Tag archieven: scheepsbouw

Bijeenkomsten subsidie duurzame scheepsbouw

ROTTERDAM Netherlands Maritime Technology (NMT) en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) houden op 18 en 23 april twee informatiebijeenkomsten over de Subsidieregeling Duurzame Scheepsbouw (SDS).

De SDS-regeling voor dit jaar wordt naar verwachting op 4 juni opengesteld. Eind 2017 is per amendement op de begroting van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) van 2018 zes miljoen euro gereserveerd voor continuering van de subsidieregeling. De regeling is bedoeld om de introductie van vernieuwende duurzame technologieën in de scheepsnieuwbouw en -ombouw mogelijk te maken. Hierbij gaat het onder meer om technologieën die bedoeld zijn voor de structurele verlaging van CO2-uitstoot en andere schadelijke emissies aan boord van verschillende scheepstypen voor zee en binnenwateren. Andere oplossingen, die bijdragen aan de duurzame inzet van het schip gedurende de levensduur, vallen ook onder de regeling.

Tijdens de bijeenkomsten van NMT en RVO wordt de regeling verder toegelicht en is er gelegenheid tot het stellen van vragen. Deelname aan de bijeenkomst is gratis, aanmelden is wel nodig.
De bijeenkomst van 18 april wordt van 12.00 tot 13.30 uur gehouden in het Provinciehuis Groningen, St. Jansstraat 4, 9712 JN Groningen. Voor de toegang is het nodig een geldig identificatiebewijs te tonen. De bijeenkomst op 23 april wordt gehouden van 14.00 tot 15.30 uur bij NMT, Boompjes 40, 3011 XB Rotterdam. 

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

Kans op hoge boetes bij werken in het buitenland

HUISSEN Maritieme toeleveranciers die met hun eigen personeel werk in het buitenland verrichten, lopen het risico op hoge boetes indien ze de vereiste papieren niet allemaal goed voor elkaar hebben. Een Nederlands elektrotechnisch bedrijf in de maritieme sector kreeg op deze manier al een boete van meer dan 10.000 euro in Frankrijk voor de kiezen.

De wintermaanden zijn voor veel cruiserederijen bijvoorbeeld de tijd dat er hard aan de schepen wordt gewerkt om deze weer klaar te maken voor het nieuwe seizoen. De Nederlandse maritieme bedrijven zijn goed in dat werk en dikwijls staan dan ook diverse Nederlandse busjes van bijvoorbeeld timmerlieden en elektriciens op de kades in het buitenland. Ook de inspectiediensten in het land waar wordt gewerkt zien dat, en deze treden steeds strenger op als de werkgever niet aan de wetten en de regels van het land voldoet. Vaak gebeurt dat vanwege sociale aspecten, bijvoorbeeld het voorkomen van uitbuiting, maar het gebeurt ook wel eens dat landen hun eigen markt willen beschermen. Protectionisme dus. ‘Stelregel is dat bedrijven die hun werknemers tijdelijk in het buitenland laten werken, moeten voldoen aan de arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden die gelden in het land waar het tijdelijke werk plaatsvindt’, vertelt Tom Ebeling van EuroProof. Ebeling verricht met zijn bedrijf de administratieve afhandeling indien bedrijven werknemers in het buitenland laten werken. ‘Bij een controle van de Franse arbeidsinspectie moet een geldig A1-formulier kunnen worden overhandigd. Anders krijgt de organisatie een boete van € 3.269 per werknemer. En het niet naleven van de verplichting tot voorafgaandelijke melding en voorafgaandelijke aanduiding verbindingspersoon kan tot serieuze boetes leiden. Zo kan de werkgever die niet voldoet aan deze formaliteiten gesanctioneerd worden met een boete van 2.000 euro per gedetacheerde werknemer, en zelfs tot 4.000 euro ingeval van herhaling. Deze boete kan gaan tot een maximum bedrag van 500.000 euro per werkgever. En de opdrachtgever die medeverantwoordelijk is voor een overtreding van zijn medecontractant riskeert eveneens deze boete.’

Arbeidsvoorwaarden
Een bedrijf dat een contract heeft met een zakenpartner in een ander EU-land en personeelsleden van het bedrijf voor een beperkte tijd naar dat land moeten om het contract uit te voeren, moet dus de regels voor detachering van dat desbetreffende land naleven. Dat betekent dat het uitgezonden personeel gedurende de detachering onder dezelfde arbeidsvoorwaarden valt als is bepaald in de wetgeving of de collectieve arbeidsovereenkomsten van het gastland. Het gaat hierbij onder meer om de minimale rusttijden, de maximale arbeidstijd, het minimumaantal betaalde vakantiedagen en de betaling van het minimumloon. Specifieke toelagen voor de detachering, zoals dagvergoedingen worden als deel van het minimumloon beschouwd, tenzij het gaat om vergoedingen van reële uitgaven van uw werknemers zoals van de reis- en verblijfskosten. Ook is in de meeste landen de bescherming van zwangere vrouwen en jonge moeders geregeld en de gelijke behandeling van mannen en vrouwen. ‘Indien de arbeidsvoorwaarden in het eigen land gunstiger zijn voor het personeel dan die in het gastland, dan kunnen bedrijven deze natuurlijk handhaven tijdens de detachering’, verduidelijkt Ebeling.

Medische verklaring
De internationalisering van de arbeidsmarkt biedt vanzelfsprekend kansen aan zowel werkgevers als werknemers. Maar Ebeling ziet vaak gebeuren dat ondernemers de soms grote lokale verschillen in wetgeving en cultuur onderschatten. ‘Ondernemers hebben hun handen al vol aan vraagstukken als wat vraagt de markt nu en in de nabije toekomst van mij, waar blijf ik op innoveren, wat is mijn concurrentiepositie en hoe behoud ik mijn klanten en niet te vergeten mijn mensen.’

Ieder land heeft dus volgens Ebeling zijn eigen procedures die een ondernemer moet volgen en deze kunnen in de praktijk voor onduidelijkheid en problemen zorgen. Een geldig identiteitsbewijs alleen is dus al lang niet meer voldoende om te mogen werken in de meeste landen. ‘In Frankrijk geldt bijvoorbeeld een 35-urige werkweek. Alle uren daarboven zijn overwerk en moeten dus met een toeslag worden uit betaald. We zien ook dat de wet- en regelgeving en de daarbij behorende verordeningen proportioneel toenemen. Zo eisen sommige landen dat er een medische verklaring wordt meegestuurd. Volgens de Europese regels voor de privacy mag dat helemaal niet, maar Frankrijk eist dat bijvoorbeeld wel. En alle vereiste documenten dienen in de taal van het betreffende land te zijn vertaald. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor het loonstrookje waarmee je moet kunnen aantonen dat je het minimumloon hebt betaald en de gemaakte overuren op de juiste wijze zijn uitbetaald. Vaak moet je zelfs nog een bewijs hebben dat het geld ook daadwerkelijk is overgemaakt op de bankrekening van de werknemer. En alles moet je minimaal drie jaar bewaren en indien nodig kunnen laten zien. En soms gaat een land zelfs zo ver dat je als bedrijf een rechtmatige vertegenwoordiger in het betreffende land moet hebben aangesteld die goed de taal kan spreken. Dat geldt bijvoorbeeld voor Frankrijk.’

Protocol
EuroProof heeft inmiddels voor Frankrijk, België, Duitsland, Oostenrijk en Italië een protocol ontwikkeld om te borgen dat bedrijven de wetgeving in het betreffende gastland kunnen naleven. Dat doet het bedrijf inmiddels ook voor aan aantal maritieme bedrijven en is daarmee volgens Ebeling de enige in Nederland. ‘Wij geven adequaat antwoord op het toenemend aantal verordeningen en verlangens van overheden, regelgevende instanties, regeringen en vakbonden samenhangend met internationaal werken’, zegt Ebeling. ‘Met ons arbeidsmobiliteitsconcept borgen we de kennis en kunde die nodig is en de administratieve verwerking. We helpen onder meer bij de plicht tot vooraanmelding, de bewijsvoering en de administratieve archiveringsplicht. Ook hebben we een officiële vertegenwoordiging in Frankrijk inclusief samenwerkingsovereenkomst tussen vertegenwoordiger en opdrachtnemer.’

Europroof werk met een jaarlijks abonnement en een vergoeding per opdracht. Het abonnementsgeld bedraagt voor één EU land € 229, voor twee EU landen € 329 en voor de hele EU € 449. Per opdracht of detachering komt daar per arbeidskracht nog € 59 bovenop. (Foto Erik van Huizen)

Gelria aan de slag op voormalige scheepswerf Bodewes Millingen

MILLINGEN Scheepswerf Gelria uit Nijmegen gaat per 1 februari aan de slag op de voormalige scheepswerf Bodewes in Millingen aan de Rijn. Omdat de laatst puntjes nog op de i moeten worden gezet, wil Gelria voorlopig alleen kwijt dat het op de werf niet alleen schepen gaat onderhouden en repareren, maar ook nieuw gaat bouwen.

De voormalige scheepswerf stond al lange tijd bij een Nijmeegse makelaar te koop voor 1.750.000 euro. Gelria gaat de werf voor een aantal jaren huren. De totale oppervlakte van het terrein bedraagt ruim 67.000 vierkante meter. Op de werf staat een dwarshelling van 160 meter lang.

Bodewes personeel
Het gaat goed met scheepswerf Gelria. Zo goed zelfs, dat de werf van Gerd de Swart en Martijn van Haaren vorige week het NOS-journaal haalde toen het ging over het dalende aantal failliete bedrijven in Nederland. De twee mannen namen in 2014 namelijk de failliete Nijmeegse Scheepswerf Gelria over. De Swart was 30 jaar lang eigenaar van scheepswerf Dodewaard, verkocht deze en ging advieswerk doen bij Neptune Shipyards in Hardinxveld-Giessendam. Maar toen scheepswerf Gelria failliet ging, vroeg hij zijn stiefzoon met hem in het nieuwe bedrijf te stappen. Om direct de beschikking te hebben over personeel met ervaring, werd toen al een deel van de werknemers van het failliete Bodewes uit Millingen overgenomen.

Scheepswerf Bodewes sloot haar poorten in 2013. De in nieuwbouw en reparatie van binnenschepen gespecialiseerde werf was toen nog onderdeel van Damen Shipyards en bood werk aan 30 mensen. De werf ligt voor de splitsing van de Rijn in het Pannerdense Kanaal en de Waal. Voor haar faillissement probeerde Bodewes het tij nog te keren door nieuwe, innovatieve, schepen op de markt te brengen, zoals de Damen EcoLiner. Dit 110 meter lange en 11,45 meter brede schip vaart op LNG en is voorzien van weerstand verlagende luchtsmering (ACES) onder het vlak. Dat zorgde voor een zeer laag brandstofverbruik en zeer lage emissies. Het kon een faillissement echter niet voorkomen.

Terrein kopen
Op de hellingen en in het water van Gelria liggen intussen al weer ruim drie jaar binnenvaartschepen. Het ging na een jaar zelfs al zo goed, dat de twee mannen het vier hectare grote terrein, dat destijds nog werd gehuurd, wilden kopen. Begin 2017 was het uiteindelijk zo ver. Met de koop werd ook werk gemaakt van de herstructurering van het terrein en haar directe omgeving. Het terrein krijgt een flinke opknapbeurt zodat het aantrekkelijker wordt voor bedrijven om zich ook hier te vestigen. ‘We zijn al in gesprek met maritiem gerelateerde bedrijven met vakmanschap en hart voor het werk om zo een totaalwerf te worden’, vertelde Martijn van Haaren destijds. ‘Zo hebben we alle kennis op de werf en bieden we een one stop shop. Ook verduurzamen we de werf. We kijken naar de mogelijkheden voor het plaatsen van zonnepanelen op de daken en elke lamp vervangen we door ledverlichting.’

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

ChristenUnie en VVD willen zes miljoen voor duurzame scheepsbouw

DEN HAAG De ChristenUnie (CU) en de VVD willen dat het ministerie van Economische Zaken en Klimaat in 2018 verder gaat met de Subsidieregeling Duurzame Scheepsbouw (SDS) en daarvoor zes miljoen euro uittrekt. Tweede Kamerlid Eppo Bruins van de ChristenUnie diende daarvoor tijdens de behandeling van de begroting van het ministerie samen met zijn VVD-collega een amendement in.

De SDS-regeling is bedoeld om de introductie van vernieuwende duurzame technologieën in de scheepsnieuwbouw en –ombouw mogelijk te maken. Technologieën die bedoeld zijn voor de structurele verlaging van CO2-uitstoot en andere schadelijke emissies, aan boord van verschillende scheepstypen voor zee en binnenwateren, maar ook aan boord van mobiele offshore eenheden. Andere oplossingen die bijdragen aan de duurzame inzet van het schip gedurende de levensduur, vallen tevens onder de regeling.

Gelijk speelveld
Bruins meldt het van cruciaal belang te vinden dat de Nederlandse scheepsbouwsector ‘geld blijft krijgen om ontwikkelingsrisico’s bij duurzaamheidsinnovaties te ondervangen’. De subsidieregeling draagt bij aan duurzamere producten, energiebesparing en minder CO2-uitstoot. Daarnaast zorgt dit amendement voor een gelijk speelveld binnen de Europese Unie. Een gelijk speelveld is nodig voor ons bedrijfsleven om te kunnen concurreren met het buitenland.’

Pot snel leeg
In de pot van de SDS-regeling zat dit jaar 4,78 miljoen euro. Omdat de afgelopen zomer opengestelde regeling al snel was overschreven, werd het bedrag onlangs nog verhoogd met 180.000 euro. Brancheorganisatie Netherlands Maritime Technology meldt verheugd te zijn en zich nog steeds in te zetten voor een verlenging van de regeling voor drie jaar.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

Gratis testtijd bij MARIN voor maritieme MKB’ers

WAGENINGEN MARIN biedt ook dit jaar maritieme MKB’ers gratis tanktijd aan voor het testen van innovatieve ideeën. Het aanbod is bedoeld voor MKB’ers die van een nieuw maritiem concept willen kijken of het werkt, willen verbeteren of demonstreren. Inschrijven kan tot en met 31 december 2017.

Het gaat om nieuwe ideeën en concepten, niet om optimalisatie van bestaande ontwerpen en ontwerptesten. Als voorbeeld geeft MARIN drijvende windturbines, zonnepanelen en grote vliegers voor het opwekken van windenergie. In 2017 werd de gratis tanktijd aangeboden aan Tocardo, Ampyx Power, Aurelia BV, Oceans of Energy en Blue21. Voor deze projecten zijn de meeste proeven ondertussen uitgevoerd.

Tanktijd
De vijf geselecteerde projecten voor 2018 krijgen allemaal twee weken tanktijd, inclusief voorbereidingen en testtijd, in het MARIN Concept Basin of het MARIN Shallow Water Basin. Deze twee weken is inclusief een ervaren experimentator, die de systemen bedient en de klanten helpt bij het uitvoeren van de proeven. Ook inbegrepen is een voorbereidende dag voor inhoudelijk overleg met een ervaren project manager en een project engineer. Met elkaar bespreken ze het concept, de beste aanpak van de proeven en de benodigde ondersteuning. Het totale aanbod is ruwweg 40.000 euro waard per project.
Klanten kunnen hun eigen modellen meenemen en zelf meewerken bij de proefuitvoering. MARIN kan de modellen natuurlijk ook maken, maar brengt daarvoor dan wel kosten in rekening. Datzelfde geldt voor analyses en rapportage. Ervaring leert dat deelnemers zelf nog zo’n 20.000 tot 30.000 euro investeren in deze proeven.

MARIN benadrukt dat alles confidentieel gebeurt en de kennis die wordt opgedaan tijdens de proeven geheel van de MKB’er zelf is. Het MARIN-aanbod is ook geen overheidssubsidie. MARIN ziet het als haar bijdrage aan Nederlandse maritieme innovatie.

Inschrijven
Geïnteresseerde bedrijven kunnen zich middels het inschrijfformulier aanmelden met een beschrijving van hun concept en de tests die ze zouden willen uitvoeren. De deadline is 31 december 2017. MARIN zelf selecteert uit de inzendingen de meest innovatieve en kansrijke projecten.

Ga naar www.marin.nl/mkb voor meer informatie en om aan te melden via het inschrijfformulier. Of neem contact op met Jaap de Wilde, 0317-493493 of via email j.dewilde@marin.nl. (Foto Marin)

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

Maritieme cluster profiteert niet van herstel economie

ROTTERDAM De Nederlandse maritieme sector heeft in 2016 niet kunnen profiteren van het herstel van de wereldeconomie. Naar verwachting zal dit ook in 2017 nog niet gebeuren. Dit staat te lezen in de Maritieme Monitor 2017.

De Nederlandse maritieme sector zag de directe toegevoegde waarde vorig jaar met 2,9% dalen en de directe werkgelegenheid met 0,2% afnemen. Vooral maritieme bedrijven in het Noorden maakten moeilijke tijden door met faillissementen, reorganisaties en doorstarts als gevolg. Bij de havens, grote jachtbouw en de visserij ging het wel goed. Daarnaast lijkt de bodem van de crisis in de jachtbouw en de watersportindustrie bereikt.

Elf sectoren
De Maritieme Monitor wordt in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat uitgevoerd door Ecorys en geeft een beeld van de economische ontwikkeling, arbeidsmarkt en innovatie van de maritieme cluster en de elf maritieme sectoren. De monitor komt tot stand in nauwe samenwerking met Nederland Maritiem Land. Daarnaast voert Erasmus UPT voor het ministerie de Havenmonitor uit, die tevens de economische ontwikkeling van het niet-maritieme bedrijfsleven in de zeehavens in beeld brengt. Sinds 2013 sluiten de gegevens op elkaar aan, zodat een compleet beeld resulteert van de maritieme cluster en de havens.

Mark Frequin, DG Bereikbaarheid, bood vlak voor het Maritime Awards Gala het eerste exemplaar van de Maritieme Monitor 2017 aan Wim van Sluis, voorzitter Nederland Maritiem Land, aan. Dit deed hij namens de minister van Infrastructuur en Waterstaat. Tegelijkertijd overhandigde Frequin de Havenmonitor 2017 aan de voorzitter van de Brancheorganisatie Zeehavens, Ronald Paul.

2016 in cijfers
De maritieme cluster bood in 2016 werkgelegenheid aan ruim 271.500 mensen, waarvan 166.600 directe werkgelegenheid. De gecombineerde productiewaarde was € 54,5 miljard. De directe toegevoegde waarde kwam uit op ruim € 18,2 miljard. Indirect kwam hier nog ruim € 5 miljard bij. Hiermee genereerde de maritieme cluster ruim 3,3% van het Bruto Binnenlands Product. Qua werkgelegenheid was de maritieme sector goed voor ruim 3% van de Nederlandse werkgelegenheid.

In de Nederlandse zeehavens en het bijbehorende havenindustrieelcomplex werkten in 2016 ruim 180.000 mensen. De economische ontwikkeling was daar positief. De directe toegevoegde waarde nam in 2016 toe met € 1,32 miljard, zo’n 5,3 %. De totale directe en indirecte toegevoegde waarde kwam uit op € 41,2 miljard.


Trots en zorgen

‘We zijn trots op de mooie economische ontwikkelingen bij de Nederlandse zeehavens, maar maken ons tegelijkertijd ook zorgen om het steeds verder uit het lood gerakend gelijke speelveld met de havens in onze buurlanden’, aldus Ronald Paul, voorzitter van de Brancheorganisatie Zeehavens. ‘Gelukkig bevat het Regeerakkoord veel voorstellen om die balans te herstellen. We roepen Cora van Nieuwenhuizen, de nieuwe minister van Infrastructuur en Waterstaat, op om de aangekondigde maatregelen snel in te voeren om daarmee lading, toegevoegde waarde, de ingezette innovatie en banen veilig te stellen.’

Niet rooskleurig
Gezien de achterliggende redenen voor de moeilijke economische situatie in de cluster zijn de vooruitzichten voor 2017 niet rooskleurig. Overcapaciteit in de (zee)scheepvaart zorgt voor (te) lage vrachtprijzen. En zorgt in binnen- en buitenland voor lege orderboeken in de scheepsbouw. De aanhoudende malaise in de offshore drukt ook op deze sector. Niet alleen door het uitblijven van nieuwbouw orders, maar ook doordat de omvang van de scheepsreparaties afneemt. Wat weer een negatief effect op de maritieme toeleveranciers heeft. Positief is wel de ontwikkeling van alternatieve energievormen zoals Wind op Zee, dat deze zelfde offshore sector nieuwe activiteiten oplevert. Welke bijdrage dat kan gaan leveren is nog onzeker. De komende jaren kan de Brexit voor de Nederlandse vissers en de gehele Europese visserij een grote impact hebben, omdat mogelijk wordt besloten de Britse wateren alleen toegankelijk te maken voor Britse vissers.

Lange termijn kansen
Hoewel de maritieme cluster in 2016 nog niet heeft kunnen profiteren van het herstel van de wereldeconomie en dit naar verwachting ook in 2017 nog niet gebeurt, wordt wel verwacht dat de wereldhandel zich positief blijft ontwikkelen. Daarom zijn de lange termijn verwachtingen voor de maritieme cluster niet negatief. ‘Ondanks dat 2016 een moeizaam jaar was voor de maritieme cluster, en de vooruitzichten voor 2017 nog geen herstel voorspellen, zien wij kansen ontstaan’, vertelt Van Sluis. ‘Het regeerakkoord biedt een aantal concrete aanknopingspunten om de cluster erbovenop te helpen. Zoals de voorgestelde Green Deal met de zeevaart, binnenvaart en de havens. Maar ook de uitbreiding van de SDE regeling, extra budget voor defensie, onderzoek en de kennisinstellingen.’

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

 

Gelria toont interesse voor terrein Bodewes Millingen

NIJMEGEN Scheepswerf Gelria heeft interesse in het terrein van de failliete scheepswerf Bodewes in Millingen aan de Rijn. Zowel Gelria als makelaar Strijbosch Thunissen hebben bevestigd met in elkaar in gesprek te zijn, maar meer willen ze er voorlopig niet over kwijt.

Scheepswerf Bodewes sloot haar poorten in 2013. De in nieuwbouw en reparatie van binnenschepen gespecialiseerde werf was toen nog onderdeel van Damen Shipyards en bood werk aan 30 mensen. De werf ligt voor de splitsing van de Rijn in het Pannerdense Kanaal en de Waal. Vanwege deze plek had de werf regelmatig last van te lage of te hoge waterstanden. Zo kon de helling in 2010 ruim 14 weken niet worden gebruikt en in 2011 ruim 20 weken niet. De voormalige scheepswerf staat nu bij de Nijmeegse makelaar te koop voor 1.750.000 euro. De totale oppervlakte van het terrein bedraagt ruim 67.000 vierkante meter. Op de werf staat een dwarshelling van 160 meter lang.

Voor haar faillissement probeerde Bodewes het tij nog te keren door nieuwe, innovatieve, schepen op de markt te brengen, zoals de Damen EcoLiner. Dit 110 meter lange en 11,45 meter brede schip vaart op LNG en is voorzien van weerstand verlagende luchtsmering (ACES) onder het vlak. Dat zorgde voor een zeer laag brandstofverbruik en zeer lage emissies. Het kon een faillissement echter niet voorkomen.

Personeel Bodewes
Gerd de Swart en Martijn van Haaren namen in 2014 de failliete Nijmeegse Scheepswerf Gelria over. De Swart was 30 jaar lang eigenaar van scheepswerf Dodewaard, verkocht deze en ging advieswerk doen bij Neptune Shipyards in Hardinxveld-Giessendam. Maar toen scheepswerf Gelria failliet ging, vroeg hij zijn stiefzoon met hem in het nieuwe bedrijf te stappen. Om direct de beschikking te hebben over personeel met ervaring, werd een deel van de werknemers van het failliete Bodewes overgenomen.
Op de hellingen en in het water van Gelria liggen intussen weer binnenvaartschepen. Het ging na een jaar zelfs al zo goed, dat de twee mannen het vier hectare grote terrein, dat destijds nog werd gehuurd, wilden kopen. Begin van dit jaar was het uiteindelijk zo ver. Met de koop wordt ook werk gemaakt van de herstructurering van het terrein en haar directe omgeving. Het terrein krijgt een flinke opknapbeurt zodat het aantrekkelijker wordt voor bedrijven om zich ook hier te vestigen. ‘We zijn al in gesprek met maritiem gerelateerde bedrijven met vakmanschap en hart voor het werk om zo een totaalwerf te worden’, vertelde Martijn van Haaren destijds. ‘Zo hebben we alle kennis op de werf en bieden we een one stop shop. Ook verduurzamen we de werf. We kijken naar de mogelijkheden voor het plaatsen van zonnepanelen op de daken en elke lamp vervangen we door ledverlichting.’

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

4,6 miljoen euro voor duurzame scheepsbouw

DEN HAAG Nederlandse scheepswerven kunnen vanaf 15 juli aanvragen indienen in het kader van de Subsidieregeling Duurzame Scheepsbouw (SDS). De regeling werd onlangs gepubliceerd in de Staatscourant. Dit jaar is een budget beschikbaar van 4,6 miljoen euro.

De SDS is bedoeld om de introductie van vernieuwende duurzame technologieën in de scheepsnieuwbouw en -ombouw mogelijk te maken. Hierbij valt te denken aan technologieën die bedoeld zijn voor de structurele verlaging van CO2-uitstoot en andere schadelijke emissies naar lucht en water van verschillende scheepstypen voor zee- en binnenwateren. Ook andere oplossingen die bijdragen aan de duurzame inzet van het schip en haar bemanning gedurende de levensduur, vallen onder de regeling.
De SDS-regeling biedt volgens Netherlands Maritime Technology (NMT) oplossingen voor het knelpunt, dat investeringen in schone technologie vanwege de moeilijke marktomstandigheden en de zware internationale concurrentie veel te traag op gang komen.

Informatie
De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) voert de SDS-regeling uit in opdracht van het ministerie van Economische Zaken. Op www.rvo.nl wordt binnenkort informatie over de SDS-regeling gepubliceerd. Via die site kunnen belangstellenden vervolgens onder andere het aanvraagformulier, de toelichting bij de aanvraag en de officiële bekendmaking downloaden.

Om alle partijen gelijke kansen te bieden houdt Netherlands Maritime Technology (NMT) in samenwerking met RVO een informatiebijeenkomst over de subsidieregeling, waarin de regeling verder wordt toegelicht en er gelegenheid is om vragen te stellen. De bijeenkomst wordt gehouden van 14.00 uur tot 16.00 uur bij de RVO, Prinses Beatrixlaan 2 in Den Haag. Deelname is gratis.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

Inspectie controleert scheepswerven op laswerk op tankschepen

DEN HAAG Scheepswerven waar laswerkzaamheden aan tankschepen worden verricht, kunnen dit jaar inspecties verwachten van de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). Volgens de inspectie wordt op tankschepen onder risicovolle gewerkt, zoals lassen in besloten ruimtes, en heeft naleven van de veiligheid de hoogste prioriteit.

Aanleiding voor de extra controles is het aantal gevallen waarin nog steeds onveilig wordt gewerkt. Vorig jaar voerde de Inspectie 48 controles op tankschepen uit. Bij 33% werd onveilig gewerkt. In 2015 was dit percentage 52%. ‘Ondanks deze verbetering zijn inspecties nog steeds noodzakelijk’, meldt de inspectie. ‘Voor 2017 zijn daarom nieuwe inspecties voorzien.’
De inspecteurs letten bij de inspecties onder meer op meetverplichtingen inclusief herhaalmetingen, deskundigheid van degene die met de meetapparatuur werkt, bekendheid van de werknemers met de risico’s, met preventieve maatregelen en maatregelen in geval van calamiteiten.

Risico’s
Volgens de Inspectie lopen werknemers enorme risico’s bij werkzaamheden aan bord van tankschepen. ‘Werknemers moeten veelal in kleine ruimten lassen, snijden, branden of schoonmaken. Zij mogen die ruimten pas betreden als er metingen zijn verricht naar zuurstofconcentraties en mogelijke aanwezigheid van gevaarlijke gassen en dampen. Dit om te voorkomen dat werknemers stikken, of bedwelmd of vergiftigd raken. Ook is er sprake van explosiegevaar.’
Zorgvuldigheid in het naleven van de wettelijke veiligheidsprotocollen verdient de hoogste prioriteit. ‘In de naleving ervan zitten nog te veel zwakke plekken’, aldus de Inspectie SZW.

De wettelijke verplichtingen voor een goede risicobeheersing bij het veilig werken met vuur aan tankschepen kunt u vinden in de publicatie ‘Arbeidsrisico’s in de scheepsbouw en –reparatie’.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

 

Aankoop Scheepswerf Gelria startpunt voor verdere groei

NIJMEGEN G.H.W.M. de Swart Beheer, aandeelhouder van Shipyard Gelria, is de nieuwe eigenaar van de totaalwerf voor de binnenvaart, gelegen langs het Maas-Waal kanaal in Nijmegen. De nieuwe eigenaar gaat het terrein en materieel opknappen en verduurzamen. Ook werkt hij samen met Scheepswerf Gelria verder aan een one stop shop, om zo schippers in de binnenvaart optimaal te bedienen.

De in 1951 opgerichte scheepswerf behelst een terrein van vier hectare, aan drie zijden omgeven door water. De scheepswerf is de enige grote werf tussen Rotterdam en Duisburg. Dankzij het constante waterpeil en grote hellingcapaciteit biedt de werf ruime mogelijkheden voor onderhoud, reparatie, klasse maken en de verbouwing van schepen tot een lengte van 140 meter.
De aankoop van de werf is de eerste investering vanuit het Fonds Herstructurering Bedrijventerreinen Gelderland, onderdeel van Topfonds Gelderland. De investering door
fondsmanager participatiemaatschappij PPM Oost moet bijdragen aan de ontwikkeling van de scheepswerf tot het maritieme centrum van Oost-Nederland.  

De groenste
Eigenaren Martijn van Haaren en Gerd de Swart zijn enthousiast over de aankoop van de werf. ‘De afgelopen twee en een half jaar hebben we de kans gekregen deze eerder failliet gegane werf te huren. Met een goed team van gekwalificeerd personeel en de juiste mix van jong en oud is het ons gelukt om de werf te laten floreren. Zowel PPM Oost als Oost NV hebben de afgelopen periode een actieve bijdrage geleverd bij de aankoop van deze werf. Nu we eigenaar zijn kunnen we werken aan onze ambities: we willen het groenste maritieme centrum van Oost-Nederland zijn.’

Scheepswerf Gelria meldt nadrukkelijk werk te maken van herstructurering op het terrein en haar directe omgeving. Het terrein krijgt een flinke opknapbeurt zodat het aantrekkelijker wordt voor bedrijven om zich ook hier te vestigen. ‘We zijn al in gesprek met maritiem gerelateerde bedrijven met vakmanschap en hart voor het werk om zo een totaalwerf te worden’, vertelt Martijn van Haaren. ‘Zo hebben we alle kennis op de werf en bieden we een one stop shop. Ook verduurzamen we de werf. We kijken naar de mogelijkheden voor het plaatsen van zonnepanelen op de daken en elke lamp vervangen we door ledverlichting.’

Meer werkgelegenheid
Marius Prins, directeur PPM Oost, verwacht dat een investering in de scheepswerf leidt tot versterking van watergebonden bedrijvigheid in Nijmegen en groei van (jeugd-)werkgelegenheid. ‘Zo krijgen ook jongeren met een afstand tot de arbeidsmarkt de kans een vak te leren. En naar verwachting gaan meer watergerelateerde bedrijven zich op de werf vestigen, wat nog meer werkgelegenheid met zich meebrengt.’
Gelria is al actief in sociale arbeids- en opleidingsplaatsen en is aangesloten bij het Logistiek Expertise Centrum Nijmegen. Op de scheepswerf zijn 25 medewerkers werkzaam, woonachtig in de regio. Gelria biedt ook leer-werkplekken aan jeugd die na een vmbo-opleiding intern een opleiding op de werf kunnen volgen. ‘In de regio zijn op dit moment geen opleidingsmogelijkheden voor scheepsmetaalbewerker’, vertelt Martijn. ‘We zijn in gesprek met stichting Vakopleiding Techniek om deze opleiding nieuw leven in te blazen.’

Topfonds Gelderland
Topfonds Gelderland is een investeringsfonds van de provincie Gelderland, beheerd door fondsmanager PPM Oost. Via Topfonds Gelderland investeert PPM Oost met geld van de provincie in innovatieve ondernemingen en projecten op het gebied van economie, duurzame energievoorziening en cultureel ondernemerschap in de provincie Gelderland. Dit gebeurt, in samenwerking met co-investeerders, in de vorm van directe investeringen in ondernemingen en via investeringen in marktfondsen.

In totaal stelt de provincie Gelderland € 166,25 miljoen ter beschikking via Topfonds Gelderland, waarvan € 31 miljoen voor de fondsinvesteringen en € 135,25 miljoen voor directe investeringen in Gelderse bedrijven via de vijf dochterfondsen: Innovatie- en Energiefonds Gelderland (IEG), MKB Kredietfaciliteit Gelderland, Fonds Herstructurering Bedrijventerreinen Gelderland (FHBG), Fonds Gelderse Vrijetijdseconomie (FGV) en Fonds Gelderse Cultuurleningen (FGC).

PPM Oost
PPM Oost, het participatiebedrijf van Oost NV, is de regionale durfinvesteerder in Oost-Nederland. Zij stelt de benodigde financiering én haar netwerk, kennis en kunde beschikbaar aan ondernemers in High Tech, Life Tech, Cleantech & Energy en investeert tevens in marktfondsen. Naast investeren helpt ontwikkelingsmaatschappij Oost NV ondernemers met innoveren, internationaliseren en (bedrijfs)infrastructuur.
PPM Oost staat voor actief beheer en coaching: ondernemen voor de maatschappij van de toekomst. Met geld van de rijksoverheid en de provincies Gelderland en Overijssel en Regio Twente investeert PPM Oost in ruim 220 bedrijven met een totaal fondsvermogen onder beheer van ruim 300 miljoen euro. Zo wordt een mooie bijdrage geleverd aan het behalen van regionale, economische, milieu- én werkgelegenheidsdoelstellingen.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook