Subsidieregeling Duurzame Scheepsbouw twee keer dit jaar

DEN HAAG De Subsidieregeling Duurzame Scheepsbouw (SDS) wordt in 2022 twee keer opengesteld. De sector had hierom gevraagd. In elke tender wordt 2,3 miljoen euro verdeeld onder de meest duurzame innovatieve voorstellen.

Via de SDS stimuleert het ministerie van Economische Zaken en Klimaat de marktintroductie van duurzaamheid-bevorderende innovaties in de scheeps(om)bouw en op offshore-constructies. Scheepswerven lopen een risico bij de ontwikkeling en eerste toepassing van maritieme innovaties. Door gebruik te maken van de SDS-subsidie kunnen zij deze risico’s ondervangen. Naast de maatschappij profiteren ook de reders en maritieme toeleveranciers van een versnelde toepassing van duurzame maritieme oplossingen.

Concrete criteria
De eerste tender staat open tot en met 8 april 17.00 uur, de tweede tender is open van 13 juni tot en met 4 oktober.
Alle ingediende aanvragen worden beoordeeld op een aantal concrete criteria, waarna de hoogst scorende projecten als eerste subsidie toegewezen krijgen. De mate van innovatie, duurzaamheidswinst, economisch perspectief, en hoe helder één en ander verwoord is bepalen de score voor een aanvraag.

‘Bijeenkomst’
Op dinsdag 15 februari van 16:00 – 17:00 uur houden NMT en RVO een informatiebijeenkomst om toelichting te geven en eventuele vragen te beantwoorden. Deze bijeenkomst zal online worden gehouden via Zoom. Aanmelden kan hier.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

Maurits van der Linde beleidsadviseur BLN en CBRB

ROTTERDAM Maurits van der Linde is per 1 februari 2022 de nieuwe Beleidsadviseur Veiligheid en Gevaarlijke Stoffen van Koninklijke BLN-Schuttevaer en het Centraal Bureau voor de Rijn- en Binnenvaart (CBRB). Maurits is in de binnenvaart vooral bekend van het Platform Zero Incidents (PZI) waarmee hij een bijdrage levert aan een veilige binnenvaart, met name op het gebied van preventie en veiligheidsincidenten in de binnenvaart.

‘De binnenvaart kan en zal de komende jaren een belangrijke bijdrage leveren aan de maatschappelijke opgaven voor mobiliteit en leefbaarheid’, aldus CBRB voorzitter Paul Goris. ‘Op een veilige en verantwoorde manier transporteert de binnenvaart vele soorten goederen over de Europese vaarwegen. Voor binnenvaartbedrijven zijn goede randvoorwaarden en adequate regelgeving belangrijk. Aan de vooravond van de aanstaande fusie en de overgang naar Koninklijke Binnenvaart Nederland, is het vanzelfsprekend dat we als CBRB en BLN deze voor de leden belangrijke functie gezamenlijk invullen.’

Experts aan boord
Maurits zegt graag aan de slag te gaan als Beleidsadviseur Veiligheid en Gevaarlijke Stoffen, met en voor de leden. Binnen zijn nieuwe rol, zal Maurits tevens de coördinatie van het Platform Zero Incidents (PZI) voor zijn rekening nemen en werken aan het verder uitrollen bij de overige ledengroepen binnen de nieuwe organisatie. Ook gaat Maurits in zijn functie een zeer actieve rol spelen in het Safety & Environment committee van het Europese IWT-Platform. ‘De experts voor een veilig vervoer van (gevaarlijke) goederen bevinden zich in de binnen(tank-)vaartsector zelf’, aldus Maurits van der Linde. ‘Dit was en is een belangrijke grondslag voor PZI.’

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

RWS besteedt onderhoud vier Maasstuwen aan

UTRECHT Rijkswaterstaat heeft een aanbestedingsprocedure gestart voor grootschalige civieltechnische en werktuigbouwkundige onderhoudswerkzaamheden aan de Maasstuwen in Linne, Roermond, Belfeld en Sambeek. Het werk is gepland tussen 2023 en eind 2026.

Vorige week werd na een verhoogde waterstand, stuw Roermond nog gestreken. Vanwege schade aan de stuw bij Roermond kon de stuw echter niet via de normale procedure gezet worden. Normaal gebeurt dit via een kraan op de stuw, maar nu moest een kraanschip op locatie komen om de stuw te zetten. Het incident benadrukt volgens Rijkswaterstaat de noodzaak voor groot onderhoud aan de stuwen op de Maas.

Modernisering
De werkzaamheden bestaan onder andere uit het vervangen van aandrijvingen, herstellen van bodembescherming, schilderwerk en repareren van betonschades. Bij stuw Roermond moet ook de kraan vervangen worden. Werkzaamheden aan de stuwen Borgharen, Grave en Lith zijn nog in voorbereiding.

Parallel aan deze civieltechnische en werktuigbouwkundige maatregelen, worden ook voorbereidingen getroffen om de bediening en besturing van de Maasstuwen te moderniseren. Onlangs is deze opdracht gegund aan IMPAKT Ingenieursbureau, een samenwerkingsverband van Witteveen+Bos, Royal HaskoningDHV en Pilz.

Alle onderhoudswerkzaamheden samen moeten ervoor zorgen dat de stuwen hun werk goed kunnen blijven doen, tot de grootschalige renovatie of vervanging vanaf 2035. De stuw in Grave wordt als 1e al vanaf 2028 aangepakt.

Oude ‘ruggengraat’
De 7 stuwen vormen al 100 jaar de ruggengraat van de Maas. Zij zorgen ervoor dat het waterpeil geregeld kan worden, houden het water tegen en voorkomen zo dat het té snel stroomt en borgen de diepte van de rivier. Het goed functioneren van die stuwen is noodzakelijk voor een vlotte en veilige doorstroming van de scheepvaart over de Maas. Maar door veroudering en intensiever gebruik komt het einde van de technische levensduur van een groot aantal bruggen, tunnels, viaducten en sluizen in zicht. Soms sneller dan verwacht. Tegelijkertijd moet de functie van de netwerken in stand worden gehouden, met vaak hogere verwachtingen qua beschikbaarheid en betrouwbaarheid dan waar oorspronkelijk op is ontworpen. (Foto Rijkswaterstaat)

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

Subsidie voor aanschaf van Stage V motor is al weer op

DEN HAAG Het voor 2022 beschikbare budget van de subsidie voor het vervangen van motoren voor Stage V motoren of het plaatsen van een elektrische aandrijflijn is na ruim twee weken al weer helemaal op. Voor het plaatsen van een katalysator is voor dit jaar nog wel budget beschikbaar, ongeveer de helft.

Binnenvaartondernemers konden vanaf 1 januari van dit jaar weer een aanvraag indienen voor subsidie voor het plaatsen van een Stage V motor of het plaatsen van een elektrische aandrijflijn. Via de Tijdelijke Subsidieregeling Verduurzaming Binnenvaartschepen was vanaf 2021 in totaal 13,7 miljoen euro beschikbaar, waarvan 6,9 miljoen vorig jaar. Die miljoenen waren toen ook al weer snel weg. Dit jaar kon de binnenvaart 5,9 miljoen euro subsidie verdelen. Maar ook deze miljoenen zijn nu dus al weer op. ‘Het heeft op dit moment geen zin om voor dit onderdeel nog aanvragen in te dienen’, vertelt woordvoerder Marcus Polman van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).

Vooral kleine bedrijven
Of er nog een vervolg komt van de subsidieregeling durft Polman niet te zeggen. ‘De Tijdelijke Subsidieregeling Verduurzaming Binnenvaartschepen levert een nuttige bijdrage aan de verduurzaming van de binnenvaartvloot in Nederland, maar de huidige regeling is niet in staat om de gehele vloot te verduurzamen. Het er al dan niet komen van een vervolg is een keuze die ligt bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.’
Volgens Polman wordt het grootste deel van de aanvragen voornamelijk ingediend door (zeer) kleine bedrijven. ‘Een grove schatting laat zien dat ongeveer 80% van de in 2022 ingediende aanvragen tot deze categorie (VOF of klein mkb) behoort.’
Volgend jaar wordt het voor de binnenvaartondernemer die niet achter het net wil vissen, zaak nog eerder een aanvraag in te dienen. In 2023 is nog slechts het allerlaatste restje van 900.000 euro uit de subsidieregeling te verdelen.

SCR katalysator
De subsidieverstrekking voor de aanschaf van SCR katalysatoren is een heel ander verhaal. Van 2021 tot en met 2025 is in totaal 63 miljoen beschikbaar. In 2021 ging het geld zelfs niet helemaal op. En voor 2022 komt voor de aanschaf een katalysator 13,6 miljoen euro beschikbaar, voor de jaren 2023 en 2024 15,6 miljoen euro en voor 2025 4,6 miljoen euro.

Om voor subsidie voor een SCR katalysator in aanmerking te komen, moet de katalysator worden ingebouwd in een reeds ingebouwde motor. De katalysator moet minimaal 60% stikstofreductie opleveren ten opzichte van de CCR2 norm voor een soortgelijke motor. De reductie moet worden aangetoond met een meetrapport van een erkend of gecertificeerd meetbedrijf. De binnenvaartondernemer kan de kosten voor dit rapport meenemen in de subsidieaanvraag. Overigens vallen alleen de aanschaf en installatie van de SCR katalysator onder de subsidieregeling. Kiest de binnenvaartondernemer voor een compleet nabehandelingspakket met een SCR katalysator en een roetfilter, dan moeten de kosten bij de aanvraag duidelijk worden uitgesplitst.

Vrijwillige aanschaf
De subsidie voor zowel een Stage V motor als een SCR katalysator bedraagt 40% van de investeringskosten en bedraagt nooit meer dan 200.000 euro. Het subsidiepercentage kan worden opgehoogd voor het MKB. Dit betekent dat middelgrote bedrijven 50% en kleine bedrijven 60% subsidie krijgen. Ook dan geldt het maximum van 200.000 euro per vaartuig.

Om voor subsidie in aanmerking te komen, hoeft het overigens niet te gaan om motoren die speciaal voor de scheepvaart zijn gebouwd. Het kan dus ook gaan om gemariniseerde motoren zoals Euro 6 vrachtwagenmotoren of NRE Stage V industriemotoren. De aanschaf moet wel vrijwillig zijn, en op geen enkele wijze wettelijk zijn verplicht. Het gaat dus om vervanging van een nog werkende motor.
Alleen de aanschaf en installatie van de Stage V motor worden gesubsidieerd. Kosten als onderhoud, reparaties zijn voor eigen rekening van de binnenvaartondernemer.

Subsidie aanvragen
Het aanvragen van subsidie voor het plaatsen van een katalysator kan dus nog altijd via de website van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Voor verdere informatie over de subsidieregeling kunnen binnenvaartondernemers contact opnemen met het Expertise- en InnovatieCentrum Binnenvaart.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

 

RensenDriessen bouwt met Asto tien ‘River Drones’

ZWIJNDRECHT RensenDriessen Shipbuilding in Zwijndrecht gaat in samenwerking met Asto Shipyard tien semi-autonome bouwen. Met de bouw van de eerste drie casco’s is al in China begonnen. Deze komen in het tweede kwartaal van 2022 in Nederland aan, de overige zeven casco’s moeten later dat jaar volgen.

De Belgische opdrachtgever van de tien schepen bedacht de ‘River Drones’. Deze semi-autonoom varende schepen, die geschikt zijn voor droge lading en containers, krijgen technologie aan boord van het Vlaamse Seafar. De 106 meter lange schepen krijgen een hybride voorstuwing. De schepen worden voortgestuwd door twee Equadrives, voorzien van straalbuizen van VerhaarOmega. Twee Stage V gecertificeerde Mitsubishi generatorsets van de Koedood Marine Group drijven de Equadrives aan. De schepen worden afgebouwd op de werf van Asto, Werkina gaat de elektrionica inbouwen.

Eerste stap
Wim Driessen van RensenDriessen Shipbuilding kenmerkt de River Drones als ‘een nieuwe generatie duurzame schepen’. ‘Vanuit een Seafar Control Center worden de schepen veilig over het water geleid. Optimale scheepsprestaties worden bereikt door een verlengde navigatietijd en geoptimaliseerde efficiëntie van de bemanningstijd. Dit is een eerste stap in wat volgens ons de toekomst is.’ (Foto Seafar)

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

Speerpunten CCR: Digitalisering en energietransitie binnenvaart

STRAATSBURG De digitalisering in, en de energietransitie van de binnenvaart zijn de komende twee jaar de belangrijkste speerpunten van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart (CCR). Frankrijk bekleedt met ingang van 1 januari 2022 voor de duur van twee jaar het voorzitterschap van de CCR.

Het ambt van voorzitter wordt vervuld door François Alabrune. Hij is directeur Juridische Zaken bij het ministerie van Europa en Buitenlandse Zaken, en hoofd van de Franse delegatie bij de CCR. Het plaatsvervangend voorzitterschap is toevertrouwd aan Brigit Gijsbers, directeur Maritieme Zaken bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, en hoofd van de Nederlandse delegatie bij de CCR.

Digitalisering
Op het gebied van de digitalisering is het doel bepaalde diensten uit te rollen waardoor de modal shift naar de binnenvaart kan worden bevorderd en een bijdrage kan worden geleverd aan beter verkeersmanagement, zowel uit economisch als milieuoogpunt, met name door het gebruik van artificiële intelligentie.
De CCR kan in dit opzicht volgens eigen zeggen worden gezien ‘als het forum bij uitstek voor overleg over diverse concrete onderwerpen’. ‘Het gaat daarbij met name om het beheer van sluizen en van wachttijden bij binnenvaartinfrastructuur, het besparen van brandstof door het kiezen van een optimale snelheid (smart shipping) of het inschatten van de overslagtijd.’

Energietransitie
Op basis van de door de CCR aangenomen routekaart voor het terugdringen van de emissies, zou er in de loop van de volgende twee jaar snel vooruitgang moeten worden geboekt. Het gaat daarbij onder meer om innovatieve schepen die gebruik maken van andere brandstoffen dan diesel en waarvoor ontheffingen nodig zullen zijn of wijzigingen in de reglementen van de CCR. Ook de ontwikkeling van een financieel instrument om de energietransitie te ondersteunen, zal centraal staan in de besprekingen. ‘Om dit doel te bereiken zal er op het gebied van de regelgeving een duidelijke weg moeten worden uitgestippeld tussen de voorgestelde herziening van de energiebelastingrichtlijn enerzijds en de beperkingen die er gelden voor het Rijnstroomgebied anderzijds.’

Samenwerking
De Franse delegatie zal tijdens haar voorzitterschap de inspanningen voortzetten die zijn ondernomen om het goede functioneren van het Europees Comité voor de opstelling van standaarden voor de binnenvaart (CESNI) te waarborgen. Doel is de flexibiliteit en doeltreffendheid te verbeteren van dit gemeenschappelijke coördinatie- en standaardiseringsorgaan voor de Europese binnenvaart waarin de lidstaten van de CCR en de EU-lidstaten samenwerken.

Ligplaatsen Oberrhein
De binnenvaart heeft hoge verwachtingen ten aanzien van de ligplaatsen voor vaartuigen langs de Oberrhein. In dit verband heeft Voies navigables de France (VNF) samen met Électricité de France (EDF) een studie in opdracht gegeven met het oog op de aanleg van ligplaatsen voor vrachtschepen. Tegen deze achtergrond stelt het Franse voorzitterschap voor dat de mogelijkheid wordt onderzocht om voor dit soort voorzieningen langs de Rijn, met name bij de sluizen, in overleg met het scheepvaartbedrijfsleven tot een zekere standaardisering te komen.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

 

HbR wil ligplaatsen binnenvaart slimmer inzetten

ROTTERDAM Het Havenbedrijf kijkt hoe de huidige ligplaatsen voor binnenvaart in het westelijk havengebied slimmer kunnen worden ingezet. Zo heeft het vorig jaar een proef gehouden met gemengd afmeren van binnenvaartschepen met gevaarlijke lading in de Rotterdamse haven. Deze proef werd succesvol afgerond.

Uit de proef bleek dat de zogenoemde 1 kegel- en 2 kegelschepen zonder afstand naast elkaar en naast schepen zonder gevaarlijke lading kunnen afmeren. Met de proef wilde het Havenbedrijf ervaring opdoen. Het is nu in afwachting van de nieuwe landelijke beleidsregel over gemengd afmeren van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en de toekomstige aanpassing van het Binnenvaartpolitiereglement (BPR). Voorlopig blijft het huidige verkeersbesluit van kracht en is gemengd afmeren toegestaan op de daarvoor aangewezen pilotlocaties. Het Havenbedrijf werkt verder aan het optimaliseren van de planning en aan een beter afroepsysteem zodat niet per se dicht bij de haven gewacht hoeft te worden.

Corona goed doorstaan
De divisie Havenmeester van het Havenbedrijf Rotterdam, verantwoordelijk voor de veilige en vlotte afwikkeling van het scheepvaartverkeer en de naleving van de Havenbeveiligingswet, heeft het tweede coronajaar goed doorstaan. De pandemie bracht de continuïteit van de dienstverlening niet in gevaar. Het aantal zeeschepen dat in Rotterdam arriveerde, nam toe met circa 700 tot bijna 29.000. Er waren drie ernstige ongevallen. Daarbij werd alleen materiële schade veroorzaakt.

Het aantal zeeschepen dat in Rotterdam arriveerde in 2021 nam toe van 28.169 naar 28.876. Dat is onder het niveau van 2019 toen er 29.492 zeeschepen arriveerden in de Rotterdamse haven. Dat verschil is grotendeels toe te schrijven aan de schaalvergroting in de containervaart.

Iets meer schades
De nautische veiligheidsindex voor ongevallen (7,5) scoorde beter dan het streefcijfer 7. De safety environmental index voor inspecties (7,4) haalde bijna het streefgetal 7,5. Door de pandemie werd er minder, maar wel gerichter geïnspecteerd. Dat leverde dus verhoudingsgewijs meer bevindingen op. Er werden 462 processen verbaal uitgeschreven, waarvan 76 aan de pleziervaart. Het aantal ongevallen – waarvan de helft parkeerschades (67) – steeg van 122 naar 144. Daaronder drie ernstige ongevallen: een zeeschip botste tegen de Calandbrug; een binnenvaartschip schampte een zeeschip in de Eemhaven en een motorsleepboot kapseisde in de Bocht van Esch bij de Van Brienenoordbrug.

Tevreden terugblik
Havenmeester René de Vries kijkt tevreden terug op het tweede coronajaar. “Ik ben trots op mijn collega’s. Ook dit tweede coronajaar kwam onze dienstverlening niet in gevaar en bleef de haven goed bereikbaar. Het was ook een veilig jaar. 144 incidenten op zo’n 800.000 scheepsbewegingen is niet veel, maar de stijging van het aantal ongevallen stemt niet tevreden. Het zijn veelal incidenten door haastig gedrag bij aanmeren. Zeelieden zitten veel langer aan boord, er wordt veel van bemanningen gevraagd. Dat vraagt van ons extra waakzaamheid, want we zijn nog niet klaar met de pandemie”, aldus de havenmeester.

Corona
De corona pandemie had ook in 2021 een dominante invloed op het werk van de divisie Havenmeester. Dat heeft er weer toe geleid dat het werk op bepaalde momenten anders werd georganiseerd. Inmiddels is de Maritime Declaration of Health (MDoH) geautomatiseerd. Vorig jaar leidde die nog tot 25.000 handmatige beoordelingen.

Bemanningswisselingen hebben normaal doorgang gevonden in Rotterdam, maar leidde soms wel tot extra drukte in het Wings/Fletcher hotel. Port Health Authority Rotterdam en dat hotel zijn in 2020 een samenwerking aangegaan. De Port Health Authority Rotterdam (PHAR) is een samenwerkingsverband van een aantal partijen waaronder Havenbedrijf, de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond en ook GGD Rotterdam-Rijnmond. Een belangrijk onderdeel van de PHAR is de bestrijding van infectieziekten (zoals Corona) in de haven van Rotterdam.

Het Havenbedrijf was een van de initiatiefnemers om het vaccineren van alle zeevarenden mogelijk te maken. In totaal zijn er sinds 15 juni 2021 bijna 25.000 vaccinaties (Janssen vaccin) gezet bij zeevarenden. Meer dan de helft van de vaccinaties vonden in Rotterdam plaats. Vorige week is officieel ook gestart met de aanvullende boostercampagne (Pfizer vaccin) voor zeevarenden.

Zorgwekkend
De toenemende ondermijnende criminaliteit in de Rotterdamse haven is zorgwekkend. De beveiliging van de haven is niet alleen iets voor de terminals of de Douane en Zeehavenpolitie, maar gaat alle partijen in en rond de Rotterdamse haven aan. Begin 2021 heeft René de Vries de positie van het Havenbedrijf toegelicht aan de Tweede Kamer. ‘Ondermijnende criminaliteit zien wij als de grootste disruptieve factor. Het bestrijden van criminele netwerken, corruptie en het tegengaan van de illegale doorvoer van goederen (zoals verdovende middelen) en personen (illegale migranten) verdient ook onze primaire aandacht’, verklaarde de havenmeester toen.

Bunkervergunning
In 2021 is per 1 februari de bunkervergunning voor transporteurs ingevoerd. Deze vergunning ziet toe op de fysieke aflevering van (conventionele) brandstoffen door bunkerschepen aan zeeschepen. Op dit moment is er aan 30 bedrijven een bunkervergunning transporteur verleend. Onder alle bunkervergunningen tezamen varen 172 vergunde bunkerlichters in de Rotterdamse haven. Met de introductie van de bunkervergunning is ook een klachtenmeldpunt ingericht, waar klachten rondom het leveren van bunkers kunnen worden gemeld. Er is vooralsnog een beperkt aantal klachten geregistreerd bij het meldpunt.

In 2022 gaat het Havenbedrijf meer bekendheid geven aan het klachtenmeldpunt. In 2022 zal een eerste evaluatie van de bunkervergunning plaatsvinden, waarbij tevens – zoals ook bij de introductie van de bunkervergunning was aangegeven – zal worden gekeken in hoeverre een verplichting van een Mass Flow Meter (geautomatiseerd meetsysteem voor hoeveelheden bunkers die worden geleverd) als verplichting in de bunkervergunning kan worden opgenomen.

Drones
Het gebruik van drones voor inspecties in en om de haven begint gemeengoed te worden mede dankzij de Veiligheidsregio Rotterdam en Port State Control. In oktober 2021 werd de eerste demoweek met een lange afstandsdrone in de Rotterdamse haven gehouden. Divisie Havenmeester is betrokken bij alle vraagstukken die hierbij komen kijken, zoals de indeling van het lage luchtruim.

2022
Met de opkomst van nieuwe coronavarianten blijft nog steeds het belangrijkste voor dit jaar dat de continuïteit van de dienstverlening in de haven gewaarborgd blijft met hetzelfde veiligheidsniveau dat men van het Havenbedrijf gewend is. (Foto Havenbedrijf Rotterdam)

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

Sluis en stuw Belfeld gestremd

BELFELD Hoogwater in combinatie met rommel op de bodem bij stuw Belfeld zorgt ervoor dat Rijkswaterstaat zowel de sluis als de stuw heeft gestremd. Rijkswaterstaat schat dat dit tussen de 24 – 48 uur kan duren. Dit is afhankelijk van de ontwikkeling van de afvoer van de Maas.

Normaalgesproken maakt bij een hoge afvoer de scheepvaart gebruik van de gestreken stuw. De sluis kan dan niet worden gebruikt. Door rommel op de bodem van de stuw kan deze nu niet helemaal worden gestreken. De jukken, onderdelen van het deel van de stuw dat gestreken wordt, hangen ongeveer één meter van de bodem. Mocht een schip over de stuw varen, dan kan de zuigende werking bij een bewegend juk schade veroorzaken aan het schip en/of aan de stuw.

Alternatieve routes
Kleinere schepen kunnen gebruik maken van de Zuid-Willemsvaart. Vanuit Rotterdam is voor grotere schepen varen via Antwerpen het alternatief voor het zuiden.
Zodra meer duidelijkheid is over de duur van de stremming zal deze bekend worden gemaakt via de gebruikelijke wegen. (Foto Rijkswaterstaat gemaakt door Studio Retouched)

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

Tegemoetkoming Rijnvarenden van kracht

DEN HAAG Rijnvarenden in loondienst die tussen 1 mei 2010 en 31 december 2015 dubbele premies hebben betaald, bijvoorbeeld in Luxemburg en Nederland, kunnen onder voorwaarden de premies die zij in een ander land van de rijnvarendenovereenkomst hebben betaald, terugkrijgen.

Sommige rijnvarenden zijn tussen 1 mei 2010 en 31 december 2015 geconfronteerd met dubbele premies. Op basis van de Rijnvarendenovereenkomst moeten ze alleen premies betalen in Nederland. Vaak hebben hun werkgevers ook Luxemburgse premies ingehouden op hun loon. Daarmee hebben de Rijnvarenden feitelijk dus dubbele lasten betaald.

Oplossing
Vanwege bijzonderheden in het Luxemburgse systeem en hun feitelijke situatie, kunnen deze rijnvarenden de in Luxemburg afgedragen premies niet terugvorderen. Luxemburg betaalt de premie alleen terug aan de werkgever en de werkgever is in veel gevallen failliet. Daarnaast is in veel gevallen de Luxemburgse termijn voor het aanvragen van premierestitutie verstreken. De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de staatssecretaris van Financiën hebben aan de Kamer toegezegd om een oplossing voor deze groep te bieden. Die oplossing is er vanaf nu.

De groep die in aanmerking komt voor de tegemoetkoming zijn de rijnvarenden die in deze periode geconfronteerd zijn met dubbele premies doordat hun werkgever in de verkeerde rijnoeverstaat premies heeft afgedragen terwijl vaststaat dat Nederland de premies mag heffen. De rijnoeverstaten zijn Luxemburg, België, Frankrijk, Duitsland en Zwitserland. De Regeling is daarom niet alleen van toepassing op rijnvarenden met een werkgever uit Luxemburg, maar ook voor hen met werkgevers uit de andere rijnoeverstaten; zij waren in die tijd aangesloten bij de Rijnvarendenovereenkomst. De problematiek speelt vooral in relatie tot Luxemburg.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

RWS vanaf 2026 aan de gang met kunstwerken Maas

UTRECHT Witteveen+Bos, Royal HaskoningDHV en Pilz gaan voor Rijkswaterstaat onderzoeken wat er precies moet gebeuren aan de aandrijfinstallaties in sluizen, beweegbare bruggen en gemalen in de Maas en de bijbehorende kanalen. De meeste daarvan naderen het einde van hun levensduur. Dat geldt ook voor de ICT-systemen voor de bediening. Rijkswaterstaat verwacht dat de uitvoering van het uiteindelijke werk vanaf 2026 gaat gebeuren.

Doel is om straks de automatiseringssystemen en elektrotechnische en werktuigbouwkundige installaties zodanig te moderniseren dat ze zijn toegerust voor de toekomst en betrouwbaarder functioneren. De beveiligings- en monitoringsapparatuur op de objecten wordt eveneens vernieuwd. Daaronder vallen de camera’s, sensoren, afsluitbomen, oproepinstallaties en scheepvaartseinen.

Inventarisatie
De drie bureaus gaan onder de naam Impakt met Rijkswaterstaat per object vaststellen welke ingrepen precies nodig zijn voor de objecten. Ook wordt inzichtelijk gemaakt hoe in de uitvoering de hinder zo min mogelijk kan zijn en welke vergunningen nodig zijn. Ook wordt een referentie ontwerp gemaakt. Moet bij een sluis bijvoorbeeld alleen de elektromotor van de aandrijfinstallatie vervangen worden of ook de hydraulische cilinder en draaipunten? Op basis van deze inventarisatie vindt verdere besluitvorming over de aanpak plaats, gevolgd door de voorbereiding en aanbesteding van het contract voor de uitvoering.

Oog voor omgeving
Rijkswaterstaat haalt parallel aan de inventarisatie bij belanghebbenden wensen en eisen op die relevant zijn voor de uiteindelijke renovatieklus. Het beperken van hinder voor schippers en verladers bij het werken aan een sluis bijvoorbeeld. Maar ook richtlijnen voor het onder handen nemen van monumentale bouwwerken. Of de voorwaarden voor bereikbaarheid van een dorp bij werk aan een beweegbare brug.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

Dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland.