DEN HAAG Minister Mark Harbers gaat het BPR en het RPR niet aanpassen om het bestaande ligregime van maximaal 3×24 uur structureel uit te breiden. Uit proeven blijkt dat er geen behoefte aan is en de aanpassing zou volgens de minister daarom onnodig gepaard gaan met juridische en praktische vraagstukken. Ook wijst hij op verstoring van de marktwerking. De uitbreiding zou ten koste gaan van bezetting van betaalde, gemeentelijke ligplaatsen.
In zowel het Rijnvaart- als het Binnenvaartpolitiereglement (RPR en BPR) is geregeld dat schippers kosteloos gebruik kunnen maken van één van circa 850 ligplaatsen die Rijkswaterstaat in beheer heeft. Hiervoor geldt een maximum ligtijd van 3×24 uur. De reden hiervoor is om te voorkomen dat op de ligplaatsen te veel schepen gaan liggen voor langere tijd. Het kan voorkomen dat een schip door omstandigheden langer moet liggen dan de 3×24 uur, bijvoorbeeld door ziekte. In die gevallen past RWS coulance toe.
Proeven
Om te kijken of in de binnenvaart behoefte is aan een langere ligtijd, vonden er twee proeven plaats. De eerste was bedoeld als tegemoetkoming richting de sector vanwege de nadelige effecten van de coronacrisis. De tweede proef was vooral bedoeld ter verificatie van de eerste proef. De belangrijkste conclusie uit de proeven is volgens de minister dat er in beide periodes nauwelijks gebruik is gemaakt van de mogelijkheid om langer te liggen. In het uitzonderlijke geval dat er wel gebruik van werd gemaakt, dan betrof het een ligtijd van maximaal één week. ‘Er lijkt dus geen structurele behoefte te zijn geweest aan langer liggen. Wanneer er langer werd gelegen, leidde dat niet tot hinder voor schippers die rusttijd wilden nemen.’
Vakantieperiode
Uit gesprekken met de binnenvaartsector bleek dat de behoefte aan langer liggen vooral speelt in de vakantieperiode. Maar een vakantiestalling is wat betreft Harbers echter geen legitieme reden voor coulance of lang liggen op Rijksligplaatsen. ‘Deze ligplaatsen zijn bedoeld voor schippers om te kunnen voldoen aan de wettelijke vaar- en rusttijden. Voor vakantiestalling kunnen schippers uitwijken naar commerciële ligplaatsen in gemeentelijke havens.’
Transparantie
Minister Harbers wil wel vanaf nu expliciet rekening houden met de behoefte van de sector aan transparantie, flexibiliteit en uniformering van de uitvoeringspraktijk. ‘Uit onderzoek blijkt namelijk dat de toegepaste coulance per ligplaats kan verschillen. Daarom zal het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat een gedragslijn opstellen dat een duidelijk handvat biedt voor Rijkswaterstaat voor de handhaving van de 3×24 uurs regel. Dit gebeurt in afstemming met de sector. Dit schept voor de binnenvaart een helder en uniform verwachtingspatroon, over de voorwaarden waaronder schepen langer mogen liggen.’
Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.