ARNHEM Misti staat in de binnenvaart bekend als scheepswerf en bouwer van solide spudpalen en autokranen. Maar eigenaar Johan Muller verkocht onlangs een deel zijn bedrijf aan Jan Fransen van Fransen Technical Services (FTS). Scheepswerf Misti gaat verder onder de naam Scheepsreparatiebedrijf Arnhem, de naam Misti blijft voor de binnenvaart behouden als leverancier van de bekende spudpalen en autokranen met bijbehorende service.
Matje Fransen, de vader van Jan, begint in 1985 samen met Johan Muller scheepswerf Misti. Als een aantal jaren later het bedrijf begint te groeien, besluit Matje uit het bedrijf te stappen en Fransen Technical Services op te richten. Hij maakt onder meer de besturingskasten voor de autokranen op binnenvaartschepen en verdiept zich in milieutechniek. Zoon Jan besluit aan de HTS elektrotechniek te gaan studeren en gaat in het tweede jaar van zijn studie bij zijn vader in de leer voor panelenbouw voor de binnenvaart. Als zijn vader in 2007 overlijdt, begint Jan bij scheepswerf Misti als elektrotechnicus. Na het behalen van zijn diploma richt hij opnieuw Fransen Technical Services op. Zo’n tachtig procent van het werk bestaat uit werk voor de binnenvaart, de overige twintig procent uit projecten voor de industrie. Een van de projecten was bijvoorbeeld om het gelijkstroom tractie netwerk van het openbaar vervoer bruikbaar te maken als gelijkstroom distributienetwerk voor allerhande doeleinden. De eerste uitwerking werd een oplader voor elektrische auto’s in Arnhem die wordt gevoed vanuit de bovenleiding van de trolleybussen.
Degelijk ontwerp
Jan Fransen dacht er vorig jaar ook nog aan de hele scheepswerf over te nemen, maar besloot slechts een deel te kopen en de naam Misti te behouden. Het bouwen van spudpalen en kranen is hiermee een van de belangrijkste werkzaamheden van het nieuwe Misti.
Voor het inbouwen van de spudpalen en de kranen maakt Misti nog steeds gebruik van de scheepswerf die even verderop ligt in de Arnhemse Nieuwe Haven. In het eigen pand dat in februari van dit jaar werd betrokken, zijn de tien medewerkers dan ook druk aan het lassen en verven. ‘Iedereen in de binnenvaart kent Misti’, vertelt Fransen. ‘We leveren goede spullen en hoeven verder maar weinig reclame te maken. Dat komt ook vanwege het degelijke ontwerp. Alles is heel zwaar gebouwd, liever een millimeter staal teveel dan te weinig. Zo kan een autokraan van ons met een capaciteit van twee ton makkelijk worden opgewaardeerd naar een van 2,5 ton. Er zijn dan alleen een nieuwe lier en cilinders nodig. Ook zorgt het degelijke ontwerp voor minder storingen. Ze kunnen makkelijk tien jaar mee zonder serieus onderhoud.’
Groter en zwaarder
Volgens Fransen is de afgelopen jaren weinig veranderd aan de kranen en de spudpalen die bij Misti worden gebouwd. ‘Je ziet wel dat de kranen steeds groter, zwaarder en complexer worden. We leveren bijvoorbeeld nu ook al kranen met een lengte van 32 meter. Ook maken we steeds vaker kranen voor speciale toepassingen, zoals bijvoorbeeld een bunkergiek voor LNG. Omdat LNG onder hoge druk en grote kou wordt opgeslagen, moeten deze kranen explosieveilig zijn.’ Fransen verwacht dat het gebruik van autokranen aan boord van binnenvaartschepen de komende tien jaar wel eens minder populair kan gaan worden als het bezit van auto’s niet meer vanzelfsprekend is maar auto’s meer worden gedeeld en geleend.
Wat betreft de productie van spudpalen, is Misti vooral bezig met het terugbrengen van de inbouwtijd aan boord van de binnenvaartschepen. Dat gebeurt door de spudpalen beter in te meten, met het nauwkeurig lasersnijden van het metaal en het maken van een 3D model, een betere engineering dus. Op deze manier heeft Fransen de inbouwtijd van een spudpaal al terug weten te brengen van zeven naar vier dagen per paal.
Overigens zijn de spudpalen ook al voorbereid op autonoom en elektrisch varen. ‘We kunnen de spudpalen volledig elektrisch uitvoeren zodat ze op accu’s kunnen werken.’
Fransen denkt als elektrotechnicus dat het snel kan gaan met autonoom varen in de binnenvaart, maar ziet ook uitdagingen. ‘Op de weg kan het wellicht makkelijk, maar de binnenvaart is op de vaarwegen dynamischer. Maar ik zou niet weten waarom we dit zouden gaan doen, de kosten zijn waarschijnlijk hoger dan de baten. Ik verwacht dat er altijd iemand aan boord blijft, net als bij een vliegtuig, maar dat een matroos misschien niet meer nodig is.’
Walstroom
Een van de eerste grote projecten voor FTS in 2013 was het ontwikkelen van een plan voor walstroom voor de nieuw aangelegde kade in de haven van Arnhem. Maar de gemeente besluit een adviesbureau in te huren die volgens Fransen onvoldoende verstand heeft van de binnenvaart. ‘Het project is daardoor misgegaan’, vertelt Fransen. ‘De voorzieningen voor de walstroom werken nu allemaal niet optimaal. Het is niet praktisch en de stroom slaat er vaak uit. Ook is er geen goede service. Daardoor belandt de binnenvaartschipper bij problemen met de walstroom vaak tussen de wal en het schip. Want er zijn twee belangrijke punten bij walstroom. Er moet een actieve exploitant zijn waarbij de schippers met vragen terecht kan. Deze exploitant moet de schipper dus als klant zien. Verder moet de prijs van de walstroom goedkoper zijn dan de gasolie aan boord. Dat is in Arnhem allebei niet goed gegaan.’
24/7
Maar Fransen laat zich niet ontmoedigen en begint deze zomer op eigen initiatief en op eigen kosten in de Nieuwe Haven een nieuw project met walstroom voor onder meer de riviercruiseschepen die daar jaarlijks overwinteren. Deze schepen liggen dan vaak zeven breed in de haven. ‘Wij zijn hiermee het eerste particuliere bedrijf dat in Nederland samen met lokale partijen een installatie voor walstroom gaat aanleggen en exploiteren. Wij denken te weten hoe het moet om het commercieel aantrekkelijk te maken. Hiervoor hebben we Walvoorzieningen Nederland opgericht, een servicegerichte organisatie met elektrotechnische en binnenvaartkennis. Hiermee bieden we de elektra als eerste goedkoper aan dan diesel. Ook zijn we 24 uur per dag en zeven dagen in de week bereikbaar is er bij problemen altijd iemand binnen maximaal 15 minuten ter plaatse.’
Fransen heeft ook gedacht aan het veelgehoorde commentaar vanuit de binnenvaart dat walstroom alleen maar schoner is als de stroom ook schoon wordt opgewekt. Op een nabij gelegen terrein komen zonnepanelen te staan met een capaciteit van tien megawatt en vier windmolens. ‘Wij nemen de stroom hiervan af. Ook gaan we voorzieningen maken zodat accu’s met deze stroom opgeladen kunnen worden en komt er een voorziening voor het snelladen van schepen.’
Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.