Kans op hoge boetes bij werken in het buitenland

HUISSEN Maritieme toeleveranciers die met hun eigen personeel werk in het buitenland verrichten, lopen het risico op hoge boetes indien ze de vereiste papieren niet allemaal goed voor elkaar hebben. Een Nederlands elektrotechnisch bedrijf in de maritieme sector kreeg op deze manier al een boete van meer dan 10.000 euro in Frankrijk voor de kiezen.

De wintermaanden zijn voor veel cruiserederijen bijvoorbeeld de tijd dat er hard aan de schepen wordt gewerkt om deze weer klaar te maken voor het nieuwe seizoen. De Nederlandse maritieme bedrijven zijn goed in dat werk en dikwijls staan dan ook diverse Nederlandse busjes van bijvoorbeeld timmerlieden en elektriciens op de kades in het buitenland. Ook de inspectiediensten in het land waar wordt gewerkt zien dat, en deze treden steeds strenger op als de werkgever niet aan de wetten en de regels van het land voldoet. Vaak gebeurt dat vanwege sociale aspecten, bijvoorbeeld het voorkomen van uitbuiting, maar het gebeurt ook wel eens dat landen hun eigen markt willen beschermen. Protectionisme dus. ‘Stelregel is dat bedrijven die hun werknemers tijdelijk in het buitenland laten werken, moeten voldoen aan de arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden die gelden in het land waar het tijdelijke werk plaatsvindt’, vertelt Tom Ebeling van EuroProof. Ebeling verricht met zijn bedrijf de administratieve afhandeling indien bedrijven werknemers in het buitenland laten werken. ‘Bij een controle van de Franse arbeidsinspectie moet een geldig A1-formulier kunnen worden overhandigd. Anders krijgt de organisatie een boete van € 3.269 per werknemer. En het niet naleven van de verplichting tot voorafgaandelijke melding en voorafgaandelijke aanduiding verbindingspersoon kan tot serieuze boetes leiden. Zo kan de werkgever die niet voldoet aan deze formaliteiten gesanctioneerd worden met een boete van 2.000 euro per gedetacheerde werknemer, en zelfs tot 4.000 euro ingeval van herhaling. Deze boete kan gaan tot een maximum bedrag van 500.000 euro per werkgever. En de opdrachtgever die medeverantwoordelijk is voor een overtreding van zijn medecontractant riskeert eveneens deze boete.’

Arbeidsvoorwaarden
Een bedrijf dat een contract heeft met een zakenpartner in een ander EU-land en personeelsleden van het bedrijf voor een beperkte tijd naar dat land moeten om het contract uit te voeren, moet dus de regels voor detachering van dat desbetreffende land naleven. Dat betekent dat het uitgezonden personeel gedurende de detachering onder dezelfde arbeidsvoorwaarden valt als is bepaald in de wetgeving of de collectieve arbeidsovereenkomsten van het gastland. Het gaat hierbij onder meer om de minimale rusttijden, de maximale arbeidstijd, het minimumaantal betaalde vakantiedagen en de betaling van het minimumloon. Specifieke toelagen voor de detachering, zoals dagvergoedingen worden als deel van het minimumloon beschouwd, tenzij het gaat om vergoedingen van reële uitgaven van uw werknemers zoals van de reis- en verblijfskosten. Ook is in de meeste landen de bescherming van zwangere vrouwen en jonge moeders geregeld en de gelijke behandeling van mannen en vrouwen. ‘Indien de arbeidsvoorwaarden in het eigen land gunstiger zijn voor het personeel dan die in het gastland, dan kunnen bedrijven deze natuurlijk handhaven tijdens de detachering’, verduidelijkt Ebeling.

Medische verklaring
De internationalisering van de arbeidsmarkt biedt vanzelfsprekend kansen aan zowel werkgevers als werknemers. Maar Ebeling ziet vaak gebeuren dat ondernemers de soms grote lokale verschillen in wetgeving en cultuur onderschatten. ‘Ondernemers hebben hun handen al vol aan vraagstukken als wat vraagt de markt nu en in de nabije toekomst van mij, waar blijf ik op innoveren, wat is mijn concurrentiepositie en hoe behoud ik mijn klanten en niet te vergeten mijn mensen.’

Ieder land heeft dus volgens Ebeling zijn eigen procedures die een ondernemer moet volgen en deze kunnen in de praktijk voor onduidelijkheid en problemen zorgen. Een geldig identiteitsbewijs alleen is dus al lang niet meer voldoende om te mogen werken in de meeste landen. ‘In Frankrijk geldt bijvoorbeeld een 35-urige werkweek. Alle uren daarboven zijn overwerk en moeten dus met een toeslag worden uit betaald. We zien ook dat de wet- en regelgeving en de daarbij behorende verordeningen proportioneel toenemen. Zo eisen sommige landen dat er een medische verklaring wordt meegestuurd. Volgens de Europese regels voor de privacy mag dat helemaal niet, maar Frankrijk eist dat bijvoorbeeld wel. En alle vereiste documenten dienen in de taal van het betreffende land te zijn vertaald. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor het loonstrookje waarmee je moet kunnen aantonen dat je het minimumloon hebt betaald en de gemaakte overuren op de juiste wijze zijn uitbetaald. Vaak moet je zelfs nog een bewijs hebben dat het geld ook daadwerkelijk is overgemaakt op de bankrekening van de werknemer. En alles moet je minimaal drie jaar bewaren en indien nodig kunnen laten zien. En soms gaat een land zelfs zo ver dat je als bedrijf een rechtmatige vertegenwoordiger in het betreffende land moet hebben aangesteld die goed de taal kan spreken. Dat geldt bijvoorbeeld voor Frankrijk.’

Protocol
EuroProof heeft inmiddels voor Frankrijk, België, Duitsland, Oostenrijk en Italië een protocol ontwikkeld om te borgen dat bedrijven de wetgeving in het betreffende gastland kunnen naleven. Dat doet het bedrijf inmiddels ook voor aan aantal maritieme bedrijven en is daarmee volgens Ebeling de enige in Nederland. ‘Wij geven adequaat antwoord op het toenemend aantal verordeningen en verlangens van overheden, regelgevende instanties, regeringen en vakbonden samenhangend met internationaal werken’, zegt Ebeling. ‘Met ons arbeidsmobiliteitsconcept borgen we de kennis en kunde die nodig is en de administratieve verwerking. We helpen onder meer bij de plicht tot vooraanmelding, de bewijsvoering en de administratieve archiveringsplicht. Ook hebben we een officiële vertegenwoordiging in Frankrijk inclusief samenwerkingsovereenkomst tussen vertegenwoordiger en opdrachtnemer.’

Europroof werk met een jaarlijks abonnement en een vergoeding per opdracht. Het abonnementsgeld bedraagt voor één EU land € 229, voor twee EU landen € 329 en voor de hele EU € 449. Per opdracht of detachering komt daar per arbeidskracht nog € 59 bovenop. (Foto Erik van Huizen)