Europese erkenning beroepskwalificaties in de binnenvaart

BRUSSEL Het Europees Parlement heeft deze week nieuwe wetgeving goedgekeurd die gaat over de erkenning van beroepskwalificaties van werknemers in de binnenvaart. De nieuwe regels verbreden de erkenning van beroepskwalificaties naar competenties voor iedereen die op een binnenvaartschip werkt en niet alleen die van de kapitein.

‘Goed nieuws voor een sector die kampt met flinke arbeidstekorten en te weinig arbeidsmobiliteit op de Europese markt’, vindt Europarlementariër Wim van de Camp (CDA). ‘Want we moeten de binnenvaart helpen met het verhogen van de arbeidsmobiliteit. Dat is keihard nodig omdat de sector alleen kan groeien als genoeg goed personeel te vinden is. Dat is schoner per ton vracht en zorgt er ook voor dat onze snelwegen niet dichtslibben door het vrachtvervoer.’

Kwetsbare sector
Met 500 miljoen ton vracht per jaar en maar 42.000 banen in het vracht en passagiersvervoer is de binnenvaart volgens Van de Camp een kwetsbare sector. ‘Een cruciale schakel van het Europese vrachtvervoer over de Europese binnenwateren rust op de schouders van relatief weinig Nederlandse familiebedrijven. Met deze nieuwe regels bieden wij hen de mogelijkheid om ook gekwalificeerd personeel te vinden buiten de sector. We moeten niet onderschatten hoe moeilijk het is om mensen te vinden die de specifieke kennis hebben om op de Rijn of de Donau te kunnen werken.
De nieuwe regelgeving bevat ook uitzonderingen voor landen die niet zijn aangesloten aan het Europese binnenvaartnet. Van de Camp is niet te spreken over deze uitzonderingen. ‘Het is voor mij niet uit te leggen dat landen als Malta of Finland niet mee gaan doen met dit systeem. Dat zijn zeevarende naties en daar lopen genoeg mensen rond die weten hoe je een schip aanmeert. Maar al met al zijn deze nieuwe regels voor de sector een stap voorwaarts.’

Infrastructuur
Wat het CDA betreft moet de EU meer doen om de binnenvaart te stimuleren. ‘Naast het verhogen van de arbeidsmobiliteit zijn investeringen in de infrastructuur van de Europese binnenwateren nog altijd hard nodig. En ook moeten we oog hebben voor het steeds nijpender probleem voor jonge binnenvaartschippers die niet in staat zijn een bedrijf over te nemen van hun ouders.’ (Foto Wim van de Camp)

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

Maritieme cluster profiteert niet van herstel economie

ROTTERDAM De Nederlandse maritieme sector heeft in 2016 niet kunnen profiteren van het herstel van de wereldeconomie. Naar verwachting zal dit ook in 2017 nog niet gebeuren. Dit staat te lezen in de Maritieme Monitor 2017.

De Nederlandse maritieme sector zag de directe toegevoegde waarde vorig jaar met 2,9% dalen en de directe werkgelegenheid met 0,2% afnemen. Vooral maritieme bedrijven in het Noorden maakten moeilijke tijden door met faillissementen, reorganisaties en doorstarts als gevolg. Bij de havens, grote jachtbouw en de visserij ging het wel goed. Daarnaast lijkt de bodem van de crisis in de jachtbouw en de watersportindustrie bereikt.

Elf sectoren
De Maritieme Monitor wordt in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat uitgevoerd door Ecorys en geeft een beeld van de economische ontwikkeling, arbeidsmarkt en innovatie van de maritieme cluster en de elf maritieme sectoren. De monitor komt tot stand in nauwe samenwerking met Nederland Maritiem Land. Daarnaast voert Erasmus UPT voor het ministerie de Havenmonitor uit, die tevens de economische ontwikkeling van het niet-maritieme bedrijfsleven in de zeehavens in beeld brengt. Sinds 2013 sluiten de gegevens op elkaar aan, zodat een compleet beeld resulteert van de maritieme cluster en de havens.

Mark Frequin, DG Bereikbaarheid, bood vlak voor het Maritime Awards Gala het eerste exemplaar van de Maritieme Monitor 2017 aan Wim van Sluis, voorzitter Nederland Maritiem Land, aan. Dit deed hij namens de minister van Infrastructuur en Waterstaat. Tegelijkertijd overhandigde Frequin de Havenmonitor 2017 aan de voorzitter van de Brancheorganisatie Zeehavens, Ronald Paul.

2016 in cijfers
De maritieme cluster bood in 2016 werkgelegenheid aan ruim 271.500 mensen, waarvan 166.600 directe werkgelegenheid. De gecombineerde productiewaarde was € 54,5 miljard. De directe toegevoegde waarde kwam uit op ruim € 18,2 miljard. Indirect kwam hier nog ruim € 5 miljard bij. Hiermee genereerde de maritieme cluster ruim 3,3% van het Bruto Binnenlands Product. Qua werkgelegenheid was de maritieme sector goed voor ruim 3% van de Nederlandse werkgelegenheid.

In de Nederlandse zeehavens en het bijbehorende havenindustrieelcomplex werkten in 2016 ruim 180.000 mensen. De economische ontwikkeling was daar positief. De directe toegevoegde waarde nam in 2016 toe met € 1,32 miljard, zo’n 5,3 %. De totale directe en indirecte toegevoegde waarde kwam uit op € 41,2 miljard.


Trots en zorgen

‘We zijn trots op de mooie economische ontwikkelingen bij de Nederlandse zeehavens, maar maken ons tegelijkertijd ook zorgen om het steeds verder uit het lood gerakend gelijke speelveld met de havens in onze buurlanden’, aldus Ronald Paul, voorzitter van de Brancheorganisatie Zeehavens. ‘Gelukkig bevat het Regeerakkoord veel voorstellen om die balans te herstellen. We roepen Cora van Nieuwenhuizen, de nieuwe minister van Infrastructuur en Waterstaat, op om de aangekondigde maatregelen snel in te voeren om daarmee lading, toegevoegde waarde, de ingezette innovatie en banen veilig te stellen.’

Niet rooskleurig
Gezien de achterliggende redenen voor de moeilijke economische situatie in de cluster zijn de vooruitzichten voor 2017 niet rooskleurig. Overcapaciteit in de (zee)scheepvaart zorgt voor (te) lage vrachtprijzen. En zorgt in binnen- en buitenland voor lege orderboeken in de scheepsbouw. De aanhoudende malaise in de offshore drukt ook op deze sector. Niet alleen door het uitblijven van nieuwbouw orders, maar ook doordat de omvang van de scheepsreparaties afneemt. Wat weer een negatief effect op de maritieme toeleveranciers heeft. Positief is wel de ontwikkeling van alternatieve energievormen zoals Wind op Zee, dat deze zelfde offshore sector nieuwe activiteiten oplevert. Welke bijdrage dat kan gaan leveren is nog onzeker. De komende jaren kan de Brexit voor de Nederlandse vissers en de gehele Europese visserij een grote impact hebben, omdat mogelijk wordt besloten de Britse wateren alleen toegankelijk te maken voor Britse vissers.

Lange termijn kansen
Hoewel de maritieme cluster in 2016 nog niet heeft kunnen profiteren van het herstel van de wereldeconomie en dit naar verwachting ook in 2017 nog niet gebeurt, wordt wel verwacht dat de wereldhandel zich positief blijft ontwikkelen. Daarom zijn de lange termijn verwachtingen voor de maritieme cluster niet negatief. ‘Ondanks dat 2016 een moeizaam jaar was voor de maritieme cluster, en de vooruitzichten voor 2017 nog geen herstel voorspellen, zien wij kansen ontstaan’, vertelt Van Sluis. ‘Het regeerakkoord biedt een aantal concrete aanknopingspunten om de cluster erbovenop te helpen. Zoals de voorgestelde Green Deal met de zeevaart, binnenvaart en de havens. Maar ook de uitbreiding van de SDE regeling, extra budget voor defensie, onderzoek en de kennisinstellingen.’

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

 

Proef met vervoer van afval over het water

ZAANDAM Afval- en energiebedrijf HVC en Rijkswaterstaat beginnen een proef met een innovatieve laadmethode om afval makkelijker over water te verschepen. In de proef wordt samengeperst afval zonder tussenkomst van een dure containerkraan direct op een schip geladen. De proef moet aantonen dat duurzaam vervoer van afval over water kan concurreren met vervoer over weg.

In de zomer van 2016 werd al een korte succesvolle proef gehouden met Blue Line Logistics. Voor de nieuwe pilot wordt een groter transportponton en duwboot van HEBO Maritiemservice gebruikt. Met de vrachtwagens van HVC, die dagelijks containers over de weg transporteren, worden volle perscontainers direct op een ponton geladen. Tot halverwege januari 2018 worden hiermee testvaarten uitgevoerd. Deze vinden plaats tussen de HVC-overslaglocatie in Zaandam en de afvalenergiecentrale in Alkmaar.

Na de proef beslist HVC of deze vorm van transport toepasbaar is in de dagelijkse praktijk. Ook bekijken HVC en Rijkswaterstaat de kansen om afvaltransport over water op meerdere trajecten te organiseren. De verwachting is dat de komende jaren wegvervoer van andere branches via deze methode ook van weg naar water verplaatst kan worden.

Beter Benutten
Dankzij de nieuwe laadmethode kan HVC tussen Zaandam en Alkmaar jaarlijks 70.000 tot 75.000 ton afval over water vervoeren. Op het onderzoekstraject scheelt dat gemiddeld 20 vrachtwagenritten per dag. Omgerekend zijn dat 55 personenautoritten, waarvan een derde in de spits. Dit is goed voor de doorstroming op de weg. Daarnaast wordt tijdens de proef onderzocht of vervoer over water duurzamer is omdat het de uitstoot van CO2 en NOx vermindert.

De pilot is onderdeel van het programma Beter Benutten Metropoolregio Amsterdam. Onder deze noemer nemen het bedrijfsleven, het Rijk en regionale en lokale overheden tot 2018 ruim 30 maatregelen om de reistijd op de drukste knelpunten in de spits te verbeteren met 10 procent. Bijvoorbeeld door het reizigers makkelijker te maken om op andere momenten te reizen, een andere route te nemen, thuis te werken of een ander vervoersmiddel te kiezen. Of door afval en bouwmaterialen over water te vervoeren in plaats van over de weg. (Foto RWS)

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

Overnachtingshaven Lobith bijna gereed

LOBITH Het werk aan de overnachtingshaven in Lobith nadert het einde. Rijkswaterstaat verwacht dat het grootste deel van de werkzaamheden aan het einde van dit jaar is afgerond. In het voorjaar van 2018 plaatst RWS dan nog een radarmast en wordt de walstroom operationeel.

De haven in Lobith krijgt vier steigers, goed voor 20 ligplaatsen. Begin september werden de eerste twee gemoderniseerde steigers al feestelijk geopend, de volgende twee steigers zijn bijna klaar voor gebruik. Schippers krijgen daarnaast de mogelijkheid om vanuit deze haven aan wal te gaan, dankzij een autoafzetsteiger. Deze steiger heeft een lengte van 110 meter. Eind november wordt de steiger op zijn plek gevaren en vervolgens klaar gemaakt voor gebruik.
Inmiddels is ook de invaart van de haven verruimd, zijn er blusleidingen aangebracht langs de steigers en zijn er parkeervoorzieningen gerealiseerd.

Meer scheepvaart
De uitbreiding van de haven is volgens Rijkswaterstaat nodig om het groeiende aantal schippers ook in de toekomst te kunnen huisvesten. RWS begint daarom in 2019 ook met de aanleg van een nieuwe overnachtingshaven met 50 ligplaatsen in het nabijgelegen Spijk. (Illustraties RWS)

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

 

CoVadem Team wint niet, maar ziet volop kansen

ROTTERDAM Het team van CoVadem heeft maandagavond tijdens het Maritime Awards Gala niet een van de awards weten binnen te slepen. Desondanks blijft het team vastberaden.

‘Met de nominatie heeft ons initiatief weer veel publiciteit opgeleverd’, meldt het team bestaande uit Desiré Savelkoul van Autena Marine, Meeuwis van Wirdum van het MARIN en Henk van Laar van Bureau Telematica Binnenvaart (BTB). ‘We zijn als CoVadem team dan ook meer dan vastberaden om van CoVadem een succes te maken. We hebben diverse lopende initiatieven en zien volop kansen die we de komende periode verder gaan verkennen.’

Vaardieptemetingen
CoVadem (coöperatieve vaardieptemetingen) werd vier jaar geleden gestart. Doel van het project is het delen van actuele vaardieptemetingen waarmee schippers in de toekomst efficiënter kunnen varen en maximaal gebruik kunnen maken van de ruimte die de vaarweg biedt. Daarvoor worden binnenvaartschepen uitgerust met een eenvoudige computer (de ‘CoVadem Box’) om bestaande sensoren zoals het echolood, beladingsmeter, GPS en brandstofverbruikmeters uit te lezen en een bericht naar de wal te verzenden. Uit deze metingen wordt de gemeten kielspeling omgerekend naar een actuele waterdiepte op de gevaren route. Deze actuele vaardieptemetingen worden ter beschikking gesteld aan de schippers, zodat in de toekomst deze gegevens gebruikt kunnen worden voor een voorspelling van waterdiepten op de te nemen vaarroute. Rond de vijftig binnenvaartschepen verzamelen zo al een aantal jaren real time data.

Ondersteuning
De drie initiatiefnemers van CoVadem zetten begin oktober hun handtekening om van CoVadem van een onderzoeksinitiatief een zelfstandige onderneming te kunnen maken. ‘Het moet de basis worden voor een nieuwe organisatie, gericht op het realiseren van continuïteit en groei voor CoVadem. Met die basis komen we als initiatief ook in aanmerking voor nieuwe ondersteuningsmogelijkheden zoals een EU programma, waar we als kennisinstellingen normaliter niet voor kwalificeren. Recent hebben wij dan ook een aanvraag bij de Europese Commissie ingediend, die, mits succesvol in de beoordeling, ons in staat zal stellen in de komende jaren de benodigde opschaling te gaan realiseren.’

Co2Vadem+
Inmiddels is er met Co2Vadem+ ook al een vervolg gekomen op CoVadem. Hierin wordt beoogd de bestaande vloot uit te breiden naar 250 schepen. Is dat aantal bereikt, dan is er voldoende input om voor alle binnenvaartschepen meerwaarde te leveren.
In Co2Vadem+ krijgt de binnenvaartschipper een waterdiepte- en doorvaarthoogtevoorspeller en een brandstofverbruiksmonitor aan boord. Om een schip te kunnen laten deelnemen aan het project is het voldoende om de zogenoemde CoVadem box te installeren. Deze wordt aangesloten op de sensoren voor locatie (GPS), belading (beladingsmeter), kielspeling (dieptemeter) en op een brandstofverbruiksmeter. Indien deze niet aanwezig is, moet deze worden geïnstalleerd.
De binnenvaartschipper kan aan boord de verzamelde gegevens bekijken. Zo kan hij onder meer zien hoeveel liter brandstof de hoofdmotoren hebben verbruikt, hoeveel kilometer hij heeft gevaren, hoeveel tonnen hij heeft vervoerd en wat de gemiddelde kielspeling, vaarsnelheid en belading waren. Ook kan hij het voortschrijdend gemiddelde verbruik in liters per tonkilometer inzien en de totale CO2 uitstoot.
 

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

Aanleg railterminal Valburg stap dichterbij

ARNHEM De komst van een railterminal bij Valburg is een stap dichterbij nu de gemeenteraad van Overbetuwe onder voorwaarden akkoord is gegaan met de aanleg ervan.

De aanleg van een terminal voor het overslaan van goederen in Gelderland speelt al vele jaren. In eerste instantie werd gesproken over een multimodale terminal. Maar Milieudefensie wist de bouw hiervan in 2002 te verhinderen. Tot 2012 probeerde de provincie Gelderland samen met transportbedrijf RSC alsnog een railterminal bij Valburg te realiseren. Vanwege de gewijzigde economische omstandigheden trok RSC zich echter terug. Inmiddels is er volgens de provincie een nieuwe marktpartij geïnteresseerd in de ontwikkeling van een kleine railterminal bij Valburg. Deze terminal moet nu komen langs de Betuweroute tussen Valburg en Reeth, op grondgebied van de gemeente Overbetuwe.

Dat Valburg nu alsnog in beeld is, volgt uit onderzoek van de provincie. Daaruit bleken Valburg en de Kleefse Waard in Arnhem de meest kansrijke locaties voor een railterminal. Gedeputeerde Staten geven de voorkeur aan Valburg, vanwege de mogelijkheid om bij te laden op doorgaande treinen. De overige locaties liggen te dicht bij de Rotterdamse haven of te ver van de Betuweroute, waardoor ze minder interessant zijn voor logistieke bedrijven.

‘Niet haalbaar’
De provincie Gelderland wil de railterminal nu onder meer aanleggen vanwege het toenemende goederenverkeer vanuit de Rotterdamse haven door de uitbreiding met de Tweede Maasvlakte. ‘Gelderland is de belangrijkste doorgangsroute tussen Rotterdam en het Ruhrgebied’, meldt gedeputeerde Conny Bieze. ‘Met de railterminal willen we de kansen die dit biedt voor Gelderse bedrijven beter benutten. Voor het vervoer over water en de weg biedt Gelderland genoeg mogelijkheden, maar we hebben nog geen railterminal om goederen per spoor te vervoeren.’

Ongeveer vier jaar geleden concludeerde het onderzoeksbureau Panteia nog ‘dat een railterminal in Gelderland niet haalbaar is’ . Zo zou de continentale lading te beperkt (gefragmenteerd, korte afstand, aard van het product ongeschikt) aanwezig zijn, waardoor aan de vereiste dagelijkse frequentie geen invulling gegeven kan worden. Ook kon het spoorvervoer qua kosten niet concurreren met de binnenvaart en vervoer over water dus een goedkoop en flexibel alternatief is. Ook zou er grote concurrentie op korte afstand zijn van de Duitse spoorterminals met een groot dienstenaanbod en goedkopere diensten.

Panteia concludeerde echter ook dat een railterminal in Gelderland wel interessant kon worden. Zo zou als de economie in de toekomst sterk gaat aantrekken het wegvervoer minder aantrekkelijk kunnen worden door congestie of hogere kosten. Ook zou de aanleg aantrekkelijker worden als de exploitatiekosten voor spoorvervoer worden aangepast, bijvoorbeeld door subsidies. Andere reden voor de aanleg zou kunnen zijn dat de provincie Gelderland, om haar logistieke hotspot verder vorm te geven, alle modaliteiten wil aanbieden aan potentiële investeerders in distributiecentra.

Voorwaarden
Maar de provincie Gelderland krijgt dus nog wel te maken met de voorwaarden die de gemeenteraad van Overbetuwe stelt om akkoord te willen gaan met de aanleg van de railterminal. De voorwaarden moeten ervoor zorgen dat de leefbaarheid in het gebied op zijn minst gelijk blijft, en zo mogelijk verbetert. ‘De komst van een railterminal betekent een versterking van het economische klimaat in de regio’, stelt de gemeenteraad. ‘De railterminal is een initiatief van de provincie Gelderland. Bij de railterminal kunnen containers op goederentreinen worden gezet en er afgehaald, om van en naar de haven van Rotterdam, dan wel verder Europa in vervoerd te worden. Maar dit brengt ook overlast mee voor omwonenden.’ De verwachting is dat dagelijks 350 vrachtwagens de railterminal gaan bezoeken.

Overbetuwe wil daarom alleen onder stevige voorwaarden meewerken met de provincie Gelderland. De gestelde voorwaarden gaan onder meer over een stevige groene wal om het zicht en geluid van de railterminal weg te nemen, aanpassing van de verkeerssituatie bij Afslag 38 in de A15, afspraken over het gebruik van de railterminal en compensatie van planschade voor omwonenden.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

Gelria toont interesse voor terrein Bodewes Millingen

NIJMEGEN Scheepswerf Gelria heeft interesse in het terrein van de failliete scheepswerf Bodewes in Millingen aan de Rijn. Zowel Gelria als makelaar Strijbosch Thunissen hebben bevestigd met in elkaar in gesprek te zijn, maar meer willen ze er voorlopig niet over kwijt.

Scheepswerf Bodewes sloot haar poorten in 2013. De in nieuwbouw en reparatie van binnenschepen gespecialiseerde werf was toen nog onderdeel van Damen Shipyards en bood werk aan 30 mensen. De werf ligt voor de splitsing van de Rijn in het Pannerdense Kanaal en de Waal. Vanwege deze plek had de werf regelmatig last van te lage of te hoge waterstanden. Zo kon de helling in 2010 ruim 14 weken niet worden gebruikt en in 2011 ruim 20 weken niet. De voormalige scheepswerf staat nu bij de Nijmeegse makelaar te koop voor 1.750.000 euro. De totale oppervlakte van het terrein bedraagt ruim 67.000 vierkante meter. Op de werf staat een dwarshelling van 160 meter lang.

Voor haar faillissement probeerde Bodewes het tij nog te keren door nieuwe, innovatieve, schepen op de markt te brengen, zoals de Damen EcoLiner. Dit 110 meter lange en 11,45 meter brede schip vaart op LNG en is voorzien van weerstand verlagende luchtsmering (ACES) onder het vlak. Dat zorgde voor een zeer laag brandstofverbruik en zeer lage emissies. Het kon een faillissement echter niet voorkomen.

Personeel Bodewes
Gerd de Swart en Martijn van Haaren namen in 2014 de failliete Nijmeegse Scheepswerf Gelria over. De Swart was 30 jaar lang eigenaar van scheepswerf Dodewaard, verkocht deze en ging advieswerk doen bij Neptune Shipyards in Hardinxveld-Giessendam. Maar toen scheepswerf Gelria failliet ging, vroeg hij zijn stiefzoon met hem in het nieuwe bedrijf te stappen. Om direct de beschikking te hebben over personeel met ervaring, werd een deel van de werknemers van het failliete Bodewes overgenomen.
Op de hellingen en in het water van Gelria liggen intussen weer binnenvaartschepen. Het ging na een jaar zelfs al zo goed, dat de twee mannen het vier hectare grote terrein, dat destijds nog werd gehuurd, wilden kopen. Begin van dit jaar was het uiteindelijk zo ver. Met de koop wordt ook werk gemaakt van de herstructurering van het terrein en haar directe omgeving. Het terrein krijgt een flinke opknapbeurt zodat het aantrekkelijker wordt voor bedrijven om zich ook hier te vestigen. ‘We zijn al in gesprek met maritiem gerelateerde bedrijven met vakmanschap en hart voor het werk om zo een totaalwerf te worden’, vertelde Martijn van Haaren destijds. ‘Zo hebben we alle kennis op de werf en bieden we een one stop shop. Ook verduurzamen we de werf. We kijken naar de mogelijkheden voor het plaatsen van zonnepanelen op de daken en elke lamp vervangen we door ledverlichting.’

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

Novio Nautic al tien jaar uw navigatiespecialist

NIJMEGEN Het Nijmeegse Novio Nautic bestaat tien jaar. De merk onafhankelijk nautisch specialist heeft in die jaren bewezen ver te gaan in de service voor haar klanten. Niet voor niets zijn zowel schippers als reders enthousiast over het bedrijf dat is gevestigd aan een belangrijke hoofdader voor de binnenvaart.

Tien jaar geleden legden Joop Bonnikhorst en Marcel Silvius de basis voor Novio Nautic. Hoge eisen aan service voor de klant en grote betrokkenheid bij de nautische producten voor de scheepvaart deden de twee besluiten Novio Nautic op te richten. Ervaring deden zij eerder op bij nautisch technische werkgevers. Voor de huisvesting werd voor Nijmegen gekozen. Het pand aan de Oude Haven, nabij de Waalkade was eerder voor Bonnikhorst een werkplek. Een toeval in de historie van het bedrijf. Geen toeval was de naamgeving: Novio(magus) verwijst naar Nijmegen met de link naar vernieuwend. Nautic verwijst naar het specialisme. Simon Provoost van Damen Shipyards, legde de basis voor de naam Novio Nautic, nadat zijn eerste voorstel ‘Bonniktronic’ het niet haalde. Het logo, twee maal NN-gespiegeld, kwam van Bonnikhorst zelf.

Merk onafhankelijk
Met de start van de onderneming in 2007 begon Novio Nautic van nul af aan, maar het bedrijf kende een vliegende start. Mede door het grote netwerk van Bonnikhorst werd het bedrijf gesteund door vele relaties zowel klanten als toeleveranciers. Daarnaast zorgde de technische kennis van Marcel Silvius ervoor dat de technische knowhow was gewaarborgd. ‘In het eerste jaar was nieuwbouw een belangrijk onderdeel van de order portefeuille’, vertelt Bonnikhorst. Het huidige bedrijf heeft inmiddels meer opdrachten uit vervanging en reparatie van piloten, schotels en radars.

Direct na de start werd Novio Nautic importeur van Swiss Radar en verkoop- en servicedealer van Alphatron Marine, direct gevolgd door het dealerschap van Radio Holland. ‘We waren toen onderwerp van gesprek in verband met de meerdere dealerschappen’, vertelt Bonnikhorst. ‘Maar in dat brede pakket schuilt juist onze kracht. We kunnen onze klanten adviseren vanuit de plussen en minnen van de merken. Hierbij zijn wij in staat om een schip compleet in te richten naar wens van de opdrachtgever. Hiermee bieden we een unieke service in de regio.’

De ligging van het bedrijf aan de zuidelijke oever van de Waal is een bijkomend voordeel. ‘De schepen kunnen bijna tot voor de deur komen. Maar natuurlijk komen wij ook graag op locatie aan boord bij onze klanten. Want we komen graag zelf aan boord voordat de installatie wordt gedaan. Dit voorkomt verrassingen.’

Visitekaartjes
Novio Nautic heeft inmiddels een mooi klantenpakket van particuliere schippers, reparatiebedrijven en rederijen, waaronder Wijgula, Deymann en Danser. In de afgelopen jaren zijn dan ook veel klanten tot volle tevredenheid geholpen aan een rivierpiloot, radar of TV-volgschotel, merk en type volledig afgestemd op de wensen van de klant. Niet alleen voor de meer dan 40 nieuwbouwschepen waarvoor opdrachten kwamen van onder andere de scheepswerven Bodewes, Gelria en Breko, maar ook voor bestaande schepen. Als voorbeeld van een schip waarop de diverse merken in een mooie combinatie zijn ingevuld naar wens van de klant noemt Bonnikhorst het mts Calcit 12 van Sander van den Hurk. ‘Beide radars zijn van Swiss, de piloot, dieptemeter en dergelijke van Radio Holland en het conning systeem is van Alphatron.’

Komende jaren
Ook de volgende tien jaar adviseert Novio Nautic de klanten graag als navigatiespecialist aan de Waalkade voor reparatie, vervanging of nieuwbouw. Het team uit Nijmegen, dat bestaat uit Joop Bonnikhorst, Marcel Silvius en Maikel van de Sant, staat voor u klaar om u te helpen. Waar en wanneer u dat uitkomt.

Kennismaken met het bedrijf? U kunt Novio Nautic bereiken op telefoonnummer +31(0) 24-711 00 20 of Joop Bonnikhorst mobiel op nummer +31(0)6 53 340 810. Ook kunt u een e-mail sturen naar info@novionautic.nl.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

Vandaag besteld, is morgen aan boord

DUIVEN Rijen acculaders, omvormers en verlichting. Economen zouden zeggen dat het aanhouden van zo’n grote voorraad niet verantwoord is, maar toch staan in het magazijn van Rudolphus, elektrotechnische groothandel voor de binnenvaart en visserij, van ieder product vele exemplaren. Alles om de binnenvaartondernemer binnen een dag via bunkerstations en installateurs snel van het benodigde product te kunnen voorzien. Want voor vier uur ’s middags besteld, is gegarandeerd de volgende dag in huis.

Directeur en eigenaar Ernest Stoll groeide als kind op in Lobith, en was vaak te vinden op het Servicecentrum Lobith van zijn ouders. ‘Ik heb nog de slangen getrokken zodat de schippers konden bunkeren en ik heb vele kratten met boodschappen aan boord van de schippers gebracht. Ik leerde daardoor de wereld van de binnenvaart goed kennen. De elektrische producten zoals reservelampen en marifoonantennes die we leverden, kwamen in die tijd al van Rudolphus, een bedrijf dat in 1956 was opgericht door de heer Rudolphus. Maar nadat de oprichter van het bedrijf op de leeftijd van 50 jaar bij een auto ongeluk om het leven kwam, heeft mijn vader dit bedrijf overgenomen. Bij de wisseling van de wacht in de familie in de jaren negentig, nam mijn neef het bunkerstation over en ik ben verder gegaan met Rudolphus. En sinds 2000 zit ik hier met drie medewerkers op het Centerpoort Noord aan de A12 in het Gelderse Duiven bij Arnhem.’

Op voorraad
Van zijn werk op het bunkerstation in Lobith kreeg Stoll mee dat het serviceniveau in de binnenvaart zeer hoog is. Bij nacht en ontij werden de producten aan boord van de schepen gebracht. ‘Een binnenvaartondernemer heeft vaak geen tweede acculader of omvormer aan boord. Als er dan eentje kapot gaat, dan wil hij de volgende dag wel direct een nieuwe hebben. Daarvoor heb je een groothandel nodig die dat snapt. Dan moet je als klant niet te horen krijgen dat je je bestelling maar even op de mail moet zetten. Wij doen dat anders. Bij ons krijg je Patrick aan de lijn en dan wordt het geregeld. Als een bunkerstation voor 4 uur in de middag bij ons bestelt, dan is het artikel de volgende dag al ter plaatse.’

Om snel aan de wensen van de klanten te voldoen, zijn vrijwel alle 1500 producten uit de catalogus van Rudolphus uit voorraad leverbaar. Van luchthoorns tot marifoonantennes en van acculaders tot omvormers, het magazijn in Duiven staat er vol mee. Veel plek is er ook ingeruimd voor verlichting. Dit gaat van navigatieverlichting en schijnwerpers voor aan boord tot aan buitenverlichting, bijvoorbeeld voor het gebruik bij het laden en lossen. En steeds vaker kiest de binnenvaartondernemer voor verlichting met LED’s in plaats van conventionele verlichting zoals gloei- en spaarlamp. Scheelt stroom en geld. Want een reguliere halogeen werklamp van 1000 Watt is te vervangen door een 50 Watt LED.

Niet makkelijk
LED verlichting maakt inmiddels een belangrijk deel uit van het assortiment van Rudolphus. Het gaat daarbij om LED vervangers die in bestaande armaturen kunnen worden geplaatst, maar ook om speciaal voor LED verlichting gefabriceerde armaturen. ‘Na de crisis kregen we het niet alleen drukker, maar moesten we ook meer kennis opdoen van LED verlichting’, vertelt Stoll. ‘Daarvoor is Alex bij ons komen werken. Hij werkte in Nijmegen in de verlichting en heeft veel verstand van LED. Want op de nieuwe, vooral groene, schepen zie je steeds vaker dat LED wordt gebruikt. En met de verplichting tot het gebruik van walstroom wordt het voor de schipper ook steeds interessanter. Met het aggregaat aan merkte je immers niet zo snel wat je verbruikte, maar als je de walstroom moet afrekenen wel.’

Maar een binnenvaartschip is volgens Stoll niet de meest makkelijke plek om LED verlichting te installeren. Vocht, hoge temperaturen en wisselende stroomspanning aan boord blijken niet goed voor de LED’s. ‘Op een jacht kan je vaak nog wel de reguliere LED verlichting gebruiken, maar op een binnenvaartschip wordt het een ander verhaal. Een beetje verhoging van de spanning doet een LED al kapot gaan. Desondanks hebben we nu een mooi programma van lampen en armaturen die daar wel tegen kunnen. Daarvoor hebben we verschillende merken in voorraad. We pikken zeg maar overal de krenten uit de pap.’

Zelf ontwikkeld
Maar niet alles wat de binnenvaart wenst, wordt standaard gemaakt. Daarom ontwikkelde Rudolphus samen met een Nederlandse fabrikant oriëntatieverlichting voor in het gangboord. Het van RVS gemaakte inbouwarmatuur wordt vanaf de buitenkant met drie schroeven op de den geschroefd. Verder heeft dit armatuur dikkere kabels dan standaard, kan de LED verlichting 12 tot 36 volt aan en is het waterdicht volgens de IP67 eisen.

De hogere kosten voor LED verlichting zijn nog wel een punt waardoor de schipper toch nog vaak kiest voor reguliere verlichting boven LED. Een voorbeeld zijn de boordlichten. In LED zijn deze ongeveer vijf keer zo duur. ‘Om de warmte goed te kunnen afvoeren moet het armatuur in dit geval van metaal worden gemaakt. Dat maakt het al flink duurder dan de boordlichten van kunststof. Ook moeten de ontwikkelingskosten en de keuringskosten nu nog worden terugverdiend.’

Rudolphus levert ook LED verlichting voor aan boord van hotelschepen. ‘Deze branche heeft weer haar eigen specifieke eisen. Zo moet de kleur van het licht overal hetzelfde zijn. Het is hierbij dus belangrijk dat de lampen uit eenzelfde batch komen.’

Respect
Stoll heeft in de binnenvaart inmiddels veel vaste klanten. ‘Als ze er eens een keer een vaste klant weg gaat, dan komt die meestal na verloop van tijd wel weer terug. Dan zien ze toch dat ze ergens anders niet krijgen wat wij kunnen bieden. Toch ziet Stoll ook de wereld van de binnenvaart veranderen. ‘Bij de bunkerstations zie je steeds vaker dat deze bedrijven gaan samenwerken. Deze schaalvergroting zorgt ervoor dat de markt voor ons lastiger wordt. Het wordt moeilijker om een relatie op te bouwen.’

Stoll realiseert zich dat hij het vrij makkelijk had toen hij een bestaand bedrijf kon overnemen. Maar hij ziet ook veel mensen in de binnenvaart die van nul af aan een bedrijf weten op te zetten. Hij heeft groot respect voor deze mensen, of ze nu een groot of een klein bedrijf hebben. ‘Ik ben op een rijdende trein gestapt, dat is minder moeilijk. Maar ik ben meer dan tevreden hoe het nu gaat. Ik ben zeer blij met mijn medewerkers en heb een goede relatie met mijn klanten. Ik hoef niet per se de grootste te worden.’

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

 

 

‘Personeelstekort binnenvaart neemt ernstige vormen aan’

ROTTERDAM Het personeelstekort in de binnenvaart neemt langzaam ernstige vormen aan. Om de problemen op de arbeidsmarkt structureel het hoofd te bieden is volgens het Bureau Voorlichting Binnenvaart (BVB) daarom een strategische arbeidsmarktagenda 2017-2030 nodig .

In de binnenvaart zijn ongeveer 200 vacatures onvervulbaar. Daardoor bestaat ongeveer een derde deel van het huidig personeelsbestand op de Nederlandse binnenvaartvloot inmiddels al uit buitenlands personeel, vooral afkomstig uit Oost-Europa. De tekorten verschillen per provincie. Zo is het tekort in Utrecht groter dan in Zuid- en Noord-Holland en Zeeland, provincies met binnenvaartopleidingen. Groot probleem is echter dat nog maar 60 tot 65 procent van de pas aangenomen bemanning na drie jaar nog steeds vaart. Deze ‘uitval’ wordt vooral veroorzaakt door jongeren die willen doorstuderen of een baan aan de wal ambiëren.

Actieprogramma
Als het aan BVB-programmamanager Mariska van der Starre ligt, komt er snel een arbeidsmarktagenda met daaraan gekoppeld een concreet actieprogramma en een langlopende campagne. ‘We worden geregeld gebeld met de vraag hoe het tekort aan binnenvaartpersoneel aan te pakken. Ook van onze sponsoren krijgen we zorgwekkende berichten. Als voorlichtingsbureau voor de binnenvaart nemen we daar graag het voortouw in.’
Omdat volgens het BVB steeds meer verladers besluiten over water te gaan vervoeren, is een gezond personeelsbestand onontbeerlijk. ‘Geen korte termijn acties op ad hoc basis, maar acties gebaseerd op een gezamenlijke strategische arbeidsmarktagenda. Dit betekent dat je de problemen ook serieus in kaart brengt; hoe groot is het probleem, waar knelt het, wat komt er nog op de sector af, wat betekent dit voor de personeelsvraag, hoe ziet het personeelsbestand eruit over 5, 10 of 15 jaar. Dat zijn vragen waar we ons als sector over moeten buigen. Pas dan kunnen we doelgericht aan de slag, met allerlei maatregelen inspelen op trends en gericht campagne gaan voeren.’

‘Niet laten versloffen’
Het BVB voert al gesprekken met brancheorganisaties, vakbonden, het bedrijfsleven en het onderwijsveld om een dergelijke agenda gezamenlijk op te stellen en een langlopende campagne voor te bereiden. ‘We moeten heel anders naar het probleem kijken. Een potentiële werknemer legt als het ware een reis af vanaf opleiding tot aan loopbaan. Spannen we ons in om bijvoorbeeld de instroom op de opleidingen te bevorderen, maar laten we het vervolgens als sector elders op die reis versloffen door slechte leermeesters aan boord of nauwelijks carrièreperspectief, dan worden onze inspanningen eerder op die reis, later alsnog tenietgedaan. En hier zien we voor elk deel van de reis een rol voor de betrokken gesprekpartners.’

Financiering
Voor financiering van een actieprogramma met een dergelijke lange looptijd tot 2030 wordt gedacht aan bijdragen vanuit de branche zelf, de landelijke overheid en Europa. Een langdurige, structurele inspanning om te komen tot een gezond, professioneel en toereikend personeelsbestand, ook in de toekomst, vraagt nu eenmaal om voldoende budget. Het Bureau Voorlichting Binnenvaart hoopt snel de handen opeen te krijgen en te kunnen starten met een gezamenlijke agenda.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

Dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland.