stroomde er 3100 kuub water per seconde door de Maas. Nu is dat rond de 500 kuub per seconde. Werd vroeger de scheepvaart vanwege het hoge water nog wel eens gestremd, in 1999 werd afgesproken dit niet meer te doen, tenzij de veiligheid in het geding is.
Maar het tijdig voorspellen van hoogwater op de Maas is volgens Buschgens veel moeilijker dan voor bijvoorbeeld de Rijn. ‘Wij zitten vlakbij de Ardennen, het breedste stroomgebied van de Maas, het water is daardoor snel in Maastricht. Dat maakt dat we er soms goed naast zitten.’
Draaiboek
Dreigt er toch hoogwater op te treden, dan wordt het draaiboek hoogwater van kracht. Bij 800 kuub per seconde worden de eerste modellen gedraaid om goed te kunnen voorspellen, vanaf 1250 kuub per seconde gaat er een voorwaarschuwing uit en vanaf 1500 kuub per seconde wordt de alarmfase van kracht. Bij 800 kuub per seconde, gemeten bij zowel Mook als Borgharen, wordt afgeschaald. Overigens kunnen deze getallen vanwege projecten die de Maas meer ruimte geven, in de toekomst wellicht worden aangepast.
Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.