Maas Binnenvaartmuseum treedt naar buiten

MAASBRACHT Een blauwe golf op de vloer van het museum en blauwe voetstappen die naar de kade leiden van de Maasbrachtse haven. Het Maas Binnenvaartmuseum treedt naar buiten, onder meer met de nieuwe stuurhut waarin bezoekers kunnen zien waar de binnenschipper werkt. In de haven liggen ook de historische tjalk Nooit volmaakt, de sleper Limburgia en de rondvaartboot de Gouverneur van Limburg te wachten op bezoekers. In de kelder van het museum is nu een expositie te bewonderen over de Limburgse zand en grindwinning.

In de kelder van het museum is nu de expositie over de Limburgse zand- en grindwinning te zien. Voor de bezoeker de kelder afdaalt, krijgt hij op een scherm te zien hoe grind is ontstaan. In de kelder gaat het van de droge grindwinning over in de natte grindwinning, waardoor de Maasplassen ontstonden. In ‘verrassingkastjes’ staat onder meer bij de winning gebruikt materiaal op miniformaat, in een volgende video worden de toepassingsmogelijkheden van zand en grind uitgelegd zoals voor het maken van beton. ‘In Limburg hadden we al een mijnmuseum, en nu hebben we ook een zand- en het grindmuseum’, vertelt voorzitter Ton Forschelen. (Foto Erik van Huizen)

Drie jaar geleden werd begonnen met de verbouwing van het Maas Binnenvaartmuseum. Dat was nodig omdat de provincie Limburg, de gemeente Maasgouw en Maasgrind, een verzameling van zeven grindbedrijven, vonden dat het museum nodig aan modernisering en professionalisering toe was. Omdat plaats moest worden gemaakt, werden allereerst twee depots gemaakt waar de niet tentoongestelde collectie kon worden opgeborgen. Ook werd het verhaal over de binnenvaart in thema’s gevat zoals over de Maas, het Julianakanaal, de haven van Maasbracht en kunstwerken. Doorzichtige vitrines werden met blauwe wanden onderdeel van de nieuwe blauwe golf op de vloer. Deze golf voert de bezoekers langs talloze zaken die herinneren aan de rijke geschiedenis van de schippersbeurs en het heden en verleden van de binnenvaart, van een viking schip die de Maas heeft bevaren, tot een model van een skûtsje, klipper, tjalk en moderne schepen zoals een duwboot.

Voorzitter Ton Forschelen van het Maas Binnenvaartmuseum bij de historische paviljoenjalk Nooit volmaakt uit 1889. Maasschipper Th. Hilkens voer vanaf 1928 met dit 16,76 meter lange en 4,16 meter brede schip in Midden-Limburg voornamelijk met zand, grind. In 1946 werd de Triumph-motor met een vermogen van 9 pk ingebouwd. In 1984 werd het schip uit de vaart genomen, in 1995 kocht het bestuur van het Maas Binnenvaartmuseum het schip aan. In de loop van de afgelopen jaren werd het schip in de verf gezet, de luiken vervangen, werden het roer, het berghout en het vlak vernieuwd en werden de motor, het drijfwerk en de zijschroef gerestaureerd. In de komende jaren wordt het schip verder teruggebracht in de staat 1946. (Foto Erik van Huizen)

Erkenning
De modernisering en de professionalisering van het museum leidde er in april van dit jaar toe dat het Maas Binnenvaartmuseum werd opgenomen in het Nederlands museumregister van de Stichting Museumregister Nederland. In 2020 waren het bestuur en de vrijwilligers het hele jaar bezig om te voldoen aan de strenge normen. Musea komen namelijk alleen in dit register als wordt voldaan aan 17 normen zoals veiligheidszorg, personeels- en vrijwilligersbeleid, collectieplan, herkomstonderzoek, educatiebeleid en inclusie en toegankelijkheid. Zo werd op de plek waar eerst geld kon worden gestort, het museum zit in een oud bankgebouw, een lift geplaatst.

In de voormalige kluskamer van het museum is nu de Schatkamer van de Maas gevestigd. Hier is van alles te bewonderen wat uit de Maas is gekomen. Zoals de botten van een gesneuveld paard uit een massagraf van 65 paarden uit de buurt van Maastricht en verschillende aardewerken en gerestaureerde gebruiksvoorwerpen. (Foto Erik van Huizen)

Naast de erkenning voor de professionaliteit waarmee het Maas Binnenvaartmuseum nu bedreven wordt, is dit predicaat ook een belangrijke stap om de continuïteit te waarborgen. Door de opname in het Museumregister kan het museum rekenen op een aanzienlijke jaarlijkse exploitatiesubsidie van de Gemeente Maasgouw. Deze financiële middelen zijn nodig om de kwaliteit van de collectie en bedrijfsvoering te behouden en verbeteren, maar zijn nu extra welkom vanwege de coronapandemie. Door de maatregelen ontving het museum in 2020 aanzienlijk minder bezoekers en liep daarmee veel inkomsten gemist.

De nieuwe stuurhut van het Maas Binnenvaartmuseum in de haven van Maasbracht, ook wel ‘het baken van vertrouwen’ genoemd. Het is niet alleen een mooi uitkijkpunt, maar bezoekers krijgen zo ook een kijkje aan boord van de binnenvaartschipper. De lift in de stuurhut, die bezoekers naar het steiger brengt om de schepen aldaar te kunnen bezichtigen, is vanwege de gevolgen van de coronapandemie nog niet klaar. (Foto Erik van Huizen)
De haven van Maasbracht met op de voorgrond de sleper Limburgia en linksvoor de rondvaartboot de Gouverneur van Limburg. (Foto Erik van Huizen)
Een maquette van het hellend vlak van Saint-Louis-Arzviller in het museum. Het leert de bezoeker dat deze scheepslift 17 sluizen vervangt. Het verval is 45 meter, de helling bedraagt 41%, het opgaande gewicht is ruim 70.000 kilo en het neergaande gewicht ruim 75.000 kilo. (Foto Erik van Huizen)

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Ook Willems is lid van Aqualink. Meld u nu ook aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.