NIJMEGEN In het vooronder van de oude Jos Vranken, de thuishaven van het Katholiek Sociaal Cultureel Centrum (KSCC) in de Nijmeegse Waalhaven, komt nu de boeiende geschiedenis van de binnenvaart voor de bezoekers van het nieuwe Binnenvaartmuseum Nijmegen tot leven. Het is de plek waar menig binnenvaartschipper in het verleden met de voetjes van de vloer ging.
Het verhaal van het Binnenvaartmuseum Nijmegen begint een paar jaar geleden. Scheepswerf Gelria stopt in Nijmegen en verhuist naar de voormalige scheepswerf Bodewes in Millingen aan de Rijn. Oud-schipper Henk Nuij (ms Aegir) kent eigenaar Gerd de Swart nog van het internaat en vraagt of hij de grote maquette van de Nijmeegse scheepswerf mag hebben voor het opzetten van een binnenvaartmuseum op de Jos Vranken. ‘Op een gegeven moment kreeg ik een telefoontje dat ik de maquette op kon komen halen. Tien minuten later stond ik bij Gerd op de stoep, niet alleen voor de maquette, maar ook voor scheepsmodellen en andere spullen. Zo zijn we met het museum begonnen. En we krijgen nog steeds van alles. Maar eigenlijk zitten we al helemaal vol. Daarom hebben we nu ook de bovenzaal van de aalmoezenier kunnen krijgen.’ In deze zaal staan veel modellen van schepen die op de Nederlandse rivieren te bewonderen zijn, of waren. Tevens komt hier de bibliotheek met een verzameling van binnenvaartboeken. Op een computer kunnen bezoekers alles over de schepen vinden in de database van Vereniging de Binnenvaart.
Corona
Eigenlijk was het museum al eerder klaar om bezoekers te ontvangen. Maar de corona-pandemie gooide roet in het eten. Toen de Jos Vranken voor groot onderhoud ook nog naar de werf in Millingen moest, kon alles weer leeg worden gehaald. ‘Het was veel werk. Het heeft heel wat zweetdruppels gekost. De hele lambrisering moest er ook uit. Gelukkig heeft Toine Willemsen van Willemsen interieurbouw alles weer betimmerd. Het ziet er nu beter uit dan uit.’
Het vooronder staat inmiddels weer helemaal vol. Het gaat niet alleen om scheepsmodellen, maar alles wat op een binnenvaartschip is te vinden. Het gaat dan onder meer om een strijkijzer op gas, een brittelhaak die werd gebruikt bij een konvooi sleepschepen en een klein anker wat altijd op het balkon van zuster Vincentia lag en na haar overlijden aan het museum werd geschonken. Ook wordt een complete stuurstand geplaatst zodat bezoekers kunnen zien waar de schipper werkt. In de vitrines zijn de binnenvaartschepen in het klein, maar met grote nauwkeurigheid gebouwd, te bewonderen, zoals het ms Factotum van schipper Sander Janssen. Vaak zijn ze tot aan het wateroppervlak gebouwd, maar er staan ook schepen die echt het ruime sop kunnen kiezen. Op afstand bestuurd.
Oud en nieuw
Nuij hoopt met het museum mensen van de wal een goede kijk te kunnen geven in het leven aan boord. ‘Mensen van de wal weten vaak helemaal niet hoe het er aan toegaat op een binnenvaartschip. Ze denken vaak nog dat we een hele kleine woning hebben. Maar op ons schip lag zo’n groot vloerkleed dat we deze in ons huis niet kwijt konden. Wij willen ze laten zien hoe het echt gaat in de binnenvaart. En dat gebeurt ook met de verhalen van onze vele vrijwilligers bestaande uit schippers en oud-schippers. Want we willen niet alleen maar vertellen hoe het ging in de binnenvaart, maar ook hoe het nu gaat in de moderne binnenvaart. Het is dus zeg maar niet alleen maar oude meuk wat de bezoekers hier te zien krijgen.’
Open dag
Burgemeester Hubert Bruls van Nijmegen opende het Binnenvaartmuseum Nijmegen donderdag 30 september. Voor het publiek opende het museum in de Nijmeegse Waalhaven op 2 oktober met een feestelijke open dag. Na de open dag is het Binnenvaartmuseum Nijmegen voorlopig alleen op afspraak toegankelijk.