Opnieuw miljoenen voor Port Liner

BRUSSEL Port Liner krijgt vanuit Brussel opnieuw miljoenen euro’s aan subsidie voor de bouw van elektrisch varende containerschepen. Vorig jaar kreeg het bedrijf van binnenvaartondernemer Ton van Meegen al 7 miljoen uit het programma voor het Trans-Europese Vervoersnetwerk (TEN-T), nu komt 5,6 miljoen euro subsidie beschikbaar voor vergroening van de binnenvaart.

De eerste miljoenen kreeg Port Liner voor de bouw van zes elektrisch varende containerschepen. Om deze zogenoemde Port Liners van stroom te voorzien, komen aan boord schok- en trillingsvrije containers met batterijen te staan, de zogenoemde e-Powerboxen. De 7 miljoen euro aan subsidie worden hoofdzakelijk gebruikt voor het ontwikkelen van deze containers.
De bijna 6 miljoen euro die nu beschikbaar komt, gaat Port Liner gebruiken voor de bouw van nog eens negen van deze elektrische containerschepen. ‘Er is gekozen voor innovatie en duurzaamheid’, concludeert minister Cora van Nieuwenhuizen van Infrastructuur en Waterstaat. ‘Met een impuls voor de bouw van volledig elektrische binnenvaartschepen voor containervervoer wordt de binnenvaart een nog duurzamer alternatief voor vervoer over de weg.’

e-Powerbox
Port Liner heeft nu dus voor in totaal vijftien elektrische binnenvaartschepen subsidie gekregen, vijf kleinere schepen en tien grote. De schepen gaan varen in het ARA-gebied en van en naar de containerterminal van logistiek dienstverlener GVT Group of Logistics in Tilburg. De vijf kleine schepen krijgen een lengte van 52 meter en een breedte van 6,70 meter. De tien grotere schepen bestaan uit vijf schepen van 110 meter lang en 11,45 meter breed, de overige vijf worden eveneens 110 meter lang, maar worden 14,50 meter breed.
In totaal laat Port Liner 49 zogenoemde e-Powerboxen bouwen, de containers waarin de accu’s staan om de stroom voor de schepen in op te slaan. Die zijn voldoende om de tien grote en de vijf kleine schepen elektrisch te laten varen. Vier van deze containers aan boord zijn genoeg om de grootste schepen tussen de 18 en 25 uur te laten varen.

Later
De eerste Port Liners die in de vaart zouden komen, moesten de vijf kleine schepen worden. Deze schepen zouden al in augustus moeten gaan varen. De eerste grote Port Liner zou in november van dit jaar moeten gaan varen, begin 2020 zouden ze alle tien in de vaart moeten zijn. Maar Ton van Meegen maakte onlangs bekend dat het in de vaart nemen van de eerste kleine Port Liner met vier tot vijf maanden is vertraagd. ‘De vertraging heeft zeker geen verkeerde uitstraling op het project omdat we met nog meer innovatieve schepen komen dan als we eerder hebben voorgenomen’, vertelde Van Meegen.
De casco’s van de elektrische schepen worden gebouwd op de zusterwerf van de Nijmeegse scheepswerf Gelria in Millingen aan de Rijn. Dat is de voormalige werf van Damen shipyard (Bodewes). De afbouw van de schepen gebeurt bij scheepswerf Asto in Raamsdonkveer.

Weg en spoor
Niet alleen de binnenvaart krijgt overigens geld uit het programma voor het Trans-Europese Vervoersnetwerk (TEN-T), ook het Nederlandse wegvervoer en het spoor krijgen miljoenen. Het wegtransport kreeg 25 miljoen euro voor het bouwen van 39 extra LNG tankstations. Het spoor krijgt 6,1 miljoen euro om 55 locomotieven van goederenvervoerders te voorzien van de nieuwste versie van het Europese spoorbeveiligingssysteem ERTMS. Hierdoor kunnen de kosten die goederenvervoerders hier zelf voor moeten maken verder worden gedrukt. Vorig jaar kreeg Nederland al een TEN-T subsidie van 32 miljoen euro voor de inbouw van ERTMS in 300 goederenlocomotieven. (Illustratie Omega Design Druten)

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook