Kosten binnenvaart stijgen na jaren weer

ZOETERMEER De kosten in de binnenvaart stijgen dit jaar met ruim zeven procent maximaal. De belangrijkste oorzaak van deze kostenstijging is de hogere brandstofprijs. De afgelopen vier jaren daalden de kosten in de binnenvaart jaar op jaar.

Het afgelopen jaar liet juist nog lagere kosten zien, dit kwam vooral vanwege de lage brandstofprijzen. Hierdoor is er ook een grote variëteit in de kostenontwikkeling te zien.  De kosten van schepen met veel vaaruren worden daardoor sterker beïnvloed door brandstofprijzen. Dit concludeert Panteia in de kostenrapportages voor de binnenvaart die in opdracht van het Centraal Bureau voor de Rijn- en Binnenvaart (CBRB) werden gemaakt.

Vooruitblik
Afhankelijk van het type reis en schip stijgen de kosten dit jaar tussen de 2,6% en 7,1%. In de zand- en grindvaart wordt voor het komende jaar bijvoorbeeld een kostenstijging verwacht tussen de 3,1% en 5,1%. Schepen met veel vaaruren kennen de grootste stijging door het grote aandeel van brandstofkosten in de totale exploitatiekosten. ‘De ontwikkeling van de gasolieprijs moet dus scherp worden gevolgd. Want de  brandstofprijs is behoorlijk onvoorspelbaar en sterk afhankelijk van de omstandigheden die de wereldwijde oliemarkt bepalen. De huidige brandstofprijzen liggen zelfs al hoger dan het gemiddelde dat voor dit jaar is voorzien.

Indien de brandstofkosten buiten beschouwing worden gelaten, dan stijgen de kosten in de binnenvaart tussen de 0,9% en 1,8%. Bovenop de hogere brandstofprijs stijgen ook de arbeids- en onderhoudskosten. Enkel de kapitaalkosten (-3,6%) dalen als gevolg van de lagere rentes die worden verwacht.

Het afgelopen jaar
De kosten in de binnenvaart daalden vorig jaar nog tussen de 0,7% en 6,0% ten opzichte van 2015. In de zand- en grindvaart daalden de kosten tussen de 1,9% en 3,8%. Deze kostendaling is vooral het gevolg van de dalende brandstofprijzen. De grootste daling in de kosten was te zien bij kapitaalintensieve schepen zoals jonge tankers en grote droge lading schepen, en de schepen die relatief veel vaaruren maken. Bij deze schepen is het aandeel van brandstofkosten in de totale exploitatiekosten groot, bijvoorbeeld in de tankvaart en de duwvaart.

Daar waar de rentelasten (-11,4%) en brandstofprijzen (-13,3%) daalden, stegen andere kosten beperkt. De toenemende bedrijvigheid in de binnenvaart zorgde er voor dat de reparatie- en onderhoudskosten met 2,0% stegen. Ook werd de factor arbeid 1,5% duurder. De waarde van de schepen bleef gelijk, en bij een gelijkblijvende verzekeringspremie resulteerde dit in een stabilisatie van de verzekeringskosten.

Nieuwbouwperspectieven
In het rapport ‘Kostenstructuur zand- en grindvaart 2016 en raming 2017’ analyseert Panteia ook het kostenniveau van nieuwbouw-(beun)schepen in vergelijking tot bestaande schepen. Voor 2016 en 2017 wordt geconstateerd dat nieuwbouwschepen nog altijd  hogere exploitatiekosten laten zien dan de bestaande schepen. In 2017 liggen de exploitatiekosten voor een nieuwbouwschip van 80 à 86 meter 5,8% hoger dan bestaande schepen, bij een continue exploitatie van het nieuwbouwschip. Bij schepen van circa 70 meter liggen de exploitatiekosten circa 7,3% hoger. Bij Kempenaars liggen de exploitatiekosten van nieuwbouwschepen maar liefst 38,3% hoger dan de bestaande schepen. Nieuwbouw in deze klasse lijkt uit kostenoogpunt dan ook niet voor de hand te liggen.

Aqualink is dé vereniging van watergebonden bedrijven in Oost-Nederland. Meld u nu aan als lid.

Volg ons op Twitter en Facebook