Categorie archieven: nieuws

CoVadem gaat opschalen

CoVadem gaat opschalen. Daarvoor hebben de initiatiefnemers van het project een investeringsovereenkomst met PDENH en FORWARD.one gesloten. Met de investering, die kan oplopen tot 1,5 miljoen euro, is de begroting rond voor de benodigde opschaling.

CoVadem realiseert actuele en voorspelde waterdiepte informatie voor de grote rivieren. Dit gebeurt door ieder schip de mogelijkheid te bieden een realtime en historisch inzicht te geven in zijn prestaties, gerelateerd aan de conditie van de vaarweg. Zo wordt de ladingomzet verhoogd, de brandstofkosten verlaagd en wordt de uitstoot van CO2 verminderd. Ook wordt de basis gelegd voor effectief verder innoveren op basis van gemeten prestatie-indicatoren.

Opschalen
Maar het succes van CoVadem valt of staat met de opschaling van het aantal metende schepen. Met de investering wordt de komende twee jaar het metende netwerk uitgebreid en worden de informatiediensten doorontwikkeld. ‘Zo gaan we de beoogde meerwaarde van actuele waterdiepte en goede voorspellingen realiseren.’

Om voldoende snelheid te kunnen maken, en om dat de kosten voor de baat uitgaat, ging het team van CoVadem in 2018 op zoek naar een externe investeerder. En die is nu gevonden. ‘Het is een mooie combinatie van investeerders die onze markt en service zeer goed weergeeft. PDENH als publiek fonds met duidelijke maatschappelijke ambities en een focus op duurzame mobiliteit, in combinatie met de zakelijke en maritieme expertise van FORWARD.one.’

Symposium
Op 20 december houdt het team van CoVadem een symposium aan boord van het mps Carmen in Nijmegen. Tijdens die bijeenkomst worden de bekengemaakt en wordt meer verteld over de details van de overeenkomst en opschaling van CoVadem.
Meer weten? Neem contact op met info@covadem.com voor meer informatie.

Wilt u erbij zijn op 20 december? De plaatsen zijn beperkt, maar ‘zolang de voorraad strekt’: van 13:00 tot 17:30 en tijdens de afsluiting tot 19:30 bent u van harte welkom. Neem contact op met covadem2018@covadem.com voor de details over de bijeenkomst.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

Vijf miljoen euro voor duurzame scheepsbouw

DEN HAAG De Tweede Kamer heeft deze week met een ruime meerderheid een amendement aangenomen om in 2019 vijf miljoen euro te reserveren voor de Subsidieregeling Duurzame Scheepsbouw (SDS). Dit amendement leidt in het voorjaar van 2019 ook tot een besluit over langjarige voortzetting van de SDS regeling, op basis van een door het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) uit te voeren evaluatie.

Het amendement op de begroting van het ministerie van EZK was ingediend door de ChristenUnie (Eppo Bruins) en de VVD (Hayke Veldman). Brancheorganisatie Netherlands Maritime Technology (NMT) is de ruime meerderheid van de Tweede Kamer en de indieners zeer erkentelijk voor de steun voor het amendement en houdt nauw contact met het ministerie betreffende de wens tot langjarige voortzetting van de SDS regeling.

Ontwikkelingsrisico’s
Volgens NMT gaat de Nederlandse scheepsbouw deze regeling de komende jaren benutten om ontwikkelingsrisico’s bij duurzaamheidsinnovaties te ondervangen. ‘Deze risico’s ontstaan doordat bij toepassing van nieuwe technologieën in schepen een sterke afhankelijkheid is van alle aspecten van het scheepsontwerp, terwijl de prestatie van het geheel pas na oplevering daadwerkelijk getest kan worden. Dit geldt zowel voor unieke schepen of eerste schepen van een serie, die daarmee prototypes zijn. Om deze reden is de subsidie ordergebonden en bedoeld om de scheepswerven te stimuleren een extra stap voorwaarts te maken in het verder verduurzamen van schepen.’

De effecten van de subsidie reiken verder dan de schepen waarop de innovaties als eerste zijn toegepast, omdat de daaraan verbonden risico’s beheersbaar zijn in de doorontwikkeling voor meerdere toepassingen en vervolgorders. Daarmee biedt de SDS een oplossing voor het knelpunt, dat investeringen in schone technologie vanwege de moeilijke marktomstandigheden en de zware internationale concurrentie veel te traag op gang komen.

Schone technologie
De scheepvaart is per vervoerstonmijl een schone vervoersmodaliteit, maar kan veel schoner worden. Met toepassing van schone technologie wordt een belangrijk maatschappelijk doel gediend: een lagere milieubelasting. Niet alleen langs de Nederlandse delta en kust, maar ook wereldwijd middels export. De SDS is bedoeld om de introductie van vernieuwende duurzame technologieën in de scheepsnieuwbouw en -ombouw mogelijk te maken. Technologieën die bedoeld zijn voor de structurele verlaging van CO2-uitstoot en andere schadelijke emissies aan boord van verschillende scheepstypen voor zee en binnenwateren. Andere oplossingen, die bijdragen aan de duurzame inzet van het schip gedurende de levensduur, vallen tevens onder de beoogde regeling.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

 

‘Duitsland stelt zelfde technische eisen klein schip als Nederland’

DEN HAAG Duitsland stelt geen andere technische eisen aan kleine binnenvaartschepen als Nederland. De technische eisen voor binnenvaartschepen zijn in alle CCR- en EU-landen geharmoniseerd. Nederland kan daar niet eenzijdig van afwijken, en de andere lidstaten evenmin.

Minister Cora van Nieuwenhuizen reageert hiermee op een motie van de Tweede Kamerleden Roy van Aalst (PVV) en Cem Laçin (SP). Zij vroegen de minister om kleine binnenvaartschepen, naar voorbeeld van Duitsland, te vrijwaren van de toepassing van de regels die de Centrale Commissie voor de Rijnvaart(CCR) heeft gesteld en een bedreiging vormen voor een financieel gezonde bedrijfsvoering van de eigenaren van een klein schip.
Omdat de minister volgens eigen zeggen veel waarde hecht aan een gelijk speelveld bij de uitvoering van de technische eisen, ging ze in de zomer van dit jaar over de eventuele verschillen met Duitsland individueel in gesprek met Koninklijke BLN-Schuttevaer, CBRB, ASV, EBU en BBZ.

Ook geen signalen
Een vergelijking van de relevante wetgeving in Nederland en Duitsland bewijst volgens de minister dat Duitsland geen wettelijke vrijstellingen verleent aan schepen die deelnemen aan het internationale scheepvaartverkeer. Er bestaat wel een aparte regeling voor schepen die slechts opereren binnen de Duitse landsgrenzen en bovendien niet op de Rijn varen. Deze regeling gunt die schepen voor een beperkt aantal technische eisen langere overgangstermijnen.
Contact met de Duitse bevoegde autoriteit heeft volgens Van Nieuwenhuizen bovendien duidelijk gemaakt dat voor de certificerende instellingen in Duitsland geen specifieke instructie geldt voor de certificering van kleine oude schepen. De minister concludeert dan ook dat hiermee in theorie sprake is van een gelijk speelveld tussen Nederland en Duitsland. Om te kijken of er ook in de praktijk sprake is van een gelijk speelveld heeft de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) een thema-actie opgezet om bij een aantal binnenvaartschepen van verschillende nationaliteiten te controleren of de schepen daadwerkelijk voldoen aan de voor hen geldende technische eisen. Deze actie heeft tot op heden geen signalen gegeven dat er in Duitsland op andere wijze met de technische eisen wordt omgegaan dan in Nederland.

‘Hard gewerkt’
Van Nieuwenhuizen meldt verder nog dat de technische eisen aan binnenvaartschepen de afgelopen jaren ‘een permanent punt van aandacht zijn geweest’ en dat ze in samenwerking met de brancheverenigingen hard heeft gewerkt aan het verzachten van de gevolgen van de meest problematische technische eisen. ‘Dit heeft geresulteerd in een pakket aan permanente oplossingen, die onlangs definitief in de regelgeving (ES-TRIN 2019) zijn verankerd. Deze resultaten worden door de branche, EBU en ESO, ondersteund.’

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.


Half miljoen aan boetes riviercruiserederijen

De Inspectie SZW heeft dit jaar al voor 492.000 euro aan boetes opgelegd aan riviercruiserederijen voor overtreding van de Wet arbeid vreemdelingen (Wav).Ook lopen er op dit moment nog enkele onderzoeken naar mogelijke overtreding van de wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (Wml). De riviercruisevaart blijft dan ook de warme aandacht van de Inspectie houden als het gaat om het aanpakken van misstanden in de riviercruisevaart.

Staatssecretaris Tamara van Ark van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid reageert hiermee op een verhaal in Trouw met de kop ‘De wereld achter die fijne Rijnreis blijkt helemaal niet zo fijn te zijn’. Samen met het platform voor onderzoeksjournalistiek Investico en het radioprogramma Argos berichtte de krant over ‘de personeelsuitbuiting en mensenhandel die schuil gaat achter de idyllische wereld van riviercruises’. Tweede Kamerlid Bart van Kent stelde naar aanleiding van het artikel Kamervragen.

Volgens de onderzoeksjournalisten zou personeel op de riviercruiseschepen dikwijls werkdagen van tien tot zestien uur moeten maken,waarbij overuren niet worden vergoed, Hierdoor zouden de werknemers onder het minimumloon duiken. Van Ark meldt niet te kunnen beoordelen of dit geval is,maar wijst er wel op dat de regels voor het personeel op cruiseschepen ruimerzijn dan voor werknemers op het land. Zo mag gemiddeld 12 uur per dag worden gewerkten ook dagen met 14 uur arbeid zijn toegestaan. Het personeel mag maximaal 31dagen achtereen arbeid verrichten.

Overwerk
Dat de werknemers van de cruiseschepen in hun arbeidscontract zouden hebben staan dat ze ‘zoveel extra uur moeten werken als nodig is’ waardoor ze werkweken maken die in strijd zijn met de Arbeidstijdenwet, vindt Van Ark ‘zeer kwalijk’. Als de situatie erom vraagt, is overwerk mogelijk, maar de werkgever moet zich hierbij wel redelijk opstellen. Wat redelijk is, kan bijvoorbeeld afhankelijk zijn van de functie van de werknemer. Maar of een verzoek tot overwerk redelijk was, is aan de beoordeling van een rechter. Want het is een werkgever verboden om overwerk te laten verrichten indien dat overwerk met zich brengt dat de werknemer meer uren werkzaam is dan op grond van het arbeidstijdenbesluit istoegestaan. De werknemer mag het verzoek om overwerk te verrichten in dat geval weigeren. D0e werkgever is volgens de staatssecretaris immers altijd gebonden aan de voorschriften van het arbeidstijdenbesluit vervoer en de Wet minimumloon. ‘Ondernemingen en uitzenders in de riviercruises werken internationaal. Daarbij komt het ook voor dat een Cypriotisch uitzendbureau betrokken is. Maar wat betreft de Nederlandse binnenwateren geldt dan het arbeidstijdenbesluit vervoer.’

Cypriotische expertise
Van Kent wilde ook nog een reactie van de staatssecretaris op de volgens het Kamerlid ‘vergoelijkende toon’ van brancheorganisatie European Barge Union (EBU). Hij wilde van Van Ark bijvoorbeeld weten of ze het waarschijnlijk acht dat cruiserederijen voor een Cypriotische constructiekiezen, vanwege ‘de expertise op het gebied van cateringconcepten en themareizen’ van dit land.

De staatssecretaris antwoordt hierop dat ze het mede aan de brancheorganisaties vindt om constructies en misstanden zoals geschetst in het radioprogramma Argos en het artikel in Trouw aan te pakken.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

Gratis wifi voor de binnenvaart op 18 locaties

ROTTERDAM Vanaf 1 december is er voor binnenvaartondernemers op 18 locaties in Nederlandse havens gedurende 48 uur gratis wifi beschikbaar. Na aanvraag online is het direct beschikbaar, beveiligd door middel van versleuteling van de draadloze verbinding. Dit betreft een proef tot 1 juli 2019.

Vanaf 2013 heeft Binnenvaart Netwerk Diensten (BND) zich ingespannen om, met hulp uit het Rijksprogramma IDVV, op zoveel mogelijk plaatsen waar binnenvaartondernemers geregeld langer stilliggen wifi-accespoints aan te leggen. Dat is nu gerealiseerd op in totaal 26 locaties, te weten 7 gemeentelijke havens, 4 havenbedrijven en 8 locaties van Rijkswaterstaat (RWS). Hieronder diverse sluiscomplexen en overnachtingshavens. Wie gebruik wilde maken van de wifi diende een abonnement af te sluiten en kon dan met een code inloggen. Groot voordeel van wifi is een snelle verbinding en beschikbaarheid van internet zonder dat het de bundel belast.

Vele schouders
Ondertussen verandert de digitale wereld en is de data-uitwisseling sterk toegenomen. Ondanks vele inspanningen van de zijde van BND zagen steeds minder binnenvaartondernemers de toegevoegde waarde van het afsluiten van een abonnement. BND is diegenen die dat in de afgelopen jaren wél hebben gedaan bijzonder dankbaar, want dankzij hen is het netwerk nu toch zo groot als het is geworden. En omdat er nu zoveel locaties zijn, dragen vele schouders de instandhouding.

Dankzij de financiële jaarlijkse bijdragen voor beheer en onderhoud van de havens lijkt het vanaf nu echter mogelijk de service gratis aan te bieden. Bij wijze van proef zal BND dit het komende half jaar uitproberen. Na die periode volgt een evaluatie hoe het gebruik verlopen is en of er op enig terrein knelpunten zijn ontstaan. Aangesloten locatiehouders kunnen dan besluiten of en zo ja hoe ze hiermee verder willen. Verreweg de meeste havens/havenbedrijven hebben nu al aangegeven de service te willen continueren of eventueel zelfs uit te breiden na de proefperiode.

Niet bij RWS
Een uitzondering op deze proef zijn de 8 RWS-locaties. RWS heeft te kennen gegeven dat gedurende de proefperiode alleen de huidige abonnementhouders, ook als hun abonnement is afgelopen, met hun huidige inlogcode op RWS-locaties kunnen blijven inloggen. Daar is ‘48 uur gratis na aanvraag’ niet beschikbaar. Vanaf 1 juli sluit RWS deze service en worden daar geen wifi-voorzieningen meer aangeboden.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

 

Steeds minder water door de Rijn

UTRECHT De binnenvaart moet in de toekomst rekening houden met meer en langere periodes van droogte. Uit onderzoek van de universiteit van Utrecht blijkt dat de gevolgen van de klimaatverandering in Nederland vooral merkbaar zullen zijn in de zomer. ‘En dit heeft ook impact op de binnenlandse scheepvaart’, meldt hydroloog en droogte-expert dr. ir. Niko Wanders van de Utrechtse Universiteit die analyseerde dat de afgelopen jaren in de zomermaanden steeds minder water door de Rijn stroomt.

De extreem lage waterstand zorgde de afgelopen tijd voor veel problemen in het vervoer van lading vanuit de zeehavens richting het achterland. En volgens Wanders krijgen we in Nederland in de toekomst meer last van dergelijke periode van droogte. ‘Onze modellen laten zien dat dit steeds normaler wordt.’
Uit onderzoek van de hydroloog en een internationaal team van onderzoekers bleek namelijk dat we door de opwarming van de aarde in Europa te maken krijgen met langere periodes van droogte, die een groter oppervlak bestrijken en meer impact hebben op de mens dan voorheen. Een wereldwijde temperatuurstijging van één tot drie graden kan volgens de onderzoekers een aanzienlijk effect hebben op uitdroging van de ondergrond door heel Europa. ‘Zelfs als we de temperatuurstijging kunnen terugdringen naar 1,5 graad, zoals bepaald is in het Parijse klimaatakkoord, zullen de periodes van droogte drie tot vier keer zo lang duren dan in het verleden.’

Mocht de temperatuur met gemiddeld drie graden gaat stijgen, dan komen de langere en grotere periodes van droogte ook nog eens tweemaal zoveel voor, droogte wordt dan in veel delen van Europa de normale gang van zaken. Een temperatuurstijging van drie graden betekent dan ook dat het grondwater 35 millimeter lager komt te staan, tot een diepte van twee meter. Dat betekent dat per vierkante kilometer land 35.000 kubieke meter minder water beschikbaar is.

Beter voorspellen
Inmiddels hebben we een droogte achter de rug die eens in de honderd jaar voorkomt. Het is sinds de metingen van de KNMI begonnen namelijk niet zo droog geweest. Naar aanleiding van deze aanhoudende droogte besloot Wanders opnieuw onderzoek te doen. Dat deed hij samen met wetenschappers uit Duitsland, de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk. Uit het onderzoek blijkt dat door gebruik te maken van nieuwe rekenmodellen in de toekomst al twee maanden van tevoren kan worden ingeschat of er meer of minder water door de Rijn gaat stromen. Hierdoor kunnen eerder maatregelen worden genomen tegen de gevolgen van droogte. ‘Voor de Rijn kunnen we betrouwbare voorspellingen doen met behulp van informatie uit Duitsland en Zwitserland’, vertelt Wanders. ‘Ook de temperatuur van de zee kunnen we hiervoor gebruiken, al is het moeilijk om het weer meer dan veertien dagen vooruit te voorspellen. Maar door te kijken hoeveel water er in de bodem zit en hoe warm de zee is, kunnen we inschatten of er meer of minder water door de Rijn gaat stromen in de komende maanden. We zien dat deze voorspellingen nu zo betrouwbaar zijn geworden dat we ook maatregelen kunnen nemen om de effecten van droogte te verminderen. De vraag is nu niet meer of we droogte kunnen voorspellen, maar hoe we gebruik gaan maken van deze voorspellingen. Alle beetjes helpen zodat we hopelijk in de toekomst minder last krijgen van droogte.’

Slecht voorbereid
Dat Nederland slecht is voorbereid op periodes van droogte, komt volgens Wanders vooral omdat de prioriteit in Nederland altijd heeft gelegen op het voorkomen van overstromingen. ‘En daar hebben we nu last van. Het IJsselmeer is een van onze belangrijkste waterreservoirs voor zoetwater. Met het waterpeil van het IJsselmeer kunnen we spelen, maar dat houden we traditiegetrouw vrij laag. Als we dat hoger hadden gehouden toen er genoeg water was, dan hadden we daar nu profijt van gehad. Hetzelfde geldt voor polders die we preventief onder water kunnen zetten, dat extra water zou ons nu geholpen helpen om de gevolgen van de droogte te beperken.’

Anticiperen
Wanders benadrukt nog wel dat de maatschappij kan anticiperen op de naderende droogte. ‘Het effect van klimaatopwarming kan met technische aanpassingen deels worden beperkt. Maar dat is kostbaar. Een waarschijnlijkere manier is om de klimaatdoelstelllingen uit het Parijse klimaatakkoord na te streven, om op die manier de verregaande gevolgen van droogte in Europa, en dus in Nederland, in te perken.’ (Illustratie Universiteit van Utrecht)

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

Verbod varend ontgassen Waal is niet aan de orde

DEN HAAG Alle ophef ten spijt, maar op de Waal geldt toch echt geen verbod op varend ontgassen van benzeen. Het provinciale verbod geldt alleen voor provinciale rivieren en kanalen, en niet voor Rijkswateren. Minister Cora van Nieuwenhuizen antwoordt dit op Kamervragen op het bericht dat ‘het extreem giftige en kankerverwekkende benzeen honderden keren per jaar illegaal in de provincie Gelderland wordt geloosd’. Er zou zelfs sprake zijn milieucriminaliteit.

Het uitstoten van ladingdampen in de atmosfeer door schepen in Nederland is alleen voor benzine (UN 1203) verboden. Rijkswaterstaat, de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT), de havendiensten en de politie handhaven hierop. Er worden volgens de minister weinig overtredingen geconstateerd. Voor het varend ontgassen van benzeen bestaat nog geen nationaal verbod. Op Rijkswateren is dit dus niet verboden. Voor de Rijkswateren Rijn, Lek en Waal is de Akte van Mannheim van toepassing waarvoor de minister het bevoegd gezag is. Nieuwe regels maken de lidstaten van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart (CCR) gezamenlijk, en dus niet de provincie. De provincies zijn verantwoordelijk voor de handhaving van hun eigen milieuregelgeving en zijn het bevoegde gezag voor activiteiten op provinciale vaarwateren. Er is dus ook geen sprake van een gedoogsituatie door de provincie op de Waal.

Geen aanwijzingen
In het artikel in dagblad De Gelderlander werd ook gesuggereerd dat bij het lozen van benzeen de toegestane maximumnorm met een factor 200.000 wordt overschreden. Maar de minister meldt dat het haar niet bekend is op welke wijze deze overschrijding is vastgesteld. ‘Het ontgassen door tankers is een geleidelijk proces. Om de concentraties relatief laag te laten zijn mag alleen varend worden ontgast.’ Ook de mening van de hoogleraar van de Erasmus Universiteit dat het varend ontgassen ‘één van de grootste milieuproblemen van ons land’ is, deelt de minister niet. ‘Het is mij niet duidelijk op basis van welke criteria hij deze bewering doet.’ Voor de bewering dat schepen speciaal uit Duitsland naar Nederland komen om te ontgassen, meldt de minister ook geen aanwijzingen te hebben.

Verbod in 2020
Van Nieuwenhuizen geeft wel aan zo snel mogelijk het varend ontgassen van alle gevaarlijke stoffen te willen verbieden. Daarvoor werd in juni 2017 al het Afvalstoffenverdrag gewijzigd. Volgens de minister hebben de provinciale ontgassingsverboden daarbij wel geholpen. ‘Door te wijzen op deze verboden kon Nederland hameren op de urgentie om te komen tot internationale regelgeving. Dit heeft de totstandkoming van de verdragswijziging bespoedigd.’
Na ratificatie en implementatie van deze verdragswijziging wordt het varend ontgassen niet alleen in Nederland verboden, maar ook in de vijf andere verdragsstaten. In Frankrijk geldt het verbod alleen op enkele waterwegen waaronder de Rijn. Daarmee wordt volgens de minister uiteindelijk 95% van alle ontgassingen voorkomen. De minister verwacht dat op zijn vroegst in 2020 de ontgassingsverboden in de lidstaten van het Scheepsafvalstoffenverdrag in werking treden.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

Gratis tanktijd bij MARIN voor Maritieme MKB’ers

WAGENINGEN MARIN biedt ook in 2019 weer gratis testtijd aan voor maritieme MKB’ers. Het aanbod is bedoeld voor MKB’ers die een nieuw maritiem concept willen onderzoeken: om te kijken of het werkt, om het te verbeteren of om het te demonstreren. Inschrijven kan tot en met 31 december 2018.

Het gaat om nieuwe ideeën en concepten, niet om optimalisatie van bestaande ontwerpen en ontwerptesten; daar zijn MARIN’s normale projecten en tarieven voor. De mogelijke projecten zijn divers: van drijvende windturbines en zonnepanelen tot grote vliegers voor het opwekken van windenergie.

Twee weken tanktijd
De nieuw geselecteerde projecten voor 2019 krijgen allemaal twee weken tanktijd (inclusief voorbereidingen en testtijd) in het MARIN Concept Basin of het MARIN Shallow Water Basin. Deze twee weken is inclusief een ervaren experimentator, die de systemen bedient en de klanten helpt bij het uitvoeren van de proeven. Ook inbegrepen is een voorbereidende dag voor inhoudelijk overleg met een ervaren MARIN Project Manager en een MARIN Project Engineer. Met elkaar bespreken ze het concept, de beste aanpak van de proeven en de benodigde ondersteuning door MARIN. Het totale aanbod van MARIN is ruwweg 40.000 euro waard per project. Klanten kunnen hun eigen modellen meenemen en zelf meewerken bij de proefuitvoering. MARIN kan de modellen natuurlijk ook maken, en zal daarvoor dan kosten in rekening brengen. Datzelfde geldt voor analyses en rapportage door MARIN. Ervaring uit voorgaande jaren leert dat deelnemers zelf nog zo’n 20.000 tot 30.000 euro investeren in deze proeven. MARIN’s aanbod voor gratis testtijd helpt de MKB-klant om deze belangrijke stap in de verdere ontwikkeling van hun concept makkelijker te maken.

Vertrouwelijk
Alles gebeurt confidentieel en de kennis die wordt opgedaan tijdens de proeven is geheel van de MKB’er zelf. Het MARIN-aanbod is ook geen overheidssubsidie. MARIN ziet het als haar bijdrage aan Nederlandse maritieme innovatie.
MARIN heeft moderne faciliteiten en is het grootste onafhankelijke maritieme testinstituut in de wereld. MARIN werkt voor grote reders, werven en energiemaatschappijen. De faciliteiten en ervaring wil MARIN graag inzetten om Nederlandse maritieme MKB’ers vooruit te helpen. (Foto MARIN)

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

Goedkoper bellen

BRUSSEL Bellen naar andere EU-landen wordt binnenkort goedkoper. Vanaf 15 mei 2019 mogen telecombedrijven niet meer dan 19 cent berekenen voor oproepen tussen EU-landen, tekstberichten (SMS) mogen maximaal 6 cent per stuk kosten.

Over de maximumtarieven werd binnen de Europese Unie in juni van dit jaar al een akkoord bereikt, maar woensdag 14 november stemde een meerderheid van het Europees Parlement hier ook voor. En de telecommunicatie wordt niet alleen goedkoper, maar ook sneller. Zo bevat het pakket ook maatregelen zodat in Europese steden tegen 2020 het nieuwe 5G netwerk beschikbaar is. Ook moeten alle Europese landen verplicht met een 112-waarschuwingssysteem komen om burgers via sms te waarschuwen in het geval van dreigende grote noodsituaties en rampen, zoals een terroristische aanslag of een natuurramp.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook

Motoren en kaaisjouwers op ledenvergadering

ARNHEM Hoe staat het met het aanbod van motoren voor de binnenvaart die voldoen aan de nieuwe strenge Europese emissie-eisen Stage V en wie waren toch die kaaisjouwers die aan de Nijmeegse Waalkade de lading van boord van de schepen haalden? De leden die onlangs op de jaarlijkse ledenvergadering van Aqualink waren, kregen daar zo goed mogelijk antwoord op.

De leden van Aqualink waren te gast bij Misti in Arnhem, waar Jan Fransen ze ontving. Khalid Tachi was als directeur van het Expertise- en InnovatieCentrum Binnenvaart (EICB) naar Arnhem gekomen om de leden voor te lichten over de komende strengere eisen voor de motoren in de binnenvaart. Zo moet volgens Tachi de uitstoot van NOx en fijnstof met 80% worden verminderd. Voor de grotere vermogens moet het fijnstof zelfs met 97% worden verminderd in vergelijking met CCR I motoren. Ook geldt een limiet aan het aantal deeltjes roet.
De nieuwe eisen gelden overigens alleen voor nieuwe motoren, bestaande binnenvaartmotoren kunnen tot in het oneindige worden gereviseerd. Maar Tachi hoopt niet dat de binnenvaart nu nog massaal CCR II motoren gaat plaatsen. ‘Want dan raken we als binnenvaart echt op achterstand in vergelijking met het wegtransport.’

Greendeal
In de Greendeal waarover de brancheorganisaties in de binnenvaart nu in overleg zijn met de overheid, ligt de focus volgens Tachi op een aantal zaken. Het gaat hierbij om het bijmengen van biobrandstof, dit is volgens Tachi vergelijkbaar met het gebruik van GTL. Alleen wordt GTL gemaakt van aardgas en HVO uit biomassa. Het gebruik van biobrandstoffen verminderd de uitstoot direct en is makkelijk te implementeren. Verder moet worden gekeken hoe de bestaande vloot aan de nieuwe eisen kan voldoen en moet een financieringsinstrument worden opgezet. Voor de hele Europese binnenvaart zouden de kosten voor de vergroening een kleine vier miljard euro bedragen en dat kan de sector niet allemaal zelf betalen. Ook moet worden gekeken naar alternatieven zoals batterijen en waterstof.

Certificering
Een van de mogelijkheden om te kunnen voldoen aan de nieuwe eisen is het plaatsen van Euro VI truckmotoren. Maar deze moeten dan wel eerst geschikt worden gemaakt voor het gebruik aan boord van een binnenvaartschip, het mariniseren. Een van de uitdagingen na het mariniseren blijft echter de certificering van de motor. Hetzelfde geldt voor het mariniseren van Non Road Engines (NRE), motoren uit bijvoorbeeld graafmachines. Ook bij het gebruik van nabehandelingstechnieken voor bestaande motoren blijft de certificering volgens de nieuwe Stage V normen een probleem. Hetzelfde geldt voor LNG. Voor het gebruik van methanol in de binnenvaart is de kennis volgens Tachi nog te gering, wat ook geldt voor waterstof en batterijen.

Kaaisjouwers
De Nijmeegse schrijver Frank Antonie van Alphen gooide het met zijn verhaal over de Nijmeegse kaaisjouwers over een hele andere boeg. De 20 tot 30 kaaisjouwers die in Nijmegen actief waren ‘sjouwden’ de lading uit de binnenvaartschepen de Waalkade op. Vaak gebeurde dat met zakken steenkool die 50 tot 80 kilo wogen. Omdat de handelaren vaak te beroerd waren om paard en wagen in te zetten, sjouwden ze hiermee vaak ook nog eens drie kwartier door de stad. Het werk was zo zwaar, dat de kaaisjouwers niet ouder werden dan een jaar of 40. De arme kaaisjouwers brachten Nijmegen welvaart, maar bleven onbekend, er werd zelfs op ze neergekeken…

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook