WIJCHEN Xeamos, fabrikant en leverancier van nabehandelingstechnieken voor de maritieme industrie, gaat zich de komende jaren vooral inzetten om bestaande binnenvaartmotoren schoner te maken. Om aan de nieuwe Stage V eisen voor de binnenvaart te kunnen voldoen, moeten motorenfabrikanten namelijk straks standaard af fabriek hun nieuwe motoren van een SCR systeem en roetfilter voorzien.
Xeamos ontwerpt en produceert systemen om uitlaatgassen schoon te maken zodat de motoren qua uitstoot van stikstofoxides (NOx) en fijnstof aan de steeds strengere wet- en regelgeving voldoen. Voor NOx is dat een SCR katalysator systeem met ad blue (ureum) injectie. ‘Dat wordt geïnjecteerd in de hete uitlaatgassen’, vertelt directeur Alwin de Kock van Xeamos. ‘Met behulp van een katalysatorpakket wat erachter zit, wordt dan uiteindelijk de uitstoot van NOx gereduceerd tot de waarde die de wetgever stelt. De mate van reductie is in te regelen. In de praktijk kan je terug gaan tot nul. Dan moet je katalysatorpakker wel groot genoeg zijn. En hoe verder je terug wilt, hoe meer ureum je nodig hebt. Maar dat kost geld. Ook wordt de regeling steeds complexer.’
Een roetfilter in het systeem van Xeamos reduceert de uitstoot van fijnstof. ‘Dat is eigenlijk gewoon een grote zeef of filter wat je erachter zet. Maar je hebt wel een voldoende hoge temperatuur nodig om het filter schoon te houden. Voor de bijverwarming maken we gebruik van branders en elektrische heaters. Dat is ons specialisme. Zo kunnen we de uitstoot van fijnstof met 96% tot 97% reduceren.
Volgens De Kock is het roetfiltersysteem mechanisch inmiddels al flink uitontwikkeld. ‘De mate van intelligentie van het systeem zit vooral de software. Dat zit allemaal in de PLC controller. Daar zit het grootste deel van onze know how in. De doorontwikkeling zit nu dus vooral in de software en de regeltechniek. Zo zal ons systeem in de toekomst voorzien zijn van een automatische afregeling zodat een uitgebreide proefvaart overbodig wordt. Dat scheelt tijd en geld voor zowel ons als de klant.’
Standaard of maatwerk
De systemen die Xeamos levert, vinden voor een groot deel aftrek in de maritieme sector, dat is op dit moment ongeveer 90%. Daarvan is de jachtbouw de grootste klant. Het gaat dan om de grote luxe jachten. Daarnaast is de binnenvaart een belangrijke sector. Maar De Kock vindt de binnenvaart met de komst van de Stage V eisen een onvoorspelbare markt. ‘We weten niet goed hoe deze markt zich gaat ontwikkelen. Stage V zit er aan te komen, maar dat is zodanig dicht getimmerd dat we daar als onafhankelijke partij niet heel veel meer mee kunnen. De oplossingen voor de nieuwe motoren moeten echt van de motorenfabrikanten zelf komen. Alles moet vooraf gecertificeerd worden, het is een heel erg complex verhaal. Dat is allemaal afgekeken van het wegtransport. Ik vind dat geen juiste keuze geweest. Want de volumes van de motoren in de binnenvaart zijn hiervoor veel te klein. Daardoor verwacht ik dat de markt gaat veranderen. Veel motorenfabrikanten haken denk ik af. Die gaan voor die 20 tot 30 motoren per jaar geen Stage V motor ontwikkelen.’
Binnenvaartondernemers krijgen volgens De Kock straks bij de koop van een Stage V motor te maken met een standaard oplossing van de motorenfabrikant en dat is wellicht niet de meeste ideale oplossing. ‘De motor met het nabehandelingssysteem moet je maar kwijt kunnen in de machinekamer van je schip. Wij zijn met Xeamos veel meer ingericht op maatwerk. Dat is onze kracht. Want juist in de binnenvaart, maar ook in de luxe jachtbouw, heb je vaak kleinere machinekamers. Onze systemen zijn afgestemd op deze behoeftes in de maritieme sector. Zo kunnen we al onze systemen remote benaderen, we kunnen dus op afstand meekijken. Stel dat er een storing is, dan kunnen we op afstand al heel veel ondersteuning bieden en het probleem mogelijk op afstand oplossen. En mocht er een monteur aan boord moeten komen, dan kunnen op afstand al bekijken wat voor een onderdelen hij mee moet nemen. En je kunt ook kijken of het systeem aan onderhoud toe is. We kunnen dus proactief onderhoud uitvoeren. Verder hebben onze systemen een lange levensduur en zijn ontworpen op relatief lage vervangingskosten. Want uiteindelijk moet de binnenvaartondernemer toch een keer de katalysator en de roetfilter gaan wisselen. Dat zijn de grootste kostenposten op de lange termijn. Wij hebben keuzes in het ontwerp gemaakt om die kosten zo laag mogelijk te houden, onder meer door de keuze van het type katalysatoren en roetfilters.’
Compliance systemen
De komende jaren gaat Xeamos zich dus vooral inzetten op de refit-oplossingen voor bestaande motoren. Ook omdat de overheid het liefste ziet dat de uitstoot van bestaande motoren wordt gereduceerd. ‘Wij leveren regelmatig Stage V compliance systemen die aan de emissie-eisen voldoen, zowel voor bestaande als nieuwe motoren. Maar zelfs voor een nieuwe motor die in de overgangsregeling zit, kan het aantrekkelijk zijn. Alleen is de motor dan niet officieel Stage V gecertificeerd.’
De grote vraag is wat de waarde is van een motor die wel aan de Stage V eisen voldoet, maar geen certificaat heeft. ‘Je hebt er wat aan op het moment dat je onder contract vaart, bijvoorbeeld via een aanbestedingsconstructie. Het kan dan onder meer gaan om havenwerkzaamheden of baggerwerk. Je kan dan wel de opdracht krijgen, maar dan moet je wel aan bepaalde emissie-eisen voldoen. Dat zie je nu in Rotterdam. Alles wat daar vaart moet maximaal schoon zijn om een contract te krijgen. Maar de bedrijven die daar aan voldoen, kunnen ook voor een hogere som inschrijven. Dan hebben ze ook de motivatie en een businesscase om zo’n systeem aan te schaffen. We hebben inmiddels een paar van die kraanbeunschepen gedaan. Maar je ziet nu ook dat de iets grotere baggeraars gaan komen. Die varen ook steeds vaker in gebieden waar de opdrachtgever eisen aan de uitstoot stelt. Baggerbedrijven willen dan ook een emissiereductie-systeem aan boord hebben.’
Overigens hoeven schepen die onder de IMO regels varen, weer geen roetfiltersysteem te hebben. Toch willen de eigenaren van deze schepen dat, omdat ze ook vaak in kustgebieden of havens aan het werk zijn. Dichtbij de bewoonde wereld dus, en de opdrachtgever eist dan vaak toch een roetfilter. Dat is dan een extra eis bovenop de wetgeving.
Emissielabel
Xeamos is ook lid van het Expertise en Innovatiecentrum Binnenvaart (EICB). De Kock is daar in een werkgroep onder meer bezig met het opzetten van een soort van emissielabel voor de binnenvaart. ‘Dan kan je ook van bestaande schepen die bepaalde maatregelen treffen, zien hoe schoon de schepen zijn. En daar moet de binnenvaartondernemer dan in de toekomst weer allerlei voordelen uit kunnen halen. Bijvoorbeeld om contracten binnen te halen, of kortingen op havengeld te krijgen.’
De vraag is of de binnenvaartondernemer deze vergroeningsmaatregelen wel kan opbrengen. ‘Iemand moet uiteindelijk de portemonnee trekken’, vindt De Kock. ‘Via het vergroeningsfonds hoopt de overheid dat het aantrekkelijker wordt om te investeren. Maar uiteindelijk zal de markt ervoor moeten gaan betalen. Hoe dat gaat, is een beetje koffiedik kijken. Nu gaat het economisch wel goed, maar als het minder wordt, staat het milieu waarschijnlijk lager op de prioriteitenlijst. Want de schipper moet wel zijn investering terug kunnen verdienen. Anders gaat hij het allemaal niet doen.’
Jachtbouw
Voor de luxe jachten gelden niet de Stage V regels, maar de regels van de International Maritime Organization (IMO), zoals IMO Tier III. Hierbij wordt echter alleen gekeken naar de uitstoot van NOx, en niet van fijnstof. Toch willen de eigenaren van deze luxe jachten volgens De Kock om ‘cosmetische redenen’ toch vaak een roetfilter geplaatst hebben. ‘Als je een jacht hebt van 100 miljoen, dan wil je aan dek niet in de roet van de generatoren zitten. Je blijft dan poetsen als je het allemaal mooi wit wilt houden. Ook voor de jachten geldt dus dat de refit voor ons een belangrijke markt is. Daar groeien we flink. Het is natuurlijk wel een andere markt dan de binnenvaart. De beschikbare budgetten zijn er van een andere ordegrootte. De binnenvaart kan het zich niet zo snel permitteren als ze het niet terug kunnen verdienen. Maar een jacht is een luxe goed, daar zit geen terugverdienmodel op.’
Xeamos is op Europort te vinden op stand 1103
Van NPS Diesel en Solfic naar Xeamos
WIJCHEN Begin 2017 besloot De Kock, toen nog directeur-eigenaar van Solfic, om samen met NPS Diesel uit Ravenstein een verkoop BV op te richten. Deze samenwerking was gericht op de luxe jachtbouw en dan vooral voor de internationale markt. ‘NPS diesel had al een goed internationaal netwerk’, vertelt De Kock. ‘Als Solfic hebben we ons vooral bezig gehouden met de technische ontwikkeling, verkoop deed ik er zelf bij. Maar als je wilt groeien, dan wordt het verkoop- en serviceapparaat steeds belangrijker. Om de samenwerking verder te verstevigen, kwamen we tot een joint venture onder de naam Xeamos. We hebben een verkoper aangenomen en dat ging beter dan we hadden gedacht. Binnen een jaar zaten we boven budget. Dat kwam vooral omdat de interesse in de luxe jachtbouw voor onze systemen toenam. Uiteindelijk ging zoveel via deze verkoop BV, dat dit onpraktisch werd. Daar wilden we vanaf. We hebben de bedrijven vervolgens gefuseerd onder de naam Xeamos.’
In Nederland was Xeamos onder meer al verantwoordelijk voor het verminderen van de emissies van de Amsterdam IJ-veren en intussen van vele binnenvaartschepen. En Xeamos doet ook steeds meer in het buitenland zoals Amerika, Zuid-Frankrijk, Spanje en Australië. ‘En als bedrijf groeien we daar in mee. We zijn de laatste jaren best fors gegroeid, vooral in de buitendienst. Tegen het einde van het jaar bestaat ons team uit 20 man. Maar personeel is soms moeilijk te vinden. Je moet dus zuinig zijn op je mensen.’
Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.