Tag archieven: economie

Binnenvaart groeit in 2017 vooral binnenlands

AMSTERDAM De binnenvaart moet het wat betreft de groei in 2017 vooral hebben van het binnenlands vervoer. Dat meldt het economisch bureau van de ING. Het kolenvervoer blijft onder druk staan, maar het containervervoer groeit en de tankvaart doet het redelijk goed. Toch zorgt aanhoudende druk op de tarieven ervoor dat het sectorbreed financieel nog altijd niet echt goed gaat.

De economen van de ING verwachten dat de binnenvaartondernemers het huidige jaar afsluiten met een omzetdaling van rond de 5%. Dat kwam vooral vanwege de lage vrachttarieven, het ladingvolume ging wel vooruit. Voor 2017 voorziet ING een toename van het vrachtvolume met 2%. Hoewel het zwaartepunt met 70% bij het internationaal vervoer ligt, is het binnenland een groeimarkt voor de binnenvaart en dan met name in het containervervoer. Het risico bestaat dat de brandstofkosten na twee jaar van daling in 2017 weer toenemen. Door de tariefdruk blijft de omzetstijging beperkt tot 3%. Het pre-crisisniveau blijft hiermee ver weg.

Goed presterend
Door structurele problemen als versnippering en overcapaciteit laat de gemiddelde winstgevendheid in de binnenvaart volgens de ING-economen te wensen over. ‘Het blijft echter ook een sector met markt imperfecties. Dit hangt samen met grote investeringen, verschillende scheepsmaten, voorschriften en diepgang van vaarwegen, de invloed van de waterstand en de afhankelijkheid van grondstoffenmarkten. Hierdoor is suboptimaliteit niet altijd te voorkomen en is er een flink aantal binnenvaartbedrijven dat wel een goede rentabiliteit laat zien.’

Droge ladingvaart
De vooruitzichten voor de droge ladingvaart voor 2017 zijn redelijk goed. Zo is er internationaal nog marktaandeel te winnen in het containervervoer naar Duisburg en verder richting Zuid-Duitsland. Maar ook in Nederland is er nog ruimte voor groei dankzij het dichte netwerk van binnenhavens en toenemende files op de weg. Voor het zand- en grindvervoer ziet het jaar er eveneens goed uit. De bouwsector groeit door en de ontwikkeling van de nieuwe zeesluis bij IJmuiden zorgt tijdelijk voor een grote afvoer van grond. Minder goed gaat het met het kolenvervoer dat in een dalende lijn terechtkomt door de sluiting van kolencentrales. Het vervoer van erts en kolen voor de staalindustrie gaat daarentegen gewoon door. Naarmate het volume groeit verbetert de balans in de sector en dat is positief voor ondernemers.

Tankvaart
De tankvaart deint vooral mee op de ontwikkelingen in de chemie en de oliemarkt en kent daardoor veel pieken en dalen. Door de lage en volatiele olieprijs was er veel handel en vervoer in 2016. Voor de chemie blijft het beeld voor 2017 positief. De oliemarkt blijft door internationale onzekerheid echter een onzekere factor. Gunstig is in elk geval dat er door sluiting van een Zwitserse raffinaderij meer geraffineerd product naar de Bovenrijn wordt vervoerd. In 2017 en 2018 zullen de laatste enkelwandige tankers uit de vaart gaan. Het positief effect hiervan op de tarieven is echter beperkt omdat er nog altijd nieuwe en grotere tankers in de vaart komen.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

MKB-ondernemers vol vertrouwen voor 2017

DEN HAAG Ondernemers in het midden- en kleinbedrijf (MKB) verwachten voor 2017 meer omzet, hogere investeringen en uitbreiding van de werkgelegenheid. Ook viel het ondernemersvertrouwen in het MKB aan het begin van het vierde kwartaal hoger uit dan een kwartaal eerder. Dit meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

Vooral ondernemers in het middenbedrijf (50-250 werkzame personen) zijn positief in hun verwachtingen voor volgend jaar. Zij zijn vaker optimistischer dan ondernemers met kleinere bedrijven (5-50 werkzame personen), al zijn ondernemers in het kleinbedrijf per saldo ook positief gestemd. Over de omzet, de export en de personeelssterkte zijn ondernemers uit het grootbedrijf nog positiever dan ondernemers in het MKB.

vertrouwen2Positief
In het middenbedrijf denkt 39% van de bedrijven dat de omzet in 2017 toeneemt, terwijl 6% een lagere omzet voorziet. Per saldo is dus 33% van de ondernemers positief over de omzetontwikkeling. In het kleinbedrijf is dit saldo 21% en in het grootbedrijf 53%. De verwachtingen over de buitenlandse omzet hebben hetzelfde patroon: de verwachtingen in het kleinbedrijf zijn het minst positief en in het grootbedrijf zijn de verwachtingen het meest positief.
Van de ondernemers in het middenbedrijf verwacht per saldo 10% een groei van de investeringen in 2017 en 18% een toename van de werkgelegenheid. Binnen het kleinbedrijf verwacht per saldo 3% van de ondernemers een groei van de investeringen en 11% een toename van de werkgelegenheid.

Vierde kwartaal
Net als in het gehele bedrijfsleven zijn MKB-ondernemers in het vierde kwartaal van 2016 onverminderd positief gestemd. Het vertrouwen van MKB-bedrijven kwam uit op 9,3. Dat is nagenoeg gelijk aan het sentiment in het bedrijfsleven als geheel (9,2). Het ondernemersvertrouwen in het MKB is 1,5 punt hoger dan aan het begin van het derde kwartaal. Binnen het MKB is het vertrouwen van ondernemers in het kleinbedrijf (ondanks de lagere verwachtingen voor 2017) met 9,6 het grootst. Tot en met de eerste helft van 2016 waren ondernemers in het kleinbedrijf juist minder optimistisch gestemd dan in het MKB als geheel.
In alle sectoren binnen het MKB zijn ondernemers gunstig gestemd. Het MKB-ondernemersvertrouwen is met 20,6 in de bouw het hoogst. Daarmee is het sentiment van MKB-ondernemers in de bouwsector nog positiever dan in het derde kwartaal. Ook in de horeca, de onroerend goedsector, de handel en de informatie en communicatie is het vertrouwen verbeterd ten opzichte van het derde kwartaal.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

Vijf miljoen voor duurzame scheepsbouw

DEN HAAG De Tweede Kamer heeft deze week met meerderheid een motie aangenomen over de Stimuleringsregeling Duurzame Scheepsbouw (SDS). In de motie van de ChristenUnie wordt het ministerie van Economische Zaken opgedragen om in 2017 de SDS-regeling met een budget van vijf miljoen euro te realiseren.

tweedekamerDe SDS is bedoeld om de introductie van vernieuwende duurzame technologieën in de scheepsnieuwbouw en -ombouw mogelijk te maken. Technologieën die bedoeld zijn voor de structurele verlaging van de uitstoot van CO2-uitstoot en andere schadelijke emissies, aan boord van verschillende scheepstypen voor zee en binnenwateren, maar ook aan boord van mobiele offshore eenheden. Andere oplossingen die bijdragen aan de duurzame inzet van het schip gedurende de levensduur, vallen tevens onder de beoogde regeling.

Schone technologie
Brancheorganisatie Netherlands Maritime Technology  (NMT) vindt de regeling cruciaal om een gelijk speelveld voor de maritieme industrie in Europa te kunnen behouden. Ook wordt daarmee de toepassing van duurzame innovaties aan boord van nieuwe en bestaande schepen gestimuleerd. ‘De SDS-regeling biedt oplossingen voor het knelpunt, dat investeringen in schone technologie vanwege de moeilijke marktomstandigheden en de zware internationale concurrentie, veel te traag op gang komen. De scheepvaart is per vervoerstonmijl een schone vervoersmodaliteit, maar kan veel schoner worden. Met toepassing van schone technologie wordt een belangrijk maatschappelijk doel gediend: een lagere milieubelasting. Niet alleen langs de Nederlandse delta en kust, maar ook wereldwijd middels export.’

Level playing field
NMT constateert dat zonder de regeling werven in andere Europese landen orders wegkopen met behulp van hun nationale regelingen voor innovatiesteun. ‘Een gelijk speelveld in Europa is voor de sector essentieel om speler te kunnen blijven in de uiterst competitieve internationale scheepsbouwmarkt. Net als bijvoorbeeld de Duitse overheid kan de Nederlandse overheid met deze regeling de sector een steun in de rug geven om grensverleggende en innovatieve oplossingen versneld te verwerken op unieke schepen of eerste schepen van een serie, die daarmee prototypes zijn.’

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

Binnenvaart kent komende jaren de hoogste groei

DEN HAAG De binnenvaart groeit de komende jaren van alle modaliteiten het hardst. Met een groei van gemiddeld 2,1% per jaar vervoert de binnenvaart in 2021 355  miljoen ton. Dit blijkt uit recent onderzoek van Panteia in opdracht van het KiM.

De binnenvaart kent met 6,1% per jaar vooral een sterke groei bij het vervoer van ‘metalen en metaalproducten’, en bij ‘secundaire grondstoffen, afval’ (+ 7,8%). Het vervoer van containers stijgt, mede door de groei van het aantal inlandcontainerterminals, met gemiddeld 4,8% per jaar. In het vervoer van  voedingsmiddelen (+ 0,3%) krijgt de binnenvaart sterke concurrentie van het wegvervoer. panteia1Productielocaties aan kleiner vaarwater worden in de toekomst vaker per truck bevoorraad. Dit drukt het groeicijfer van de binnenvaart ten gunste van het wegvervoer.
Het vervoer van ijzererts blijft vrijwel constant. De volumes in de bouw trekken met name aan in 2017 als gevolg van grondverzet bij IJmuiden. Nadien dalen de volumes weer; het betreft een afvoerstroom van vervuild slib.

Kolencentrales
In de binnenvaart wordt een afname (-2,3%) verwacht in het vervoer van steenkolen. Een van de belangrijkste vervoersstromen per binnenvaart betreft het vervoer van kolen naar Duitse hoogovens en kolencentrales. Ook worden er vanuit Nederland energiekolen getransporteerd naar energiecentrales in het binnenland, in België en Frankrijk. In 2015 betrof 9,8% van het vervoerde tonnage in Nederland (alle richtingen) het vervoer van kolen en dit betrof 10,4% van de vervoersprestatie.

nijmegen2In de afgelopen jaren zijn er in Nederland diverse kolencentrales gesloten die per binnenvaartschip werden bevoorraad. Het betreft:
De GDF/Suez centrale in Nijmegen. Deze centrale voerde circa 700.000 ton aan kolen per jaar aan met duwstellen en 400.000 ton aan biomassa als bijstook.
De Amer 8 centrale in Geertruidenberg. Het gaat hier om een volume van 300.000 ton en circa 100.000 ton aan biomassa.
Ook de kolencentrale in Vlissingen is dichtgegaan eind 2015, maar deze werd vrijwel alleen door zeevaart bevoorraad.

Aan de Franse Moezel zijn alle kolencentrales gesloten. Hierdoor is de binnenvaart circa twee miljoen ton aan kolenvervoer verloren. Het zorgde ervoor dat de vervoersvolumes op de Moezel in 2015 het laagste ooit waren sinds de openstelling van de zijrivier Saar voor grote schepen in 1987.

Duitsland
Ook in Duitsland zijn diverse kolencentrales gesloten. In het Ruhrgebied betreft dit de centrales bij Gelsenkirchen, Datteln, Dortmund, Duisburg en Hamm-Uentrop. Hier tegenover hebben echter openstellingen van nieuwe centrales gestaan, waardoor netto de kolenimport van Duitsland min of meer gelijk gebleven is. In de toekomst sluiten de volgende kolencentrales:
– Chemiepark Marl (2017)
Hier levert de binnenvaart op jaarbasis zo’n 200.000 ton kolen aan voor verbranding.
– Chemiepark Krefeld-Uerdingen (2016-2018)
De omvang van deze stroom is zeer beperkt met circa 20.000 ton aan kolen per jaar die per binnenvaartschip naar Krefeld gebracht worden.
– Kolencentrale voor stadsverwarming Duisburg (2018-2020)
Ook dit is een zeer kleine kolencentrale (95 MW) die voornamelijk bevoorraad wordt vanaf Kohleninsel in Duisburg. De meest recente berichten gaan uit van sluiting per 1 januari 2018. Dit betekent voor de binnenvaart een verlies van 240.000 ton kolen.
– De kolencentrale bij Voerde sluit gedeeltelijk
Relevant voor de binnenvaart is dat circa 75% van het importvolume van deze centrale afkomstig is van het zogenaamde Kohleninsel in Duisburg (Hafenbecken A) en dit eiland wordt door de binnenvaart bevoorraad. Het gaat hierbij om ongeveer drie miljoen ton kolen per jaar.

België
In België is steenkolencentrale van Genk-Langerlo per april 2016 gesloten. De centrale wordt momenteel omgebouwd tot een biomassa centrale. Deze centrale heeft een capaciteit van 656 MW en zal bij vollast 1,8 miljoen ton aan houtpellets per jaar verbranden. Naar verwachting wordt de centrale eind 2018 operationeel. Voorheen werd deze centrale (vooral) vanuit de Antwerpse haven bevoorraad, onduidelijk is hoe de bevoorrading eruit komt te zien na de ombouw. Duidelijk is wel dat de binnenvaart een rol zal gaan spelen.

liobaDe haven van Rotterdam heeft echter de ambitie om een Europese ‘pellet-hub’ te worden.Hier staat de opening van nieuwe kolencentrales tegenover op de Maasvlakte in de Rotterdamse haven. Ook in de Eemshaven is een grote centrale geopend die bij de opstart tijdelijk van kolen is voorzien uit Rotterdam. Dit leverde de binnenvaart een stroom op van één miljoen ton in het jaar 2014, maar nadien is deze stroom verdwenen. Momenteel wordt de Eemshavencentrale bevoorraad door zeeschepen en dit zal de komende jaren zo blijven, zeker nadat de vaargeul tot de Eemshaven verruimd is tot de (oude) Panamax-maat.
Ook in Duitsland en in het bijzonder in Nordrhein-Westfalen worden diverse centrales nieuw geopend. Naar verwachting zal in 2018 of 2019 de Kolencentrale in Datteln op het net komen. Dit is een grote centrale, met een capaciteit van 1,055 MW. Bij vollast zal deze centrale circa 2 miljoen ton steenkolen per jaar verbranden. De centrale beschikt over een laad/loskade aan het Dortmund-Emskanal en zal volledig per binnenvaart worden worden bevoorraad.
Ook in Frankfurt wordt ten behoeve van de industrie een nieuwe centrale geopend. Mainova neemt in 2016 een kleine centrale in gebruik die op jaarbasis circa 100.000 ton steenkolen gaat verbruiken.

Grote projecten
De zand- en grindsector van de binnenvaart is voor een groot gedeelte afhankelijk van grote infrastructurele projecten. Binnen Nederland vinden de komende jaren dergelijke projecten plaats, doordat zowel bij IJmuiden als bij Terneuzen nieuwe zeesluizen aangelegd moeten worden. Bij IJmuiden betekent dit een toelevering van minimaal 600.000 ton zand en grind en een afvoervolume van circa 8 miljoen ton aan vervuilende grond. Voor Terneuzen kan, bij gebrek aan gedetailleerdere informatie op dit moment, ongeveer een zelfde verwachting gegeven worden.

Cementproductie
De belangrijkste productielocatie voor cement is gelegen in Maastricht. Hier wordt Portlandcement gemaakt. Andere productielocaties zijn gelegen in het Rotterdamse havengebied (Rozenburg) en bij IJmuiden. Hier wordt echter hoogovencement
gemaakt.
De productielocatie voor cement is gunstig gelegen in Maastricht, doordat er op het terrein ook winning van kalksteen (mergel) mogelijk is. Dit is een belangrijk basisproduct voor cement. Via cementklinker kan uiteindelijk cement verkregen worden, een uiterst belangrijk bestandsdeel van beton. De mergelgroeve bij Maastricht blijft operationeel tot en met 2019. Daarna moet de mergelgroeve gesloten worden.
Na 2019 zal de productielocatie in Maastricht blijven bestaan. Echter, men zal niet meer in staat zijn om op locatie kalksteen (mergel) te winnen. Om toch cement te blijven produceren, zal cementklinker geïmporteerd worden. De meest waarschijnlijke optie is dat import zal plaatsvinden vanuit Antoing (België, Henegouwen). Jaarlijks zal er een stroom gaan lopen met een omvang tussen de 500.000 – 1.000.000 ton aan cementklinker.

Weg en spoor
Naar 2021 zal het volume van het wegvervoer geleidelijk aan stijgen met gemiddeld 1,7% per jaar. In 2021 wordt een totaal volume van 761 miljoen ton verwacht. Vrijwel van alle goederensoorten zal het volume stijgen, behalve voor ‘‘Steenkolen’’ (-7,8%) en “Cokes en geraffineerde aardolieproducten” (-1,2%). De grootste groei wordt verwacht bij het vervoer van “Machines en apparaten, consumentengoederen voor langdurig gebruik”. Hier ontstaat een gemiddelde groei van 3,2% per jaar.

Het spoorvervoer daalt licht in 2017, maar groeit daarna weer. Naar 2021 zal het volume geleidelijk aan stijgen met gemiddeld 1,2% per jaar. Het volume zal in 2021 43 miljoen ton bedragen. De groei zal vooral te merken zijn bij het vervoer van ‘‘overige producten’’ waar een groei van 2,9% per jaar is voorspeld. Een afname van het volume wordt verwacht bij het vervoer van steenkolen” (-1,8%), “overige ruwe mineralen” (-11,4%), “landbouwgoederen” (-3,0%), “Cokes en geraffineerde aardolieproducten” (-3,6%), “secundaire grondstoffen en afval” (-1,9%) en “Machines en apparaten, consumentengoederen voor langdurig gebruik” (-10,4%).

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

Overslag haven Rotterdam in de min, Antwerpen in de plus

ROTTERDAM/ANTWERPEN De overslag in de haven van Rotterdam is in de eerste negen maanden van dit jaar met 1,9% gedaald ten opzichte van de eerste drie kwartalen van 2015 (+5,4%). Vooral kolen en ijzererts zaten in de min.

Volgens CEO Allard Castelein van het Havenbedrijf Rotterdam is de afname een optelsom van verschillende ontwikkelingen. ‘Overslagcijfers vertellen maar een deel van het verhaal. Zo staan bedrijven in de offshore sector onder druk en hebben verschillende bedrijven in de regio recent grote aantallen ontslagen aangekondigd.’ Over heel 2016 hoopt Castelein alsnog in de buurt van de overslag van het recordjaar 2015 te komen. Toen steeg de overslag met 4,9% tot 466 miljoen ton.

rotterdam2Containers en breakbulk
De overslag van containers nam af met 0,4% in TEU en met 1,2% in gewicht. In totaal werd 9,3 miljoen TEU overgeslagen, 94,8 miljoen ton. De eerste vijf maanden was de containeroverslag geringer dan vorig jaar, sinds juni is de overslag groter. De verwachting is dat deze opgaande lijn in het laatste kwartaal doorzet, onder andere door voor Rotterdam gunstige vaarschema’s van de nieuwe allianties en de verdere ontwikkeling van de terminals op Maasvlakte 2. De surseance van betaling van rederij Hanjin leidde ertoe dat Rotterdam naar schatting ongeveer 30.000 TEU misliep. De verwachting is dat andere rederijen de klanten van Hanjin gaan bedienen en dit dus een tijdelijk effect is.

In het RoRo volume (veerboten naar de UK) is de Brexit nog niet merkbaar: het volume nam met 1,1% toe. Verschillende ferrymaatschappijen hebben aangekondigd hun diensten uit te breiden, zowel naar het Verenigd Koninkrijk als naar Portugal en Spanje. De overslag van overig stukgoed daalde 2,0%, maar laat in september een forse stijging zien door meer overslag van staal (brammen) en monopiles voor de windparken op de Noordzee.

rotterdamNat massagoed
De overslag van nat massagoed daalde met 0,4% tot 160 miljoen ton. Er werd 1,6% minder ruwe olie overgeslagen. De marges van de raffinaderijen zijn nog steeds gunstig, maar minder dan vorig jaar. De overslag van minerale olieproducten bleef op vrijwel gelijk niveau: + 0,2%. Er werd minder Russische stookolie overgeslagen en meer diesel, nafta, kerosine en benzine. De overslag van LNG bevindt zich na negen maanden 23,9% onder het niveau van 2015, met name door de slechtere marktomstandigheden voor re-export. Het overig nat massagoed noteerde een stijging van 3,6%.
 
Droog massagoed
De overslag van droog massagoed daalde met 7,8% tot 60,3 miljoen ton. IJzererts en schroot nam 8,5% af, vooral doordat de Duitse staalindustrie onder druk staat door dumping van Chinees staal. Hoogovens van Dillingen en Voest Alpine waren tijdelijk buiten gebruik vanwege onderhoud. De overslag van kolen daalde 10,3%, met name door de toename van wind- en zonne-energie, vermindering van voorraden en het stilleggen van verschillende kolencentrales. De ontwikkeling in Rotterdam is in lijn met de verwachtingen en met de daling in de omringende havens. In de Hamburg – Le Havre range daalde de overslag het eerste halfjaar met bijna 15%. De overslag van agribulk daalde 1,5%. Het overig droog massagoed bleef 4,7% achter, vooral door de verminderde vraag vanuit de metaal- en de staalverwerkende industrie.

Antwerpen wel meer
In tegenstelling tot Rotterdam, zag de haven van Antwerpen de overslag in de eerste negen maanden van dit jaar wel toenemen. De overslag steeg met 3,3% tot bijna 162 miljoen ton. De overslag van containers steeg met 4% tot ruim 7,5 miljoen teu of 88 miljoen ton.
Het aantal zeeschepen dat Antwerpen aandeed steeg met 1,0% tot 10.894 zeeschepen.  Niet alleen het aantal schepen steeg, ook de bruto tonnenmaat steeg met 11,3% tot 301 miljoen BRT. Dit duidt op het aanlopen van steeds groter wordende schepen.

antwerpen2Vloeibaar massagoed
De overslag van vloeibaar massagoed steeg de eerste negen maanden van dit jaar met 6,7% tot 53 miljoen ton. Voor de behandeling van aardoliederivaten werd na negen maanden bijna 39 miljoen ton genoteerd, een stijging van 10,3%. Ook de behandeling van ruwe aardolie ging er met 1,0% licht op vooruit tot 3,4 miljoen ton.

De behandeling van droog massagoed blijft dalen: na drie kwartalen staat de teller op 9,2 miljoen ton, wat een daling van 11,6% inhoudt ten opzichte van dezelfde periode in 2015. De overslag van daalde 16,9% tot 1,4 miljoen ton, meststoffen met 3,7% tot 2,6 miljoen ton en zand en grind met 20% tot 1 miljoen ton.

Roro
Het roro-verkeer ging er met 1,9% op achteruit, en noteert na negen maanden 3,4 miljoen ton. De behandeling van auto’s kende in de maand september een dipje, waardoor de groeicijfers die dit segment kende na het eerste half jaar, op het einde van het derde kwartaal rood kleuren: 2% tot 894.475 stuks.

De behandeling van conventioneel stukgoed daalde met een half procent tot 7,2 miljoen ton. De behandeling van staal ging er met 15,3% flink op vooruit (5,7 miljoen ton). Aan de minzijde zorgt een toegenomen containerisatie voor een dalende conventionele behandeling van papier (-44% tot 436.444 ton) en van fruit (-26% tot 377.418 ton).

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

CCR stelt prognoses bij

STRAATSBURG De Centrale Commissie voor de Rijnvaart (CCR) heeft de vooruitzichten voor het vervoer van goederen door de binnenvaart over de Rijn bijgesteld. De verwachting is nu dat dit jaar het vervoer van ijzerertsen, metalen, steenkool en landbouwproducten gaat afnemen.

De CCR verlaagt de vooruitzichten voor ijzerertsen, metalen en steenkool vanwege de verslechterende situatie in de staalnijverheid. De afnemende vraag in het vervoer van landbouwproducten is niet het gevolg van een dalende vraag, maar van slechte oogsten. De vooruitzichten voor het vervoer van containers, aardolieproducten en chemische stoffen over het water blijven positief.

‘Herstel gaande’
In het eerste kwartaal van dit jaar was de vervoersprestatie van de Rijnoeverstaten hoger dan in het laatste kwartaal van 2015. Belangrijkste oorzaak was de gemaakte inhaalslag na een periode van laagwater. De vervoersprestatie behaalde echter nog niet de cijfers van het eerste kwartaal van 2015. De afname is grotendeels te verklaren door de afname van het transport van producten gerelateerd aan de staalindustrie (ijzererts, kolen, metalen). Het herstel is volgens de CCR dus ‘nog gaande’.

ccr2kopieOndanks de krimp van de gehele vervoersprestatie, was het toch niet allemaal kommer en kwel. Sommige segmenten groeiden tijdens het eerste kwartaal van 2016 toch nog ten opzichte van het eerste kwartaal van 2015. Het gaat hierbij om het vervoer van aardolie en chemische producten in Duitsland en Nederland. Het vervoer van chemische producten nam in Nederland in het eerste kwartaal van 2016 met 14% toe. Ook het vervoer van aan de bouw gerelateerde producten in Frankrijk steeg. Het vervoer van zand, grind en bouwmaterialen nam in het eerste kwartaal met 13% toe.

Donaustaten
Voor wat betreft de verwachte economische groei, doen de Donaustaten het beter dan de Rijnoeverstaten. De verwachte groei van het bruto binnenlands product (BBP) in de Rijnoeverstaten ligt in 2016 tussen de 1,2% en 1,7%, voor de Donaustaten ligt dit tussen de 1,3% en 4,2%. De groei van hun industriële productie is deels te danken aan het verplaatsen van Chinese activiteiten en directe investeringen in een aantal Oost- en Zuidoost-Europese landen. De Donaustaten zagen de afgelopen tien jaar hun aandeel in de Europese binnenvaart stijgen van 9% naar 16%.

Ook is er verschil in resultaten tussen het Boven-Donaugebied (Oostenrijk) enerzijds en het Beneden-Donaugebied (Roemenië en Bulgarije) anderzijds. Het Beneden- en Midden-Donaugebied zijn namelijk zwaar getroffen door de slechte oogsten in 2015. Het graanvervoer over de Beneden-Donau was tijdens het eerste kwartaal van dit jaar zelfs vijf keer zo laag als in het eerste kwartaal van vorig jaar. De toename van de vervoersprestatie met 12% in Oostenrijk was grotendeels te danken aan de groei van het transport van ijzerertsen en metalen.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

Binnenvaart groeit in 2017 gematigd

AMSTERDAM De binnenvaart groeit volgend jaar slechts gematigd. Volgens de Rabobank blijft de groei vanwege schommelingen in het vervoersaanbod door het vertragen van de wereldhandel, veranderende goederenstromen en politieke sancties, in alle segmenten van de binnenvaart broos. De bank spreekt dan ook van een ‘blijvende uitdagende marktsituatie’.

De economen van de Rabobank verwachten dat het vervoer van kolen en gas, chemie, staal en containers volgend jaar licht stijgt. Ook het bouwgerelateerde vervoer profiteert van de aantrekkende activiteiten in de bouw. De tankvaart profiteert momenteel van een grote vraag naar opslagcapaciteit door de lage olieprijs, maar kent op de langere termijn een stagnerend vooruitzicht. Dit komt door de afname van gebruik van fossiele producten en de verschuiving van productiecapaciteit naar elders in de wereld.

Match
Overcapaciteit en prijsdruk blijven, ondanks de huidige goede performance, in de binnenvaart een prominent risico. ‘Een sterke terugval in de vervoersvraag viel enkele jaren geleden samen met de uitloop van een investeringsgolf, met als gevolg een structurele overcapaciteit. Voor het eerst sinds de crisis zien we in 2015 dat aanbod en vraag matchen en er zelfs een tekort dreigt in perioden van laag water. De tarieven zijn momenteel hoger dan ze in jaren zijn geweest. Echter, het effect van laag water is tijdelijk en naar verwachting stabiliseren de tarieven in 2016 op een lager niveau. De opening van de Tweede Maasvlakte en de werkzaamheden aan de Betuwelijn beïnvloeden het volume naar verwachting positief. De overcapaciteit wordt in de komende jaren verder gereduceerd. Onder andere doordat er vanaf 2018 enkel nog dubbelwandige tankers mogen varen en enkelwandige tankers dus in 2017 worden uitgefaseerd. Verdere afbouw van het aanbod komt door de veel strengere emissie-eisen die in 2019 gaan gelden voor alle nieuwe motoren.’

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

Grootste omzetdaling binnenvaart in drie jaar

DEN HAAG De omzet in de binnenvaart is in het tweede kwartaal van 2016 met ruim 6% gedaald ten opzichte van een jaar eerder. Het is volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek de grootste daling in drie jaar tijd.

Vooral de lagere tarieven drukten de omzet. In het tweede kwartaal van dit jaar lagen de vrachttarieven in de binnenvaart op het laagste niveau in bijna twee jaar. De waterstanden stonden op een normaal niveau, wat tot gevolg had dat er voldoende schepen waren voor de te vervoeren vracht. Dit had een drukkend effect op de prijzen en daarmee ook op de omzet. Maar ook liep de aanvoer van bulkgoederen en containers in de Nederlandse zeehavens terug.
prijsindex-binnenvaart-16-09-12In de tweede helft van vorig jaar steeg de omzet van binnenschippers vanwege het lage water nog met bijna 9%. In het vierde kwartaal van 2015 waren de tarieven in de binnenvaart zelfs 50% hoger dan in het tweede kwartaal van 2016.

Pessimistisch
Ten aanzien van het derde kwartaal zijn er meer pessimistische dan optimistische binnenvaarders. Ongeveer 90% van de binnenvaartondernemers denkt dat de vrachtprijzen in het derde kwartaal gelijk blijven. Een kleine 9% voorziet een daling van de tarieven, slechts 1% verwacht hogere tarieven. Over de omzet wordt door meer ondernemers negatief dan positief gedacht. Bijna 23 procent van de binnenvaarders denkt dat de omzet daalt en ongeveer twee derde verwacht dat de omzet in het derde kwartaal niet verandert.
Het economisch klimaat ziet ruim 4% van de ondernemers positief in, 5% ziet dat juist verslechteren. De overige 91% verwacht dat het economisch klimaat gelijk blijft. Voor wat betreft de personeelssterkte denkt bijna 12% minder personeel en slechts 1% juist meer personeel nodig te hebben.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

Aantal maritieme banen groeide vorig jaar licht

ROTTERDAM De werkgelegenheid in de maritieme sector groeide in 2015 met 710 nieuwe banen. Dit is een lichte stijging van 0,65% ten opzichte van 2014. De sector toont verder een stabiel beeld. Zo heeft ruim 80% van de werknemers een vast dienstverband. Dat blijkt uit de Maritieme Arbeidsmarktmonitor van Nederland Maritiem Land, een jaarlijks onderzoek naar de omvang en de samenstelling van de werkgelegenheid, vacatures, opleiding en innovaties in de maritieme sector.

Het aantal vacatures in de maritieme sector steeg in 2015 licht met 0,8%. Een deel van de vacatures bleek moeilijk vervulbaar, met name technische functies.
Verder blijkt dat het percentage werknemers in tijdelijke dienst licht steeg met 1,3%. Het percentage ingehuurde krachten daalde met 2,4%. Het aantal bedrijven dat opleidings- en stageplaatsen aanbiedt daalde ten opzichte van 2014.
Voor de meeste branches geldt dat de vraag naar stageplaatsen kan worden vervuld. Helaas geldt dit niet voor de zeevaart. Vanwege de sterk toegenomen instroom van de laatste jaren is er op dit moment een groot tekort aan stageplaatsen voor studenten van de zeevaartopleidingen. Op het gebied van scholing blijkt dat bij 43% van de bedrijven één of meer personen met een technische functie deelnam aan trainingen.

Technologie en duurzaamheid
De maritieme sector ziet twee belangrijke thema’s voor de toekomst, namelijk technologie en duurzaamheid. Met name op het gebied van emissievermindering en groenere aandrijving zien bedrijven veel kansen. Deze thema’s hebben personele gevolgen. De sector verwacht enerzijds een groeiende behoefte aan specialisatie van medewerkers en anderzijds een groeiende behoefte aan meer allround inzetbare medewerkers.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

Gelderse logistieke hotspots in top 25

ARNHEM Logistics Valley, het samenwerkingsverband van de regio’s Arnhem/Nijmegen, Rivierenland en Liemers, scoort goed in de top 25 van logistieke hotspots in Nederland. De regio Arnhem/Nijmegen staat op 7, Rivierenland is 8e en Liemers bezet plek 16. De top 25 is een initiatief van Logistiek Magazine.

Deskundigen onderzochten 28 logistieke hotspots in Nederland. Criteria waren onder andere beschikbaarheid grond en panden, infrastructuur, bereikbaarheid en medewerking van overheden.

‘Uitstekende infra’
Volgens de provincie Gelderland is de regio Nijmegen/Arnhem prima bereikbaar vanwege de uitstekende infrastructuur. Zo heeft de regio in Nijmegen de grootste inland-terminal van Nederland (BCTN) en ook op de containerterminal in Medel kunnen containers worden op- en overgeslagen. ‘En de bedrijventerreinen Park 15 en Bijsterhuizen zijn goed in het realiseren en werven van bedrijfskavels voor onder andere Lidl, Heinz en Mars. In Rivierenland ligt de focus op Agro-Food en logistiek. De Logistieke Hotspot Rivierenland (LHR) heeft een prima verbinding met Duitsland via de Waal, de A15 en de Betuwelijn.’

In de Liemers wordt hard gewerkt aan de voorbereidingen voor de doortrekking van de A15 naar de A12 bij Zevenaar. Rotra in Doesburg heeft onlangs een eigen containerterminal geopend. Het nieuwe logistieke bedrijventerrein DocksNLD is bijna klaar. Er is een goede samenwerking met Duitsland: Emmerich/Rhein Waal Terminal. (Foto Provincie Gelderland)

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook