NIJMEGEN De Europese Commissie heeft Autena Marine uitgekozen om zitting te nemen in een expertgroep die DG MOVE gaat adviseren over digitalisering van de Europese binnenvaart. De groep van in totaal zeventig leden gaat de Commissie ondersteunen in het ontwikkelen van Digital Inland Waterway Area (DINA).
‘Gezien de relevante bekwaamheid en ervaring van uw organisatie, haar vermogen om de positie te vertegenwoordigen die wordt gedeeld door belanghebbenden in haar categorie en de bekwaamheid en ervaring van de voorgestelde vertegenwoordiger, deel ik u mee dat uw organisatie is geselecteerd als lid van de DINA-expertgroep’, kreeg Autena directeur Desiré Savelkoul onlangs te horen van het Directorate-General for Mobility and Transport (DG MOVE).
Concurrentiepositie
DINA valt onder de strategie van de Europese Commissie voor ‘Digital Single Market’ en heeft als doel het bevorderen van de digitalisering van het vervoer over de Europese binnenwateren. Het is een ‘concept’ om informatie over infrastructuur, mensen, operaties, vloot en lading in de binnenvaartsector met elkaar te verbinden en deze informatie te delen, ook met de andere modaliteiten. Volgens de commissie kan zo de concurrentiepositie van de binnenvaart in de logistieke keten worden versterkt.
Binnen DINA wordt een architectuur voorgesteld die het gecontroleerd delen van deze informatie mogelijk maakt en die kan dienen als platform voor toekomstige ontwikkelingen. DINA bouwt daarbij voort op bestaande investeringen en ontwikkelingen zoals bestaande componenten van River Information Services (RIS). Er worden uitbreidingen voorgesteld om real-time gegevensuitwisseling en de verbeterde integratie van andere actoren zoals verladers, logistiek dienstverleners en binnenhavens mogelijk te maken.
Integratie
Binnen DINA gaat het om een aantal belangrijke te nemen maatregelen. Zo noemt DG MOVE de verticale integratie tussen de binnenvaartbedrijven en de klanten, de horizontale integratie met de vaarwegbeheerders en de administratieve integratie met de andere autoriteiten zoals handhavers.
Om dit te kunnen bereiken moet onder meer River Information Services worden uitgebreid met een database op Europees niveau waarin alle informatie over schepen, infrastructuur en bemanning moet komen te staan. Ook moet aan boord van de schepen een nieuwe digitale omgeving komen, de zogenoemde e-IWT tool, die nieuwe apps en services voor binnenvaartschepen gaat ondersteunen, waardoor de huidige mogelijkheden van AIS en ECDIS worden uitgebreid.
Verder is een digitale omgeving, een zogenoemd ‘data platform’, voor binnenvaartondernemers nodig om hen in staat te stellen gegevens over hun schip, reizen, lading en bemanning te kunnen controleren. Ze kunnen deze gegevens voor hun eigen doeleinden gebruiken, zoals bijvoorbeeld voor slimme navigatie, maar ze moeten de informatie ook op een gecontroleerde manier kunnen gaan delen met andere geselecteerde belanghebbenden zoals de autoriteiten, de beheerders van de havens en terminals.
Ook moeten er systemen worden gebouwd om locaties te registreren zodat real-time gegevens kunnen worden gevonden van de schepen en de infrastructuur, zoals bijvoorbeeld verkeer en bemanning.
Advies en expertise
Van de expertgroep wordt verwacht dat ze de Commissie gaat helpen bij de uitvoering en de follow-up van DINA. Zo kunnen de leden van de groep hiervoor adviezen uitbrengen en met innovatieve oplossingen komen. Maar de groep kan ook advies, technische expertise en inbreng leveren aan de Commissie voor de voorbereiding van wetgeving en de Commissie bijstaan in de ontwikkeling en operationele verbetering van systemen voor internationale gegevensuitwisseling. Hetzelfde geldt voor alles wat betrekking heeft op een evaluatie of een herziening van de RIS-richtlijn. Want RIS is volgens DG MOVE een van de belangrijkste elementen van het toekomstige DINA.