Tag archieven: milieu

Nijmeegse walstroom via zonnepark EKI

NIJMEGEN Nijmegen heeft de eerste Nederlandse walstroom op zonne-energie. In de Nijmeegse kanaalhavens opende burgemeester Bruls van Nijmegen onlangs het duurzame bedrijfspand van EKI. Op het dak van het pand liggen ruim 8.000 panelen op een oppervlak van ongeveer zes voetbalvelden.

Het zonnepark met de naam KIEN24 is de eerste in Nederland die laadpalen voor schepen voorziet van groene stroom. De gemeente wilde graag walstroom in de kanaalhavens om de luchtkwaliteit in de stad te verbeteren. Walstroom zorgt ervoor dat de dieselgeneratoren uit kunnen en er geen schadelijke stoffen meer worden uitgestoten. De gemeente heeft zelf al aan de publieke kades zoals de Waalkade en in de Waalhaven walstroom gerealiseerd. Ze ziet graag dat deze stroom ook op kades van bedrijven (zoals in de Kanaalhavens) beschikbaar komt. Daarom heeft de gemeente via een uitvraag opdracht verleend aan Ecotap om de laadpalen bij EKI te realiseren. Eerder ondersteunde de gemeente de realisatie van walstroom bij asfaltfabriek APN en op het nieuwe terrein van Derks GWW. De ondersteuning gebeurt mede uit het CLINSH-project (CLean INland SHipping) van het EU-LIFE-subsidieprogramma.

Industrieel erfgoed
De oude Sappi papierfabriek, waar in de hoogtijdagen circa 800 mensen werkten, is nu een verduurzaamde ‘oude fabriek’. Eén van de doelstellingen was om het complex op allerlei vlakken te gaan verduurzamen. Het zonnepark wekt niet alleen genoeg duurzame energie op voor EKI en walstroom, ook worden zo’n 800 huishoudens voorzien van deze groene stroom via leverancier Vandebron. Hiermee is het voor bewoners uit de wijk mogelijk stroom af te nemen van het zonnedak van de ‘buren’. Heel Nederland kan overigens de groene stroom van de voormalige papierfabriek selecteren; voor de buurwijk Hees is een speciale prijs geregeld.

Duurzaam
De voormalige papierfabriek heeft niet alleen een gigantische zonnepark. Het pand waarin EKI is gevestigd is voorzien van tal van andere duurzaamheidsfacetten. Je kunt daarbij denken aan warmtepompen, pelletkachels, een nieuw geïsoleerd dak en LED-verlichting. Hierdoor is het verbouwde pand volledig klimaatpositief en heeft het een A++ energielabel gekregen. (Foto EKI)

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Ook Willems is lid van Aqualink. Meld u nu ook aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

 

Verlenging van de Stage V overgangstermijn

ROTTERDAM Binnenvaartschepen die nieuw in de vaart komen hoeven pas vanaf 1 januari 2022 voorzien te zijn van Stage V motoren. In nieuwbouwschepen die uiterlijk 31 december 2021 voorzien zijn van een (voorlopig) certificaat mogen nog CCRII motoren zijn ingebouwd. Voor nieuwbouwschepen die nu nog in (af)bouw zijn, geeft dit dus zes maanden extra om in de vaart te komen.

Netherlands Maritime Technology (NMT) zette zich het afgelopen jaar in samenwerking met het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en Lloyd’s Register in om voor binnenvaartschepen waarvan de bouw door corona is vertraagd een verlenging te krijgen van de Stage V overgangstermijn voor motoren > 300 kW. Hiervoor zijn in goede samenwerking met de betrokkenen de nodige stappen ondernomen om de Europese Commissie te informeren en overtuigen om de overgangstermijn te verlengen. Uiteindelijk stemden zowel het Europees Parlement als de Europese Raad in met de verlenging van zes maanden van de Stage V overgangstermijn voor het plaatsen van motoren > 300 kW.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Ook Willems is lid van Aqualink. Meld u nu ook aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

Gelderland wil meer geld voor verduurzamen binnenvaart

ARNHEM De provincie Gelderland wil de binnenvaart versneld verduurzamen. Door binnenvaartmotoren te voorzien van een katalysator neemt hun uitstoot van stikstof met 80 tot 95% af. Gelderland wil een deel van deze vrijgekomen stikstofruimte gebruiken voor het bouwen van woningen langs de grote rivieren. Om dat te kunnen roept de provincie het rijk op om het beschikbare budget voor verduurzamen van de binnenvaart te verhogen van 79 naar 200 miljoen euro.

Het Gelderse aandeel in de totale Nederlandse binnenvaart is ruim 30%. Per jaar vaart er 70.000 keer een schip over de Waal om goederen te vervoeren van Rotterdam naar Duitsland en andersom. ‘Zoveel vervoer over water biedt economische kansen die we graag benutten. Dit uit zich helaas ook in flink verhoogde stikstofneerslag op sommige delen van de Rijntakken langs de Waal tot aan de Veluwe. Waar de neerslag op veel natuurgebieden al 10 mol per hectare per jaar is, is dit langs de Rijntakken op sommige plekken meer dan 40 mol per hectare per jaar.’

Onderzoek
Gelderland liet Expertise en InnovatieCentrum Binnenvaart (EICB) in samenwerking met Panteia, onderzoeken hoeveel de kwetsbare natuur langs de rivieren te lijden heeft onder stikstofeffecten van de binnenvaart. De resultaten zijn volgens de onderzoekers duidelijk. De binnenvaart veroorzaakt slechts een klein deel van de totale stikstofneerslag op de natuur. ‘Maar wanneer een schip investeert in een schone motor, levert dat per schip veel stikstofwinst op. Als we dit resultaat binnen een paar jaar willen behalen, dan moeten we nu inzetten op versneld verduurzamen.’

Het Gelderse initiatief zette uiteindelijk negen andere provincies aan tot hetzelfde onderzoek. Op deze manier zijn heel veel vaarbewegingen onderzocht. Er bleek dat een deel van de stikstof verwaait over grote afstanden. Door nu 121 miljoen euro extra te investeren kan het rijk op korte termijn de stikstofneerslag op Natura 2000-gebieden verminderen. Dit concludeert het EICB. Met deze investering kan de helft van alle binnenvaartschepen onder Nederlandse vlag verduurzamen. Voor de langere termijn moet op nationaal en internationaal niveau naar oplossingen worden gezocht, zoals bijvoorbeeld zero-emissie motoren op schone aandrijving.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

 

‘Toezicht op biobrandstof moet verbeteren’

DEN HAAG België, Frankrijk, Duitsland, Luxemburg en Nederland gaan samen aan de slag voor beter toezicht op de inzet van biobrandstof. Nu de sector groeit is dat noodzakelijk om de duurzaamheid van biobrandstof te borgen. De landen roepen eurocommissarissen Frans Timmermans en Kadri Simson op snel werk te maken van beter toezicht en handhaving op Europees niveau.

De productieketen van biobrandstof is verspreid over verschillende landen. Landen wisselen daarom ook onderling signalen en werkwijzen uit. ‘De markt groeit, dus moet het toezicht meegroeien’, vertelt staatssecretaris Stientje van Veldhoven van Infrastructuur en Waterstaat. ‘Zo garanderen we de duurzaamheid van de biobrandstoffen die we inzetten. En dat is belangrijk. Niet alleen voor het klimaat, maar ook voor de investeringszekerheid van bedrijven in de sector.’

Ambitieus
Europa heeft ambitieuze klimaatdoelstellingen. Zo moet al het vervoer in 2050 vrij van uitlaatgassen zijn. Biobrandstoffen zijn voorlopig nog nodig om onze klimaatafspraken na te komen en de omslag naar volledig emissieloos zwaar wegvervoer, binnenvaart, luchtvaart, zeevaart en personenvervoer te kunnen maken. Voorwaarde is wel dat de duurzaamheid gegarandeerd is. Daar is naast privaat toezicht ook goed publiek toezicht voor nodig. De productieketen van biobrandstof is internationaal, dus moet het toezicht daarop ingericht zijn. Eerder werd grensoverschrijdende fraude opgespoord vanuit Nederland, België en het Verenigd Koninkrijk.

Meer ambitie
De vijf landen roepen Timmermans en Simson op om Europese wetgeving aan te passen, zodat de lidstaten een stevigere basis hebben om privaat en publiek toezicht op de biobrandstofketen te verbeteren en dat overal hetzelfde gebeurt. Ook roepen zij op tot meer ambitie bij de huidige ontwikkeling van een Europese database om zoveel mogelijk transparantie in de keten te realiseren. Daarmee is de betrouwbaarheid van duurzaamheidsclaims eenvoudig te controleren.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

Duurzame binnenvaart mogelijk door innovaties

STRAATSBURG Er bestaan oplossingen voor een milieuvriendelijke binnenvaart. Ze moeten echter zo innovatief zijn dat spill-over-effecten naar bijvoorbeeld de zeevaart mogelijk zijn. Dit en meer blijkt uit een online workshop over alternatieve energiebronnen voor elektrische voortstuwingen van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart (CCR).

De CCR hield de workshop om aan te tonen dat elektrische voortstuwingen die gebruik maken van alternatieve energiebronnen een centrale rol spelen in de vermindering van de uitstoot van verontreinigende stoffen en broeikasgassen in de binnenvaart. Aan de workshop namen meer dan 180 genodigden deel. Zij kwamen meer te weten te komen over innovatieve technologiën en de technische, economische, organisatorische en juridische uitdagingen voor de implementatie hiervan. Regelgeving, financiering en een aanvaardbaar rendement op investering of risico werden genoemd als enkele van de belangrijkste uitdagingen bij de ontwikkeling van proefprojecten.

Niet beperken
Een van de belangrijkste conclusies was dat we ons niet mogen beperken tot één enkele alternatieve energiebron (no one size fits all) en dat het belangrijk is technologie neutraal te blijven. Daarnaast moet de aandacht worden toegespitst op de bestaande bunkerinfrastructuur en op de wijze waarop deze in de toekomst kan worden hergebruikt. ‘De beschikbaarheid van een goed ontwikkelde infrastructuur is noodzakelijk voor een vlotte implementatie van deze nieuwe energiebronnen.’
De workshop heeft volgens de CCR de verschillende infrastructuurbehoeften van energiedragers, zoals waterstof en elektriciteit, in kaart gebracht en heeft waterwegbeheerders en operatoren van bunkerstations inzicht verschaft in de toekomstige infrastructuurbehoeften.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

Het eerste vrachtschip op waterstof ter wereld

PARIJS Het Europese innovatieproject Flagships komt volgens eigen zeggen dit jaar met het eerste commerciële vrachtschip op waterstof. Het schip wordt ingezet op de Seine in Parijs. De commerciële activiteiten beginnen in 2021.

Dit schip op waterstof wordt eigendom zijn van het Compagnie Fluvial de Transport (CFT), een dochteronderneming van de Sogestran Group. Het bedrijf ontwikkelt momenteel een nieuw bedrijf voor stadsdistributie met transportschepen in de omgeving van Parijs. ‘De vraag naar duurzamere technologieën in de binnenvaart neemt toe’, zegt Matthieu Blanc, directeur van CFT. ‘Als onderdeel van het Flagships-project zijn we blij dat we het voortouw nemen bij het verminderen van de uitstoot van transport en het demonstreren van de superieure eigenschappen van waterstofbrandstofcellen.’

Geen duwboot
Het Flagships-project ontving in 2018 een financiering van 5 miljoen euro van het EU-onderzoeks- en innovatieprogramma Horizon 2020, in het kader van de gemeenschappelijke onderneming Fuel Cells and Hydrogen (FCH JU), om twee waterstofschepen in Frankrijk en Noorwegen in te zetten. Het oorspronkelijke plan van het project was om een duwboot op waterstof in de omgeving van Lyon in te zetten, maar toen het bredere potentieel voor waterstof in het vrachtvervoer naar voren kwam, werd de demo-duwboot veranderd in een binnenvaartvrachtschip. Het nieuwe schip krijgt de taak om goederen op pallets en in containers langs de rivier de Seine te vervoeren. De focusverschuiving is gebaseerd op de ervaring van Sogestran Group opgedaan in België, waar Blue Line Logistics (BLL), een andere dochteronderneming van de Sogestran Group, drie vrachtschepen exploiteert die varen onder de conceptnaam Zulu. Er is ook een Zulu-schip in Parijs in gebruik genomen, en momenteel zijn er nog twee Zulu-schepen in aanbouw voor dezelfde markt. Het Flagships-project zal een waterstofstroomopwekkingssysteem installeren op een van de nieuwbouwschepen, die gepland staat voor oplevering in september 2021. Blue Line Logistics is van plan om het schip voor eind 2021 op waterstof te laten varen.

‘Substantiële bijdrage’
Volgens Flagships projectcoördinator Jyrki Mikkola van het Finse VTT Technical Research Centre is groene en duurzame scheepvaart een voorwaarde om nationale en internationale doelstellingen voor het verminderen van emissies te halen. ‘Schepen die worden aangedreven door hernieuwbare waterstof zullen een substantiële bijdrage leveren aan het verminderen van emissies door de scheepvaart en het verbeteren van de luchtkwaliteit in steden en andere dichtbevolkte gebieden. Waterstof wint terrein Zowel de EU als de scheepvaartsector zien waterstof als een belangrijke bijdrage aan de inspanningen om de klimaatverandering te beperken.’

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

Vergroening versnelt afname kleine schepen

ROTTERDAM Door de noodzakelijke vergroening van de binnenvaart versnelt de jarenlange afname van schepen kleiner dan 86 meter. Hierdoor ontstaat volgens de Rabobank dan mogelijk de maatschappelijk ongewenste situatie van een reverse modal shift. ‘De lading die deze schepen vervoeren, wordt dan niet meer over het water, maar over bijvoorbeeld de weg vervoert. Dat zorgt voor extra drukte op onze wegen.’

De maatschappelijke trend van vergroenen heeft dus invloed op de omvang en samenstelling van de binnenvaartvloot. Ondernemers in de binnenvaart krijgen namelijk de komende jaren te maken met maatschappelijke druk en wet- en regelgeving op het gebied van verduurzaming. Zo moeten ondernemers investeren in nieuwe, duurdere en schonere motoren (Stage V) of nabehandelingsinstallaties om de uitstoot van hun schepen te verminderen. Maar die opties zijn veel duurder dan de nu gangbare motoren van schepen. ‘Op basis van eigen onderzoek verwachten we dat een groot deel van de binnenvaartvloot niet in staat is om deze investeringen zelfstandig te doen’, meldt Sectormanager Binnenvaart Marco van Beek van de Rabobank in een update over de binnenvaartmarkt. ‘Nationale of Europese ondersteuning is dan nodig, want het is duidelijk dat verduurzamen veel geld kost.’
Maar investeren in een nieuwe motor zal ook dan nog niet voor elke ondernemer haalbaar zijn. Volgens Van Beek hebben vooral de oudere en kleinere schepen in de vloot minder mogelijkheden om te investeren in verduurzaming. ‘Het vermogen van de ondernemers is in veel gevallen te beperkt en financiers zijn mede daardoor terughoudend.’

Groot heeft de toekomst
De vloot van schepen die groter dan 86 meter zijn, lijkt volgens Van Beek de beste kaarten voor de toekomst te hebben. ‘In dit segment van de markt zien we de meeste nieuwbouw van schepen en investeren in nieuwe motoren is voor bestaande schepen nog haalbaar. Verder verwachten we dat de toename in het aantal eigenaren van meerdere schepen versnelt. Daarmee versnelt ook de afname van het aantal eigenaren met één schip. Ondernemers met meerdere schepen kunnen vaak investeren om te blijven voldoen aan de nieuwste eisen. Ook zien we dat deze ondernemingen vaker opdrachtgevers voor langere tijd aan zich binden.’

Milieulabel
De Rabobank verwacht ook dat ook de invoering van het milieulabel voor de binnenvaart als onderdeel van de Green Deal Binnenvaart dit jaar impact heeft op de sector. ‘Door dit label worden de verschillen in emissies tussen schepen op een objectieve manier zichtbaar. Partijen zoals havenbedrijven, verladers en banken laten dit milieulabel meewegen in bijvoorbeeld toegang tot vaarwegen, contracten of financiering. Ook op de langere termijn is de Green Deal van de Europese Commissie voor de sector relevant. Een ambitie uit de Europese Green Deal is namelijk om het vervoer over water met 25% te laten stijgen. Daardoor ontstaan er mogelijkheden voor bedrijven die zich onderscheiden op het gebied van duurzaamheid.’

Vaarwegen groter
De Rabobank verwacht verder voor de komende tijd dat net als de afgelopen jaren aanpassingen aan vaarwegen worden gedaan waardoor grotere schepen nieuwe locaties kunnen bereiken. ‘Daardoor krijgen kleinere schepen meer concurrentie en verliezen zij marktaandeel. Door de samenwerking op te zoeken met andere ondernemers in bijvoorbeeld een coöperatie is een manier om deze concurrentie tegen te gaan.’
Aanpassingen aan de vaarwegen zijn volgens de Rabobank nodig voor een betrouwbare binnenvaart. ‘De levensader voor de binnenvaart is de Rijn met ongeveer 70% van het ladingvolume. Maar de betrouwbaarheid van de Rijn is door recente lage waterstanden niet vanzelfsprekend. Ook voor de lange termijn zijn er veel zorgen over voldoende water in de rivier. Verladers en partijen voor wie betrouwbaarheid erg belangrijk is, kiezen inmiddels al voor vervoer per spoor naast vervoer over water.’ (Foto Erik van Huizen)

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

 

Minister trekt vier miljoen uit voor binnenvaartschip op waterstof

ROTTERDAM Minister Van Nieuwenhuizen van Infrastructuur en Waterstaat trekt vier miljoen euro uit voor de bouw, ontwikkeling en het in de vaart brengen van het eerste binnenvaartvrachtschip in Nederland dat wordt aangedreven door waterstof. Het schip krijgt de naam Antonie, wordt 135 meter lang, 3700 ton, wordt gebouwd door Lenten Scheepvaart en komt naar verwachting in 2023 in de vaart.

De bouw van de Antonie staat niet op zichzelf, maar maakt deel uit van het WEVA-project. Dit is de afkorting van ‘Waterstof Elektrisch Vrachtschip Antonie’. De Antonie gaat zout vervoeren van de fabriek van Nouryon in Delfzijl naar de Botlek in Rotterdam. Het project waar naast de reder en vervoerder ook de motorleverancier en brandstofcelproducent bij betrokken zijn, wordt begeleid door binnenvaart coöperatie NPRC. ‘Het unieke van dit project is de samenwerking tussen verlader, binnenvaartondernemer, coöperatie NPRC en de overheid’, vertelt CEO Femke Brenninkmeijer vn de NPRC. ‘Alleen met steun van alle belanghebbenden is het mogelijk om van dromen naar werkelijkheid, van woorden naar daden, te komen met een zero-emissie transport.’

Zero-emissie
Waterstof als aandrijving voor binnenvaartschepen is volgens de minister een belangrijk duurzaam alternatief voor schepen die varen op fossiele diesel. ‘Varen op waterstof is nu niet langer meer een idee dat op de tekentafel ligt. Door dit schip te bouwen en er straks mee te varen, leren we in de praktijk wat er nodig is om waterstof veilig en op grotere schaal te gebruiken in onze binnenvaart. Dit is een hele mooie stap vooruit op weg naar een binnenvaart zonder uitstoot.’ In 2050 moet de Nederlandse binnenvaart zero-emissie zijn.

Green Deal
De Rijksoverheid, provincies, havens, maritieme brancheorganisaties, verladers, vervoerders, banken en kennisinstellingen hebben in 2019 met de Green Deal Zeevaart, Binnenvaart en Havens de handen ineen geslagen voor verduurzaming van de scheepvaart. Uit die Green Deal vloeiden eerdere impulsen voor schonere binnenvaartschepen voort, zoals de oprichting van Zero Emission Services (ZES). Begin dit jaar stelde minister Van Nieuwenhuizen 11,7 miljoen euro beschikbaar om binnenvaartschippers en -reders te ondersteunen bij de aanschaf en installatie van nieuwere en schonere scheepsmotoren. Ook was er subsidie voor fabrikanten voor de ontwikkeling en productie van schonere scheepsmotoren. Het kabinet stelt de komende vijf jaar 65 miljoen euro beschikbaar om binnenvaartschepen uit te rusten met SCR-katalysatoren. Deze bijdrage is onderdeel van de maatregelen die worden genomen om de uitstoot van stikstof omlaag te brengen.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

 

Twee NPRC-schepen gaan op waterstof varen

ROTTERDAM De binnenvaart coöperatie NPRC gaat samen met de Duitse polymerenproducent Covestro twee schepen van de vloot ombouwen naar waterstofschepen. Het is de bedoeling dat de eerste twee nul-emissieschepen al in 2024 gaan varen.

In termen van transportvolume is zout de belangrijkste grondstof voor de Covestro-vestigingen in Noordrijn-Westfalen. Covestro en NPRC willen het vervoer van deze grondstof stap voor stap emissievrij maken. In eerste instantie zal gekeken worden naar de technische en economische haalbaarheid van het project. Daarbij zal ook het technisch ontwerp van de romp worden geoptimaliseerd, zodat de schepen zelfs bij laagwater kunnen worden ingezet. Ook wordt de mogelijkheid onderzocht om groene waterstof uit Covestro’s eigen chloorelektrolyse te gebruiken om de binnenschepen te bunkeren.

‘Solide basis’
‘Deze samenwerking is een geweldig voorbeeld van de kansen die zich voordoen als alle stakeholders in de logistieke keten zich verbinden tot duurzaamheid’, aldus CEO van NPRC Femke Brenninkmeijer. ‘Dit partnerschap met Covestro biedt een solide en betrouwbare basis voor onze coöperatie van individuele binnenvaartondernemers om de enorme investering aan te gaan die nodig is om om te schakelen naar zero-emissie vervoer. Deze vorm van gezamenlijke ketenverantwoordelijkheid is naar mijn idee de toekomst van innovaties in de logistiek.

Frontrunners
Het project van Covestro en NPRC maakt deel uit van het RH2INE-Initiatief van het Duitse Ministerie van Economische Zaken van Noordrijn-Westfalen en de Nederlandse provincie Zuid-Holland. Doel is een klimaat neutrale transportroute op de Rijn-Alpencorridor en zo invulling geven aan de Europese Green Deal.
Covestro wil het bedrijf volledig in lijn brengen met de circulaire economie en op lange termijn broeikasgasneutraal produceren. ‘Dit omvat ook het continu verminderen van indirecte emissies, waarbij we innovatieve oplossingen willen implementeren samen met sterke partners zoals NPRC’, verklaart Dr. Klaus Schäfer, Chief Technology Officer van Covestro AG. ‘De logistieke sector is in dit verband bijzonder relevant. Vervoer is immers de enige sector in de EU waar de emissies sinds 1990 zijn gestegen in plaats van gedaald. Dit is waar het RH2INE-initiatief om de hoek komt kijken, waar Covestro en NPRC zich nu als frontrunners hebben aangesloten.’

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

Subsidie voor aanschaf Stage V- of elektromotor

DEN HAAG Minister Cora van Nieuwenhuizen trekt de komende drie jaar 11,7 miljoen euro uit om binnenvaartschippers en -reders te ondersteunen bij de verduurzaming van hun vloot. De subsidie is bedoeld voor de aanschaf van een Stage V-motor of elektromotor. Zo moet de uitstoot van stikstof door de binnenvaart omlaag worden gebracht.

In 2021 stelt het ministerie € 4,9 miljoen euro beschikbaar voor aanschaf van een Stage V-motor of elektromotor en € 15,6 miljoen euro voor aanschaf van een SCR-katalysator. De subsidie bedraagt maximaal 40% van de investeringskosten. Voor middelgrote en kleine ondernemingen kan dit verhoogd worden naar 50% respectievelijk 60%. Het maximaal uit te keren bedrag per aanvraag is € 200.000.

‘De binnenvaart is cruciaal om op een duurzame en efficiënte manier onze goederen te vervoeren, om het dichtslibben van de wegen te voorkomen en onze internationale concurrentiepositie te versterken’, stelt de minister. ‘Laten we als varende natie het goede voorbeeld geven en met deze injectie een serieuze stap zetten naar een duurzame toekomst.’

Stikstofaanpak
Tussen 2021-2025 komt 65 miljoen euro beschikbaar om bestaande motoren van binnenvaartschepen uit te rusten met SCR-katalysatoren. Een binnenvaartschip met een SCR-katalysator stoot tot 80 procent minder stikstof uit. Na 2025 investeert het kabinet nog eens 14 miljoen euro in deze zogenaamde ‘retrofit’ van binnenvaartschepen. De bijdrage voor de aanschaf en installatie van katalysatoren is onderdeel van de structurele aanpak stikstof; het maatregelenpakket van het kabinet om de stikstofuitstoot omlaag te brengen.

Ontwikkeling schone motoren
De ondersteuning voor de verduurzaming van binnenvaartschepen volgt op de regeling voor de ontwikkeling en productie van schonere scheepsmotoren, die eind vorig jaar werd gepubliceerd. Met die subsidie kunnen fabrikanten en ontwikkelaars een bijdrage tot 250.000 euro krijgen. In totaal was er in 2020 500.000 euro en in 2021 1 miljoen euro beschikbaar voor de ontwikkeling van schonere motoren. Fabrikanten kunnen de subsidie nog tot 16 maart 2021 aanvragen.

Aanvragen
Aanvragen voor schone motoren en voor SCR-katalysatoren kunnen worden ingediend bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Het Expertise- en InnovatieCentrum Binnenvaart (EICB) treedt voor geïnteresseerden op als vraagbaak. Bij vragen of voor meer informatie over deze regeling kunt u contact opnemen met Niels Kreukniet (EICB) via 010 798 98 30 of per e-mail: info@eicb.nl.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.