Wachttijd binnenvaart dreigt na 2030 op te lopen

DEN HAAG Te lage bruggen, sluizen met te weinig capaciteit, steeds vaker laag water door klimaatverandering en bodemerosie. Als niets wordt gedaan krijgt de binnenvaart te maken met lange wachttijden. Dat blijkt uit de Nationale Markt- en Capaciteitsanalyse (NMCA).

Het totale goederenvervoer groeit tot 2040 tussen de 8% en 31%, het vervoer per binnenvaart tussen de 13% en 28%. Een en ander is afhankelijk van de groei van de economie. Het NMCA kent twee scenario’s; in het scenario met lage groei wordt uitgegaan van een economische groei van 1% per jaar, in het beste scenario met een groei van 2% per jaar. Het wegvervoer groeit tussen de 5% en 30% en het spoor tussen de 51% en 88%. Absoluut gezien is de groei van het vervoer per binnenvaart en over de weg echter veel groter. Het aandeel van het spoorvervoer blijft ondanks de relatief sterke groei op het totaal gering.
Door internationale economische ontwikkelingen en voortgaande globalisering groeien de internationale stromen het sterkst. Zo groeien de internationale corridors naar Duitsland en België hard. Het vervoer op de corridor van Rotterdam naar België groeit tussen de 22% en 58%. De corridor van Rotterdam naar Duitsland groeit met 26% tot 48%. Het binnenlandse vervoer waarbij laad- en losplaats beide in Nederland liggen groeit minder snel en krimpt zelfs licht in het laagste scenario. Deze beperkte groei of lichte krimp van het binnenlandse vervoer is het gevolg van een beperkte groei van de binnenlandse productie en consumptie.

Nieuwe knelpunten
Met de groei in het goederenvervoer ontstaan op een aantal corridors potentiele knelpunten. Indien de binnenvaart groeit als verwacht, ontstaan tot 2040 nieuwe knelpunten bij sluizen. Dan wordt de maximale wachttijd van 30 minuten overschreden. Uitgangspunt hierbij is dan ook nog eens dat alle maatregelen uit het MIRT tot 2030 dan zijn uitgevoerd.
In Noord-Nederland ontstaan op de hoofdvaarweg van Lemmer naar Delfzijl nieuwe knelpunten. De Oostersluis wordt zelfs al een probleem bij het lage groeiscenario, bij hogere groeicijfers ontstaan mogelijk knelpunten bij Sluis Gaarkeuken en de Prinses Margrietsluis. In Oost-Nederland voldoet een groot aantal bruggen op IJssel en Twentekanalen niet aan de streefwaarden.  
In Noordwest-Nederland worden de Oranjesluizen al snel een probleem, en bij hoge groeicijfers komen de Houtribsluizen daar nog eens bij. Ook voldoen enkele bruggen over het Amsterdam- Rijnkanaal niet aan de streefhoogte voor vierlaags containervaart.
In de regio Zuidwest Nederland ontstaan op de corridor van Rotterdam naar Antwerpen problemen bij de Kreekraksluizen. En ook hier voldoen enkele bruggen niet aan de streefhoogte voor vierlaags containervaart.
In Zuid-Nederland vormen richting 2040 sluis St. Andries en de Kreekraksluis een capaciteitsknelpunt. Op delen van het Wilhelminakanaal en de Maas voldoen bruggen niet aan de streefhoogte voor drie en vierlaags containervaart. Voor de sluizen Weurt en Grave geldt dat deze een knelpunt zijn bij laag water op de Waal. In die situatie ontstaan er lange wachttijden. Dit netwerk wordt ook nog eens als ‘onvoldoende robuust’ bestempeld.

Oud
De robuustheid van het vaarwegennetwerk is naast de knelpunten in de capaciteit überhaupt een punt van aandacht. De vaarwegen en veel kunstwerken daarin beginnen oud te worden. Veel kunstwerken zijn de komende decennia aan het eind van hun technische levensduur en geheel of gedeeltelijk vervangen moeten worden. Hierdoor zijn meer stremmingen als gevolg van gepland onderhoud te verwachten. Ook is bij meerdere sluizen slechts één sluiskolk beschikbaar voor maatgevende schepen, waardoor routes bij een incident of toenemend laag of hoog water kwetsbaar kunnen zijn en extra wachttijden mogelijk zijn.

Te laag
Naast de capaciteitsproblemen bij de sluizen voldoen ongeveer 100 bruggen ook na uitvoering van het huidige MIRT programma niet aan de streefhoogtes van 7.00 meter voor drielaags containervaart en 9.10 meter voor vierlaags containervaart. En vanwege de groei van het aantal high cube containers is er vanuit de markt zelfs vraag naar nog meer hoogte.
Door bodemerosie en aanzanding ontstaan mogelijk knelpunten op de Boven-Rijn, de Waal, het Pannerdensch Kanaal, de Neder-Rijn (tot Driel) en de IJssel. De gronddekking van kabels en leidingen neemt af en er ontstaan problemen met drempels van sluizen, stabiliteit van kades, kribben en brugpijlers. Schepen krijgen daardoor vaker te maken met diepgangbeperkingen en door klimaatverandering ontstaan op langere termijn mogelijk extra knelpunten, zoals beperkte vaardiepte.
Vanwege de groei van de binnenvaart ontstaat op enkele plaatsen ook behoefte aan extra (kegel)ligplaatsen om schippers veilig te kunnen laten voldoen aan de vaar- en rusttijden.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook