‘Binnenvaart kan fileleed enorm verlichten’

Jaarlijks zouden 300 tot wel 760 duizend vrachtwagenbewegingen over water vervoerd kunnen worden. Daarmee zou de druk op ‘de rechterbaan’ enorm kunnen worden verlicht, zo stelt het rapport ‘Supply Chain re-design’ dat werd gepresenteerd tijdens de Multimodal expo in Breda. Het rapport is op verzoek van onder andere het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) opgesteld door drie Nederlandse binnenvaartcoöperaties.

Het gaat bij die vrachtwagenbewegingen bijvoorbeeld om trailers vol met huishoudelijk afval, oud papier, staal maar ook tarwe en prefab bouwmaterialen. ‘Het zijn die alledaagse ladingen die dagelijks de rechterbaan van Nederland verstoppen’, zo stelt het adviesrapport. En: ‘Kennis over de mogelijkheden van vervoer over water en een financiële prikkel zijn nodig om het Nederlandse bedrijfsleven de strategische switch naar het water te laten maken’.

30% CO2 reductie
Een optimale combinatie van vervoer over water, aangevuld met korte afstandsvervoer over de weg, levert volgens het rapport het Nederlands bedrijfsleven strategische kostenbesparingen op en draagt bij aan een CO2-reductie van gemiddeld 30%. Bovendien sorteren bedrijven, die inzetten op een mix van vervoer over water en weg, voor op de toenemende drukte op de weg en chauffeurstekorten. Zo blijkt uit enkele casestudies opgetekend voor dit rapport.

Het zijn voorbeelden van Cosun Beet company en het Zeeuwse Verbrugge die de afgelopen jaren 10.000 vrachtwagenladingen extra via het water vervoerden. Voor de overheid levert meer inzet van vervoer over water netto een besparing van 67 tot 150 miljoen Euro op in infrastructuurkosten. Win-Win, stellen de coöperaties die pleiten om naast containers ook voor andere bulk goederenstromen vaker het water te kiezen. ‘Modal shift’, wordt deze beweging genoemd.

‘In de directiekamer’
Tezamen met de Topsector Logistiek gaan de coöperaties binnen het ‘Joint Corridors off-Road’ programma de komende jaren op directieniveau bij bedrijven de modal shift van droge bulk onder de aandacht brengen. Waar nodig wordt vanuit dit Off-Road programma aangeboden om de kennis op dit onderwerp te verhogen en herinrichting van de logistieke keten te begeleiden.
‘De keuze voor vervoer over water is een strategische keuze die weliswaar in de praktijk vaak bij de planner ligt, maar eigenlijk in de directiekamer hoort’, aldus Wilco Volker, auteur van het rapport. ‘Meer inzet van vervoer over water is een bewezen oplossingsrichting bij grote strategische vraagstukken op gebied van CO2-reductie, leverbetrouwbaarheid en kostenefficiëntie.’

Haveninfrastructuur
De overheid stimuleert het vervoer over water met aantrekkelijke subsidieregelingen. Naast deze belangrijke prijsprikkel wordt de overheid in het rapport geadviseerd om structureler te investeren in ontwikkeling van haventerreinen in het achterland waar droge bulk wordt overgeslagen. Deze droge bulkterminals vormen immers de toegangspoorten tot het water, zo stelt het rapport. Investeringen in die haveninfrastructuur zijn nu nog te vaak een horde die beter gebruik van de vaarwegen in de weg staat.

NPRC, PTC en ELV
Het rapport ‘Supply Chain re-design’, is in opdracht door drie coöperaties opgesteld voor de Topsector Logistiek, het samenwerkingsverband van de logistiek waar onder andere het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat deel van uitmaakt (IenW). De drie binnenvaartcoöperaties, NPRC, PTC en ELV, zijn actief in de aan- en afvoer via het water van grondstoffen en halffabricaten voor de Europese maakindustrie.

Download het volledige rapportage ‘supply chain Re-design, droge bulk binnenvaart’

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

Minister Harbers opent overnachtingshaven Spijk

Minister Harbers van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft de overnachtingshaven bij het Gelderse Spijk officieel geopend. De haven heeft 50 ligplaatsen en was sinds 1 februari van dit jaar al toegankelijk voor de scheepvaart.

‘Voor een veilige binnenvaart is het heel belangrijk dat schippers goed uitgerust op pad gaan’ zei de minister. ‘Met de 50 ligplaatsen die hier in Spijk beschikbaar zijn bieden we schippers die ruimte en kan Nederland zijn rol als schakel in de logistiek en het goederenvervoer in Europa in de toekomst nog beter vervullen.’

Afgerond
Met de officiële openingshandeling is de aanleg van de haven, die halverwege 2021 begon, definitief afgerond. ‘De opening vormt het voorlopige sluitstuk van een aantal maatregelen die Rijkswaterstaat in opdracht van het ministerie heeft genomen om de faciliteiten voor binnenvaartschippers op de Rijn en Waal te verbeteren. Als onderdeel van het project Toekomstvisie Waal is in de haven in de Waal bij Haaften de invaart verbreed en zijn de daar aanwezige ligplaatsen verlengd. Daarnaast is de overnachtingshaven Lobith gemoderniseerd. Samen bieden de, dichtbij elkaar gelegen, havens bij Lobith en Spijk nu zo’n 70 ligplaatsen voor de binnenvaart.’

Feiten
De haven ligt in de Beijenwaard vlakbij de Gelderse plaats Spijk. Naast 50 reguliere ligplaatsen heeft de haven 2 ligplaatsen voor duwschepen met duwbakken en speciale ligplaatsen voor schepen met gevaarlijke ladingen. Ook zijn er voorzieningen voor de scheepvaart, zoals een auto-afzetsteiger, parkeerplaatsen en walstroom. Daarnaast is er een struinpad aangelegd naast de haven waar recreanten kunnen wandelen, is er een plek voor campers en zijn er picknicktafels en bankjes geplaatst.

Meer informatie overnachtingshaven Spijk

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

Rotterdam World Gateway investeert in walstroom

ROTTERDAM Containerterminal Rotterdam World Gateway (RWG) heeft besloten om de gehele kade voor alle schepen te gaan voorzien van walstroom. De terminal van RWG is al volledig geautomatiseerd en CO2-neutraal. Door de aanleg van de walstroomvoorziening zullen ook de schepen aan de kade geen fijnstof, stikstof en CO2 meer uitstoten. Daarnaast zorgt de voorziening voor een vermindering van geluid.

De eerste ligplaatsen zullen naar verwachting vanaf 2026 van walstroom voorzien zijn. RWG loopt hiermee vooruit op de Europese regelgeving. Die schrijft voor dat in 2030 alle container-, passagiers- en cruiseschepen groter dan 5.000 bruto ton in de Europese havens gebruik dienen te maken van walstroom.

‘Belangrijk’
RWG kiest ervoor om de installatie van de walstroomvoorzieningen zelf te ontwerpen, te financieren en te bouwen. Havenbedrijf Rotterdam en RWG hebben een intentieverklaring getekend waarin afspraken zijn gemaakt over het delen van kennis en data over de aanleg en het gebruik van walstroom en de benodigde civiele werkzaamheden aan de kademuren en fenders die uitgevoerd moeten worden. ‘We zijn zeer verheugd met het besluit van RWG om als eerste Europese deepsea terminaloperator te investeren in walstroom’, meldt Boudewijn Siemons, CEO & COO a.i. van Havenbedrijf Rotterdam. ‘Walstroom is een belangrijk en noodzakelijk onderdeel van de energietransitie. Schepen die aan de stekker liggen zorgen voor een verbetering van de luchtkwaliteit en een daling van het geluidsniveau. Hiermee dragen we bij aan het verduurzamen van de logistieke keten via Rotterdam voor onze gezamenlijke klanten.’

‘Cruciaal onderdeel’
CEO Ronald Lugthart RWG vindt de investering in walstroom ‘een cruciaal onderdeel in het investeringsprogramma van RWG’. ‘Met als doel een emissievrije op- en overslag van containers. Door middel van walstroom en andere faciliteiten die bijdragen aan de energietransitie creëren wij samen met onze klanten en andere stakeholders de mogelijkheden om dit strategische doel op korte termijn te bereiken.’

Robert Simons, Wethouder Haven, Economie, Horeca en Bestuur van de Gemeente Rotterdam juicht de investering van RWG in walstroom van harte toe. ‘Walstroom draagt niet alleen bij aan een betere luchtkwaliteit, maar vermindert ook geluidshinder. Met deze ontwikkeling zet Rotterdam opnieuw een stap vooruit in het verwezenlijken van een duurzame en toekomstbestendige haven.’

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

Haven Rotterdam slaat ruim 6% minder over

ROTTERDAM De omvang van de totale goederenoverslag in de Rotterdamse haven bedroeg dit jaar 438,8 miljoen ton. Dit is 6,1% lager dan in 2022 (467,4 miljoen ton). De daling betrof vooral de overslag van kolen, containers en overig droog massagoed. De overslag nam toe in de segmenten agribulk, ijzererts & schroot en LNG.

In 2023 nam de overslag van containers in tonnen af met 6,8% tot 130,1 miljoen ton en in TEU met 7,0% tot 13,4 miljoen TEU. De in 2022 ingezette daling heeft zich hiermee in 2023 voortgezet. De belangrijkste redenen zijn de lagere consumptie, lagere productie in Europa en het wegvallen van volumes van en naar Rusland vanwege de sancties. Het aantal scheepsbezoeken in het containersegment steeg licht met 1,0%. De belading van de containerschepen lag echter 7,8% lager.

RoRo
Het Roll-on / Roll-off (RoRo) segment is afgenomen met 5,0% tot 25,9 miljoen ton. De zwakke Britse economie en de achterblijvende consumptie blijven hier de grootste oorzaken van. De afname met 5,0% van overig stukgoed heeft voor een belangrijk deel te maken met de daling van de containertarieven. Die zijn in 2023 sterk gedaald, waardoor er meer lading in containers is verscheept in plaats van als stukgoed. Daarnaast betekende de tegenvallende vraag in Europa vanwege inflatie en oplopende rentestanden dat veel voorraden lang op de stukgoedterminals bleven staan en er minder ruimte was voor additionele ladingacquisitie.

Droog massagoed
De overslag van droog massagoed daalde in 2023 ten opzichte van 2022 met 11,8%. Binnen het segment agribulk was de toename van de aanvoer van mais opvallend. In Europa hadden boeren te kampen met misoogsten door droogte en overstromingen. Daardoor is er 50% meer mais geïmporteerd. De overslag van kolen nam af met 20,3% naar 23,1 miljoen ton, met name door de lage vraag naar energiekolen voor stroomproductie. In 2022 steeg de vraag naar energiekolen sterk vanwege zorgen om de energiezekerheid en sterk stijgende gasprijzen. De overslag van ijzererts & schroot nam toe met 9,9% naar 28,1 miljoen ton. Ertsvoorraden zijn aangevuld nadat er in 2022 weinig erts werd geïmporteerd vanwege de lage staalproductie. De schrootafvoer in Rotterdam steeg met 32%.

De negatieve cijfers in de overslag van overig droog massagoed zijn toe te schrijven aan de verminderde vraag naar grondstoffen door de Europese industrie. De opvallende daling van 49,4% van overig droog massagoed en de stijging van 31,3% van agribulk zijn veroorzaakt door een correctie op verkeerde aangiftes in het zeehavengeld systeem in 2022. Zonder de vertekening is de daling van overig droog massagoed 24,7% en de stijging van agribulk 3,0%.

Nat massagoed
Er is vorig jaar 3,4% minder nat massagoed overgeslagen. Ruwe olie liet een daling zien van 1,4% als gevolg van het wegvallen van boord-boordoverslag. De overslag van minerale olieproducten daalde met 6,5%. Dit kwam voornamelijk door de afname van de overslag van stookolie en nafta. Hierdoor werd er voor het eerst meer gasolie dan stookolie overgeslagen. De overslag van LNG steeg met 3,7% naar 11,9 miljoen ton. Europa blijft veel LNG importeren als vervanging van Russisch aardgas per pijpleiding. Ook vond er meer bunkering plaats met zeegaande LNG-tankers. Overig nat massagoed daalde in alle onderliggende categorieën (chemische, hernieuwbare en plantaardige producten) met 5,9% naar 36,1 miljoen ton. Dit kwam vooral door lage vraag en voorraadvermindering.

‘Logisch effect’
Volgens CEO Boudewijn Siemons van Havenbedrijf Rotterdam kenmerkte het jaar 2023 zich door voortdurende geopolitieke onrust, lage economische groei als gevolg van hogere rentes en haperende wereldhandel. ‘Dit heeft een logisch effect gehad op de overslag in de Rotterdamse haven. Het was echter ook het jaar van veel grote investeringsbeslissingen en mijlpalen in de transitie naar een duurzame haven. We hebben de definitieve investeringsbeslissing genomen voor de aanleg van het CO2-transport- en -opslagproject Porthos. Ook is de bouw van het nationale waterstofnetwerk in de Rotterdamse haven van start gegaan. En we hebben dit jaar een aantal belangrijke ontwikkelingen in het logistieke segment gevierd, zoals de aankondiging van de uitbreidingen van containerterminals APMT en RWG en de ingebruikname van de CER. Allemaal ontwikkelingen die ons een stap dichterbij een succesvol en toekomstbestendig haven- en industriecomplex brengen.’

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

Havengeld fors hoger

ZOETERMEER De haventarieven voor de binnenvaart zijn dit jaar met gemiddeld 4,4% gestegen, zo blijkt uit onderzoek van Panteia. Nog nooit eerder werd er zo’n forse stijging van de tarieven waargenomen.

Het gemiddelde tarief voor binnenhavengeld stijgt van € 13,9 cent per ton laadvermogen naar € 14,4 cent per ton laadvermogen. Een gemiddeld binnenvaartschip van 1500 ton moet daardoor bij een havenbezoek € 216 betalen, tegen € 208 een jaar eerder. De oorzaak voor de stijging kan gevonden worden in de inflatiecorrectie die diverse binnenhavens toepassen in hun tariefstelling. Alleen voeren volgens de onderzoekers sommige havens wel ‘heel merkwaardige correcties door’.

34% meer
In totaal verhoogden 66 van de 98 havens in Nederland met een havengeldverordening, de tarieven. Wanneer de tarieven verhoogd werden, gebeurde dat met gemiddeld 6,5%. De meest opvallende stijging was daarbij waarneembaar bij de gemeente Vlissingen. De gemeente Vlissingen besloot het havengeld met liefst 34% te verhogen, waardoor een havenbezoek door een schip van 1500 ton dit jaar ineens € 265 kost, tegen € 197 een jaar eerder. Andere havens die forse verhogingen doorvoeren zijn Gouda (+12%), Port of Twente (+10%) en Yerseke (+10%).

900 euro
De duurste haven van Nederland is dit jaar wederom Ameland, ondanks dat de tarieven niet verhoogd zijn. Op dit Waddeneiland wordt voor het aanmeren van een binnenvaartschip, ten behoeve van het laden en lossen, een tarief gevraagd per ingenomen oppervlakte. Dit is een afwijkende grondslag. Door het hoge tarief betaalt een schip van 1500 ton bijna € 900 om af te meren, ruim twee keer zo veel als in andere dure havens zoals Huizen, Harderwijk en Eindhoven.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

Het wordt druk aan de Nijmeegse Waalkade

NIJMEGEN De binnenvaart moet er rekening mee houden dat er dit jaar minder ruimte is om af te meren aan de Nijmeegse Waalkade. In Arnhem is aan de Rijnkade geen plek voor de cruisevaart vanwege versterking van de hoogwaterkering. Veel van de schepen wijken nu uit naar Nijmegen.

Dat de Arnhemse Rijnkade op lot gaat voor de cruisevaart zorgt ervoor dat de Nijmeegse havenmeester Gerard Hendriks het aantal cruiseschepen voor dit heeft zien stijgen van zo’n 650 in een ‘normaal’ jaar, naar nu al zo’n 1100 voor dit jaar. Hij gaf de aanwezige schippers op de jaarvergadering van afdeling ZON van Schuttevaer dan ook het advies op tijd contact op te nemen met de havendienst voor een plekje aan de Waalkade. ‘Boek ruim van tevoren en wacht niet tot het laatste moment.’
En Hendriks had nog een minder prettige boodschap voor de schippers. Het havengeld voor Nijmegen is dit jaar met acht procent gestegen.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

Panteia verwacht harde klappen in droge lading

ZOETERMEER Onderzoeksbureau Panteia verwacht dat de sector drogelading in de binnenvaart in 2024 en 2025 ‘harde klappen gaat krijgen’. Daarna verwacht Panteia dat de volumes weer licht gaan groeien.

Bouwmaterialen zijn momenteel het belangrijkste ladingsegment voor droge lading schepen. Door de beperkte economische groei en het wegvallen van de binnenlandse zand- en grindwinning dalen de vervoerde volumes in deze sector. Ook het vervoer van kolen zal dalen als gevolg van de energietransitie en dat geldt ook voor het vervoer van veevoedergrondstoffen door de inkrimpende veestapel. Opvallend is volgens Panteia bovendien dat voorheen het belangrijkste groeisegment, de containersector, nauwelijks nog groei laat zien.

Sector stabiliseert
In 2023 daalden de binnenvaartvolumes al sterk, naar niveaus die sinds de economische crisis van 2008-2010 niet meer waren gezien. De daling is ingegeven door een aantal factoren, waarvan de belangrijkste de economische laagconjunctuur is waarin we ons nu bevinden en dreigen te gaan bevinden (recessie). Daarnaast heeft de terugtrekkende industrie uit Noordwest-Europa invloed op de volumes die vervoerd worden met de binnenvaart. Naar de toekomst toe verwachten we met name in de drogeladingsector een stevige krimp van het volume. De tankvaartsector kent relatief gunstige vooruitzichten met beperkte groei richting 2028, terwijl de duwvaart op een relatief stabiel niveau blijft opereren. Over de hele sector betekent dat uiteindelijk dat een stabilisatie, maar op een lager niveau dan we gedurende lange tijd gewend waren.

Chemie groeit
De tankvaartsector bestaat uit twee belangrijke deelmarkten: het vervoer van aardolieproducten zoals diesel en benzine aan de ene kant en chemische producten aan de andere. De verwachting is dat het volume van aardolieproducten dat vervoerd wordt door met binnenvaart zal dalen richting 2028. Daartegenover staat een sterke groei van de chemiesector.

Zoals gezegd blijft het vervoerde volume met de duwvaart nagenoeg stabiel. Er zijn twee trends die daarvoor zorgen. Ten eerste groeit, zoals eerder aangegeven, de chemiesector. Duwstellen worden steeds vaker ingezet voor het vervoer van dit soort producten. Aan de andere kant neemt het vervoer van steenkolen juist af, waardoor er uiteindelijk weinig verandert qua vervoerde volumes in de duwvaart.

Klein schip
Tot slot valt ook op dat de meeste kleine en middelgrote schepen marktaandeel blijven verliezen. Dit is een langjarige trend die zich in de komende jaren versterkt gaat doorzetten. Kleinere schepen worden zwaar getroffen door afnemende volumes in de agribulkmarkt en het bouwstoffenvervoer, terwijl daar geen groeisegment tegenover gezet kan worden. Zij kunnen bijvoorbeeld geen containervervoer op zich nemen. Bij grote motorschepen en bovenmaatse schepen valt juist een groeit te verwachten richting 2028.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

RWS test laserstraal bij stuw Lith

LITH Rijkswaterstaat houdt van 22 januari tot 1 maart een proef met een zogeheten laserbarrière op de Maas. Bij stuw Lith in de Maas wordt tijdens mist en in de donkere uren van de dag een laserstraal over de vaarweg geprojecteerd.

Deze horizontale straal laat een barrière zien aan de scheepvaart en maakt duidelijk welke route de schipper moet nemen. Deze innovatieve oplossing kan helpen om de passage van de stuw- en sluiscomplexen op de Maas nog veiliger te maken.

Juist omdat de lichttechniek in het donker goed zichtbaar is, helpt het vooral de schippers die minder bekend zijn op de Maas om bij mist of slecht zicht de goede route te kiezen.

Aanvulling
De laserstraal is een aanvulling op de bestaande vaarwegmarkering. ‘Met deze test willen we ervaren of en hoe laserstralen kunnen helpen als extra attentiewaarde bij scheepvaartmarkering/-geleiding. De lasertechniek zou mogelijk in de toekomst ook op andere vaarwegen of bij vaargeulen in bijvoorbeeld een meer uitkomst kunnen bieden.’

Mening delen
Schippers zijn gevraagd hun ervaringen tijdens de test met RWS te delen. ‘De test is geslaagd als de laserbarrière ervoor zorgt dat de verplichte route via de sluis nog duidelijker wordt voor de schipper op zijn route. Daarnaast willen we dat het de veilige passage van het stuw- en sluiscomplex vergroot.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

 

Omzet maritieme toeleveranciers stijgt

DEN HAAG De Nederlandse maritieme toeleveranciers hebben in 2022 hun omzet met een kleine vijf procent zien stijgen tot € 9,1 miljard euro. Uit de Maritieme Monitor 2023 blijkt verder dat de toeleveranciers in dat jaar werk boden aan 20.140 werknemers.

In de Maritieme Monitor omvat de sector maritieme toeleveranciers dit jaar 635 bedrijven. Gemeten in maritieme werkgelegenheid en omzet vertegenwoordigen deze bedrijven het overgrote deel van de sector. Van deze 635 bedrijven die actief zijn als maritieme toeleverancier werkt een deel volledig voor het maritieme cluster.

Handel
Opvallend is het grote verschil tussen de omzet en productiewaarde. De omzet in de sector ligt naar opgave van het CBS meer dan € 3 miljard hoger dan de productiewaarde. Navraag bij het CBS leert dat dit komt omdat enkele (internationaal opererende) bedrijven ook een handelsfunctie (binnen hun concern) lijken te vervullen en dat daardoor de omzet hoger ligt dan eigen productie. De productiewaarde bedroeg € 5,9 miljard in 2022. Het lijkt er dus op dat omzet die alleen door Nederland geleid wordt bij het CBS meegenomen wordt of dat er handelsactiviteiten plaatsvinden. De export is in deze sector uitermate belangrijk. Het CBS schat deze exportwaarde van goederen op € 3,7 miljard in 2022.

Scheepsbouw
De totale omzet van de sector scheepsbouw en scheepsreparatie plus de superjachtbouw bedroeg in 2022 € 5,9 miljard. Dit betekent een stijging ten opzichte van 2021. Toen bedroeg de omzet € 5,0 miljard. De toegevoegde waarde liet echter een daling zien. In 2021 bedroeg deze € 674 miljoen, in 2022 is dit gedaald tot € 534 miljoen. De productiewaarde bedroeg in 2022 €5,3 miljard. De exportwaarde in de scheepsbouw is volatiel. De totale exportwaarde is gelijk aan € 4,1 miljard.

De totale werkgelegenheid in de scheepsbouw bedroeg in 2022 11.661 werknemers. Dit is een stijging van 4% ten opzichte van 2021 toen de totale werkgelegenheid nog 11.210 werknemers bedroeg. Van de totale werkgelegenheid in 2022 zijn 3.520 werknemers werkzaam in de superjachtbouw (2021: 3.350 werknemers). De superjachtbouw kent daarmee een vergelijkbare stijging in werkgelegenheid van 5% ten opzichte van 2021.

ZZP’ers
De totale scheepsbouw- en reparatiesector omvat in 2022 2.685 bedrijven. 730 bedrijven hiervan vallen in de categorie ‘Bouw van sport- en recreatievaartuigen’. Er zijn een twintigtal superjachtbouwers. De laatste jaren is het aantal bedrijven in de sector fors gegroeid, vooral het aantal ondernemingen met één werknemer. Scheepswerven met slechts één werkzaam persoon betreffen in de regel oud-medewerkers van bestaande werven die zich als zzp’er in de scheepsbouw of reparatie registreren en zich vervolgens laten inhuren door grote werven. Zo stond 11% van de totale werkgelegenheid in de scheepsbouwsector in het jaar 2021 geregistreerd als zelfstandige ondernemers (ontleend uit Arbeidsmarktmonitor). Vooral in de scheepsreparatie is dit een veel voorkomend fenomeen. De bouw van kleine recreatieschepen wordt vaak gedaan door kleine werven met een beperkt aantal personeelsleden. Brancheorganisatie NMT telt zelf ongeveer 100 fysieke scheepswerven in Nederland.

Binnenvaart
Eind 2022 waren er volgens het CBS 4.170 bedrijven actief in de binnenvaart. Hiervan waren er 3.050 actief in de vracht- en sleepvaart en 1.120 in de passagiersvaart. Het aantal werknemers in de sector is met 3% gestegen en bedraagt nu 8.610 werknemers. ‘Opvallend is de gemiddelde bedrijfsgrootte. Slechts 5 bedrijven hebben 100 of meer werknemers.’ En ook in de binnenvaart stijgt het aantal zzp’ers. Daarnaast zijn er steeds meer uitzendbureaus die zich richten op de binnenvaartsector.

In 2022 voeren 4.866 binnenvaartschepen onder de Nederlandse vlag, vier minder dan in 2021. Het aantal binnenvaartschepen volgt al jaren een dalende trend. In 2011 bestond de vloot nog uit ruim 5.500 schepen. Deze daling valt deels te verklaren door de schaalvergroting in de binnenvaart. Vanaf 2010 zijn 684 kleinere schepen (met een laadvermogen tot 2.000 ton) uit de vaart genomen. Tegelijkertijd is het aantal grotere binnenvaartschepen (met een laadvermogen groter dan 2.000 ton) met circa 168 toegenomen.

44% meer omzet
De binnenvaartvloot bestaat voor bijna 60% uit motorvrachtschepen. Ruim 27% van de Nederlandse binnenvaartschepen valt in de categorie duwbakken. Hiernaast waren er in 2022 nog 667 overige binnenvaartschepen, zoals bijvoorbeeld tankschepen.

Het totaal vervoerd volume bedroeg in 2022 345 miljoen ton. De omzet in de sector steeg met 44%. Ook de toegevoegde waarde is zeer sterk gestegen met 80% ten opzichte van een jaar eerder. Hiermee komt de toegevoegde waarde (ruim) boven het niveau van het pre-coronajaar 2019.

Een derde van de vervoerde lading betreft binnenlands vervoer en heeft een Nederlandse begin- en eindbestemming. Het overige deel, twee derde van de lading, werd aan-, af- of doorgevoerd naar andere landen waarbij Duitsland een zeer belangrijke rol speelt.

Maritieme Monitor
In opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) en in samenwerking met de Stichting Nederland Maritiem Land (NML) voeren Ecorys en het Erasmus Centre for Urban, Port and Transport Economics (Erasmus UPT) jaarlijks de monitorstudie uitgevoerd voor de maritieme cluster.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

Inspectie ziet achteruitgang in naleving regels binnenvaart

DEN HAAG De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) ziet een achteruitgang in de naleving van de regels door bedrijven in de binnenvaart. En daarmee een toename van het risico op onveilige situaties bij het vervoer over de binnenwateren. ‘Bedrijven moeten de regels van de Binnenvaartwet en Arbeidstijdenwet beter naleven en de veiligheid op het water verbeteren.’

De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) inspecteerde in 2022 en 2021 bedrijven die motorvrachtschepen, motortankschepen en duw- en sleepboten in de binnenvaart exploiteren op naleving van de Binnenvaartwet en de Arbeidstijdenwet.
115 bedrijven werden in 2022 door de ILT via bedrijfsinspecties onder meer gecontroleerd op naleving van de regels voor vaar- en rusttijden en bemanningssterkte. 30% van de bedrijven bleek zich niet aan de regels te houden op de maximale vaart per 24 uur.

Vaartijdenboek
Bij een bedrijfsinspectie controleert de ILT de administratie van een bedrijf. De inspectie deelde in totaal 1.122 waarschuwingen uit en 23 bedrijven ontvingen een boete voor in totaal 105 tekortkomingen. Bedrijven die in overtreding waren vulden onder meer het vaartijdenboek niet of onjuist in en hielden zich niet aan de rusttijden. De scheepsdocumenten bleken bij vrijwel alle bedrijven wel op orde.

In 2021 controleerde de ILT 102 bedrijven via een bedrijfsinspectie, dat resulteerde in 687 waarschuwingen en 191 tekortkomingen waarvoor een boeterapport werd opgesteld. 24% van de bedrijven hield zich toen niet aan de regels voor de maximale vaart per 24 uur.

Vervolg
In 2023 en 2024 gaat de ILT door met bedrijfsinspecties en objectinspecties op binnenvaartschepen. Voor bedrijfsinspecties selecteert zij ieder kwartaal een nieuwe groep bedrijven. Deze bedrijven ontvangen een brief waarin staat hoe zij zich kunnen voorbereiden op de controle. Na afloop van de inspectie ontvangen bedrijven via een brief en in persoonlijk contact met de ILT een toelichting op eventueel geconstateerde tekortkomingen om herhaling te voorkomen. Als bij een herinspectie blijkt dat de naleving van een bedrijf nog steeds niet op orde is, treedt de inspectie handhavend op. De ILT deelt jaarlijks de resultaten van inspecties met de sector.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid. Volg ons op Twitter en Facebook.

Dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland.